Bniteiilandsch Overzicht. Uit het Binnenland. Uit de Pers. V Schoolvoeding. Wanneer komt de Wereldvrede V Liberaal Onze tijd, met al z'n crisisgebrek en crisis-ellende, bevordert in hooge mate het leunen op den Staat. De Staat is overal goed voor. Zijn er misstanden, de Staat moet ze ver helpen. Is er gebrek, de Staat behoort bij te passen. De Staat kan alles, mag alles, móet alles, wanneer 't maar is in 't voordeel van den roeper om staats bemoeiing. En onze gemeenten mogen zich in 't voorrecht verheugen, om ook als kleine staatjes behandeld en geëxploiteerd te worden. Zeker, de gemeente heeft evenals de Staat een roeping om in deze dagen te helpen. Er moet bijgepast [worden op vele producten maximumprijzen moeten gesteld, om te zorgen, dat de gebruikers niet „geplukt" worden. Maar daarom behoeft de Staat nog niet als aller verzorger op te treden. De besten onder onze geleerden zijn het er wel over eens, dat te uitgebreide Staatszorg de loonen drukt en daardoor de misstanden bestendigt. Toch probeert men van linkschen kant telkens weer den Staat als ons aller verzorger te doen optreden. Decentrale keukens maken de gemeenten of de gemeenschap al tot keukenmeid wil men ze door de schoolvoeding nu ook nog de taak der moeder doen over nemen Steeds meer wordt het gézin ont wricht. Echtscheiding moet zoo gemak kelijk mogelijk gemaakt worden. De vrouw moet „gelijkberechtigd" naast den man staan, 't Vrouwenkiesrecht moet haar opgedrongen. En in de school moet door school voeding, door schoolartsen, door onder- leiding-de-speeluren-doorbrengen, enz. de taak van het gezin overgenomen worden. De Staat moet voor alles en allerlei zorgen, opdat het kind gezond, gelukkig en voorspoedig opgroeie. Hoeveel goeds en waars hierin nu op zichzelf ook moge zitten, 't zijn teekenen van den tijd, die alles door den Staat wil zien gebeuren. Aller verwachting is op den Staat, in plaats van in eigen kring de hervorming maar eens ter hand te nemen. Dat „de Staat moet het doen", kan heel wat gemakzucht en heel wat onwil bedekken Laten wij ons verzetten, tegen dat altijd weer aanleunen op den Staat. De handen zelf uit de mouwenDe ver zorging van het kind is taak van het gezin, niet van de school. Kunnen ouders hun kinderen door eenige oor zaak niet voldoende verzorgen, dan moet er geholpen worden. Zeker! Maar dan moet dat gezin geholpen. Dan moeten die ouders in staat gesteld hun kinderen te geven wat noodig is. Dan behoort particulier liefdebetoon, of diaconale hulp tusschenbeide te komen. Dat is niet vernederend. O, neen, dat is geld uit liefde om Jezus' wil den armen gegeven. Dat is hun eigendom, hun recht als lid van Christus' gemeente, als naaste van hun met stoffelijke goederen meer. gezegenden plaatsgenoot. Maar vernederend, ja wreed, is het bedeelen door den Staat. Dat gebeurt van geld, met tegenzin dikwijls, den ontvanger gebracht. Het helpen door de gemeente of den Staat geschiedt in 't openbaar De Christelijke liefde moet helpen in 't verborgen. De linkerhand wete niet, wat de rechter doet Wie Cnristen demokratisch denkt, d. w. z., wie in overeenstemming met Christus' leer voor het volk het beste zoekt, kan aan dat vadertje-spelen van -den Staat niet meedoen. Schoolvoeding, buiten het gezin om, is revolutionair ten opzichte van dat gezin. Daaraan mogen wij niet meedoen, omdat Gods Woord ons een anderen, beteren weg ter oefe ning van barmhartigheid wijst. Wie ziet op al de ellende rondom ons, op den onwil der leidende staatslieden om vrede te sluiten zonder verovering, wordt soms de kreet van de lippen ge perst: „Hoe lang nog Heere Het schijnt ons vaak toe, als zal het woord van Jesaja: „Totdat de ste den verwoest worden, zoodat er geen inwoner zij, en de huizen zoodat er- geen mensch zij, en het land met ver woesting verstoord worde," in vervul ling gaan. Met woedender hartstocht bekampen de volkeren elkaar. Al het genie van menschelijk weten en menschelijk kunnen wordt aangewend om den vijand te vernietigen. De moordwerktuigen worden steeds vreeselijker. In de loopgraven, op het veld, maar ook in de lucht en onder het water loert de dood. Men belastert elkaar, en zaait met kwistige hand wantrouwen. 't Schijnt wel, als heeft God de wereld overgegeven om zichzelf te vernietigen En al spreekt men nu van vrede, de oorlog rust nog niet. De onwil om tot een vrede door overleg te komen, is nog zoo bedroevend groot. En ondertusschen richt zich liet oog der moegevochten volkeren naar Oost en West. Zullen de Russische revolutionairen den vrede brengen Zal Duitschland het hoofd in den schoot leggen Of zal Lloyd George het tooverwoord vinden, dat den vrede brengt IJdele, dwaze mensch Heeft de historie der laatste jaren der wereld dan nog niet geleerd, hare hope niet op menschen te bouwen Konden de socialisten de vurig be geerde vrede brengen, door het Stock- holmsche congres? Nam het strijdend Europa de vredes- aanmaning van den paus ter harte En werd Wilson van vredesapostel dan geen oorlogsprofeet Laten wij althans toonen een anderen Helper te kennen en ons aan Hem toevertrouwen. Niet van prinsen en vorsten mag onze verwachting zijn Alleen de Ileere onze God, die mach tiger is dan de grooten der aarde, kan uitkomst geven. Dat te weten moet ons ruste geven. Maar het moet ons ook verootmoe digen Eerst voor Hem op de knieën. Niet aflaten in bet gebed. Maar dan niet óók den vrede van menschen verwachten. Eerst met verootmoediging over onze zonden tot Hem Want pas als de volkeren zich tot God bekeeren, zal de oorlog bezworen zijn. Zoolang de naties in hun ongerechtig heid blijven volharden, is de wereldvrede niet mogelijk. Geen volkerenbond kan dan redding brengen. De nieuwe bedeeling, waarin de ban der zonde is uitgezuiverd, zal aan allen strijd een einde maken. Da Costa voelde het, toen hij zong „Dan eerst als van haar ban deze aardo [zal bevrijd zijn, de menschheid aan den Heer, die haar [herschiep gewijd zijn, geen zee meer wezen zal, waaruit de [zonde welt Geweld en Onrecht in hun eeuw'gen [boei gekneld dan eerst zal 't vrede zijn, waaraan geen [wormen knagen, dan eerst is, naar den raad van 't [hemelsch welbehagefl, geen strijd meer noodig, maar Gods [heil te zien, de lust, en in alle eeuwigheid Zijn werk te doen, [de rust." In het „Zeeuwsch-Nieuwsblad wordt in een artikel over Ons Standpunt ge zegd, dat goede vrijzinnigen een open oor en hart behooren te hebben voor de nooden van anderen, dat zij zich moeten kunnen indenken in wat daar gedacht, gevoeld en geloofd wordt. Wij nemen aan, dat de Redactie zich op dat standpunt wil plaatsen. Maar daarom rijmt zich niet, wat in het artikel over Nieuwjaar wordt ge schreven. Daarin toch lezen we „Wij herinneren aan de dwaze uitspraak van de moeder van den heiligen Augustinus: een kind van zooveel gebeden en tranen kan niet verloren gaan Daarop laat de schrijver dan nog volgen, dat dit is de droom van elke zwakke moeder, die hoopt en gelooft tegen de klippen in. Dat het is de dwaasheid van de moeder die meent, dat haar kind het beste ter wereld is. Tegen een dergelijke voorstelling jpro- testeeren wij met klem. Vooreerst was het niet de moeder van Augustinus die de aangehaalde woorden heeft gesproken. Het was de kerkvader Ambrosius, die ze om de vrome moeder Monica te troosten, bezigde. In de tweede plaats meende Monica waarlijk niet, dat haar kind „een heilig boontje" was. Juist omdat zij, de edele, hoogstaande vrouw, de gebreken ran haar kind kende, en om zijn goddeloos heid bitterlijk bedroefd was, juist daarom bad zij zoo veel en zoo innig voor haar kind. Zij wist, dat haar zoon op het hellend vlak der zonde steeds verder afgleed. Daarom bleef ze aanhouden in het gebed en de vermaning. En eindelijk gaat ons protest uit tegen de kleineering van het gebed. Is de uitspraak dwaas P Maar hoe dan met de Heilige Schrift, die zegt, dat het gebed des rechtvaar digen veel vermag? Die leert, dat de oprechte bidder gehoor erlangt? En weet de schrijver dan niet, hoe wij gelooven, dat God in de geslachten Zijn Kerk bouwt Hoe we door den doop ons zaad Gode opdragen Misschien gelooft de schrijver niet aan de waarde van het gebed. Het zij zoo. Maar als goed liberaal wjl hij toch zijn tegenstanders niet kwetsen in hun heiligste zaken Misschien bidt ook hij. Maar wat waarde hecht hij dan aan 't gebed Vindt hij het dwaas te gelooven, dat het gebed wordt verhoord Neen Maar dan neme hij zijn uit spraak als ondoordacht terug. Ja? Maar dan verklare hij zijn spijt over het kwetsend spreken van wat anderen heilig is. Dan alleen is hij waarlijk vrijzinnig. $Jg|gSSb^ De redactie verwijst naar het ingezonden stuk in dit nummer van Mr. J. W. Gcedbloed. Matiging en toch geen toenadering. Zóó is de indruk, dien we uit Lloyd George's redevoering krijgen. Want voor de zooveelste maal is Lloyd George aan het redevoeren geweest. En het moet gezegd, hij heeft dikwijls minder belangrijke dingen gezegd, dan nu voor de vergaderde vakvereenigingen. We kennen nu althans de hoofdzaken van de Engelsche oorlogsbedoelingen. En Frankrijk heeft zich al gehaast om George's rede voor hoogste wereldwijs heid te prijzen. Terwijl verluidt, dat ook Amerika zich er bij aansluiten zal. Lezen we met aandacht de rede van den Engelschen eersten minister, dan is er eenige matiging te bespeuren. Van den eisch, dat Duitschland zijn vorsten huis moet verjagen, en Oostenrijk in deelen opgelost, doet de entente afstand. Doch helaas, van toenadering nog geen spoor Het groote struikelblok, Elzas-Lotha- ringen, belet het. Engeland heeft nu verklaard, tot in den dood dc Fransche demokratie (en in den naam van de demokratie is immers alles, ook een wereldoorlog, geoorloofd te zullen bijstaan in de verovering van het^ Duitsche Rijksland. En daartegenover staat het Duitsche nooit Ook het trouwelooze Italië moet zijn onderdrukte broeders kunnen „verlossen". Eveneens moet Roemenië ontvangen de landstreken waar Roemeensch wordt gesproken. Arabië, Mesopotamië, Syrië en Pales tina moeten den Turk ontnomen, en tot zelfstandige staten worden gemaakt. Zeker onder liefderijke bescherming van Engeland. 11 °Pz'chte van de Duitsche kolonie's heeft George een leuken voorslag. De zwartjes in Afrika moeten zelf beslissen, of ze al dau niet bij Duitsch land willen blijven. Stellig door Algemeen Stemrecht. Dat is immers demokratisch En mogen ze dan óók zelf uitmaken, of ze ook onder Engeland willen staan In ieder geval zullen de Engelschen het potlood, waarmee de Afrikaansclie inboorlingen moeten „beslissen", wel sturen. Vreemd doet aan, dat Engeland die schoone leuze van liet „zelfbeschikkings recht der volken niet eerst gaat toe passen op Ierland en zijn eigen koloniën. ue Boeren dan nog lang Engelsch zouden blijven Zou dan niet heel het Engelsche wereldrijk opgelost worden in verschillende staten Hadden we met het oog op deze eischen van Engeland niet het volste recht, te spreken van matiging, doch geen toenadering Duitschland kan, zoolang het niet totaal verslagen is, op zulke voorwaarden geen vrede sluiten. De rede van Lloyd George is een nieuwe oorlogsrede, schrijft een Duitsch blad. Eu liet heeft niet heelemaal ongelijk. Nóch Elzas-Lotharingen, nóch de kolo niën geeft een onoverwonnen Duitschland ooit prijs. Eu Oostenrijk zal zijn grensprovinciën, zoolang één soldaat een geweer kan omklemmen, niet geven aan Italië en Roemenië. Het eenige antwoord op Lloyd George's aanmatigende eischen, kan ziin, een met alle beschikbare krachten ondernomen aanval op het Westfront, schrijft „De Rotterdammer." En dat lijkt ook ons juist. Waarschijnlijk ligt dat ook wel inliet plan der Dmtschers. Althans worden den laatsten tijd herhaaldelijk troepen verplaatsingen gemeld in Beigië en het bezette gebied van Frankrijk. De vredesonderhandelingen te Brest- Litowsk Worden gelukkig weer voort gezet. Tiotzky zelf is er heen gereisd. We mogen hopen, dat Duitschland en Rusland het eens zullen worden. Maar men moet niet vergeten, dat na 3V2 jaar oorlog de vrede maar niet in eens mogelijk is. Er zullen nog heel wat moeilijkheden te overwinnen zijn, alvorens de afgevaardigden hun hand onder het vrede,sprotocol kunnen zetten. In Duitschland botert het niet tus- schen de partijen. De Al-Duitséhers willen een vrede, waarbij hun vaderland vruchten plukt van den bloedigen oorlog. Hoewel de regeering niet op hun standpunt staat, geven ze hun agitatie niet op. En het schijnt, dat Ludendorf, de rechterhand van Hindenburg, aan hun zijde staat. De oude snorrebaard, zijn onmisbaar heid voelende, dreigt met ontslag. Laten we hopen, dat de regeering op haar standpunt blijft staan, en niet toe geeft aan liet drijven der oorlogspartij. Want Europa heeft behoefte aan den vrede. Een nader telegram uit Engeland stelt de rede van Lloyd George iets anders voor. Volgens dit bericht zou de Engelsche minister gezegd hebben, dat hij de eisch tot „hernieuwde overweging" van de kwestie Elzas;Lotharingen zou steunen. Djt kan duiden op een volksstemming. Daarvan wil echter Frankrijk niet weten. En waar nu Clemenceau instemming betuigde met George's rede, schijnt men er in Frankrijk meer in te lezen. Hoe het zij, de vrede lijkt nog verre. Als de teekenen niet bedriegen, zal eerst nog weer het woord zijn aan het zwaard. Wanneer niet eerst Lloyd George, Cle menceau en Sonnins vervangen worden door andere mannen, zal de weg naar den vrede een lange zijn. Zij hebben zich te sterk voor den oorlog tot het bittere einde uitgesproken, dan dat ze nu in eens vredesapostelen zouden wor den. Doch vergeten we met, dat machtiger dan-de „sterke mannen" der entente is, onze God, die de historie der volken schrijft. Hij gebiedt, en liet is er. Dit geldt óók van den vrede. VERHOOGDE MELKPRIJZEN. De maximum kleinhandelprijzen van melk bij de verbruikers aan huis bezorgd of door melkinrichtingen of melkslijters geleverd, zijn met 2 cent verhoogd en bijgevolg gebracht op 17 cent per liter, terwijl de prijzen voor andere maten een evenredige verhooging ondergingen. De maximum consumptieprijs voor gepasteuriseerde melk verpakt in fles- schen, wordt bepaald op ten hoogste: 20 cent per 1/1, 18 cent per 8/10, 11 cent per 1/2 en 10 cent per 4/10 liter- flesch, voor gesteriliseerde melk verpakt in flessclien, resp. 21, 19, 111/'3 en KT/g cent, voor karnemelk en taptemelk 7 cent per Liter. De maximum 'consumptiemelkprijs, waarvoor de volle rauwe melk of losse gepasteuriseerde melk afgehaald van boerderij of zuivelfabriek aan den ver bruiker mag worden geleverd, is voor de 1ste melkzone ten hoogste 151/3cent en voor de 2de melkzone ten hoogste 15 cent, de productieprijzen zijn resp. 141/3 en 14 cent per L. In gemeenten, waar tot nu toe bijsla gen werden verleend van ten hoogste U/s cent per L., wordt in 't vervolg in 't geheel geen bijslag meer verstrekt. De kleinhandelsprijs van geconden seerde melk met suiker wordt f 0.60 per busje van 370 gram, van id. zonder suiker f 0.55 per busje van 340 gram, van gecondenseerde taptemelk met sui ker f 1 per K.G., f 0.25 per half pond, f 0.50 per busje van 370 gram, melk poeder f 1.70 per K.G. f 0.17 per ons, taptemelkpoeder f 1.371/,! per K.G., f 0.14 per ons. Gesteriliseerde melk f 0.40 per 370 gram-busje. HET BROODRANTSOEN. Het Bureau voor Mededeelingen in zake de Voedselvoorziening meldt Opnieuw circuleert in de pers een bericht ditmaal aan De Standaard ontleend dat binnen eenigen tijd het broodrantsoen zal worden verminderd in dier voege, dat de geldigheidsduur der broodkaarten zou worden verlengd van 11 tot 13 dagen. Hoewel de beperkte hoeveelhe d brood- materiaal, indien de voorraad niet van buitenaf wordt aangevuld, te eeniger tijd zou kunnen nopen tot verlenging van den duur der broodkaarten, bestaat op het oogenblik niet het voornemen daartoe over te gaan. Over den strijd, die ons bij de uitwer king van art 192 nog wacht, schrijft de „Standaard Het Schoolgeding. Men dacht dat 't Schoolgeding uit was, maar nu reeds herleeft 't in volle kracht. De strijd stillende invloed van Dr. Bos met zijn geestverwante hulpen, was der wijs imponeerend, dat men metterdaad, zoo Links als Rechts, onder den indruk kwam dat de Schoolqunestie door wat de Bevredigings-Commissie najoeg, uit de politiek en uit de wereld was te helpen. Van meet af waarschuwde ons blad tegen zoo overspannen verwachtingen. We kenden 't land te goed, om ook maar een oogenblik die zoo schoone verwach ting troef te laten zijn. Ilad het Kabinet het aangedurfd, om bij zijn vooi stellen tot Grondwetsrevisie, onmiildelijk in de Additioneele artikelen voor Art. 192 te doen, wat het door zette voor Artikel 80 c. a., zoo hadden we iets goeds durven hopen. Doch toen het Kabinet, omgekeerd, Art. 80 met volle zeilen op slag en stoot de haven liet binnenvaren, doch daarentegen Art. 192 afdeed met een algemeene belofte voor de toekomst, wisten we onmidde- lijk dat 't spel misliep, en liet de Depu- tatenvergadering aanstonds een kreet als van verraad liooren. Niet dat't Ka binet verraadpleging bedoeldè, maar wat 't Kabinet miste was een steun in den rug. Het heeft dan ook geen half jaar na het afsterven van Dr. Bos geduuid, of van allen kant kwam aan ljet licht hoe men er Links op uitging, om 011s in de luren te leggen. Links traden de pa- cificisten af, en traden de tegenstanders d tort et d travers op den voorgrond. Zelfs kon niet afgewacht tot we aan de wet van Perzen en Meden toekomeu. Nu reeds in de afwachtingsperiode moes ten de Openbare onderwijzers in do wolken gezet, en onze Bijzondere onder wijzers óf in den steek gelaten óf met een doekje voor het bloeden worden afgescheept. Zonder poozen of talmen begon het spel der reactie. De openbare onderwijzers werden onder toeslag na toeslag als bedolven, en wij mochten daaraan natuurlijk dap per meebetalen, en onze Bijzondere onderwijzers, nu ja die zouden'dan ook een druppeltje uit de kan meekrijgen' doch alleen nog maar op beding, dat ze meebetaalden aan de loonsverhooging van hun Openbare collega's. Nu van achteren blijkt onze waar schuwing, die onmiddellijk uitging, dan ook van alle overdrijving vrij te zijn geweest. Het lag 'm aan de Additioneele arti kelen. Voor Artikel 80 in die Additioneele artikelen alles kant en klaar gemaakt, en daarentegen voor Art. 192 ten minste anderhalf jaar aan de ultra's van Links alle kans vrij gelaten, om onze Bijzon dere onderwijzers en hun vrienden te knevelen,*5 terwijl men zelf voor zijn vrienden van de Openbare school den stroom al milder deed vloeien. E11 thans, nu de Stembus aankomt, gaat dit nog verder. Thans legt men het van Links er, geheel openlijk, op toe om de spos te halen over het schoone schijnbeeld, dat eerst op de lei kwam. Men ziet het nu voor oogen, hoezeer men onze Bijzondere onderwijzers dupen van de historie wil doen worden. En het jammerlijke hierbij was, dat in den eersten aanloop een vrij groot deel onzer eigen mannen den jammer lijken stand van het geval niet helder genoeg inzagen, en daarom feitelijk met Links heulden. Gelukkig dat thans ten minste deze jammer onderdrukt is. Al onze onderwij zers doorzien thans helder en klaar, hoe jammerlijk bedrogen ze zouden zijn uit gekomen. Recht op den man af, gaan ze thans voor 't minst, eenparig op vrijmaking uit. Mackay had ons den rechten weg ge wezen, en naar dien weg gaan we thans als één man terug. V Het Centralen-Convent. Uit de „Rotterdammer" nemen we over Over den gang van zaken op hot laatste Centralen-Convent hoorden wij vele klachten. Slechts weinigen verlieten bevredigd de vergEtdering. Om te bevroeden redenen achtten wij het niet wenschelijk aanstonds de grie ven te publiceeren, maar nu een ander antirevolutionair orgaan, het Gel- derscli Dagblad zich tot tolk der bezwaarden iuaakt meenen wij goed te doen onderstaand artikel uit dit blad over te nemen. Na de jongste Deputatenvergadering, die zulk een uitnemend verloop had, was het laatste Centralen Convent een teleurstelling. Het valt ons althans moeilijk de opvatting van de „Standaard" te dee len, dat het „al naar wensch liep." Dat de opkomst beter had kunnen zijn, is niet te verwonderen, waar een groote vergadering der partij vlak ach ter den rug lag, en de slechte trein verbindingen menigeen al te zeer liet reizen bemoeilijkten. Maar wel wil het ons voorkomen, dat het resultaat, ons door de verga dering gebracht, vrij pover moet liec- ten. En uit menig schrijven, dat ons gewerd, bleek, dat men onbevredigd het Centralen-Convent verlaten had. had. Zeer te bejammeren is het, dat de kwestie van het statuut voor de Pro vinciale Comité's op het allerlaatste oogenblik aan de orde kwam, en de tijd bespreking ervan nauwelijks toe liet. Vooral voor de Friezen was dit te leurstellend, niet slechts omdat een viertal afgevaardigden tamelijk wel een vergeefsche reis naar Holland maakten, naar vooral wijl met name in hunne provincie de organisatie zoo uitnemend in elkander zit. Blijkbaar heerschte er een misver stand, dat, naar wij vertrouwen, wel uit den weg zal worden geruimd, maar dit zal dan toch eerst op een volgend Centralen-Convent kunnen geschieden, en daarmede zijn een paar winter maanden, juist voor de organisatie en de propaganda zoo kostbaar ver loren gegaan. Men wachtte in verschillende dis tricten op wat het Centralen-Convent brengen zou, en vernam, dat geen op lossing werd gevonden. De reorga nisatie moet ten spoedigste, voor wat de Provinciale Comité's betreft, haar beslag krijgen. Er zijn met het oog op de komende stembus zoo groote vragen, die «111 do beantwoording roepen, dat de eerstko mende ver daarvoor alle aandacht zullen vragen. Het „van onder op" kan nergens beter dan hier in toepassing worden gebracht. Het Centralen-Convent heeft immers dit voor op onze Deputaten-Vergade- ringen hoe uitnemend deze mogen hebben gewerkt dat de partij in dezen kleinen kring van afgevaardig den gelegenheid moet hebben de za ken rustig te kunnen bezien en be spreken. Zal er straks voor den politieken strijd bezieling zijn. dan wake het Centraal Comité er tegen, dat door een Centralen-Convent, als de vorige week werd gehouden, niet bij de af-

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 2