Bniteiilandsch Overzicht.
Uit het Binnenland.
Uit de Pers.
V Schoolvoeding.
Wanneer komt de
Wereldvrede
V Liberaal
Onze tijd, met al z'n crisisgebrek en
crisis-ellende, bevordert in hooge mate
het leunen op den Staat.
De Staat is overal goed voor. Zijn
er misstanden, de Staat moet ze ver
helpen. Is er gebrek, de Staat behoort
bij te passen. De Staat kan alles, mag
alles, móet alles, wanneer 't maar is
in 't voordeel van den roeper om staats
bemoeiing.
En onze gemeenten mogen zich in
't voorrecht verheugen, om ook als kleine
staatjes behandeld en geëxploiteerd
te worden.
Zeker, de gemeente heeft evenals de
Staat een roeping om in deze dagen te
helpen. Er moet bijgepast [worden op
vele producten maximumprijzen moeten
gesteld, om te zorgen, dat de gebruikers
niet „geplukt" worden.
Maar daarom behoeft de Staat nog
niet als aller verzorger op te treden.
De besten onder onze geleerden zijn het
er wel over eens, dat te uitgebreide
Staatszorg de loonen drukt en daardoor
de misstanden bestendigt.
Toch probeert men van linkschen kant
telkens weer den Staat als ons aller
verzorger te doen optreden. Decentrale
keukens maken de gemeenten of de
gemeenschap al tot keukenmeid wil
men ze door de schoolvoeding nu ook
nog de taak der moeder doen over
nemen
Steeds meer wordt het gézin ont
wricht. Echtscheiding moet zoo gemak
kelijk mogelijk gemaakt worden. De
vrouw moet „gelijkberechtigd" naast den
man staan, 't Vrouwenkiesrecht moet
haar opgedrongen.
En in de school moet door school
voeding, door schoolartsen, door onder-
leiding-de-speeluren-doorbrengen, enz. de
taak van het gezin overgenomen worden.
De Staat moet voor alles en allerlei
zorgen, opdat het kind gezond, gelukkig
en voorspoedig opgroeie.
Hoeveel goeds en waars hierin nu op
zichzelf ook moge zitten, 't zijn teekenen
van den tijd, die alles door den Staat
wil zien gebeuren.
Aller verwachting is op den Staat, in
plaats van in eigen kring de hervorming
maar eens ter hand te nemen.
Dat „de Staat moet het doen", kan
heel wat gemakzucht en heel wat onwil
bedekken
Laten wij ons verzetten, tegen dat
altijd weer aanleunen op den Staat. De
handen zelf uit de mouwenDe ver
zorging van het kind is taak van het
gezin, niet van de school. Kunnen
ouders hun kinderen door eenige oor
zaak niet voldoende verzorgen, dan moet
er geholpen worden. Zeker! Maar dan
moet dat gezin geholpen. Dan moeten
die ouders in staat gesteld hun kinderen
te geven wat noodig is. Dan behoort
particulier liefdebetoon, of diaconale
hulp tusschenbeide te komen.
Dat is niet vernederend. O, neen,
dat is geld uit liefde om Jezus' wil den
armen gegeven. Dat is hun eigendom,
hun recht als lid van Christus' gemeente,
als naaste van hun met stoffelijke
goederen meer. gezegenden plaatsgenoot.
Maar vernederend, ja wreed, is het
bedeelen door den Staat. Dat gebeurt
van geld, met tegenzin dikwijls, den
ontvanger gebracht. Het helpen door
de gemeente of den Staat geschiedt in 't
openbaar De Christelijke liefde moet
helpen in 't verborgen. De linkerhand
wete niet, wat de rechter doet
Wie Cnristen demokratisch denkt,
d. w. z., wie in overeenstemming met
Christus' leer voor het volk het beste
zoekt, kan aan dat vadertje-spelen van
-den Staat niet meedoen. Schoolvoeding,
buiten het gezin om, is revolutionair ten
opzichte van dat gezin. Daaraan mogen
wij niet meedoen, omdat Gods Woord
ons een anderen, beteren weg ter oefe
ning van barmhartigheid wijst.
Wie ziet op al de ellende rondom ons,
op den onwil der leidende staatslieden
om vrede te sluiten zonder verovering,
wordt soms de kreet van de lippen ge
perst: „Hoe lang nog Heere
Het schijnt ons vaak toe, als zal
het woord van Jesaja: „Totdat de ste
den verwoest worden, zoodat er geen
inwoner zij, en de huizen zoodat er-
geen mensch zij, en het land met ver
woesting verstoord worde," in vervul
ling gaan.
Met woedender hartstocht bekampen
de volkeren elkaar.
Al het genie van menschelijk weten
en menschelijk kunnen wordt aangewend
om den vijand te vernietigen.
De moordwerktuigen worden steeds
vreeselijker.
In de loopgraven, op het veld, maar
ook in de lucht en onder het water
loert de dood.
Men belastert elkaar, en zaait met
kwistige hand wantrouwen.
't Schijnt wel, als heeft God de wereld
overgegeven om zichzelf te vernietigen
En al spreekt men nu van vrede, de
oorlog rust nog niet.
De onwil om tot een vrede door
overleg te komen, is nog zoo bedroevend
groot.
En ondertusschen richt zich liet oog
der moegevochten volkeren naar Oost
en West.
Zullen de Russische revolutionairen
den vrede brengen
Zal Duitschland het hoofd in den
schoot leggen
Of zal Lloyd George het tooverwoord
vinden, dat den vrede brengt
IJdele, dwaze mensch
Heeft de historie der laatste jaren
der wereld dan nog niet geleerd, hare
hope niet op menschen te bouwen
Konden de socialisten de vurig be
geerde vrede brengen, door het Stock-
holmsche congres?
Nam het strijdend Europa de vredes-
aanmaning van den paus ter harte
En werd Wilson van vredesapostel dan
geen oorlogsprofeet
Laten wij althans toonen een anderen
Helper te kennen en ons aan Hem
toevertrouwen.
Niet van prinsen en vorsten mag onze
verwachting zijn
Alleen de Ileere onze God, die mach
tiger is dan de grooten der aarde, kan
uitkomst geven.
Dat te weten moet ons ruste geven.
Maar het moet ons ook verootmoe
digen
Eerst voor Hem op de knieën. Niet
aflaten in bet gebed. Maar dan niet
óók den vrede van menschen verwachten.
Eerst met verootmoediging over onze
zonden tot Hem
Want pas als de volkeren zich tot
God bekeeren, zal de oorlog bezworen
zijn.
Zoolang de naties in hun ongerechtig
heid blijven volharden, is de wereldvrede
niet mogelijk. Geen volkerenbond kan
dan redding brengen.
De nieuwe bedeeling, waarin de ban
der zonde is uitgezuiverd, zal aan allen
strijd een einde maken.
Da Costa voelde het, toen hij zong
„Dan eerst als van haar ban deze aardo
[zal bevrijd zijn,
de menschheid aan den Heer, die haar
[herschiep gewijd zijn,
geen zee meer wezen zal, waaruit de
[zonde welt
Geweld en Onrecht in hun eeuw'gen
[boei gekneld
dan eerst zal 't vrede zijn, waaraan geen
[wormen knagen,
dan eerst is, naar den raad van 't
[hemelsch welbehagefl,
geen strijd meer noodig, maar Gods
[heil te zien, de lust,
en in alle eeuwigheid Zijn werk te doen,
[de rust."
In het „Zeeuwsch-Nieuwsblad wordt
in een artikel over Ons Standpunt ge
zegd, dat goede vrijzinnigen een open
oor en hart behooren te hebben voor de
nooden van anderen, dat zij zich moeten
kunnen indenken in wat daar gedacht,
gevoeld en geloofd wordt.
Wij nemen aan, dat de Redactie zich
op dat standpunt wil plaatsen.
Maar daarom rijmt zich niet, wat in
het artikel over Nieuwjaar wordt ge
schreven.
Daarin toch lezen we „Wij herinneren
aan de dwaze uitspraak van de moeder
van den heiligen Augustinus: een kind
van zooveel gebeden en tranen kan niet
verloren gaan
Daarop laat de schrijver dan nog
volgen, dat dit is de droom van elke
zwakke moeder, die hoopt en gelooft
tegen de klippen in. Dat het is de
dwaasheid van de moeder die meent,
dat haar kind het beste ter wereld is.
Tegen een dergelijke voorstelling jpro-
testeeren wij met klem.
Vooreerst was het niet de moeder van
Augustinus die de aangehaalde woorden
heeft gesproken. Het was de kerkvader
Ambrosius, die ze om de vrome moeder
Monica te troosten, bezigde.
In de tweede plaats meende Monica
waarlijk niet, dat haar kind „een heilig
boontje" was. Juist omdat zij, de edele,
hoogstaande vrouw, de gebreken ran
haar kind kende, en om zijn goddeloos
heid bitterlijk bedroefd was, juist daarom
bad zij zoo veel en zoo innig voor haar
kind.
Zij wist, dat haar zoon op het hellend
vlak der zonde steeds verder afgleed.
Daarom bleef ze aanhouden in het gebed
en de vermaning.
En eindelijk gaat ons protest uit tegen
de kleineering van het gebed.
Is de uitspraak dwaas P
Maar hoe dan met de Heilige Schrift,
die zegt, dat het gebed des rechtvaar
digen veel vermag? Die leert, dat de
oprechte bidder gehoor erlangt?
En weet de schrijver dan niet, hoe
wij gelooven, dat God in de geslachten
Zijn Kerk bouwt Hoe we door den
doop ons zaad Gode opdragen
Misschien gelooft de schrijver niet aan
de waarde van het gebed. Het zij zoo.
Maar als goed liberaal wjl hij toch
zijn tegenstanders niet kwetsen in hun
heiligste zaken
Misschien bidt ook hij. Maar wat
waarde hecht hij dan aan 't gebed
Vindt hij het dwaas te gelooven, dat
het gebed wordt verhoord
Neen Maar dan neme hij zijn uit
spraak als ondoordacht terug.
Ja? Maar dan verklare hij zijn spijt
over het kwetsend spreken van wat
anderen heilig is.
Dan alleen is hij waarlijk vrijzinnig.
$Jg|gSSb^ De redactie verwijst naar
het ingezonden stuk in dit
nummer van Mr. J. W. Gcedbloed.
Matiging en toch geen toenadering.
Zóó is de indruk, dien we uit Lloyd
George's redevoering krijgen.
Want voor de zooveelste maal is Lloyd
George aan het redevoeren geweest.
En het moet gezegd, hij heeft dikwijls
minder belangrijke dingen gezegd, dan
nu voor de vergaderde vakvereenigingen.
We kennen nu althans de hoofdzaken
van de Engelsche oorlogsbedoelingen.
En Frankrijk heeft zich al gehaast om
George's rede voor hoogste wereldwijs
heid te prijzen. Terwijl verluidt, dat ook
Amerika zich er bij aansluiten zal.
Lezen we met aandacht de rede van
den Engelschen eersten minister, dan is
er eenige matiging te bespeuren. Van
den eisch, dat Duitschland zijn vorsten
huis moet verjagen, en Oostenrijk in
deelen opgelost, doet de entente afstand.
Doch helaas, van toenadering nog geen
spoor
Het groote struikelblok, Elzas-Lotha-
ringen, belet het.
Engeland heeft nu verklaard, tot in
den dood dc Fransche demokratie (en
in den naam van de demokratie is immers
alles, ook een wereldoorlog, geoorloofd
te zullen bijstaan in de verovering van
het^ Duitsche Rijksland.
En daartegenover staat het Duitsche
nooit
Ook het trouwelooze Italië moet zijn
onderdrukte broeders kunnen „verlossen".
Eveneens moet Roemenië ontvangen
de landstreken waar Roemeensch wordt
gesproken.
Arabië, Mesopotamië, Syrië en Pales
tina moeten den Turk ontnomen, en tot
zelfstandige staten worden gemaakt.
Zeker onder liefderijke bescherming
van Engeland.
11 °Pz'chte van de Duitsche kolonie's
heeft George een leuken voorslag.
De zwartjes in Afrika moeten zelf
beslissen, of ze al dau niet bij Duitsch
land willen blijven.
Stellig door Algemeen Stemrecht. Dat
is immers demokratisch
En mogen ze dan óók zelf uitmaken,
of ze ook onder Engeland willen staan
In ieder geval zullen de Engelschen
het potlood, waarmee de Afrikaansclie
inboorlingen moeten „beslissen", wel
sturen.
Vreemd doet aan, dat Engeland die
schoone leuze van liet „zelfbeschikkings
recht der volken niet eerst gaat toe
passen op Ierland en zijn eigen koloniën.
ue Boeren dan nog lang Engelsch
zouden blijven Zou dan niet heel het
Engelsche wereldrijk opgelost worden
in verschillende staten
Hadden we met het oog op deze
eischen van Engeland niet het volste
recht, te spreken van matiging, doch
geen toenadering
Duitschland kan, zoolang het niet
totaal verslagen is, op zulke voorwaarden
geen vrede sluiten.
De rede van Lloyd George is een
nieuwe oorlogsrede, schrijft een Duitsch
blad. Eu liet heeft niet heelemaal
ongelijk.
Nóch Elzas-Lotharingen, nóch de kolo
niën geeft een onoverwonnen Duitschland
ooit prijs.
Eu Oostenrijk zal zijn grensprovinciën,
zoolang één soldaat een geweer kan
omklemmen, niet geven aan Italië en
Roemenië.
Het eenige antwoord op Lloyd George's
aanmatigende eischen, kan ziin, een met
alle beschikbare krachten ondernomen
aanval op het Westfront, schrijft „De
Rotterdammer." En dat lijkt ook ons
juist.
Waarschijnlijk ligt dat ook wel inliet
plan der Dmtschers. Althans worden
den laatsten tijd herhaaldelijk troepen
verplaatsingen gemeld in Beigië en het
bezette gebied van Frankrijk.
De vredesonderhandelingen te Brest-
Litowsk Worden gelukkig weer voort
gezet. Tiotzky zelf is er heen gereisd.
We mogen hopen, dat Duitschland en
Rusland het eens zullen worden.
Maar men moet niet vergeten, dat na
3V2 jaar oorlog de vrede maar niet in
eens mogelijk is. Er zullen nog heel
wat moeilijkheden te overwinnen zijn,
alvorens de afgevaardigden hun hand
onder het vrede,sprotocol kunnen zetten.
In Duitschland botert het niet tus-
schen de partijen.
De Al-Duitséhers willen een vrede,
waarbij hun vaderland vruchten plukt
van den bloedigen oorlog.
Hoewel de regeering niet op hun
standpunt staat, geven ze hun agitatie
niet op. En het schijnt, dat Ludendorf,
de rechterhand van Hindenburg, aan
hun zijde staat.
De oude snorrebaard, zijn onmisbaar
heid voelende, dreigt met ontslag.
Laten we hopen, dat de regeering op
haar standpunt blijft staan, en niet toe
geeft aan liet drijven der oorlogspartij.
Want Europa heeft behoefte aan den
vrede.
Een nader telegram uit Engeland stelt
de rede van Lloyd George iets anders
voor.
Volgens dit bericht zou de Engelsche
minister gezegd hebben, dat hij de eisch
tot „hernieuwde overweging" van de
kwestie Elzas;Lotharingen zou steunen.
Djt kan duiden op een volksstemming.
Daarvan wil echter Frankrijk niet
weten.
En waar nu Clemenceau instemming
betuigde met George's rede, schijnt men
er in Frankrijk meer in te lezen.
Hoe het zij, de vrede lijkt nog verre.
Als de teekenen niet bedriegen, zal
eerst nog weer het woord zijn aan het
zwaard.
Wanneer niet eerst Lloyd George, Cle
menceau en Sonnins vervangen worden
door andere mannen, zal de weg naar
den vrede een lange zijn. Zij hebben
zich te sterk voor den oorlog tot het
bittere einde uitgesproken, dan dat ze
nu in eens vredesapostelen zouden wor
den.
Doch vergeten we met, dat machtiger
dan-de „sterke mannen" der entente
is, onze God, die de historie der volken
schrijft.
Hij gebiedt, en liet is er.
Dit geldt óók van den vrede.
VERHOOGDE MELKPRIJZEN.
De maximum kleinhandelprijzen van
melk bij de verbruikers aan huis bezorgd
of door melkinrichtingen of melkslijters
geleverd, zijn met 2 cent verhoogd en
bijgevolg gebracht op 17 cent per liter,
terwijl de prijzen voor andere maten een
evenredige verhooging ondergingen.
De maximum consumptieprijs voor
gepasteuriseerde melk verpakt in fles-
schen, wordt bepaald op ten hoogste:
20 cent per 1/1, 18 cent per 8/10, 11
cent per 1/2 en 10 cent per 4/10 liter-
flesch, voor gesteriliseerde melk verpakt
in flessclien, resp. 21, 19, 111/'3 en KT/g
cent, voor karnemelk en taptemelk 7
cent per Liter.
De maximum 'consumptiemelkprijs,
waarvoor de volle rauwe melk of losse
gepasteuriseerde melk afgehaald van
boerderij of zuivelfabriek aan den ver
bruiker mag worden geleverd, is voor
de 1ste melkzone ten hoogste 151/3cent
en voor de 2de melkzone ten hoogste
15 cent, de productieprijzen zijn resp.
141/3 en 14 cent per L.
In gemeenten, waar tot nu toe bijsla
gen werden verleend van ten hoogste
U/s cent per L., wordt in 't vervolg in
't geheel geen bijslag meer verstrekt.
De kleinhandelsprijs van geconden
seerde melk met suiker wordt f 0.60
per busje van 370 gram, van id. zonder
suiker f 0.55 per busje van 340 gram,
van gecondenseerde taptemelk met sui
ker f 1 per K.G., f 0.25 per half pond,
f 0.50 per busje van 370 gram, melk
poeder f 1.70 per K.G. f 0.17 per ons,
taptemelkpoeder f 1.371/,! per K.G.,
f 0.14 per ons. Gesteriliseerde melk
f 0.40 per 370 gram-busje.
HET BROODRANTSOEN.
Het Bureau voor Mededeelingen in
zake de Voedselvoorziening meldt
Opnieuw circuleert in de pers een
bericht ditmaal aan De Standaard
ontleend dat binnen eenigen tijd het
broodrantsoen zal worden verminderd
in dier voege, dat de geldigheidsduur
der broodkaarten zou worden verlengd
van 11 tot 13 dagen.
Hoewel de beperkte hoeveelhe d brood-
materiaal, indien de voorraad niet van
buitenaf wordt aangevuld, te eeniger
tijd zou kunnen nopen tot verlenging
van den duur der broodkaarten, bestaat
op het oogenblik niet het voornemen
daartoe over te gaan.
Over den strijd, die ons bij de uitwer
king van art 192 nog wacht, schrijft de
„Standaard
Het Schoolgeding.
Men dacht dat 't Schoolgeding uit was,
maar nu reeds herleeft 't in volle kracht.
De strijd stillende invloed van Dr. Bos
met zijn geestverwante hulpen, was der
wijs imponeerend, dat men metterdaad,
zoo Links als Rechts, onder den indruk
kwam dat de Schoolqunestie door wat
de Bevredigings-Commissie najoeg, uit
de politiek en uit de wereld was te helpen.
Van meet af waarschuwde ons blad
tegen zoo overspannen verwachtingen.
We kenden 't land te goed, om ook maar
een oogenblik die zoo schoone verwach
ting troef te laten zijn.
Ilad het Kabinet het aangedurfd, om
bij zijn vooi stellen tot Grondwetsrevisie,
onmiildelijk in de Additioneele artikelen
voor Art. 192 te doen, wat het door
zette voor Artikel 80 c. a., zoo hadden
we iets goeds durven hopen. Doch toen
het Kabinet, omgekeerd, Art. 80 met
volle zeilen op slag en stoot de haven
liet binnenvaren, doch daarentegen Art.
192 afdeed met een algemeene belofte
voor de toekomst, wisten we onmidde-
lijk dat 't spel misliep, en liet de Depu-
tatenvergadering aanstonds een kreet
als van verraad liooren. Niet dat't Ka
binet verraadpleging bedoeldè, maar
wat 't Kabinet miste was een steun in
den rug.
Het heeft dan ook geen half jaar na
het afsterven van Dr. Bos geduuid, of
van allen kant kwam aan ljet licht hoe
men er Links op uitging, om 011s in de
luren te leggen. Links traden de pa-
cificisten af, en traden de tegenstanders
d tort et d travers op den voorgrond.
Zelfs kon niet afgewacht tot we aan de
wet van Perzen en Meden toekomeu.
Nu reeds in de afwachtingsperiode moes
ten de Openbare onderwijzers in do
wolken gezet, en onze Bijzondere onder
wijzers óf in den steek gelaten óf met
een doekje voor het bloeden worden
afgescheept.
Zonder poozen of talmen begon het
spel der reactie.
De openbare onderwijzers werden
onder toeslag na toeslag als bedolven,
en wij mochten daaraan natuurlijk dap
per meebetalen, en onze Bijzondere
onderwijzers, nu ja die zouden'dan ook
een druppeltje uit de kan meekrijgen'
doch alleen nog maar op beding, dat ze
meebetaalden aan de loonsverhooging van
hun Openbare collega's.
Nu van achteren blijkt onze waar
schuwing, die onmiddellijk uitging, dan
ook van alle overdrijving vrij te zijn
geweest.
Het lag 'm aan de Additioneele arti
kelen.
Voor Artikel 80 in die Additioneele
artikelen alles kant en klaar gemaakt,
en daarentegen voor Art. 192 ten minste
anderhalf jaar aan de ultra's van Links
alle kans vrij gelaten, om onze Bijzon
dere onderwijzers en hun vrienden te
knevelen,*5 terwijl men zelf voor zijn
vrienden van de Openbare school den
stroom al milder deed vloeien.
E11 thans, nu de Stembus aankomt,
gaat dit nog verder.
Thans legt men het van Links er,
geheel openlijk, op toe om de spos te
halen over het schoone schijnbeeld, dat
eerst op de lei kwam.
Men ziet het nu voor oogen, hoezeer
men onze Bijzondere onderwijzers dupen
van de historie wil doen worden.
En het jammerlijke hierbij was, dat
in den eersten aanloop een vrij groot
deel onzer eigen mannen den jammer
lijken stand van het geval niet helder
genoeg inzagen, en daarom feitelijk met
Links heulden.
Gelukkig dat thans ten minste deze
jammer onderdrukt is. Al onze onderwij
zers doorzien thans helder en klaar, hoe
jammerlijk bedrogen ze zouden zijn uit
gekomen.
Recht op den man af, gaan ze thans
voor 't minst, eenparig op vrijmaking
uit.
Mackay had ons den rechten weg ge
wezen, en naar dien weg gaan we thans
als één man terug.
V Het Centralen-Convent.
Uit de „Rotterdammer" nemen we
over
Over den gang van zaken op hot
laatste Centralen-Convent hoorden wij
vele klachten.
Slechts weinigen verlieten bevredigd
de vergEtdering.
Om te bevroeden redenen achtten wij
het niet wenschelijk aanstonds de grie
ven te publiceeren, maar nu een ander
antirevolutionair orgaan, het Gel-
derscli Dagblad zich tot tolk der
bezwaarden iuaakt meenen wij goed te
doen onderstaand artikel uit dit blad
over te nemen.
Na de jongste Deputatenvergadering,
die zulk een uitnemend verloop had,
was het laatste Centralen Convent
een teleurstelling.
Het valt ons althans moeilijk de
opvatting van de „Standaard" te dee
len, dat het „al naar wensch liep."
Dat de opkomst beter had kunnen
zijn, is niet te verwonderen, waar een
groote vergadering der partij vlak ach
ter den rug lag, en de slechte trein
verbindingen menigeen al te zeer liet
reizen bemoeilijkten.
Maar wel wil het ons voorkomen,
dat het resultaat, ons door de verga
dering gebracht, vrij pover moet liec-
ten. En uit menig schrijven, dat ons
gewerd, bleek, dat men onbevredigd
het Centralen-Convent verlaten had.
had.
Zeer te bejammeren is het, dat de
kwestie van het statuut voor de Pro
vinciale Comité's op het allerlaatste
oogenblik aan de orde kwam, en de
tijd bespreking ervan nauwelijks toe
liet.
Vooral voor de Friezen was dit te
leurstellend, niet slechts omdat een
viertal afgevaardigden tamelijk wel
een vergeefsche reis naar Holland
maakten, naar vooral wijl met name
in hunne provincie de organisatie zoo
uitnemend in elkander zit.
Blijkbaar heerschte er een misver
stand, dat, naar wij vertrouwen, wel
uit den weg zal worden geruimd, maar
dit zal dan toch eerst op een volgend
Centralen-Convent kunnen geschieden,
en daarmede zijn een paar winter
maanden, juist voor de organisatie en
de propaganda zoo kostbaar ver
loren gegaan.
Men wachtte in verschillende dis
tricten op wat het Centralen-Convent
brengen zou, en vernam, dat geen op
lossing werd gevonden. De reorga
nisatie moet ten spoedigste, voor wat
de Provinciale Comité's betreft, haar
beslag krijgen.
Er zijn met het oog op de komende
stembus zoo groote vragen, die «111 do
beantwoording roepen, dat de eerstko
mende ver daarvoor alle aandacht
zullen vragen.
Het „van onder op" kan nergens
beter dan hier in toepassing worden
gebracht.
Het Centralen-Convent heeft immers
dit voor op onze Deputaten-Vergade-
ringen hoe uitnemend deze mogen
hebben gewerkt dat de partij in
dezen kleinen kring van afgevaardig
den gelegenheid moet hebben de za
ken rustig te kunnen bezien en be
spreken.
Zal er straks voor den politieken
strijd bezieling zijn. dan wake het
Centraal Comité er tegen, dat door
een Centralen-Convent, als de vorige
week werd gehouden, niet bij de af-