Orgaan ter verspreiding der Christelijke Beginselen in Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 5.
Woensdag 16 Januari 1918.
Ie Jaargang.
De Nieuwe Tijd.
FEUILLETON.
OMHOOG!
advertentien.
3 nn Feostd»». AD VERT EKTIË N.
i f niNSD A fi- en VRIJDAGAVOND, uitgezonderd op Feestdagen,
biS dl li- H UTTOOIJ A, te TER NEUZEN. - TELEFOON 20.
ABONNEMENT:
Per drie maanden bij bezorging 1,-, Franco per post voor Nederland L10.
Van 1-4 re«els ƒ0 40. Voor eiken regel meer ƒ0.10. - HandelsadvertenUën over twee
kolom G cent per regel. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie
wordt de prijs tweemaal berekend. Abonnementen por eontiact.
Inzending van advertentien tot 12 unr 3 middags op de verschijndagen.
V.
DE KIEZERS.
Minstens drie dagen vóór de stemming
zal plaats hebben, ontvangt iedere kiezer
een oproeping. Dus juist als tegen
woordig. n
Op die oproeping komen voor, alle
lijsten van in zijn kieskring gestelde
candidaten. Deze staan, zooals we reeds
opmerkten, groepsgewijze. De kiezer
heeft dan ook de gelegenheid deze te
bestudeeren. Ook zullen de kiesvereem-
ging en de pers dan voorlichtend moeten
optreden. Anders zou menigeen, althans
de eerste keeren, in het stembureau
moeilijk den weg vinden op zijn stem
biljet.
Op den dag der stemming moet hij
zich naar het stembureau begeven en
ontvangt daar een stembiljet.
We schrevenmoet hij zich naar het
stembureau begeven. Want voortaan zal
ieder verplicht zijn, van zijn stemrecht
gebruik te maken.
De Staat, die toch al op schier elk
terrein regelend en dwingend optreedt,
r de ~i
zal in 't vervolg de kiezers naar ue stem
bus jagen.
We hebben leerplicht voor de jeugd
vadertje Staat voert nu ook stemplicht
in voor zijn groote kinderen.
Onze lezers weten wel, dat als een
kind de school verzuimt, hiervan kennis
moet worden gegeven aan den onder
wijzer. Deze beoordeelt, of het verzuim
al dan niet geoorloofd is. In het laatste
«reval volgt een waarschuwing van den
schoolopziener, en bij herhaling een
oproeping aan den vader om voor de
Commissie tot wering van Schoolverzuim
te verschijnen. Tenslotte kan veroor
deeling tot straf volgen.
Met de kiezers handelt de Staat voor
taan op gelijke wijze, Alleen, omdat de
zondaars grooter zijn en dus wijzer moeten
zijn, iets minder lankmoedig. Misschien
komt het ook, omdat de Staat zóó hoog
staat, dat versmading van een gave van
den Staat zóó snood ondankbaar is, dat
straf moet volgen.
Maar scherts ter zijde.
Binnen twee dagen na de stemming
deelt het stembureau aan den burge
meester mee de namen van de kiezers,
die zich niet op het stembureau hebben
gemeld. Deze ontvangen binnen 14
dagen na de stemming een uitnoodiging
van den burgemeester hunner gemeente,
om zich binnen andermaal 14 dagen,
schriftelijk of mondeling voor den bur
gemeester of een door dezen aangewezen
ambtenaar te verantwoorden.
Oordeelt de burgemeester, dat er een
geldige reden voor het verzuim was, dan
is de zaak afgedaan.
Maar in 't omgekeerde geval zendt hij
de stukken naar den ambtenaar van het
Openbaar Ministerie.
En dan zijn de poppen aan 't dansen
De belhamel wordt voor den kanton
rechter geroepen, en deze trekt den
ongelioorzamen kwant, als hij óók van
meening is, dat de schuld bewezen is,
eens flink aan de ooren.
De nalatige kiezer ontvangt een be
risping, of een geldboete van ten hoogste
drie gulden.
Zóó pepert vader Staat zijn kinderen
gehoorzaamheid in
Ja, ja, je moet maar alles van den
Staat verwachten
Is de kiezer nog niet bekeerd tot net
inzicht, dat gebruik van het stembiljet
hem vreugde en voordeel verschaft, dan
wordt de boete tot ten hoogste 10 gulden
opgevoerd.
'n Mooi ding toch, dat Algemeen Kies-
reCht I
't Wordt zoo „algemeen", dat zelfs de
onwilligen aan de haren naar de stembus
worden gesleept!
E11 wie weet, of de Staat er nog met
een slaatje uit slaat
Want er zijn altijd van die dwazen,
die niet gedwongen 'willen doen, wat ze
vrijwillig steeds nalieten.
Enfin, de zaak heeft ook een goeie
kant.
Alles is of wordt duur. Pnjsverhooging
zit in de lucht.
En nu zal zoo waar de verkiezing
voortaan voor een koopje klaar zijn
Geen auto's, wagens, fietsen, geen
controleurs en stembusdrijvers zijn meer
noodig.
De Staat doet het voortaan.
Jammer, dat ook ten opzichte van den
stemdwang (dat het niet „antirevolutio
nair" is, daarover later) geldt, dat er
hier in dit ondermaansclie niets vol
komen is.
Ja zelfs is de onvolkomenheid hier
zóó groot, dat feitelijk heel die stemplicht
geen stemplicht is.
Want wat is 'tgeval?
De stemming is geheim. Niemand weet
wie en of ik stem. Wie zal mij bewijzen,
dat ik het stembiljet, zonder mijn pot
lood te gebruiken, in de bus heb ge
worpen
Patsdaar ligt heel het mooie gebouw
dat stemplicht heette, tegen den grond.
Van opvoedende werking van het
kiesrecht is door links heel wat gebazeld.
Daarom moest ieder het doen. Leer-
plicht, weet je!
Bovendien moest publiek recht gelijk
staan met publieke plicht
En ook zal de verkiezing nu geven een
zuiver beeld van de stroomingen en
meeningen in het volk.
De volksmf is de baas immers? Cort
van der Linden is ook een minister van
den volkswil.
Wie lacht daar?
En moppert, dat Cort zich al heel
weinig stoort aan de Kamer, laat staan
aan den volkswil
Ja, zie je, dat is tegenwoordig de mode.
Je belooft den kiezers gouden bergen.
Die brengen je in de Kamer. En dan
zeg je, dat de volkswil zegt, dat je niets
moet uitvoeren. Dan ben je gedekt
Fraai, demokratisch recept, waarop je,
in een concentratie-fleschje met een rood
etiket er op, een drankje haalt, dat
evenals heel veel dingen tegenwoordig,
duur en slecht is.
Gelukkig, dat we van de rechterzijde
minder beloften, maar meer daden ge
woon zijn.
Onthouden onze kiezers dat?
Een minder aangename kant van den
stemdwang is ook, dat de kleurlooze
middenstof, de politiek-beginselloozen
voortaan den doorslag zullen geven.
Of dezen, door de politieke zweep tot
belangstelling in de staatszaken zullen
worden opgevoed, mag zeker terecht
betwijfeld worden.
En zou die dwang ons vrijheidlievend
volk bevallen
We zijn altijd een volk geweest, van
dwang afkeering.
Het militaire leven kan ons niet be
koren.
En zouden dan nu de Nederlanders
gedwongen willen worden tot belang
stelling' op politiek terrein en tot
stemmen
We zien ons volk nog niet ontbrand
in liefde tot Cort's verrassing, ons bereid
door druk der linkerzijde op den minister
uitgeoefend. Daartoe strijdt de stem
dwang te veel met ons volkskarakter.
Of zou het een uiting van den volks
wil zijn
Ons dunkt, de meerderheid van ons
volk zou wel de voorkeur hebben gegeven
aan ons zuiver antirevolutionair huis
manskiesrecht met evenredige vertegen
woordiging, maar zonder stemdwang.
Daar komt bij, dat rechts geen dwang
noodig heeft.
Onze kiezers kwamen wel op. Ons
beginsel gaf hen geestdrift.
Of men echter met Cort's stemdwang
bij de linksche kiezers nog belangstelling
zal wekken voor de liberale beginselen,
betwijfelen we op zeer goede gronden.
Een punt van belang is ook dit, dat
de kiezer van al de hokjes op het stem
biljet er maar één mag zwart maken.
Denkt hij, in overdreven politieken
ijver, kom, laat me alle anti-revolutionaire
candidaten maar stemmen, dan stemt
hij er geen. Zijn biljet is dan van
onwaarde.
Stemt hij b.v. een antirevolutionair
en een liberaal, dan is zijn stem óók
zonder waarde.
Staan er dus, zeg 60 namen op, dan
kiest hij daaruit zijn man.
Voor de goede orde is het t beste,
dat inen steeds de bovenste van zijn
eigen groep stemt. Men lette daarop
We hopen er, als straks de stembus
strijd in 't zicht is, nog wel eens op terug
te komen.
V Niets nieuws onder de zon.
Steeds talrijker worden de stemmen,
die roepen om een volkerenbond.
Auderen willen oplossing van alle
geschillen voor een hof van arbitrage,
dat dan dwingende macht zou moeten
hebben.
Schromelijk vergist zich echter, wie
meent, dat dit geheel nieuwe ideeën
zijn.
Zeker, ze worden nu wel aangepast
bij den nieuwen tijd, doch 't blijven oude
gedachten en idealen, gestoken in een
nieuw kleed.
Reeds de oude Grieken poogden soms
de oorlogen te voorkomen door scheids
rechterlijke uitspraak. Als arbiter trad
op een bekend en geëerd staatsman, of
ook het Orakel van Delphi. (Een tempel,
waarin een priesteres, die door uit den
grond opstijgende dampen bedwelmd
werd, de toekomst voorspelde).
Bij de Romeinen treffen we eerst aan
een verheerlijking van den krijg.
Later wijzigt zich dit.
Keizer Probus laat zijn soldaten wijn
gaarden aanleggen en moerassen droog
leggen. Doch deze zijn daarvan niet
gediend, en de keizer wordt in een
oproer gedood.
Toen de Christelijke Kerk zich ont
wikkelde tot wereldkerk, werd deze een
macht des vredes.
Onder de bescherming der bisschoppen
was het goed wonen.
I11 de Treuga Deï Godsvrede) werd
4 dagen per week het dragen van
wapenen verboden. Dit bracht heel wat
verbetering in een tijd, waarin moord
en roof aan de orde van den dag waren.
Jammer, dat in later eeuwen de Kerk
een meedoogenloozen oorlog predikt tegen
de ketters.
De Mennonieten of Doopsgezinden der
I6de eeuw weigerden het dragen van
wapenen. Toch had hun meening weinig
invloed.
Eerst in den tijd van Hendrik IV van
Frankrijk (ongeveer 1600) komt het ideaal
op, om aati heel Europa vrede en vrijheid
te brengen. In den bond van alle
Európeesche staten zou geloofsvrijheid
heerschen.
Doch bij dit schoone plan was een
„maar". ff
Er moest namelijk eerst „evenwicht
komen tusscheu de verschillende Staten.
Of in ronde woorden Oostenrijk moest
eerst vernederd en de Turken uit Europa
verjaagd worden.
Dan zou in den nieuwen vredesbond
Frankrijk heerschen.
Is 't iiiet of we de entente staatslieden,
>»pociaal Wilson, hooren?
Ecu volkerenbond, zeker. Maar eerst
de centrale rijken verslagen.^
Eerst een „laatsten oorlog".
Zou men haast niet zeggen, dat de
ideeën der staatslieden ook aan de 1110de
onderworpen zijn, evenals de hoeden
onzer vrouwen
Wat oud is, maakt de mode weer
nieuw
Later wilde ook Lodewijk XIV voor
een deugdelijk evenwicht (het moest
eigenlijk overwicht zijnin Europa,
Frankrijks macht versterken. Ook het
„aanslibsel der Fransche rivieren", ons
land, moest daartoe veroverd worden.
Zekere abt de St. Pierre stelde do
vorming van een Statenbond voor, in
welke de Staten zich zouden verplichten,
afstand te doen van wapengeweld. Tegen
ongehoorzaamheid of tegen vijanden van
buiten was verzet geoorloofd.
Zeer juist merkt Rousseau hierover
op, dat de idee niet uitvoerbaar is,
omdatde meuschen zoo onverstandig
zijn. En zondig, voegen wij er aan toe.
De mannen der Fransche revolutie
wilden aan heel Europa vrijheid, gelijk
heid en broederschap brengen. Geweld
dadige piopaganda, nu eens niet van de
Kerk, maar 'van de „verlichten" voor
hun idealen 1
De vele oorlogen uit dit streven en
uit Napoleons heerschzucht geboren,
deden een heimwee naar den vrede
ontstaan.
I11 Amerika ontstond een „Vereemgmg
van Amerikaansche vredesvrienden'
In Europa sloten de vorsten, behalve
die van Turkije en Engeland, en de Paus,
de „Heilige Alliantie".
Als vaders zouden ze voor hun onder
danen zorgengeschillen zouden op
congressen door overleg worden opge
ruimd.
Veel invloed heeft echter die „Heilige
Alliantie" niet gehad.
Als vredesbeweging trad ook het
socialisme op. Het was immers inter
nationaal!
E11 de arbeiders hadden geen belang
bij oorlog. Ze hadden niets, en behoefden
ook niets te verdedigen.
Dat het socialisme den vrede niet kon
bewaren, hebben we in 1914 wel gezien.
Overal strijden de socialisten mee voor
het vaderland. De roode vaandels
werden opgeborgen en ze schaarden
zich met de anderen rondom de vader-
landsche vlag.
Als curiositeit deelen we mee, dat
C/.aur Paul van Rusland voorstelde, om
de geschillen uit te maken door een
tweegevecht tusschen de vorsten. Hij
bood zich persoonlijk aan. Zeker heeft
hij een paar sterke vuisten gehad'.
Zoo zien we, dat óók op dit gebied
geldt het woord van Israëls wijzen
koning, dat er niets nieuws is onder de
zon.
Spore het ons aan, 0111 niet als hoogste
wijsheid aan te nemen de woorden der
Staatslieden. Maar houden we ons aan
de Heilige Schrift, die de eeuwige
waarheid ons geeft.
67)
Had hij alles te voren kunnen over-
rekenen, stellig had hij zich die bespaard.
Och, 't was wel aardig van haar ge
weest, maar hij moest dat toch vooral
niet te hoog aanslaan. En zou er hei
melijk in haar hart geen zoete voldoe
ning, een weinigje leedvermaak hebben
gescholen, dat hij zóó, (dwaas radeloos
moest hij het nu heeten,) tot haar ge
komen was, hij, die haar overigens steeds
negeerde. Gelukkig maar, dat hij haar
nu niet langer noodig had. Want wat
sermoenen zou hij niet verplicht ge
weest zijn, aan te hooren! Daar hield
hij zich van overtuigd. E11 hij had zich
dan maar heel deemoedig en gedwee
moeten toonen. Bah, niets van dat al
nu meer. Ha, hij doorzag nü haar be
doeling welmaar 't zou thans niet meer
lukken. Hij was nu weer vrij man
óók vrij tegenover Betje. Hij zou zich
onder haar voogdij niet hebben te schik
ken Moest hij het, wèlbeschouwd,
geen berekening harenzijds noemen, hem
zoo onder haar invloed te krijgen, dat
hij zich afhankelijk van haar zou moe
ten voelen. Gewis, het was de oude
tactiek 't Afgedwaalde kuddeschaap
moest teruggebracht
Ze zou zeker wel het sommetje voor
hem gereed hebben liggen de lijmstok
voor den hongcrigen vogel. Hij zou
zich niet laten vangeu. Wat had ze de
fuik toch handig gesteld bijtijds had hij
het bemerkt.
Zou hij haar berichten, dat haar hulp
verder overbodig was? Hij zou zoo
edelmoedig zijn, haar geen verwijten te
doen. Het maar zoo laten afloopen,
schoon ze overigens wel een terechtwij
zing had verdiend. Hij kon haar ook
zélf even opzoeken en het haar zéggen.
Dat gaf eigenlijk nog meer voldoening.
Dan had hij tévens beter gelegenheid
haar te laten merken, dat ze zich toch
vooral niets had in te beelden. Dat hij
nog ongebroken stond in zijn trots. Dat
ze al te vroeg gewaand had, hein onder
haar invloed te krijgen. Of, zou hij maar
in liet geheel niets van zich laten hoo
ren. Dan ontliep hij meteen alle moei
lijkheden
Hij was er nu toch maar weer boven
op. Bremer had laten doorschemeren,
dat hij op hém kon rekenen. Maar dat
zou niet noodig zijn. Hij wilde en zóu
slagen 1
Nu, hij zou dan maar even bij Betje
aanloopeii. Dat moest hij maar doen
anders zou ze soms nog meenen, dat hij
niet durfde komen. En hij moest toch
ook nog even van de buitenlucht pro-
fiteeren.
Hij kleedde zich voor de wandeling
aldra bevond hij zich op weg.
Hij zou nu maar eerst regelrecht naar
het ziekenhuis gaan. Dan was dat ook
uit de wereld.
Maar hoe dichter hij het hospitaal na
derde, hoe minder hij zich op zijn ge
mak gevoelde, 't Leek wel, of de fris-
sche avondlucht ontnuchterend en kal-
meerend werkte op zijn onnoozel dwaas
gemijmer daar binnen, drie hoog. Mocht
bij nu werkelijk zóó over Betje den
ken? En was zijn positie nu ineens
zóó verbeterd Kon nóg alles niet te-
genloopen
Daar was hij er. Op zijn informatie
kreeg hij bevredigend antwoord. En
eenige oogenblikken later trad hij Betjes
kamertje binnen.
Ze zat blijkbaar in afwachting.
Heerlijk gloeide bij de felle kou het
kolomkacheltje, gezellig blozend de don-
kerroode gordijnen hingen met geheim
zinnige zware plooien, alle tocht we
rend, voor het raam de gemakkelijke
armstoel was bij de kachel aangescbo
ven, noodigend tot een rustigen zit; op
de tafel knetterde zachtjes het spiritus
vlammetje onder den geurenden trek
pot. Het heldere lamplicht, door een
zijden kap binnen perken bedwongen,
overstraalde tafel en naasten omtrek,
zonder hinderlijk te zijn voor de- oogen.
Betje hield zich met een handwerkje
bezigeen opengeslagen hoek vóór haar
op de tafel, deed vermoeden, dat ze liet
nuttige met het aangename wist te ver
binden.
Toen hij binnenkwam, stond ze op,
stak hem met hartelijk gebaar de hand
toe.
Hij greep die slechts aarzelend.
Ze' schreef het toe aan een zekere
schuchterheid in verband met den aard
van zijn bezoek. Kón toch ook niet ver
moeden, dat de reden een andore was.
„Ben je daar?" zei ze. „Hat is heer
lijk. Wat ben ik blij, dat je nu maai
bent gekomen, want we hadden verge
ten een vasten dag te bepalen en het
had kunnen zijn, dat je ine niet te spi e
ken had kunnen krijgen. Ga zitten,'
noodigde ze. „Maar doe toch je jas een
poosje uit, hé? Je blijft zoo staanj
„Ja zie je, ik heb eigenlijk
wilde hij beginnen.
„Toe nou 'k weet zeker, dat je den
Der Liberalen achter
uitgang.
I11 het „ZeeuwschNieuwsblad" wordt
met te waardeeren openhartigheid, ge
sproken over de verdeeldheid der libe
ralen.
Die verregaande verdeeldheid hindert
den vrijzinnigen schrijver, en we kunnen
liet begrijpen.
Hij wijst er op, hoe na de vijftiger
jaren de liberalen nog slechts werden
bijeengehouden door hun strijd tegen do
christelijke school en tegen dc „cleri-
caleu."
Maar dit was juist oorzaak van de
achteruitgang.
Een partij, die haar kracht en eenheid
zoekt alleeii in het tegen iets zijn, moet
er op den duur aan.
Als men niet een eigen beginsel heeft,
waaruit men leeft, en waarvoor men
strijdt, dan delft uien als partij zijn
eigen graf.
Dit gebrek aan een wel omlijnd be
ginsel is nog steeds de oorzaak, dat het
liberalisme telkens meer opschuift naar
en verliest aan het socialisme.
Het wil tot eiken prijs een aantal
zetels behouden, en werkt daarom steeds
weer met de soci's samen.
Het wil invloed houden op de massa,
en geeft daarom telkens meer toe aan
het drijven van Troelstra.
De leuzen der socialisten maakt het
liberalisme tot de zijne.
Om toch vooral maar de christelijke
partijen er onder te houden, vernedert
men zich voor de soci 's, en voedt zoo
ganschen dag hebt zitten blokkenje
mag nu wel eens een uurtje ontspanning
hebben."
Ze duwde hem met vriendehjken drang
naar den lokkenden armstoel, nadat hij
zich van jas en hoed had ontdaan. Hij
nam plaats.
Jongen, wat was het hier heerlijk.
Zóó echt warmzoo knus, gezellig.
Maai 't was de warmte en het licht niet
alleen, noch ook enkel de eenvoudige
maar smaakvolle meubeleering, 't was
de gulheid van de ontvangst, 't was
Betjes ongekunstelde hartelijkheid, die
liet hier zoo deed zijn, die al zijn lee-
lijke, achterdochtige gedachten deed
wegdrijven, als mistwolken voor de stra
lende zon. Hoe had hij daar pas baar
verdachthaar onedele drijfveereu toe
geschreven. Nee, als liij haar nu, van
uit zijn donzig zitje, ter sluiks aankeek,
terwijl ze zich beijverde hem met aller
lei van dienst te zijn en hem op zijn
gemak te zetten, dan moest hij beken
nen, dat liij haar onrecht had aangedaan,
gróót onrecht. Wat was hij dan toch
eigenlijk voor een kerelwat was hij
zich zélf in den weg hij vóelde het, liet
was alleen zijn dwaze trots, die hem
zoo onbillijk deed zijn, zoo hatelijk
„'11 Kopje thee
(Wordt vervolgd.)
ZEEUWSCH-VLAANDER
DOOR ZELANDIA.
^Jadrul^verbodenj