Oraaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen.
No. 23.
Woensdag 20 Maart 1918.
Ie Jaargang.
Concept-Program van
Actie.
FEUILLETON.
OMHOOGI
ABONNEMENT:
en
VR IJ DAGAVOND,
te TER NEUZEN.
Dit blad verschijnt DINSDAG
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az.
bij bezorging f 1,Franco per post
uitgezonderd op Feestdagen,
TELEFOON Nr. 20
drie maanden
Zij, die zich met ingang van
1 APRIL a .s. op ons blad
abonneeren, ontvangen de nog in Maart
verschijnende nummers gratis.
DE ADMINISTRATIE.
In punt 11 verklaart zich ons concept-
stembusprogram tegen invoering van het
vrouwenkiesrecht.
De plaats van de vrouw is in het gezin.
Haar taak is daar een sclioone. Zóó
gewichtig, dat de moeder in het gezin
niet te vervangen is. Op politiek terrein
hoort ze en voelt ze zich niet thuis.
Als hoofd van het gezin, vertegen
woordigt de man heel het gezin. Dat is
zoo in het maatschappelijk leven, en
hoort eveneens voor het politiek terrein
te gelden. Onze partij zal zich dus tegen
de invoering van liet stemrecht voor de
vrouw blijven verzetten. Omdat het
onthouden van het stemrecht aan de
vrouw geen onrecht is, en het voor de
richtige loop der dingen in ons lieve
vaderland absoluut onnoodig is.
Wint echter links, en zal het het
vrouwenkiesrecht invoeren, dan zullen
we al onze kracht aanwenden om het
dan ook te geven aan alle vrouwen.
Niet alleen aan de gediplomeerde of
aanzienlijke vrouw, maar dan aan elke
vrouw, allereerst aan de echte, onmisbare,
huiselijke vrouw.
Een lange reeks van jaren heeft onze
partij reeds geijverd voor uitbreiding
van het kiezerscorps. Aan ieder hoofd
van een gezin, of hij al dan niet belasting
betaalt, het kiesrecht, was al voor tien
tallen van jaren ons streven. Beperking
door meer of minderen welstand, achten
we uit den booze. Oók ten opzichte van
vrouwenkiesrecht, als het dan toch moet
komen.
Aan de verdediging van ons land is
artikel 12 gewijd. De schromelijke ver-
waarloozing van ons leger, wat betreft
verzorging en uitrusting, aan de linksche
partijen uit verkeerd begrepen zuinigheid
te wijten, moet uit zijn.
In goede kazerne's moeten onze jongens,
die ter verdediging van onzen vader-
landschen bodem in den wapenhandel
moeten worden geoefend, ondergebracht
worden. Als ze ziek zijn moet in modern
ingerichte hospitalen, met uitmuntende
verpleging, en goede geneeskundige be
handeling, alles worden gedaan om ze
zoo spoedig mogelijk te doen herstellen.
Vooral op dit gebied is nog heel wat
te verbeteren.
En ook de bewapening van ons leger
moet goed zijn. Een leger, dat slecht
toegerust den vijand tegen trekt, kan
niet alleen het vaderland niet verdedigen,
maar wordt gewoon vernietigd en geslacht.
De onafhankelijkheid van ons land en
het wel en wee onzer soldaten moeten ons
offers waard zijn.
Ook ons Indië, dat zich „als een gordel
van smaragd om den evenaar slingert"
moet naar onze krachten verdedigd
worden. Niet boven onze kracht moet
de begrooting opgevoerd. Maar Indië,
de zenuw van onze welvaart moet, indien
voor Nederland f 1.10.
ADVERTENTIE N.
Van 1-4 regels /'0.40. Voor eiken regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën over twee
kolom 6 cent per regel. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie
wordt de prijs tweemaal berekend. Abonnementen per contract.
Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen.
74)
HOOFDSTUK XXIV.
Diè wolk was afgedreven.
Cato had hem niet lang in onzekerheid
gelaten. *Een aangeteekende brief, die
het dubbele inhield van de benoodigde
som, benevens een schrijven aan hem,
was het antwoord op zijn „advies"-vra-
gen. Ze berichtte hem, dat het haar
om haars broeders wil speet, maar dat
ze in geen geval mocht toelaten, dat hij
daardoor in moeilijkheden geraakte dat
ze daarom niet alleen hem het bedrag
deed toekomen, 't welk hij aan Herman
terug betalen moest, maar een eelijke
som, opdat hij in staat zou zijn z'n
studiën voort zou zetten. Het zou haar
aangenaam zijn, indien hij het geld wilde
aanvaarden, ze verlangde geen nader
bewijs: was hij later in staat het terug
te geveu, zoo was het goed indien niet,
ze zou het niet als schuld beschouwen.
Ze deelde verder mee, dat papa iets
vooruitgingsprak de beste wenschen
mogelijk, behouden blijven voor
moederland.
Billijk is, dat Indië zelf, vooral de
groote ondernemingen, het reuzenaandeel
betalen. Doch ons land. dat indirect
zooveel voordeel van Indië heeft, kan
zich niet geheel onttrekken. Wij hebben
ten opzichte van onze Oost een roeping
te vervullen.
Punt 13 spreekt over tegengaan van
het opiumgebruik in Indië. Het gebruik
van dit bedwelmend en lichaam en ziel
verwoestend middel neemt er steeds toe.
En jammer genoeg meent de minister
dat hij de voordeelen van den opium
verkoop niet kan missen, 't Is anders
wel beschamend voor een Christelijk
land. Hoe geheel anders dan de houding
van het heidensch China, dat de invoer
van opium reeds sinds jaren verbood.
Gelukkig, dat onze Kamerleden voor
een bestrijding van liet opiumeuvel zijn.
Aan alie Christelijke kerken in Indië
een vrije rechtspositie te verzekeren, is
eveneens het streven van de antirevolu
tionaire partij.
In punt 14 wordt aangedrongen op
bezuiniging in de landsuitgaven. Op
heel wat posten, vooral op administratie
enz., moet bezuinigd worden. De finan-
cieele druk, dien de oorlogstoestand in
het leven riep, dwingt ons tot de grootst
mogelijke zuinigheid. Toch mag, en dat
wordt uitdrukkelijk in punt 14 gezegd,
aan het personeel in Staatsdienst, niet
een salaris worden onthouden, dat hen
in staat stelt in deze dure tijden rond
te komen.
Meer nog dan anders moet ook gestreefd
worden naar een belasting naar draag
kracht, die ook verband behoort te houden
met de talrijkheid van het gezin. Vooral
ook de kleine middenstand moet in zijn
bestaan niet worden belemmerd, door
een schier onverdraaglijk hooge belasting.
Eveneens is het billijk, dat vaders van
groote gezinnen, die toch al een moeite-
vollen strijd voor het bestaan hebben
te voeren, minder belasting betalen dan
zij, die met de kinderweelde ook de
ouderzorgen missen.
Punt 14 zegt ook: „Bij de regeling der
grondbelasting wordt er tegen gewaakt,
dat het voor ons volksbestaan juist thans
zoo gewichtig gebleken landbouwbedrijf
niet door een onevenredige verhooging,
die met name den kleinen landbouwer
zoo gevoelig zou benadeelen, getroffen
worde."
We zullen, gaan de regeeringsvoor-
stellen door, een verhoogde belasting
»en op het ongebouwd. Dat zal niet
in de eerste plaats de rijke grondbezitters
treffen, maar vooral hen, die met moeite
en harden arbeid een eigen boerderijtje
hebben verworven. Zij zullen veel meer,
sommigen zelfs 5 maal zooveel, belasting
moeten betalen. Ook de pachters zullen
moeten bloeden. De eigenaars, die na
1892 hebben gekocht, zullen het zwaarst
worden getroffen.
Voor die klein-grondbezitters treedt
onze partij in het krijt. Ze behoeven
dus geen eigen candidaten te stellen
de antirevolutionaire partij zal voor hun
belangen opkomen.
De jacht wenscht onze partij, voor
zoover ze den landbouw benadeelt, te
beteugelen. Ter wille van het genot
uit voor den gewenschten uitslag vau
zijn naderend examen, en eindigde met
hem tegen een bepaalden datum mèt
Herman uit te noodigen tot een bezoek
hij was toch immers „vriend des huizes".
Er sprak èn uit de geldzending, èn
uit den toon, waarin de brief gesteld
was, een vertrouwelijkheid, die tever
geefs zich trachtte te vermommen onder
het masker van loutere beleefdheids
vormen. Randers merkte dit zeer wel
op, èn met blijdschap. Zijn plan de
campagne had hij thans rijpelijk over
wogen en vastgesteld. Hij zou nu met
vaste hand op zijn doel aansturen een
huwelijk met een rijke vrouw Dat Cato
Bremer niet zoo heel jong meer was,
dat ze eer leelijk dan mooi genoemd kon
worden, dat ze min of meer kreupel
was, het waren alle factoren, die hij had
laten wegen bij zijn berekening
maar ze konden nóch elk afzonderlijk,
nóch alle gezamenlijk opwegen tegen den
éénen factor van het geld En tóch, tóch
was het ook weer niet uitsluitend en
zelfs niet voornamelijk de begeerte naar
geld, die hem dreef. Het bezit van geld
had op zich zelf nooit zulk een aan
trekkingskracht op hem kuunen uitoefe
nen, dat hij daardoor alleen, zich zou
hebben laten verleiden tot het doen van
een stap, als hij nu ondernam. Geld-
van enkele rijken, mag de vlijt vau den
landman niet wordeil vernield.
Ook de pacht moet Anders en beter
geregeld. Dat de groote landeigenaren
met steeds liooger pachtsom gaan strijken,
en daardoor de strijd om het bestaan
voor menigen huurder soms nijpend gaat
worden, is een ongezonde toestand.
Voor de landarbeiders wenscht de
anti-revolutionaire partij eveneens op te
komen. Talma's werk moet voortgezet,
aangevuld en verbeterd. Voor inzinking
moet de arbeidersstand ten platten lande
bewaard blijven.
Ons concept-program als geheel ge
nomen is een mooi stuk werk. De
geestelijke belangen van ons volk wil
het verzorgen naar eisch van de christe
lijke beginselen. En voor de stoffelijke
nooden sluit het evenmin de oogen.
't Een zoowel als 't ander heeft zijn
eischen. Dit program bestudeeren en er
voor strijden is thans de taak der kies-
vereenigingen. Geen man van antirevo
lutionairen huize mag in Juni anders dan
op onze lijsten stemmen.
Daarvoor gewerktDe tijd is kort,
en de arbeid gewichtig en moeilijk.
Maar onze beginselen zijn het strijden
er voor ten volle waard.
Geve onze God Zijn onmisbaren zegen
Het Levensmiddelendebat.
Waar we nog midden in het levens
middelendebat zitten, wagen we ons niet
aan voorspellingen, al lijkt het ons zeer
waarschijnlijk, dat Posthuma aan zal
blijven.
Ons dunkt ook tenzij Treub alsnog
met een beter stelsel komt, wa} we zeer
betwijfelen, dat in de lijn van het
sfefseï-Posthuma moet worden voortge
werkt. De uitvoering moet heel wat
verbeterd worden. In de critiek der 24
sprekers school waarheid. De minister
zal meer profijt moeten trekken van de
bestaande organisatie's, van boeren,
arbeiders, middenstanders en coöperatie's.
Dat is de weg.
De commissie's van belanghebbenden
en ambtenaren moeten minder invloed
krijgen, of verdwijnen.
De kettinghandel moet met kracht
bestreden worden, terwijl de distributie
van verschillende artikelen beneden kost
prijs moet uitgebreid worden.
Vooral goedkoopere kleeding is noodig.
Eveneens behooren de brandstoffen voor
het volgende seizoen, althans voor klasse
I en II, goedkooper beschikbaar gesteld
te worden.
De productie in eigen land moet door
doeltreffende maatregelen worden be
vorderd.
Van ergerlijke corruptie is gelukkig
weinig gebleken, hoewel er dingen g<
beurd zijn, die scherpe afkeuring ve
dienen. Dat sommige taxateurs enorme
sommen hebben verdiend, is alles behalve
den haak. En dat onze regeering aan
scheepvaai
week f 700,000 moet uitkeeren, krachtens
gesloten contract lijkt nergens op.
een
Ook allerlei baantjesjagers moeten niet
door de regeering aan den kost worden
geholpen, door ze in een of andere
commissie te zetten.
Er zijn dus fouten. En die keuren
we af.
bezit was voor hem geen doel, slechts
middel. Het zou hem voeren tot hooger
positie, hem eenige treden hooger doen
staan op den maatschappelijken ladder
in een wereld, die taxeert naar kapitaal.
Omhoogdat was aldoor zijn streven
geweest, van zijn schooljaren af; daar
voor had hij zich de groote Inspanning
getroost, weike de studie van hem. wiens
aanleg maar éven boven het middelma
tige uitstak, vergdedaardoor had hij
zich vervreemd, met opzet, van het ouder
lijk huis, van broeders en zusters. Een
tijdlang, als beschermling van oom Van
Dalem, was de prikkel tot inspanning
en doorzetten afgestompt, had hij zich
al of meer zeker gewaand van de be
reiking van zijn oogmerk en het mogelijk
geacht, zélfs zónder dege studie de man
te worden, die hij wenschte. Maar na
den keer, dien zijn lot had genomen na
Van Dalems verscheiden, had hij den
kamp om het bestaan en met de machten,
die hem den weg naar zijn doel schenen
te willen versperren, met al zijn energie
moeten voeren. Nil scheen het einddoel
dicht bij; nu leek zijn ideaal grijpbaar;
't resultaat vau zijn studie zou hem zelf
standig, een huwelijk met Cato Bremer
hem onafhankeliik maken en beide te
zamen zouden hem de positie verschaffen,
die hem van jongsaf als een ideaal had
Maar 't lijkt ons 't beste, dat Posthuma
self ze corrigeert. We zou, zoo vlak
voor de verkiezingen hem kunnen of
willen vervangen f
De felle toon der socialisten moet men
niet te hoog aanslaan, 't Gaat tegen de
verkiezingen. Er moet réclame gemaakt
worden.
Daartegenover behoort ieder, die het
wél meent met ons volk, op te komen
voor een zoo goed mogelijke voorziening
ten bate van ons volk, en zich te ont
houden van onbillijke, afbrekende critiek.
Opbouwen en verbeteren moet bij alle
critiek steeds liet doel zijn.
Waardeering van anderen.
De Duitsche dichter Lessing heeft in
zijn gedicht Nathan de Wijze betoogt,
dat elke godsdienst slechts een betrek
kelijke waarde heeft.
Hij laat sultan Laladin aan den Jood
Nathan vragen, welke godsdienst de
voornaamste is.
In den vorm van een gelijkenis wordt
het antwoord gegeven.
Er is een man, die een ring heeft,
welks bezit den eigenaar aangenaam
maakt bij God en de tnenschen. Deze
ring is overgegaan in de geslachten, tot
eindelijk onze man hem kreeg.'1 Deze
heeft drie zoons. Zonder dat de zoons
van elkaar iets afweten, belooft de vader
elk der drie den ring.
In 't geheim laat hij een bekwaam
goudsmid nog twee ringen Blaken, die
zóó precies op den wonderring lijken,
dat niemand eenig verschil kan ontdek
ken.
Als de vader sterft, geeft hij elk zijner
zoons een ring. Ieder meent nu den
echten te hebben, en scheldt zijn broe
ders voor bedriegers.
Zóó hoog loopt de ruzie, dat ze samen
naar den rechter gaan. Deze ziet geen
onderscheid tusschen de ringen, maar
doet een zeer verstandige uitspraak.
,Ga heen", zegt hij, „en wie zidi bij
God en de menschen bemind maakt, die
heeft den echten ring."
Zoo had de vader door zijn handelwijze
aan de heerschappij van één ring een
einde gemaakt.
Lessing wil hiermee zeggen, dat het
minder op het geloof aankomt, doch dat
het leven beslist.
We verwerpen dit standpunt als anti-
Bij belsch.
Er is wel terdege een objectieve, vast
staande waarheid. Er is waarheid en
dwaling.
De godsdienst is niet betrekkelijk, 't
Komt er wel op aan, wat wy gelooven
en belijden.
Toch moet óns een bekentenis van het
hartwe eischen zoo vaak. dat alle
menschen nu ook gelijk zijn. En dat mag
niet, omdat het niet mogelijk is.
Op den voorgrond stellend dat er een
heid moet zijn in het ware, zaligmakend
geloof, erkennen we toch, dat er sub
jectief verschil is. De menschen zijn
niet gelijk.
Er is veelvormigheid, kleurenrijkdom
als bij lichtstralen door kristal.
Stel u voor een sterfhuis. Moeder is
heengegaan. Twee dochters treuren om
't smartelijk verlies. Maar de een schreit
toegelachen.
Hij vermeide zich in dit denkbeeld,
terwijl hij den inhoud van het aange-
teekend schrijven nogmaals na-telde.
Was er niels, dat den hemel zijner
idealen verdonkerdeMoest niet de
overweging, dat, vari zijn zjjde althans,
enkel baatzuchtige berekening de drijf
veer van zijn handelen tegenover Cato
Bremer was, hem beschamen
Hij zette zich daar overheen. Hij, zoo
maakte hij zich diets, stak immersjgeen
hand uit, hij greep slechts een, die lok
kend toegestoken werd. Zou hij geen
dwaas moeten heeten, indien hij ze af
sloeg Bovendien voelde hij dan afkeer
van haar, tegenzin? Hij kon het eerlijk
bekennen, dat zulks niet het geval was.
In het korte samenzijn, dat hij met haar
had gehad, was geen oogenblik zulk een
gewaarwording bij hem opgekomen. In
tegendeel, haar eerbiedig spreken over
haar moeder had sympathie bij hem ge
wekt en één had hij zich met haar ge
voeld in opstand tegen God, in ontken
ning van Zijn liefde, in bitterheid tegen
Zijn bestelZe zou hem een steun zijn
in zijn strijd tegen zijn geweten Hij
zou zich sterker voelen, als de oude
aanklacht in zijn binnenste zich ver
nieuwde, de beschuldiging, dat hij een
renegaat was. Hij zou leven in een
hartstochtelijk, klaagt haar leed aan
ieder. De aiider zit stil en lijdt misschien
nog meer.
Beide meisjes treuren om één moeder,
de smart is één, maar de uiting ervan
verschillend.
En zoo staan rondom het Kruis van
Golgotha ook Christenen met varieerend
geestesleven.
Hun geloof is één; 't uit zich verschil
lend.
De een is geestelijk steeds in de wol
ken, de ander zit altijd in den put.
De een ijvert en werkt zoolang het
dag is, de ander is stil en lijdelijk.
En daardoor begrijpen we dikwijls el
kaar niet, hoewel onze bedoeling de
selfde is.
Dat is zoo jammer. Daardoor komt
soms zooveel leed en ellende.
Want veelal beschouwen we ons zelf
als het model, waarnaar anderen zich
maar moeten vormen of vervormen.
Er zijn zoovelen, die op geestelijk en
ook op politiek terrein doen als Prokrus-
tus, de reus uit de oudheid.
Deze had een ijzeren bed. Kwam een
wandelaar zijn huis voorbij, dan noodigde
hij die binnen te treden.
Wras de ongelukkige binnen, dau wierp
Prokrusius hem op zijn bed. Bleek het,
dat de reiziger te groot was, dan hieuw
Prokrustus een stuk van zijn beenen af.
Was hij te klein, dan rekte de reus hem
zoolang uit, tot hij paste in het ijzeren
doodsbed.
Zóó willen nu velen nog. Het zit ons
nu eenmaal in 't bloed.
Allen moeten het met ons eens zijn,
of ze zijn kettersch.
Toch moeten we leeren anderen te
begrijpen en te waardeeren.
Dat kan, door onszelven eerst te leeren
kennen. Degelijk zelfonderzoek leidt on
vermijdelijk tot beter verdragen van den
broeder.
Eigen belang te verloochenen voor dat
van het beginsel en van de partij werkt
eveneens meerdere wa'ardeering van den
ander.
Vaststaan in en voor ons beginsel al
lereerst, en dan waardeeren van wie
met ons dat beginsel belijdt en beleeft,
al is 't niet net eender ais wij. Dat is
noodig.
V Lang en vroolijk leven.
Niet allen denken over de waarde van
het leven gelijk.
Immanuel Kant verklaart, dat niemand,
die gezond verstand bezit, lust kan
hebben het spel des levens nog eens
weer te spelen.
Benjamin Franklin wilde zijn leven
nog wel eens weer van het begin tot
het einde overdoen.
En als Franklin zijn er velen
Hoe gaarne zou niet menigeen, die
schipbreuk leed op de zee des levens,
nog eens van voren, geleerd door de
ervaring, zijn leven over doen.
Gver 't algemeen hecht de mensch aan
het leven. Niet alleen de vroolijke jeugd,
maar ook de afgeleefde grijsaard zingt
het liedje van verlangen. Niet alleen
de gezonde mensch, maar ook de met
pijn en smarten op het ziekbed worste
lende kranke, begeert het leven.
milieu, waarin God uitgebannen was en
dat zou hem rustiger doen zijn en het
oude besef zou geheel wegslijten
Hij schreef haar terugdankte haar
in hartelijke bewoordingen zinspeelde
op zijn naderende examens en den goe
den afloop, waarvan hij zich bijna zeker
waande, en verzekerde, dat hij gaarne
zijn bezoek hernieuwen zou, zéér gaarne,
om haar óók mondeling zijn erkentelijk-
te kunnen betuigen hij herinnerde zich,
zoo vleide hij, met genoegen het samen
zijn met haar en hun geanimeerd gesprek.
Zóó kón het. Zoo was tusschen de
regels door. genoeg te lezen. Dit was
de eerste stap de eerste
Hij twijfelde niet aan dit succes, Hiér
slaagde hij stellig. Bremer Sr. zou hem
geen beletsel zijn, om tot zijn doel te
gerakenhij kende Cato thans genoeg,
om te weten, dat haar wil en wensch
den doorslag geveu zou.
Hij zond Herman Bremor een kaartje,
of hij hem 's avonds even kon ontvangen
gaf het uur van zijn komst aan. Hij
wist, dat Herman thans present zou
wezen. Hij was het ookkeek heel
verwonderd, dat zijn aanmaning zóó
spoedig resultaat had.
(Wordt vervolgd.)
ZEEUWSCH-VLAANDEREN
DOOR ZELANOIA
Nadruk verboden.I
in