Orqaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwsch-Vlaanderen.
m
s,
;e>« No. 15.
Woensdag 20 Februari 1918.
Jaargang.
De organisatie der
Antirevolutionaire Partij.
FEUILLETON.
OMHOOG!
f
g-
en,
del,
V olks verblinding.
ian- J
den
918,;
g te
laaij
per
be-
te
lEd.
rder
Huis
1918I,
vctl
O 1 ..J a n VFD TP WTTË N
Dit blad verschijnt DINSDAG- en VRIJDAGAVOND,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NELZEN.
ABONNEMENT:
Per drie maanden bij bezorging 1,-, Franco per post
uitgezonderd op Feestdagen,
TELEFOON Nr. 20.
voor Nederland 1.10.
ADVERTENTIE N.
Van 1—4 regels ƒ0.40. Voor eiken regel meer ƒ0.10. Handelsadvertentiën over twee
kolom 6 cent per regel. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie
wordt de prijs tweemaal berekend. Abonnementen per contract.
Inzending van advertent.iën tot 12 uur 's middags op de verschijndagen.
Vergadering der Persvereeni-
ging op D.V. Vrijdag 22 Februari
as., nam. half drie, in de Cons. Geref.
Kerk, Nieuwstraat.
AgendaOpening. Notulen. Ingeko
men stukken. Jaarverslag.
Bestuursvoorstel inzake den Redacteur.
Rondvraag. Sluiting.
DE SECRETARIS.
0 M
en
l's,
lingel
ilder
Van
land-
ilder,
id.
Hon-
Wel
R te
des
pen
["rek-
ïdijk.
Hon
allen,
open-
rek,
mond
den[
nisseJ
aan
in del
nuten
Lg-
'N tej
1 den
,s van.
l cow
ntaris
ntarisj
uipen,i
liame-
liet te
in.
HET CENTRALEN CONVENT.
In elk jaar, waarin vermoedelijk geen
Deputaten-vergaderingsamenkomt, wordt
een vergadering van het Centralen-Con
vent gehouden.
Zooals onze lezers weten, vergadert
onze Deputaten-vergadering in elk ver
kiezingsjaar. Dus straks vóór de ver
kiezingen ook.
Is er niet iets bijzonders aan de hand,
zooals herziening van de statuten of iets
anders, dan hebben we dus, als een ka
binet vier jaar „zit", in 3 jaren geen
Deputatenvergadering.
In die jSren roept bet Centraal-Comité
de leden van het Centralen-Convent op.
Dit kan dan onderwerpen van algemeen
belang bespreken.
Alle Centralen of Districtbesturen vaar
digen één lid af naar het Centralen-
Convent. Dit vergadert in September of
I October.
Nu zullen natuurlijk langzamerhand,
of wel aanstonds en dat lijkt ons
beter de oude Districtscentralen ver
vallen. In Zeeuwsch-Vlaanderen krijgen
we dan twee Staten-kieskringcentralen.
Namelijk Hulst en Sluis.
Deze hebben het recht, voor elke 250
leden van tot haar behoorende kiesver-
eenigingen, of deel van 250 leden, één
afgevaardigde te sturen naar het Cen
tralen-Convent.
Ook het Kamerkringbestuur van Zee
land heeft recht tot afvaardiging.
Het Centralen-Convent wijst ook de
leden aan van het Gemeenteraadscollege,
dat de verkiezingen voor de Gemeente
raden leidt.
DL
HET COLLEGE
VOOR DE GEMEENTERADEN.
Dit college bestaat uit een voorzitter,
een secretaris en drie sub-commissiën.
De eerste van die drie onder-commis-
siën regelt de verkiezingen in gemeenten
van meer dan 50.000 inwoners.
De tweede in gemeenten van 10.000
tot 50.000 zielen, en de derde in gemeen
ten van minder dan 10.000 inwoners.
Het Gemeenteraadscollege werkt ook
weer onder toezicht van het Centraal-
Comité. Natuurlijk is de werkzaamheid
van dit college een leidende en advisee-
rendo. Het werk moet gedaan worden
door de plaatselijke kiesvereenigingen.
Maar zoo'n kantoor voor advies zal
toch blijken, soms van veel belang te zijn.
5
met
ig ge-
;e Sas
immer
an.
opsom
•e van
67)
manen
in het bij zijn van
had hij niet
Ze wist
niets af,
N.
Dat Herman hem
Cato zou durven
verwacht.
„Wat?" verwonderde Cato.
van Randers omstandigheden
hoe zou ze! Wilde Herman een nieuwen
geldschieter zoeken
Kareis ergernis steeg. Hij wierp Bre
mer een woedenden blik toe.
i „O, dat weet je niet. Ik heb 'm een
sommetje geleend, zie-je. Dat zal ikte-
rug moeten vragen, als jij ten minste
niet wilt."
Kareis hoogmoed lag op de pijnbank.
Hij voelde Cato's vragenden blik op
i zich rusten. Vreemd, lïij kon de ge-
I daclite kwalijk verdragen, met Herman
t op één lijn door haar te worden gesteld.
I Hij meende aan zijn eer verplicht te
zijn, haar opheldering te geven, hoezeer
die zijn eigenwaan zou kwetsen.
„Herman heeft me een som voorge
schoten," verklaarde hij. „Buiten mijn
schuld, door den dood van mijn oom
HET CENTRAAL-COMITE.
Dit bestaat uit 12 leden en 6 plaats
vervangende leden.
Het Moderamen bestaat uit een eer
sten voorzitter, een tweeden voorzitter,
beide gekozen door de Deputatenverga
dering, een secretaris en een penning
meester, beide gekozen uit en door het
Centraal-Comité.
Bij elke vernieuwing van de Tweede
Kamer treedt de helft af, en wel in Sep
tember. De aftredenden zijn herkiesbaar.
De verkiezing van de leden (behalve
van den eersten en tweeden voorzitter)
geschiedt door alle leden der kiesver
eenigingen, die daarvoor moeten worden
bijeengeroepen. De kiesvereenigingen
mogen voor hun candidaten reclame
maken.
In het Centraal-Comité mogen niet
meer dan vier Kamerleden zitten, en
geen ministers.
Elke aangesloten kiesvereeniging moet
elk jaar zooveel kwartjes aan het Cen
traal-Comité afdragen, als er leden bij
haar aangesloten zijn.
Ook worden meergegoede kiezers en
ook anderen, zoowel mannen als vrouwen,
uitgenoodigd telken jare een extra-bij
drage te geven voor de kas.
In verkiezingsjaren wordt bovendien,
zooals ook nu reeds het geval is
een inzameling gehouden.
Want geld is de ziel van de negotie,
maar zonder middelen is een verkiczins-
strijd ook niet te voeren.
Onze lezers kunnen nu iets weten van
de organisatie van onze partij. Daarmee
is het echter niet goed.
Er moet gewerkt worden ook.
Onze kiesvereenigingen wacht een
drukke tijd. En dikwijls komt hot leeu
wenaandeel op voor enkelen. Dat is niet
aangenaam. Maar laten dau die enkelen
niet vergeten, dat hun arbeid een heer
lijke is. 't Gaat voor het beginsel.
Voor het heil van ons volk, dat alleen
gebaat is bij een goede doorwerking van
onze Christelijke beginselen.
herderstaf en de hainelbel gingen telkens
op anderen over. Eenheid in bestuur
was er niet meer. Het bleek, dat elke
verandering geen verbetering is.
Toen klom een der oudste schapen op
een aardhoop, en blaawo„Wij moeten
ons (laten vertegenwoordigen door iemand
die verstand van scheren heeft, en die
leiding kan geven aan de kudde. In de
dagen van A".
„Weg met A", blaatte onder oorver-
doovend lawaai heel de kudde.
„Ja, weg met A", vervolgde het oude
schaap. „Maar ik wilde zeggen, dat het
parlement niet zelf alles kan doen. Er
zitten leden in ons parlement, die nog
nooit een schaar in; de pooten hebben
gehad. Sedert de dagen van A"....
„Weg met A", viel het koor weer in.
„Zeker, weg met A, dat zeg ik ook",
viel de oude witkrul in. „A, was een
tyran, een dwingeland. Maar sedert de
dagen van dien tyran gaat het toch niet
^oed. Er is allerlei onrecht. Er moet
iemand komen, die verstand van scheren
heeft. Mijn candidaat heeft dat. Hij zal
do zwakken steunen, de verdwaalden
terecht brengen, de stijfhoofdigen over
reden, en den weerspannigen ontzag in
boezemen.
Op dus ter stembus 1 AllenLeve de
grondwet 1 Leve het -parlementKiest
als uit één bek, tot vertegenwoordiger
van ons parlement, tot constitutioneel
herder, mijn candidaat, namelijk Al"
„Ja, zoo zij hetA president, gekozen
door het parlement, met verantwoorde
lijkheid aan de vertegenwoordiging",
blaatte heel de kudde.
Sinds dien tijd is A weer herder, wijst
den belhamel aan, scheert de schapen
regelt alles.
in de
Multatuli heeft eens een aardige schets
gegeven van den loop eener revolutie,
die we hier, vrij verteld, weergeven.
A. is herder, en onderdrukt zijn scha
pen. Dat komt, omdat de schapen niets
hebben in te brengen, wijl A. alleenheer-
scher is.
Dus revolutie. De schapen kwamen
in opstand en wilden een grondwet en
een parlement hebben. Voortaan zouden
de schapen baas zijn. Bij meerderheid
van stemmen zouden ze uitmaken, waar
ze wilden weiden, wanneer en door wie
ze geschoren zouden worden. Door een
algemeene verkiezing zou de belhamel
worden aangewezen.
Toch ging het niet.
Ieder wou 'teerst drinken, of eigenlijk,
eder wou alleen drinken. Ieder wou
ischeren, niemand geschoren worden
Alles blaatte door elkaar. Het leven
was zóó groot, dat de ooien haar eigen
lammeren niet eens konden verstaan.
Mot de verschillende ambten liep het
ook mis in de schapenrepubliek. De
die mijn studie bekostigde, kwam ik in
groote ongelegenheid. Ik stond voor de
keus, mijn studie op te geven, of geld
te leenen. 't Is een kwestie van enkele
maanden. Dan doe ik examen. Herman
bood me zélf aan, te helpen."
De weinige woorden hadden hem groo
ten strijd gekost. Toch was hij blij ze
gesproken te hebben. Hij zag, hoe Ca
to's gelaat merkbaar een milder uitdruk
king kreeg. Diè veroordeelde hem ten
minste niet.
„Nou, wat moet ik nou doen Kan ik
Randers voor zoo'n kleinigheid in moei
lijkheid brengen. En ik moét toch gele
hebben
„Ik zal je helpen ten minste zoo
veel ik kan. Vader mag je ernietmeer
over sprekenik weet al te goed, hoe
gevaarlijk het voor hem is, zich op te
winden."
Ze haalde uit een schrijfbureau een
portefeuille te voorschijn. Ging den in
houd na.
„Ik kan je met een vierhonderd gul
den helpen," zei ze. „Absoluut niet
méér. Ik doe het om vader, en óm
De zin bleef onaangevuld. Maar de
goede verstaander had genoeg aan 't halve
woord. „En wees nou verstandig. Spéél
niet meer. Wat moet er van komen
Ze reikte hem het bedrag toe met de
geheim*
van diplomaten, die met één pennestreek
over het wel en wee der volkeren be
slissen 1 en ze sluiten geheime ver
dragen en Lloyd George weigert, zelfs
in de Engelsche Tweede Kamer, ook
maar iets los t laten ov. r ck
bijeenkomst te Versailles.
Vinnig heeft Het Volk de revolutionaire
beweging te Amsterdam bestreden
weg met de anarchieen dagelijks
stookt het de massa op.
In de pers en op vergaderingen be
strijden de liberalen de socialisten
weg met de soci'sen straks zullen
ze, als links wint, met hen regeeren.
Zoo heerscht de schijn.
Dwaas, wie op menscheu en hun
schommelende leerstellingen bouwt.
Wijs, wie vasthoudt aan Gods Woord,
dat de onveranderlijke en zekere waar
heid ons geeft.
en
En orde en regei heerscht weer
schapenmaatschappii.
Dat er waarheid schuilt in deze schets,
zal niemand ontkennen, die de heden-
daagsche verschijnselen opmerkzaam na
gaat. Op allerlei gebied haalt men fees
telijk door een achterdeurtje binnen, wat
men met veel geweld officieel de voor
deur heeft gewezen.
Engeland en Amerika strijden tegen
het militarisme weg met dat gehate,
afschuwelijke militarismeen onder-
tusschen vormt Engeland een millioenen-
leger en Wilson stroopt als echte vech
tersbaas de mouwen op en daagt Duitsch-
land en diens bondgenooten uit tot een
bloedige bokspartij.
Trotzky eischt voor alle volken het
zelfbeschikkingsrecht op weg met alle
onderdrukkingen moordt in eigen
land en strijdt tegen Finland en de
Oekraine, die onafhankelijk willen worden.
Alle mogehdheden kampen tegen on
recht en heerschzucht weg met on
recht en imperialisme (wereldheerschap
pij) en schuwen laster noch onrecht
om maar te winnen, en pogen door ver
nietiging van de tegenpartij, hun eigen
macht te vergrootcn.
Schier overal komen de staatslieden
op voor democratie weg met alles
wat tegen den volkswil ingaat 1 en
ze jagen hun volken als de wreedste
despoten, in de armen van dood en gebrek.
Openbaarheid bij de onderhandelingen,
bij buitenlandsche zaken weg met de
geheime verdragen, en met het gekonkel
zekerheid, dat het wederom verloren
geld was.
Half onwillig, als bewees hij haar een
dienst, nam hij het geld aan.
„'t Is althans wat," zei hij, zonder
danken.
Papa kwam weer binnen, wat opge-
frischt. Er werd over de zaak niet meer
gesproken. Spoedig moesten de twee
bezoekers vertrekken. Vóór ze heen
gingen vond Cato gelegenheid Karei, toen
ze zich een oogenblik met hem alleen
bevond te zeggen, dat, zoo Herman hem
om het geleende bedrag mocht lastig
vallen, hij, Karei haar een genoegen zou
doen, het haar te berichten. Ze wilde
niet, dat hij, in zijn omstandigheden, zei
ze kiescli, er den last van zou onder
vinden.
HOOFDSTUK XX.
Herman Bremer was aan de studie-
Zijn paar honderd gulden speelschuld
had hij afgedaan. Nooit zouden ze hem
op de „club" weer aan 't spelen krijgen
Het voorgevallene thuis, de duidelijke
aanwijzing van papa's gevaarlijken toe
stand na Cato's welbegrepen wenk had
hem een weinig voorzichtig gemaakt
Hij zou zijn beloften inlossen.
Hard wilde hij gaan studeeren. Hij
begon zoo zoetjes aan bekend te wor
Opruïng.
De revolutiekoorts schijnt ook Troel
stra naar 't hoofd geslagen te zijn.
Was hij op 't Congres te Arnhem nog
tamelijk gematigd, thans maakt hij
het wel heel bar.
Volgens een verslag in de N. R. Ct.
heeft hij te Amsterdam in een vergade
ring, waar over de levensmiddelenpolitiek
der regeering gesproken werd, het vol
gende gezegd
„Het is een ernstige tijd voor de ar
beiders heden, voor de heerschende klasse
in de toekomst. De revolutie kan alleen
het volk in de hoogte brengen, en gij
hebt ze niet te vreezen, de bezittende
klasse heeft haar te vreezen. Door de
bloedige nevelen van deze wereldramp,
welke het kapitalisme over ons heeft
gebracht, zien we reeds de zon van het
sociallkine gloren.
Het is geen tijd voor de kapitalisten,
zoo bedenkelijk naar hun belastingbiljet
te zien. De arbeidersklasse wil zelf haar
dividend maken uit schepen en fabrieken,
om zich daarmee op een hooger peil op
te werken".
Is 't niet onverantwoordelijk, dergelijk
opruien van de menigte
Zeker er zijn misslagen begaan bij de
voedselvoorziening er is op 't eene stuk
te weinig, op 't andere te veel gedaan.
Maar wiens schuld is het, dat deze
regeering er gekomen is
De schuld van liberalen en socialisten,
die ofschoon ze den kiezers van allerlei
hadden voorgespiegeld, zelf niet konden
regeeren.
Zeker, er zijn door adviseurs dingen
gedaan, die sterk af te keuren zijn, maar
daar moet in de Kamer over worden
gesproken en gerecht. Niet op de straat
door betoogingen en optochten.
Of 't waar is, wat Troelstra beweerde,
dat de arbeiders bij revolutie niets heb
ben te verliezen Zie èens naar Rus
land, waar moord en plundering heer
schen, waar heel 'tvolk in de steden den
honger en het gebrek grijnzend binnen
de woningen ziet sluipen.
Onverantwoordelijk en goddeloos is
ook zulke taal. 't Is de geest uit den
afgrond, die alle gezag verwerpend, de
revolutie predikt.
Zal straks in Juni ons land vallen in
de handen van zulke mannen, die de
den als student „de métier"zelfs mee-
brassende collega's veroorloofden zich af
en toe spottende aanmerkingen. Dat stond
hem tegen. En daarom, nu zou hij het
eens ernstig gaan meenen. Hij sloot
zich in zijn kamer op gaf belet aan zijn
beste vriendenstudeerde zich, bij de
ongewoonte van ingespannen arbeid, ra-
zenden hoofdpijnontzeide zich glas en
sigaar zat tot in den nacht te blokken,
kortom, viel van het eene uiterste in
het andere, 't geen hen, die hem van
nabij kenden, deed voorspellen, dat hij
het niet lang zoo zou volhouden.
Karei was even wezen kijken, deels
uit belangstelling deels uit voorzorg.
Hermans ijver verbaasde hem, maar hij
liet dit niet blijken, deed als vond hij
het heel gewoonsprak niet over het
voorgevallene. Tijd gewonnen was veel
gewonnenbleef Herman het zóó een
tijdje volhouden, dan liep hij, Randers,
minder gevaar, om teruggave van het
geleende te worden gemaand. Van zijn
kant roerde ook Breiner dit laatste
punt in 't geheel niet aan. Waarom zou
hij het ook doen Uiteraard lieten hem
die luttele guldens eigenlijk totaal koud,
slechts zijn verderfelijke speelwoede kon
hem in ongelegenheid brengen en dan,
ja, dan zou liij ook Randers niet ont
zien hij voelde wel, hoe onredelijk hij
revolutie verheerlijken
Laten onze mannen daar althans geen
schuld aan hebben. Als één man tegen
de revolutie, en voor het Evangelie ge
kozen.
Reeds nu tegen dergelijke opruiende
taal het beste tegengif aan ons volk ge
schonken onze eigen christelijke begin
selen.
En daartoe is de pers een der krach
tigste middelen.
Werkt daarom inet kracht voor
„Zeeuwsch-Vlaanderen
V Logisch
Een belangrijke dag was het in de
eseliiedenis van het socialisme, dien 4
en Augustus 1914.
Toen toch stemde de Duitsche soci
aal-democratie voor de oorlogscredieten.
En in Frankrijk en andere landen, slo
ten zich de socialisten daarbij aan, op
enkele uitzonderingen na.
Een doodelijke slag werd toen toege
bracht aan. het fabellje van den onver-
zoenlijken klassenstrijd.
Immers - de roode vaandels werden
verbrand, en rondom de nationale vlag
schaarden zich evenals de burgerlijke
partijen, ook de socialisten, om de be
dreigde grenzen des vaderlands te ver
dedigen. Goed en bloed toonden de
soci's over te hebben voor dien staat,
dien ze altijd als instrument Van kapi
talistische onderdrukking hadden uitge
kreten;
En toch moest het zoo loopen.
De tijd van den onverbiddelijken strijd
tegen de bestaande cultuur en den
klassestaat is voorbij. Aansluiting bij de
bestaande maatschappij en bij de bur
gerlijke partijen is gezocht.
De socialisten voelen, al durven ze er
nog niet al te beslist vooruit komen,
hun verantwoordelijkheid ten opzichte
van de landsverdediging.
Een der- socialistische voormannen in
Duitschland schreef dan ook
„Nu de sociaal-democratische partij
in de ure des gevaars de oorlogscredie
ten heeft toegestaan, moet zij ook voort
aan alle middelen tot nationale verde
diging, tot versterking van de weermacht
der natie, tot beveiliging van het land,
tót verzekering van zijn toekomst, van
haar bestaansmogelijkheid, overal en al
tijd waar voor haar economische en gees
telijke energie een taak is weggelegd,
niet slechts toestaan, maar zelf schep
pen en verruimen."
Is 't niet merkwaardig
Voortaan moeten de soci's niet alleen
de noodige uitgaven voor de landsverde
diging goedkeuren, maar desnoods ook
zelf mét voorstellen komen.
Logisch is 't wel. Of, vooral in ons
land, de S. D. A. P. het zal doen
Denkelijk voorloopig nog niet.
Ze zal tegen de begrootingen blijven
stemmen, om geen kiezers aan Wijnkoop
en" consorten te verliezen. Ze zal op
vergaderingen het militarisme blijven
geeselen. Om de propaganda.
Maar in tlieorethische beschouwingen
zal ze zich telkens weer op het Duitsche
standpunt moeten stellen.
Of dan, zooals thans het stemmen te
gen de oorlogsbegrooting logisch is
zich de laatste maal aangesteld had en
vond het een heele verlichting, dat hij
door Cato's hulp buiten de noodzakelijk
heid Was gebleven, Karei verder lastig
te vallen. Nu [>apa moeilijker voor hem
te bereiken was, Cato stellig geen
scheutig geldschietster zou blijken, lag
de éénige oplossing een kalm leventje
leiden en Hink studeeren, als bet. vare
vlak voor de hand.
Tot zoover gingen
theorie
Een veertien
Herman en Randers
huis van den eerste ontving Karei een
brief. Een vrouwenhand had het adres
geschreven. Toen hij het couvert had
opengesneden, vond hij een „correspon
dentie-kaart" er in, welker inhoud hij
haastig doorliep. Het was een schrijven
van de hand van Cato, waarin ze „Mijn
heer Randers" meedeelde, dat "de toe
stand van haar vader er nog niet veel
op verbeterd was, en hem verzocht, als
„vriend des huizes" zijn invloed te wil
len aanwenden, om Herman terug te
houden van de speeltafel. Er werd in
het briefje ook nog in bedekte termen,
maar voor Karei niettemin zeer ver
staanbaar, herinnerd aan hetgeen Cato
Randers voor diens vertrek had toegé
zegd. (Wordt vervolgd.)
dagen
de logica en de
na het bezoek van
aan het ouderlijk
leuzen.
ZEEUWSCH
DOOIl ZELANDIA.
Nadruk verboden.