Orqaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwseh-Vlaanderen. A No. 20. Zaterdag 9 Maart 1918. Ie Jaargang. Uit de Schrift. FEUILLETON. OMHOOG! Buitenlandsch Overzicht. r ABONNEMENT: 3 ADV F. RT ENTTEN. Dit blad verschijnt bij den Uitgever D Per drie DINSDAG- en VRIJDAGAVOND, H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. maanden bij bezorging 1—, Franco per post uitgezonderd op Feestdagen, TELEFOON Nr. 20. voor Nederland 1.10. ADVERTENTIE N. Van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën over twee kolom 6 cent per regel. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs tweemaal berekend. 'Abonnementen per contract. Inzending van advertentiën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen. REVOLUTIE. Laat ons hunne banden verscheuren en hunne tou wen van ons werpen. Psalm 2 3. noemt de proletariërs, de menschen die niets bezitten dan hun proles, hun kroost, neen door de koningen, de vorsten, de leidslieden der volken. Voor deze kreet der eeuwen gebruikt satan de machthebbers der wereld. Wij liooren hier de revolutiekreet der eeuwen. Ouder dan de Revolutie is de geest der revolutie. David zag hoe die geest zich uitte in woord en daad. Verder terug, in 't Pa radijs, zoeken wij reeds den oorsprong der revolutie. Satan kwam Eva tot ongeloof en on gehoorzaamheid verlokken. Zelf had hij de banden verscheurd, de touwen van zich geworpenGods beelddrager, de mensch moest 'them nadoen. De duivel kon 't niet verdragen, dat de mensch, de Kroon der schepping God bleef dienen. Door ingeving des duivels en door moed willige ongehoorzaamheid kwamen Adam en Eva, onze eerste voorouders tot den val, werden zij prooi, slachtoffer van den duivel. De koning werd een slaaf. Los van God, in satans boeien. Newton léerdede appel, losgeraakt van den steel moet vallen, volgens de wet der zwaartekracht. Beets zeiwat afvalt van den hoogen God, moet vallen. Uit satan is de geest van den afval; die geest is de geest der revolutie, 'tls satan gelukt den mensch tot zijn partij genoot te maken. De revolutie in 't Paradijs was geen gevolg van kommer en ellende te midden van voor ons ondenkbare weelde viel de mensch af van God. 't Was een ver scheuren van de banden aan God door moedwil. Niet de proletariër, de mensch- koning, de bezitter van heel d'aard, ver scheurde de banden, kwam tot revolutie. Ellende is 't gevolg, niet de oorzaak der revolutie. Niet de revolutie, alleen het weerkeeren tot God redt de wereld uit d'ellende. Revolutie voert naar den afgrond weerkeer tot God brengt naar het Pa radijs terug. Wij hooren hier de revolutiekreet der eeuwen. Geen eeuw, waarin die kreet niet werd geslaakt. En door wie In Davids dagen waren het de konin gen en de vorsten. Davids rijk was be vestigd. God had hem rust gegeven. Alle vijanden waren overwonnende omliggende volken aan hem onderworpen. David ziet en hoort nu hoe de koningen der aarde zich opstellen en de vorsten beraadslagen tegen den Heere en tegen zijn Gezalfde, en uitroepenLaat ons hunne banden verscheuren, en hunne touwen van ons werpen. Revolutie, ziet het, maar revolutie niet opkomen' uit de onderste lagen des volks. De koningen en de vorsten der aarde zijn de volkmenners. 't Gaat tegen God en tegen zijn Ge zalfde, tegen 't gezag dat uit God is 't is d'uiting van denzelfden geest die den mensch-koning in 't Paradijs deed vallen. De Christus-regeering wordt aan gevallen door dezen geest van satan die geest regeert en leidt den natuurlijken mensch. Tegen den Gezalfde Gods wordt beraadslaagd door al de eeuwen, en dat niet in de eerste plaats door wat men De Fransche Revolutie is een mach tige wereldgebeurtenis geweest. Ver molmde palen zijn gevallen Evenals bij een brand. Opruiming kan soms goed zijn. Maar denkt u eens een oud stadsgedeelte, waarvan ten slotte ieder zegt, dat moet toch noodig eens veranderd worden. Wie beraadslaagt daarom verraderlijk den brand er in te steken? Wie zal er in genieten, wanneer straks de vlammen opstijgen en men weet, dat ouden, kran- ken, kinderen, hulpeloos kermend, in die vlammen omkomen Heeft de brand uitgewoed, verdwenen is dan het oude stadsgedeelte, maar wie telt de tranen, gestort om al die armen en ellendigen, omgekomen in de vlammen Welnu dat is de revolutie. Wie ver beteren wil bouwt een nieuw huis, maar steekt 't oude niet in brand terwijl het nog bewoond wordt. 't Laatste doet de revolutie. Misleiding is 'tóók te zeggen, dat de Fransche Revolutie uitging van wat men thans 't volk noemt. De philosophen, de wijsgeeren, de mannen van de school, de koningen der wetenschap der ijdele philosophie misleidden de schare, 't Was de geest des ongeloofs, de geest uit den afgrond, de geest die uit deed roepenLaat ons hunne banden ver scheuren en hunne touwen van ons werpen. Geen stap meer op den weg der re volutie, zij de leuze in onze Christelijke levenskringen bij rijken en armen. Laat u niet misleiden, Christenwerk lieden of armen naar.de wereld alsof de leuze Laat ons hunne banden verscheu ren en hunne touwen van ons werpen, zoo echt een leuze voor u zou zijn. Neen 't zijn steeds de koningen en vorsten geweest, die deze kreet, als 't hun kon dienen, slaakten. De revolutiekreet is geen kreet voor den werkman, en voor den arme naar de wereld, neen een kreet voor den ver werper van God en zijn gezag, hij zij koning of bedelaar. Alleen de anarchist voelt zich ten volle verheugd wanneer op 't revolutiewoord de revolutiedaad volgt. 71) En dan, na het botvieren der harts tochten, als de depressie kwam, rees telkens weer met sterker kracht de ver twijfelde vraagwaarvoor leef ik eigen lijk Dan vervulde een grooten walg van zich zelf zijn zieldan voelde hij zich gezonken in den poel van beestia- liteit, van het dierlijkedan was hij in eigen schatting de slaaf, die meester be hoorde te zijn de krachtelooze zonder wilde willoos voortgedrevenehet slachtoffer, dat naar de slachtbank ge leid wordt Die vraag kwam ook nu weer boven „Wat waarde heeft het leven nog voor me En toch miste hij den moed, die vraag te beantwoorden. Straks hunkerde het arglistig hart weer naar nieuwen, hevi ger roes om ze tot zwijgen te brengen. Maar al^ eindelijk óók die kracht ging ontbreken, om zich uit de inzinking, zij De Revolutiekreet vervult ook thans de wereld. Rusland ging voor en nu kookt en bruist het in alle landen in Europa. Na den oorlog de revolutie, dat is de sombere profetie, die door velen wordt gedaan. Als iets ideaals wordt die revolutie idee verheerlijkt. Er wordt naar verlangd, dat ze werkelijkheid wordt. Hoe werd in dagbladen de revolutie in Rusland verheerlijkt. Hoe wordt ze aangeprezen ook voor andere landen. Al machtiger klinkt de revolutiekreet Laat ons hunne banden verscheuren. Arme, dwaze wereldmenschen, die daar van heil verwachten. Denkt aan dien brand, aan die kinde ren, zieken, ouden, aan hun kermen, aan hun dood. Onschuldigen worden in de revolutie getroffen. Revolutie vernielt, breekt af. Revolutie is onchristelijk, anti-christe lijk, vrucht en gevolg van de Paradijs zonde. Tegen de Revolutie het Evangelie. Tegen den geest der revolutie, de Geest van God. Laat daarom in onze dagen heel het volk, van de Koningen en Overheden tot de geringste onderdanen toe, zich bewust worden wat er gebeurt, wat er beraad slaagd wordt. Laat al wie buigt voor God, en Chris tus lief heeft als zijn Heer en Zaligmaker partij leeren kiezenpartij voor de partij van den levenden God. In ons aller ziel woont echter de geest der revolutie. Wij murmureeren tegen Gods bestel en Gods gezag. Ons hart stemt zoo dikwerf in met de revolutie kreet, soms neemt onze mond ze over. Behoede de Heere de deuren van onzen mond, zij er een wacht voor onze lippen. Tegen de Revolutie het Evangelie. Tegenover het losscheuren der banden, en het botvieren der hartstochten, het wandelen naar het Evangelie. Tegenover het vloeken van, het bidden voor de Overheid. Nog hooren wij de revolutiekreet der eeuwen, het satanswoordLaat ons hunne banden verscheuren en hunne touwen van ons werpen. Christenen, hebt gij uw God, maar ook uw volk en land lief, doet dan daartegen over hooren het woord uit Jes. 8 20 Tot de wet en tot de getuigenis 1 zoo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad zullen hebben. S. Gkoeneveld. optocht de voorstanders vau „godsdienst 1 is privaatzaak" een doek mede, waarop men lezen kon De kerk, de kroeg en de kazerne zijn de drie hinderpalen op den weg naar het geluk. Ongeveer terzelfder tijd vroeg de liberale heer Kernkamp in den Hoorn- schen gemeenteraad of men de kerken niet kon sluiten, zoolang er kermis gevierd werd, dan had men in de kerk geen hinder van het kermislawaai. Uit zulke woorden blijkt de ware aard van liberalisme en socialisme. Er mogen onder ben godsdienstige personen zijn, als partij zijn ze anti godsdienstig. Dat brengt hun beginsel mee. Alleen den Christus eeren in de binnen kamer gaat niet. Zijn eere moet worden bevorderd op elk terrein des levens. Het Christelijk beginsel moet niet staan naast ons maatschappelijk en staatkundig leven, het moet het geheel beheer schen. Het moet uitgangspunt zijn voor al ons werken en streven. Terecht stellen wij ons óók als partij, als organisatie op Christelijk standpunt. Ook als zoodanig zoeken we de eere Gods. Overal. Op elk terrein. En alleen bij die partijen, die ook in hun politieke optreden zich buigen voor Gods Woord, is de kerk en de godsdienst veilig. V Godsdienst en Kerk. Gewoonlijk verklaren zoowel de liberale als de socialistische couranten, dat het clericalisme (de z.g. kerkelijke partijen) de vijand is, waartegen ze strijden. In werkelijkheid gaat echter hun strijd tegen de kerk, of eigenlijk tegen den godsdienst. Want „de godsdienst aldus vertolkte het een Fransche volks leider is de hoeksteen eener worm stekige maatschappij en zoolang de mensch nog met één draad aan den hemel hangt is er geen heil op aarde 1" En nu mogen in verkiezingsdagen de liberalen nog zoo bekommerd zijn over het heil der kerk, 't is nergens anders om, dan om daardoor de stemmen te winnen van eenvoudige zieltjes, die o zoo bang zijn voor Rome's brandstapels en voor Dr. Kuyper. Die kiezers meenen dan de belangen van hun kerk beter toe te kunnen ver trouwen aan menschen die er nooit komen, dan aan trouwe kerkgangers, zelfs al gaan die naar hun eigen kerk. En de sociaal-democratie moge nog zoo zoet het liedeke „godsdienst is de zaak van ieders persoonlijke overtuiging" zingen, 't gaat alleen om daardoor de christen-arbeiders te lokken in 't roode kamp. Beide, liberalisme en socialisme zijn anti-godsdienstig. In Enschede voerden in 1914 in een V Goed gezegd. Wat betreft de distributie politiek zijn we het niet met minister Treub eens. Zelfs heeft Treub aan de agitatie die thans ontstaan is, wel eenige schuld. Maar een goed woord sprak de minister dezer dagen ,De arbeidersbeweging heeft steeds unjne volle sympathie gehad en heeft die nog, zoolang zij zich van revolution- naire elementen vrij houdt. Nu de S. D. A. P., onder den druk van de S. D. P., zich haar revolutionnaire afkomst her innert en tegelijk ministeriabele en revolutionnaire allures aanneemt, is het m.i. meer dan ooit noodig tusschen arbeidersbeweging en sociaal-democratie goed te onderscheiden. De arbeiders beweging, die zich van het revolution- nairisme vrij houdt, is een der grootste machten in de democratische ontwikke ling der maatschappijde heele of half- revolutionnaire sociaal-democraten kan haar daartegen alleen bij de klasse tyrannie doen belauden". Zoo is het. De socialisten, die tegelijkertijd regee- ringsgeschikt en revolutionair willen zijn, moeten terdege onderscheiden worden van de arbeidersbeweging. Heel dikwijls blijkt het noodig, de arbeiders te beschermen tegen de socia listen, die zich ten onrechte een arbei derspartij noemen. het slechts ook tijdelijk en slecht in de zèlf-voorspiegeling van scherper zinne- prikkeling, op te heffen, om dién wissel over te werpen, wat dan? Dat bij dién toestand telkens nader kwam, wilde hij, maar kón hij des ondanks voor zich zelf niet loochenen Zijn oog viel op hetgeen zijn hospita zooeven op de tafel had gelegdtwee brieven Lusteloos nam hij ze in de hand. De eene, de bovenste, was van Cato. Hij herkende onmiddellijk haar hand. Wat had ze nu weer? Of... Met zekere spanning scheurde hij het couvert open, gunde zich zelfs den tijd niet hjet open te snijden. Wat? Las hij goed? Hij stond ophet tweede schrijven viel op den grond; hij lette er niet op: Cato's brief scheen hem wèl belang in te boezemen. Hij begaf zich naar een der ramen, rukte met een heftigen arm zwaai het gordijn geheel open en las. Neen, hij had zich niet vergist, zijn oogen hadden hem niet bedrogenhet stónd er, ondubbelzinnig, ontstellend ze ker onheilspellend„vader heeft een lichten aanval van beroerte gehad". Er volgden eenige bijzonderhedener volg- Roemenië heeft het vredesverdrag geteekend. Geheel geisoleerd van de entente kon het moeilijk anders Temeer, waar de dreigende vuist der Centralen aan hun eischen kracht bijzette. En Roemenië mag nog dankbaar zijn op den koop toe. Vooreerst is nu aan het bloedvergieten een einde gekomen. Maar ook is de vrede voor een over wonnen land niet ongunstig te noemen. Het moet de Dobroedzja tot den Donau afstaan aan Boelgarije. Niet alleen dus het stuk dat het tijdens den Balkanoorlog aan Boelgarije ontstal, maar ook het overig deel. Een handelsweg naar Constanza zal het behouden. Aan de Westgrens moet Roemenië berusten in een grensregeling ten voor- deele van Hongarije. Dit zal wel be- teekenen, dat Hongarije de passen in het grensgebergte in bezit krijgt. De Roemenen zullen het dan in het vervolg wel laten een misdadige overval in Hongarije te ondernemen. Ook eenige maatregelen op economisch gebied beeft Roemenië goedgekeurd. Welke weten we nog niet. Waar ons land in Roemenië nog al belangen heeft, zal dat ook voor Nederland van betee- kenis zijn. Eveneens zal Roemenië de opmarsch der Centralen in de Oekraine bevorderen. Dat wil in goed Hollandsch zeggen, dat het zal helpen in den strijd tegen de Bolsjewiki. Want al is officieel de vrede met Noord-Rusland gesloten en zijn do krijgsbedrijven daar gestaakt, de Cen tralen gaan voort, met de Oekraine van Bolsjewiki te zuiveren en de kostbare levensmiddelen in veiligheid te brengen. Roemenië krijgt in ruil voor zijn vrode-sluiten een stuk van Bessarabië, dus van Rusland 't Kan wonderlijk loopen in de wereld. Roemenië, de bondgenoot van de Cen tralen, verklaarde aan dezen den oorlog en hielp Rusland. Toen Rusland machteloos werd, keerde Roemenië zich af, en sluit nu met de Centralen vrede, moet stukken land afstaan, maar wordt door de Centralen schadeloos gesteld met een stuk van Rusland. Over den oorlog met Rusland geeft Berlijn ons in een draadloos be richt het volgende overzicht Door den vrede met Rusland is de oorlog op twee fronten geëindigd. De ijzeren ring rondom Duitschland is ge barsten en de militaire vrijheid voor de overige fronten verkregen. De vrede moest tot het laatst met de wapenen worden bevochten. Deze strijd met het ver overmachtige millioenenleger van het geweldige Rus sische rijk, hetwelk de grootste hoop der entente vormde, heeft rond 34 maanden geduurd. Hij is een onafgebroken zege tocht geworden sedert de generaals Hin denburg en Ludendorf de leiding der krijgsverrichtingen in het oosten op zich hebben genomen. In de laatste dagen van Augustus 1914 werd het 250.000 man sterke. Narowa-leger door de üuitsche minderheid bij Tanuenberg in een open veldslag vernietigd. Er werden 500 ka nonnen buit gemaakt, terwijl 90,000 ge vangen in Duitsche handen vielen 40.000 dooden bedekten het slagveld. Den lOn September van hetzelfde jaar wordt hel even sterke Russische invals- leger van generaal Rennenkampf bij de Masoerische meren na een zware neder laag tot een op een vlucht gelijkenden terugtocht gedwongen en daarmede Oost- Pruisen tot op het grensgebied na voor- loopig bevrijd. Daarop volgen de veld- de géén geruststelling integendeelde dokter vreesde voor herhaling, en dan Er flitste als een snelle schicht, een duivelsche gedachte door zijn Brein een gedachte, die tegelijkertijd hem deed huiveren, én hopen! Als vader stierf..., welnu, dan wachtte hem immers de er fenis, de vrije beschikking over het geen hem thans ontbrakruimte van beweging, zonder vrees voor kritiek, het eigen-heer en meester zijnHij trachtte die gedachte even snel te bannen, als ze op kwamneenzóó wildé bij niet denkenzóó diep was hij nog niet zonken Maarze liet zich niet zoo gemakkelijk verdringen ze was te ruw, te plotselingzijn geest zou ze. omwer ken, ze polijsten, ze vergulden, maar het zou in deu kern dezelfde gedachte blijven. Maarhet was toch vader, die nu ernstig ziek, die wellicht op den rand des grafs lag kon die overweging zijn laag- baatzuchtige overleggingen niet overvleugelen Kostte dat al strjjd Was hij zóó slecht Zijn voet raakte het tweede epistel, dat hij geheel vergeten hadhij raapte het op. Een enkele blik was voldoende voor hem om te weten, wie de afzender was. zou zien Onwillekeurig fronsten zich zijn wenk brauwen. Bruins kleine, regelmatige letters schenen hem te tergen. Main- nog meer de inhoud. Bruin herinnerde er zijn „amice" aan, dat hjj f400 van hem had te vorderen. Hij berichtte, dat hij „dringende behoefte" had aan dat geld en verzocht deswege Bremer hem genoemde som binnen acht dagen ter hand te stellen of per post te doen toekomenwas deze termijn verstreken, zoo deelde Bruin mee, dan hij tot zijn spijt zich genoodzaakt den beer Bremer Sr. met de zaak in kennis te stellen, teneinde de hem rechtmatig toekomende, en in collegiaal vertrouwen aan Bremer Jr. geleende som, in zijn bezit te krijgen." Hermans woede steeg onder het door lezen van het epistel tot volle honderd graden. Het gebeurde van den vorigen nacht kwam allengs duidelijker voor zijn aan dacht, ja, hij had geleend; hij was weer in handen van zijn belager gevallen van Bruin, dien hij sterk verdacht, schoon elk bewijs ontbrak, van valsch spel te spelen. -Ta, Bruin leende uit collegiali teit 1" Maar het einde was immerver liezen Hoe moest hij uit deze nieuwe moei lijkheid geraken Bruin zou zich niet paaien laten; integendeel, bespeurde bij iets van het moeilijk parket, waarin zich Herman thans bevond, dan zette bij gewis door. Thuis aankloppen? Die weg scheen nil wel geheel toegemuurd. Bij papa kón bij hu niet terecht. En Cato, gesteld al,dat ze er toe bij-machte zou wezen, zou' zij er zich toe laten, vinden Uier scheen althans plaats voor zeer grondigen twijfel. l'as had hij met groote moeite vierhonderd gulden van haar los gekregen. En nu weer drie honderdWat? Wat schreef die aterling? Snel doorliep zijn blik Bruins briefje „Zoo'n schurk!" ontsnapte zijn van boosheid bevende lippen.. Secuur wist hij, driehonderd geleend te hebben vierhonderd eischte hij En hij doorzag Alles nu. Ongetwijfeld was hij niet meer dan driehonderd schuldig even ongetwijfeld had Bruin hem, een in allen vorm opgestelde verbintenis tot terugbetaling van honderd gulden méér doen teekenen! Zoo'n vampyr! (Wordt vervolgd.) ZEEUWSCH-VLAANDEREN DOOR ZELANDIA. Nadruk verboden.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 1