Orgaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 6.
Zaterdag 19 Januari 1918.
Ie Jaargang.
Uit de Sckrift.
FEUILLETON.
OMHOOG!
m
Dit blad verschijnt DINSDAG - en VRIJDAGAVOND, uitgezonderd op Feestdagen,
LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. - ^TELEFOON Nr. 20.
ABONNEMENT:
Fer drie maanden bij bezorging f 1,—, Franco per post voor Nederland 1.10.
bij den Uitgever D. H.
Van 1 4 regels" ^O'.ftT.
kolom 6 cent per lege"
ADV E RT E^N TIEN.
"Votn" 'elR-ewN^el^h'eerVO.lO. Handelsadvertentiën pver twee
Rij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie
ersolujndageji.
wordt de prijs tweemaal beijjfciyid. ,\Abonnenienten per contract
Inzending van'^cfvertêotiëff^Tot?' tö uur 's middags ojr de v
WIE ZIJN DE BEROERDERS?
Israels tienstammenrijk was in onrust,
in geweldige beroering.
Geen wonder! Meer dan drie jaar wa
ren de sluizen des hemels niet geopend,
geen regen had den bodem bevochtigd, en
geen nachtelijke dauw na dorren dag
het aardrijk gedrenkt Geen wolkske
aan het luchtruim deed hopen op eenige
verademing, 't Was eiken dag weer een
koperen koepel, die zich boven land en
volk welfde. Alles verschroeide en ver
schrompelde. „En de honger was sterk
in Samaria."
Geen regen en geen dauw, dus ook
geen brood. Dat is wel in staat om
een volk in beroering te brengen. Want
de broodvraag was een zeer gewichtige.
Er hing niet minder mee samen toch
dan de kwestie: leven of sterven?
Precies als nu! „Wat zullen wij eten
of wat zullen wij drinken?" Dat houdt
ons bezig. En de menschen zijn daar
door beroerd, meer dan ooit.
Wie is echter de oorzaak rttn die be
roering? Wie heeft de broodvraag tot
de eerste vraag voor onzen tijd ge
maakt
Daarop antwoorden ons Achab en
Elia.
Wie is Achab? De Schrift meldt ons,
dat hij Koning van Isrel was. Een
vorst, die de opdracht had zijn volk te
regeeren naar Gods ordinantiën, die een
herder voor dat volk moest zijn, om het
in alles te leiden tot den dienst des
Heeren.
Daar was Achab echter de man niet
voor. De indruk, dien we van hem krij
gen is deze, dat hij geeu bepaalde over
tuiging bezat, iemand was zonder karak
ter en zonder trouw. Een puur we
reldse!) man. Die zich niet druk maakte
over de vraag, wie God was, Jehovah
of Baal. Dat liet hem koud. Als hij 't
maar goed had. Rustig en lustig wou
hij leven. Zijn land en zijn vee, zijn
ijdelheid en zijn eer waren 't voornaamste.
En daarom vond hij de dienst van de
natuurgoden Baal en Astarte zoo goed.
Maar als nu de droogte komt en de
honger, wordt deze man van den dienst
van het vleesch ook sterk getroffen. Is
Israels beroering de zijne in de hoogste
mate. Dat er geen gras is, geen koren
is, de bodem verdroogt, de honger loeit,
dat maakt hem woest. En nu is Gods
knecht, de profeet in kemelsharen m
daarvan de oorzaak. Die is de bero
van zijn volk. Waarom
Omdat hij een andasfikwe
gesteld, dan die over het b
omdat de broodvraag maar
rangsvraag was.
58)
En maar half op zijn toestemmend
mompelen acht gevend, begon ze al in
te schenken.
„Koud," zei ze, ^vreeselijk koud. Heb
je er. geen last van gehad van daag.
Zoo stil te zitten valt niet mee. ^Kon
je het nog al warm krijgen daarboven
,,'t Ging nog almaar 't is hier toch
veel lekkerder," kon hij niet nalaten er
aan toe te voegen.
Ze praatten samen nog wat, maar bei
den voelden ze, dat er iets gedwongens
in hun spreken stak.
„We moesten eerst de zaken maar af
doen," stelde Betje voor.
„De zaken
„Nu ja, ik druk me misschien niet zoo
heel juist uit. Ik bedoel, we moesten
nu maar eerst afhandelen, waarvoor je
eigenlijk bent gekomen, dan kunnen we
straks op ons gemak nog wat keuve
len."
Die Elia had zijn levensroep doen
weerklinken Jehovah is God Jehovah
is God 1 Eu dat het eerste. En dat
van den eersten rang. Dit is liet geding
voor Israels volksleven Den Heere
dienen of niet. Des Heeren te zijn of
niet des Heeren te zijn. Al die andere
vragen komen later en van zelf dan.
Brood, vrede, leven zijn geen dingen van
't hoogste gewicht.
Daarom is de boetgezant voor den
wereldschen koning opgetreden, om door
de profetie van droogte en honger hem
op te eischen voor de brandende, maar
door hem en zijn volk opzij geschoven
kwestie van den dienst des Heeren,naar
Diens bevel. Als hij dan beroering
brengen zou, dan moest het deze wezen,
dat de zielen in onrust kwamen over
hun verhouding tot den God Israels,
opdat zij tot Hem terugkeerden. Dan
konden ze ook voor de broodvraag wel
een oplossing vinden
Zijn machtig arm beschermt de vromen,
Eii redt hun zielen van den dood.
Hij zal hen nimmer om doen komen
In duren tijd of hongersnood.
Zegt mij is dat beroering of rust?
Daar wil Achab echter niet van hooren.
Daar wilden velen in Jezus' dagen niet
van hooren. Daarom klaagden ze ook
Hem aan van volksberoering.
En cok wie heden, in deze zorgelijke
dagen, vóór de broodvraag, de wereld
opeischt voor God en daarvan alle heil
verwacht, die is een beroerder, een
scheurmaker, een verdeeldheidzaaier".
Wat heeft God te maken met de wolken,
den regen, den oogst, onze verzadiging
Wie met ons den dienst des Heeren
in alle dingen het gewichtigst acht, en
het geding van eten en drinken, ja heel
de sociale kwestie daarvan afhankelijk
maakt, moet zich getroosten uitgeschol
den te worden voor beroerder
Toch nemen wij die beschuldiging niet
aan.
Evenmin als Elia. De profeet stond
alleen tegenover den koning. Hij zwak
en eenzaam, Achab de man, die hem
kon binden door zijn knechten. Maar
Gods gezant vreest niet.
Dreigend steekt hij den vinger naar
zijn koning uitGij hebt Israël beroerd
Hij aanvaardt dus de aanklacht niet.
Hij werpt hem terug op den beschuldiger.
Achab is de oorzaak van de beroering
onder 't volk. Zeker daar is droogte,
daar is houger, daar grijnst de dood,
daar heerscht. ontzetting. Maar dat is
toch te verklaren. Want gij en uws
vaders huis hebt het vleesch boven alles
gesteld, uw genot en uw geueugt, uw
eten en drinken. Daarmee hebt ge prijs
gegeven, wat het voornaamste was: Je
hovah en zijne wetten en ordinantiën.
Zie nu maar wat dit heeft opgeleverd.
Dat het volk omkomt. De moedige Elia
toont wie de beroerders zijn. En hij. is
ook hierin een voorlooper van Zijn Heere.
De Christus was Hij 't niet die dui
zenden gespijzigd heeft met brood
sft het sclierpst het geding gesteld.
verkondigde, dat het geheim des
ms niet ligt in 't brood, maar in 't
>ord uit Gods mond, 's Heeren zegen.
In Hij is den vloekdood ingegaan niet
voor brood allereerst, maar voor de eere,
„O," deed hij, met verwondering in
zijn stem, maar gemaakt. Hij kon niet
laten, een beetje verwaand te doen zijn
lastige hoogmoed kwam prikkenhij
moest toch even genieten van zijn
triomf.
„Ik heb de zaak in orde gekregen,"
zei ze, zonder acht te geven op zijn
eigenaardige wijze van doen. Ik zou je
met een paar honderd gulden kunnen
helpen. Ik hoop maar, dat het vol
doende zal zijn aarzelde ze.
Ze wilde opstaan, kennelijk met het
doel, de genoemde som uit haar kastje
te halen.
„Niet noodigzei hij. „Niet noo
dig 1"
Er was iets triomfeerends in zijn stem.
Zij merkte het dadelijk.
„Niet noodig?" herhaalde zij, vragend.
„Nee, niet noodig. De zaak is al in
orde."
Hij zweeg.
Zjjn oude hooghartige manier van
doen. Wilde ze nu méér er van weten,
dan moest ze maar vragen
Zij voelde den afstand, dien hij bezig
was te stellen tusschen hem en haar.
Toch wilde ze weten, hóe.
„Maar," begon ze, „hoe is dat moge
voor den dienst des Heeren Heeren
En zoo hebben de Christenen dan
Elia, bovenal hun Meester te volgen.
Ze wijzen de beschuldiging van de
wereld over hen fier af.
Ze zullen in woon' c wandel uit
roepen Elia's lejjensdeviesJehova is
God d.i. Gij volken en gij overheden
van dezen lijd, gij die de gewetens der
menschen emancipeert van het Woord
en den Dienst van God, gij die ze over
geeft aan de goden van" difin tijd, (jij
zijt de beroeders des levens en der we
reld, gij staat verantwoordelijk voor de
levensellende, voor de gruwelen van
den tijd, voor de ongerechtigheden van
den oorlog. Gij, gij die ze losmaakt
van den Christus en zijn dienst roept
den honger op. En straks, als het vale
paard zijn geweldige hoeven in de lan
den drukt en een stuk van de mensch-
heid sleept naar het graf, dan zijt gij,
Godsverlaters de oorzaak van dat al.
Want gij hebt niet willen aannemen,
dat het geding in de beroering des tijds,
voor heel de worstelende menschheid,
voor de crisis in ons wereldleven is den
levenden God en Zijnen Christus te die
nen, te eeren. Altijd en overal
Daarvan is de welvaart niettemin af
hankelijk. En al de vragen van het le
ven over brood of geen brood, leven of
sterven komen daarna
Kent gij de beroering uwer ziel over
dat alles beheerschendeBeu ik des
Heeren
Dan is der wereld beroering over het
brood niet de uwe allereerst, maar wordt
die bij U gestild door de verzekering
van Uw Christus „alle deze dingen zul
len U toegeworpen worden." In den
weg van 's Heeren dienst op alle levèns-
terrein, in het vragen naar zijne ordi
nantiën schuilt dan de oplossing van den
nijpenden nood
Wie zijn dan de beroeders?
Brouwer.
Propaganda voor ons blad.
Zal „Zeeuwsch Vlaanderen" zich de
positie veroveren, die noodig is om te
blijven bestaan, en om heel ons gewest
ten Zuiden der Schelde te bearbeiden,
dan is daartoe noodig de medewerking
van allen, die belang stellen in een
positief Christelijk orgaan voor Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Maar al onze lezers kunnen ook mede
werken.
Door ieder blad, als het gelezen is,
niet weg te gooien, maar te geven aan
vriend of gebuur, die nog geen abonnee
is. Dat bespaart de groote kosten van
het zenden van proefnummers, en is al
dikwijls gebleken een heilzaam werkend
middel te zijn. En zóó kan ieder, óók
de eenvoudigste, iets doen voor onze
beginselen.
Ileeft men het eenige keeren herhaald,
dan loopt men eens even aan, en beveelt
ons blad terdege aan. En dan het weer
bij een auder geprobeerd.
Steunen kan men ons blad óók, door
zooveel mógelijk alleen een abonnement
te nemen, 't Is waar, er zijn niet vele
rijken en aanzienlijken ouder ons, maar
4 gld. per jaar kan toch menigeen voor
onze persactie wel geven.
Oók door het plaatsen van advertentie's
lijk. Van thuis kun je toch niets heb
ben? Vader
Hij lachte, min of meer smadelijk.
„Van thuis kan je denkenZe zou
den wel liever, al kónden ze."
Ze wou protesteeren. -
„Ik wéét,
„Nu ja, we zullen dat zoo laten. Maar
in elk geval niet van thuis, hoor. Een
vriend heeft me wat voorgeschoten."
Hoe hooghartig kwam het er uit.
Heelemaal op den ouden, verwaanden
toon.
„Zoo," zei ze.
Er was een pauze, gedurende eenige
oogenblikken.
„Ik had je zoo graag geholpen," zei
ze toen.
„Waarom
„Waarom Ze keek hem verwonderd
aan, kon zijn vraag in 't geheel niet
verklaren.
„Ja, waarom
„Omdat je mijn broer bent, omdat ik
veel van je hou, en de gedachte niet
kon verdragen, dat je in zoo groote
moeilijkheden bleef zitten," antwoordde
ze. „Daarom
Ze zei het zoo ongekunsteld, zoo ken
nelijk waar, dat hij zich beschaamd
kan men een zeer gewaardeerden steun
bieden.
Lief en leed der lezers moet in ons
eigen blad in de advertentie-rubriek ter
kennis van vrienden en bekenden ge
bracht.
Werkgevers en werkzoekenden moeten
zich als 't kan, van „Zeeuwsch Vlaande
ren" bedienen.
Bij uw winkeliers, uw notaris, uw
kassier aandringen op adverteeren in
ons blad.
Maar ook de besturen onzer christelijke
vereenigingen kunnen helpen. Door
advertentie's, zeker, maar ook door het
opzenden van berichten van benoeming,
door verslagen van vergaderingen.
Van vergaderingen der kiesvereeni-
gingen, op landbouwgebied, van de Chr.
Werkliedenvereenigingen, van openbare
en ringvergaderingen van Jongelings-
vereenigingen, van schoolvergaderingen
enz., zullen we gaarne verslagen ont
vangen en plaatsen.
Ons blad moet een getrouwe weer
spiegeling zijn, van wat in Zeenwsch-
Vlaanderen gebeurt.
En onze correspondenten kunnen niet
overal bij zijn. Door hen een verslag
ter hand te stellen, dient men het belang
onzer courant.
Thans, nu het er in de eerste plaats
omgaat, ons blad er in te werken,
zouden comité's van de besturen der
verschillende plaatselijke vereenigingen
veel kunnen doen.
Als men de rollen wat verdeelt kan
men, vooral door huisbezoek met of
zonder proefnummers heel wat bereiken.
En vooral iu de Jongelingsvereeni
gingen zitten dikwijls ijverige werkers,
met veel vrijen tijd. Dat laatste missen
ouderen wel eens. Maar een paar
avondjes vinden toch ook zij al gauw.
Niet weinig kunnen ook onze -predi
kanten en onderwijzers doen tot bet
welslagen van „Zeeuwsch-Vlaanderen".
Hun steun óók bij de propaganda van
ons blad kan een goeden invloed hebben.
Als allen, Persvereeniging, lezers en
redactie met liefde en toewijding werken
voor „Zeeuwsch-Vlaanderen", en onze
Qod, zonder Wiens zegen we niets
kunnen, ons zijn bijstand schenkt, dan
moet .en dan zal onze courant er in
komen.
Dan kan zij een middel zijn in Gods
hand, in den strijd togen ongeloof en
stofvergoding. Een ötrijd, ook in
Zeeuwsch-Vlaanderen zoo noodig.
Dan zullen wij bij de voldoening van
onzen plicht te hebben gedaan, óók de
de vreugde smaken van te zijn geslaagd.
Waar gewerkt wordt en gebeden, daar
kan de zegen niet uitblijven.
Geve onze God ons getrouwheid, om
óók op het politieke terrein, voor de
eere Zijns Naams te strijden.
V Volkerenbond.
Onder de middelen om een duurzamen
vrede te verkrijgen, wordt ook herhaal
delijk genoemd, een volkerenbond.
In de verschillende Staten, (Rusland
uitgezonderd) heerscht tusschen de ver
schillende provinciën vrede. Dat was
vroeger ook niet het geval. Onze historie
vertelt ons van Nederland wel anders.
Welnu, waar vereeniging vandiedeelen
tot ééu geheel gelukte, waar Staten als
voelde.
„En nóg wou ik liever, dat je niet
door een vreemde was geholpen," ver
volgde ze.
„Kom, 't is voor jou gemakkelijker,
en voor mij gelijk immers. Je kunt er
niets dan voordeel van hebben."
„Ik wenschte het ook niet om gemak
of voordeel voor me zelf. Maar voor
jou is het, geloof ik, toch niet heelemaal
gelijk."
„Waarom zou 't niet?"
„Als je 't van een vreemde hebt, zul
je ook meer gebonden zijn met terug
betalen, en
„Geen nood. Bremer hij zweeg
zijne ondanks was hem de naam ont
glipt; hij had dien liever voor zich ge
houden.
„Is die het?" vroeg ze, met zekeren
nadruk.
„Ja, nu heb ik hem toch eenmaal ge
noemd Kén je hem
„Ik ken hem min of meer," zei ze,
blozend.
Hij scheen het niet. te merken.
„Nu, in elk geval, Bremer zal me niet
lastig vallen, 't Is een fideele vent, hij
wou ampler, dat ik een schuldbekentenis
schreef
Duitschland en Oostenrijk zelfs uit ver
schillende kleinere Staten bestaan, daar
zoo zegt men dan is ook opneming
van alle Europeesche Staten in één
verbond, mogelijk.
Als al de Europeesche rijken eens óf
provinciën van een groot rijk werden,
óf in één volkerenbond saam verbonden,
dan was althans in Europa de vrede
verzekerd, meent men. Alsof er dan
geen verschil van belangen, geen bot
singen zouden komen.
En bovendienwie zal er mee be
ginnen Wie 't eerst z'n wapening
afschaffen
We denken hier aan de fabel van de
muisjes, die de kat een bel wilden aan
binden. Dan hoorden ze hem voortaan
altijd aankomen. Maar niemand durfde
het waagstuk ondernemen! En nóg
loopt poes als op fluweelen kussentjes
en zonder bel.
Moet Duitschland z'n leger afschaffen
En Engeland z'n vloot En wie waar
borgt ons dan, dat één van beide par
tijen zich niet in 't geheim, technisch en
wetenschappelijk, voorbereidt om den
ander plotseling neer te slaan?
En hoe moet het met de volkeren in
de andere werelddeelen Neen. 't Zal
niet gelukken, het oorlogsmonster voor
goed te knevelen. Zoo'n duurzame vrede
zou, vreezen we, een verduurzaamde
vrede zijn, in een slecht sluitend blikje.
Alleen als 's menschen hart gezuiverd
werd, van den smet der zonde, dan, ja,
maar dan ook alleen, zou de vrede
eeuwig zijn
Hoe zou men in een volkerenbond
rekening houden met de uitzetting en
uitbreiding der volken? 't Eene volk
vermindert langzaam in aantal,'tandere
groeit met het jaar.
Wie zou den biimenlandsclieii vrede
bewaren Eep internationale politie
macht Maar wie zegt ons, dat b.v.
Engeland zijn deel van die politiemacht
niet als kern zon gebruiken voor een
snel te bewapenen en te oefenen leger
't Aantal zou te klein zijn Och, klein
is een betrekkelijk begrip alleen geldend
tegenover een grootere hoeveelheid.
En zouden dan ónze jongens mee
moeten helpen, om een opstand in
Eugelands koloniën te dempen
Wie zou Europa verdedigen tegen het
ontwakend Azië? Want wie zegt ons,
of in Japar hot kind niet leeft, dat
straks aan 't hoofd der Oostcrsche legi
oenen, het uitgeputte Europa zal ver
pletteren
En zou de hebzucht der menschen dan
in een volkerenbond zijn gestild Of
zou men, zooals onze minister van oorlog
schertsend voorstelde, een distributie
bureau oprichten, waar bonnen uitgereikt
werden voor b.v. een lap land in Afrika,
in Syrië, op den Balkan
Maar in ernst: Al was er een Vol
kerenbond mogelijk, die zou de ontwape
ning niet brengen en evenmin den vrede.
Hoezeer we den oorlog ook veraf
schuwen, en den vrede minnen, we
weten, dat in deze bedeeling de eeuwige
vrede niet mogelijk is. De zonde belet
het.
V Democratie.
Wanneer men in den tegenwoordigen
tijd geen argumenten meer heeft, zegt
Bremer is een losbol," viel ze hem
in de rede.
„Hoe weet je
„Ik wéét het. En jij kan het óók we
ten. Zou je denken, dat hij het je nooit
lastig zal maken? Wat zal hij zeggen,
als hij weer eens dringend om geld ver
legen zit, wat hem nog al eens over
komt
„Je schijnt hem al héél goed te ken
nen," verwonderde hij, tegelijk haar be
wering bevestigend.
„Ik ken hem dus wel, zooals je zelf
moet toestemmen. Maar geef nu eens
antwoord zou hij je sparen
„Zeker, stellig."
„Ik twijfel er aan. Hij kan zóó in
't nauw komen, dat hij van je schuldbe
kentenis gebruik zal maken. Hij spéélt,
zoo je weet. En waarmee moet hij de
gaten altijd stoppen?"
„Zoo'n vaart loopt dat niet. Daar ben
ik niet bang voor."
„Ik hoop het. Daarom had «k je lie
ver, zooveel ik kon, geholpen. Ik zou
het je niet lastig gemaakt hebben," zei
ze, eenvoudig.
(Wordt vervolgd.)
f J »l44*fc*
En het geschiedde
als Achab Elia zag,
dat Achab tot hem
zeide Zijt gij die be-
roeder Israels
Toen zeide hij Ik
heb Israel niet be
roerd, maar gij en
uws vaders huis, daar
mede dat gij de ge
boden des Heeren ver
laten hebt en de Baiils
nagevolgd zijt.
1 Kon. 17 17 en 18.
DOOR ZELANDIA
Nadruk verboden.