Buiteulandseh Overzicht. Uit het Binnenland. voorzetten, klaar gemaakt door liberale koks. En die lusten we niet Hoop, vrees vrees, hoop. Zóó kan men teekenen den toestand, waarin de volkeren van Europa deze dagen verkeeren. Nu eens zijn we vol hoopvol verwachten dat eindelijk de zoo vurig begeerde vrede zal gesloten worden dan weer slaat ons van bange vrees het harte, dat er toch nog een kink in den kabel zal komen. Blij ontroerd werden we door het telegram, dat Engeland de Duitsche vredesvoorstellen ernstig wilde onder - zoeken. Dat zou beteekenen, dat er iets goeds naar Lloyd George's meening in zat. Dat zou de overwinning van de vredesgedachte in Engeland ziju. Maar al spoedig volgde tegenspraak. Nóg schijnt Engeland hoop te hebben, den lastigen concurent te kunnen ver nietigen. Al moet het dan ook Enge- lands geld en Frankrijks zonen kosten. En Amerika, dat bloed heeft geroken, is dronken van oorlogswoede. In stee van den vrede te dienen, duwt het Engeland 111 den rug het hellend vlak af naar oorlog en ellende toe. Met de Russisch-Duitsche onderhan delingen gaat het niet naar wensch. De Russen willen in alles erg „demo- kralisch" doen. De Polen en Lithauers moeten zelf beslissen, of ze bij Rusland willen blijven of niet. Daarbij mogen de Duitsche bajonetten hen de oogen niet verblinden voor de zegeningen der Russische revo lutie. „Zelf beslissen vraagt de Duitscher. „Maar Polen en Lithauen hebben al gekozen", zegt Duitsche Michel. „En we willen ze nog wel eens laten stem men". Zoover gaat het dus goed. Maar nu komt het verschil. De Russen willen de Duitschers eerst weg hebben. En deze zeggen „dank je Ze hebben niet 3 jaar gevochten en stroomen blocds vergoten om nu voor een volksgril al hun voordeelen op te geven, voor en aleer de vréde geteekend is. Hoe het zal aüoopen Misschien virfden de onderhandelaars nog wel een formule, die beide partijeu voldoet. Anders aan groote woorden, zelfs bij de Russen, geen gebrek. Als de Duit schers niet bakzeii willen halen, dan zal dat de vonk zijn, die het Duitsche impe rialisme vernietigd. Dan zal Rusland toonen, dat het nog sterk genoeg is de revolutie te verdedigen. Zeker, het is krank, maar niet ten doode toe, zeggen de Bolsjewiki. Hebt ge ooit aan het ziekbed van een teringlijder gestaan Het oog ilets, de wangen ingevallen, het voorhoofd klam en de handen zoo smal en bleek. Ge ziet het, hier vliet de levenskracht heen. De kranke zal niet meer herstellen. Hij zal niéjt weer arbeiden. De huisgeuooten hopen nog steeds op beterschap. De kranke zelf meent straks nog weer, als de zonnige dagen komen, te zullen herstellen. Maar gij ziet het wel beter. Zóó is iiet ook met Rusland. De enteuté-huisgenooten hopen, dat als .de vredesonderhandelingen eens mis lukken, en de Bolsjewiki het onderspit moeten delven, dat dan de Rus nog wel weer strijdvaardig zal worden. En Trotzky dreigt ook al weer. Of Duitschland zich echter nog vrees aan zal laten jagen, en Trotzky zijn be dreigingen ten uitvoer zal kunnen bren gen, gesteld, dat hij het wil doen 't Schijnt, dat de Duitschers niet veel vrees meer voor de Russen hebben, want er moeten groote troepenafdeelingen naai het Westfront zijn verplaatst. De keizer heeft al inspectie gehouden. De zwaarden kletteren. In stapels liggen de projectielen gereed. Zal het sein tot den aanval nog deze maand worden ge geven Ook de entente maakt zich klaar. De pers wekt de entente-volkeren op kalm te blijven, als straks de geweldig ste aanval der Duitschers komt. Er kan terrein verloren worden menschen en materiaal, maar de slagNooit! Onwankelbaar als de krijtrotsen van Engeland voor de woedende golven der zee, zullen de Britten staan voor de vloedgolf van vuur en ijzer. Eu hun Fransche broeders zullen met doodsverachting strijden, en vallen als Trnoet, voor Engel'ands grootheid en roem. Doch, hoe -gerust men zich ook voor doet, toch vertrouwt men zich niet te goed. Men kent het genie van Hinden burg, al eikent men het niet. Op de fronten gebeurt nog weinig van belang. Waarschijnlijk wordt er achter het front aan allerlei voorbereidingen zooveel te harder gewerkt. Op zee trekken de duikbooten nog steeds aller belangstelling. „De duil4>oot- bedreiging mislukt!" roept John Buil. „De duikbooten doen prachtig werk schreeuwt"iluitsche Michel. Beiden geven zich niet gewonnen. En als John Buil begint te twijfelen, roept hij„Maar Amerika bouwt schepen, en komt helpen." Met het oog op die hulp van Amerika is wel zeer opzienbarend de verklaring van Lloyd George in het Engdsche parlement, dat Amerika de schepen die het bouwde voor Engeland in beslag heeft genomen voor zichzelf. Protesten hadden niet geholpen. Toch is Amerika immers de bondgenoot in den strijd voor „gerechtigheid en demokratie" Toch zoekt het immers, net als Enge land, niet zichzelf, maar 't heil der menscliheid Indien die leuze werkelijkheid was, dan zou de entente zeker niet weigeren aan de vredesonderhandelingen deel te nemen. Laten we hopen, dat ze zich, al is 4 Jan. verstreken, daartoe nog bereid verklaart. „Aftonbladet" bevat een hoofdartikel, getiteld„Zweden en de afzonderlijke vrede", waarin o. m. wordt gezegd Is de afzonderlijke vrede eenmaal gesloten, dan ondergaat de militaire, politieke en economische toestand uiet alleen van Rusland en de centralen, doch ook van Zweden en geheel Scandinavië een ver andering ten goede. Reeds 11a verloop van eenige maanden zal men een herstel in het economische leven in verschillende deelen van Rusland kunnen bespeuren, en dit herstel zal zich weldra ook naar buiten doen gevoelen. Rusland beschikt over geweldige voorraden levensmiddelen en grondstoffen, die slechts op koopers wachten. De Russische boeren leven nog grootendeeis van den oogst van 1915, terwijl reusachtige hoeveelheden van 1916 en 1917 onaangeroerd moeten liggen. Naarmate de spoorwegen en de kanalen voor het transport vrij ko men, kunnen deze tarwevoorraden aan den man gebracht en ook aan het bui tenland verkocht worden. Niet alleen de centra[en, doch ook Finland. Zweden en de overige Scandinavische landen zullen op deze wijze in hun behoSfte aan graan en verschillende andere arti kelen, als suiker, thee, petroleum, boter, eieren en vleescli, waarvan Rusland ont zaglijke hoeveelheden produceert, kunnen voorzien." Clemenceau heeft als president van den Franschen ministerraad een circu laire uitgevaardigd, waarin er op wordt aangedrongen, de zoken wat vlugger af te doeij, en geen tijd te verknoeien. Het is onnoodig, dat een chef zijn onderge schikten lange rapporten laat schrijven als hij hen ieder oogenblik ondervragen kan. Ook heeft oen dossier niet van komer naar kamer gesleept te worden om te worden gewaarmerkt, wanneer een eenvoudig „telefoontje" voldoende is om zich van de echtheid van het document te overtuigen. Clemenceau schat, dat 80 pet. der voorkomende zaken zeer snel kan worden afgehandeld, en schrijft dan ook voor, dat de behandeling van alle zaken, die geen langdurig onderzoek vereischen, in drie dagen moet beëindigd worden. Onbevooroordeelde inspecteurs zullen hier toezicht op uitoefenen, terwijl over tredingen ten strengste zullen worden gestraft. GRAZ, 3 Jan, Eergisteren vond in Noordwestelijk Stiermarken een aard beving plaats, met geluiden als van donderslagen. LONDEN. 4 Jan. De „Daily News" verneemt uit Petrograd, dat twee ver schillende stroomingen te onderscheiden zijn bij de Duitsche delegatie voor de vredesoneerhaudeliugen eene, die op annexatie aanstuurt en vertegenwoordigd wordt door generaal Hoffmann, de andere die meer gematigd is en waarvan Czer- uin en v. Kühlmann de leiders zijn. Herhaalde geschillen zijn bijgelegd door Berlijn, waar men v. Kühlman en Czernin steunt. Generaal Hoffmann neemt het militaire standpunt in en klaagt over het gebruik, dat de Russen maken van den wapenstilstand om onder de Duitsche soldaten propaganda te voeren. De Russen hebben definitief verklaard, dat zij de Duitsche krijgsge vangenen in Rusland niet zullen loslaten voordat de vrede gesloten is, daar er geen zekerheid bestaat, dat zij niet naar het Fransch Britsche front zullen worden gezonden. Is de aigemeene vrede sedert het nieuwe jaar in zicht gekomen. Het heeft er den schijn van, naar de L011- densche correspondent van de „Man chester Guardian" vernam. Deze be richtte, dat de Engelsche regeering de vredesvoorwaarden, door Oostenrijk en Duitschland door bemiddeling van Rus land aangeboden worden, er een ernstig met redenen omkleed antwoord op te geven. Lloyd George zelf heeft reeds maat regelen getroffen voor een bezoek aan Frankrijk ten einde daarover met Cle menceau te beraadslagen. Reuter haastte zich er een halve tegenspraak van te geven. Dit nieuws agentschap ging bij den eersten minister, Lloyd George, op kondschap en deed daar op, dat er niets bekend was van de voornemens als waarvan de corres pondent van de „Manchester Guardian" gewag maakte en die Lloyd George's reis naar Frankrijk betreffen teneinde daar met Clemenceau over de Duitsch Oostenrijksche vredesvoorwaarden te spreken. Maar bijna'tegelijkertijd veischeen een indirecte bevestiging van het Manchester Guardian bericht in de „Daily Chronicle" welker meestal zeer goed ingeheide parlementaire correspondent in regeè ringskringen de bevestiging vernam, dat de voorstellen van Brest-Litofsk uitge gaan een ernstig nieuw feit vormen, waarmee men officieel rekening moet houden. Met den vorm, daaraan door Czernin gegeven, is de aanneming der Russische formuleerieg inderdaad een nieuw ge zichtspunt. Reeds zijn Groot-Brittannië, Frankrijk, de Vereenigde Staten en Italië begonnen met van gedachten te wisselen. Zoo schijnt dus inderdaad de vrede in aantocht. De N. R. C. verneemt uit Havre, dat het Belgische Staatsblad Vrijdagavond de wijzigingen in het ministerie bekend zal maken. Baron de Broqueville verlaat buitenlandsche zaken en wordt vervangen door Paul Hymans Kamerlid voor Brus sel. De Broqueville wordt minister van nationaal herstel en zal zich in het bijzonder bezighouden met de levens middelenvoorziening van bezet België. Poullet wordt minister van economische zaken, ter vervanging van Hymans en beheudt wetenschap en schoone kunsten. Brunet., de socialistische afgevaardigde voor Charleroi, is benoemd tot minister lid van den ministerraad zonder porte feuille. Georges Lorand, Kamerlid voor Virton, is als minister van staat genoemd. AARDAPPELOOGSTEN TWEE AARDAPPELZIEKTEN EN HET BELANG VAN GOED „ZETGOED." Iu de „Vragen van den Dag" vond ik voor kort een artikeltje van Professor Saltet over het „merkwaardige" jaar 1847het eenigste gedurende een lange periode, waarin onze bevolking een zoo danig sterftecijfer vertoonde, dat zij ach teruit ging. De verklaring zocht en vond hij in de gebrekkige volksvoeding en als de voor naamste oorzaak is te beschouwen de geringe oogst der aardappelelf in 1845 en 1846, ten gevolge van het optreden van een aardappelziekte thans be kend als de ziekte. Wist men toen de oorzaak nog niet; 1111 kent bijna een ieder zelfs den naam van. de schimmel„Phytophtora rufes- tans," die zoowel blad als knol aantast. Niet alleen in 1847 doch ook nog pas en wel in 1916 speelde deze ziekte een groote rol waardoor dit jaar onze aard- appelvoorraad veel kleiner was, dan deze had kunnen zijn. Wapent men zich echter methetnoo- dige kopervitriool en tal van sproeima- chines, dan staan wij reeds geheel an ders tegenover de ziekte dan in 1847. Dit is echter alléén niet voldoende. Tal van soorten zijn immers verschil lend vatbaar voor 'de gevaarlijke Phy tophtora. Van groot belang is daarom, dat men in hét belang onzer volksvoe ding zorgt voor beste pootaardappe len van zoo mogelijk „een te velde goed gekeurd" gewas in variëteiten als Itoode Star, Bravo's e.a., die tamelijk onvat baar voor de ziekte zijn. Vroege aardappelen rooie men ook in derdaad behoorlijk vroeg, opdat zij niet in Augustus alle kans beloopen nog groote schade te ondervinden van de gevreesde schimmel. Bovendien komt anders ook het nagewas onvoldoende tot zijn recht. Laten wij toch vooral „spuiten" in 1918; want anders zullen de aardappe leu een zwaren strijd te voeren hebben in het volgend jaar tegen de tallooze Phytophtorakiemen, die ook van dezen zomer weer in den grond achterbleven. Echter staart men zich wel eens blind op een enkel feit en zoo is het ook hier. Ik wil daarom eens wat meer schrijven over een andere aardappelkwaal, die nog minder bekend isdoch daarom van steeds grootere beteekenis wordt. Onder de ziekten, waaraan de aard appelplant dan nog meer lijden kan is er één, die zeer ernstig is, n.l. de blad- rolziekte. Vroeger sprak men van „krul ziekte" en vatte daaronder samen aller lei 7.iektegevallen, waarbij de bladeren van de aardappelplant kroes of min of meer gebogen zijn, zooals bladrol, top bont, de eigenlijke krulziekte, aaltjes ziekte, chloorbeschadiging, kaligebrek enz. Met de opgenoemde ziekten mag dus de bladrol niet verward worden. Ieder landbouwer heeft de echte blad rollers wel eens gezien. Wie in Juli den aardappelakker eens beziet, zal al licht tusschen de gezonde enkele blad- rolzieke planten opmerken. Wat jatn- mergestaltenDe plant zeer weinig ontwikkeld, in plaats van frisch groen geelachtig of koperkleurig, met tal van zwartbruine, vaak ineeuloopende vlekken op de onderste bladeren. En het ty pische, waaraan ge de aangetaste plant onmiddellijk herkent, is dat de bladeren met de randen omhooggebogen zijn, zoo dat ze gootvermig worden. Daarbij staan de sootvormige bladeren steil omhoog althans bij de meeste soorten, in tegen stelling niet de bladeren van gezonde planten, die zich vlak uitspreiden. Al leen de jongste bladeren zijn schijnbaar nog gezond. De opbrengst is bij derge lijke exemplaren weinig of niets; meest al wat kriel, soms enkele „poters" en zelden of nooit groote. Het hier be schreven uiterlijk is het type van een zeer bladrolzieke plant, die reeds enkele weken na het opkomen de ziekte ver toond heeft, in den regel 'Teerst aan de onderste bladeren. Echter komt het ook voor, dat de ziekte zich eerst veel later openbaart, zelfs op 'teind van de groei periode. Doch dan ziet men de ver schijnselen alleen in den top der plant de bovenste bladeren staan steil om hoog, worden gootvormig, geelachtig, vaak met rood-, paars- of koperkleurigcn and. De opbrengst van deze struiken kan nog tamelijk goed ziju. Naar de oorzaak van de bladrolziekte is door verschillende phytopathologen plantenziektcnkundigenj veel gezocht, zonder evenwel het raadsel volkomen op te lossen. Toch weet men er al heel wat van te vertellen. De ziekte schijnt veroorzaakt te worden door een storing in liet vervoer der plantensappen. De plant n.l. voedt zich en uit uen grond, en door middel van de bladeren uit de lucht. De uit den bodem opgenomen sappen moeten door de geheele plant vervoerd worden. De in de bladeren bereide stoffen, zooals eiwit en koolhy draten (hiertoe belmoren zetmeel en sui ker) moeten eveneens vervoerd worden naar alle deelen van de plant, waar ze noodig zijn voor opbouw of onderhoud van de verschillende weefsels, o.a. naar groeipunten of plaatsen waar reserve- voedsel wordt opgehoopt, zooals in den knol van den aardappel. Dit vervoer, zoowel van bodemsappen als van orga nische stoffen uit de bladeren, geschiedt, langs bepaalde banen. Bij de kruid achtige planten dienen voor 't vervoer de vaatbundels, die als strengen de ge heele plant doorloopen van de fijnste nerven in de bladeren tot in de wortel vezels. Deze vaatbundels bestaan uit twee soorten geleidend weefsel, het hout gedeelte en het zeefgedeelte. Door het houtgedoelte heeft het vervoer van het opgenomen bodemvocht in opwaartsche richting plaats; door het zeefgedeelte worden de eiwitstoffen en in hoofdzaak ook de koolhydraten vervoerd. Het in de bladeren van de aardappelplant ge vormde eiwit en zetmeel, dat voor de vorming van den knol noodig is, moet dus langs de nerven van het blad, den bladsteel on den stengel naar beneden worden afgevoerd. Nu is gebleken, dat bij een bladrolzieke plant dit vervoer niet of niet voldoende kan plaats heb ben, omdat de zeefvaten afsterven en verschrompelen, lang voordat de plant zelf sterft. Het gevolg is, dat de knol- vorming niet of bijna niet kan plaats hebben, terwijl in de bladeren de bereide eiwitstoffen en koolhydraten worden op gehoopt. Daardoor krullen de bladran den op en zijn de bladeren ietwat stijf op 't gevoel. Als men er tegen slaat, maken ze een eenigszins rammelend ge luid in Drente spreekt men dan ook van „rammelaars." Nu is het duidelijk, dat de opbrengst van vroeg zieke planten van weinig be teekenis moet zijn. De knolvorming toch kan alleen plaats hebben bij voldoenden aanvoer van eiwit en vooral van kool hydraten (zetmeeluit de bovenaard- sclie deelen. Duidelijk is ook, dat de kuolvormiug in hooge mate afhangt van het tijdstip, waarop de stremming in het vervoer -van de voor den knol noodige stoffen optreedt. Hoe vroeger de plant ziek wordt, des te lager de opbrengst hoe langer de plant gezond of schijn baar gezond blijft, des te hooger de op brengst aan knollen. Ook audere ziek teverschijnselen zooals het naar boven opkrullen der bladranden, het stijf wor den en rechtopstaan der bladeren wordt gemakkelijk daardoor verklaard. De vraag is nu, hoe kweekt men een gezond gewas? Tot heden heeft men nog niet kunnen verklaren, waaidoor die stremming in 't vervoer eigenlijk veroor zaakt wordt. Weet men dit eenmaal, dan wordt er mogelijk een bestrijdings middel gevonden. Doch, al is alles nog niet opgehelderd, we weten toch dat de ziekte besmettelijk is, en de smetstof zoowel in den poter als in den groud kan voorkomen. Poters, afkomstig van ^aan bladrol lijdende planten, zullen weer zieke planten voortbrengen. Het is dus ten sterkste af te raden, om knellen van zieke planten als pootgoed te gebruiken. Nu zal men van de zeer zieke planten niet veel meer dan kriel oogsten, mis schien een enkele poter. Maar de laat ziek geworden planten, die de kwaal dus alleen in den tcp vertoonden, leveren in den regel nogal poters. Ook van deze planten mag geen pootgoed worden ge nomen. Indien men dit toch doet, zal men zien, dat pootgoed van laat-zieke planten in den regel vroeg-zieke, dus weinig of niets opleverende planten geeft. Neem dus nooit poters van zieke planten, niet van vroeg-zieke. doch even min van laat-zieke. Doch er is meer, waarop te letten valt. De planten, die naast een zieke gestaan hebben, leveren niet zelden po ters, svaaruit ziek^planten voortkomen, ook al was aan de moederplant niet te zien, dat ze aan bladrol leed. Dus ook de planten, die naast een bladrolzieke staan, mogen geen pootgoed leveren Zelfs komt het nog al eens voor, dat planten, die tweemaal de poot wijdte van een bladrolzieke afstaan, poters geven, die zieke planten voortbreugen. Hoe |poet men dan poters zoeken Iu de practijk doet men in vele streken nog ditmen rooit z'11 aardappels en gooit alles bij en door elkarr dan gaat men sorteeren in grooten, middelsoort, poters en kriel. Uit de „poters" wor den dan later de pootaardappelen uit gezocht. Dit is verkeerd, want waar men zóó handelt, is de kans groot, dat er heel wat pootaardappelen genomen worden, van zieke planten afkomstig. Beter zou 't zijn, gedurende den zomer, als 't gewas nog frisch en groen is en zieke planten goed te herkennen zijn, goed gezonde planten, die zoover moge lijk van bladrolzieke afstaan, op 't veld uit te zoeken. Deze kan men dan mer ken qp de eene of andere manier, bijv. door er stokjes bij te steken en later neemt men van deze planten zijn poot goed. Dan is men wel niet absoluut zeker, dat men geen besmette knollen uitpoot, want de planten kunnen zóó weinig ziek zijn dat men 't niet merkt maar 't is toch veel beter, dan de' zoo even genoemde manier van pootgoed nemen. Tevens heeft men gelegenheid op allerlei andere zaken te letten. Nóg beter is het, als men zelf geen ziekte- vrij gewas heeft, pootgoed aan te schaf fen van boerderijen, waar de bladrol ziekte niet voorkomt. Maar dat is een zeldzaamheid Op nog een ander punt moet ik wij zen, n.l. op de mogelijkheid, dat de ziek te in den grond overblijft. In dit geval zal men op grond, waar veel bladrol zieke aardappelen staan, de volgende jaien weer veel bladrollers moeten aan treffen, ook al neemt men gezond poot goed. En dat is nu iuderdaad het geval De grond kan besmet zijn, zoodat er geen gezonde, voor bladrol vatbare aar dappelen kunnen groeien. Voor aar dappelland moet men dau uitzien naar grond, waarop in de laatste jaren geen aardappelen gegroeid zijn; hoe langer dat geleden is, hoe beter. Geheel nieuwe grond is natuurlijk ook goed. En voor eerst mag men op besmet land niet weer terugkomen met aardappels, want de smetstof blijft nog verscheiden jaren in den bodem over. Hoelang, is niet bekend. Door nauwgezet te letten op de af komst van het pootgoed en op de mo gelijkheid van bodembesmetting kan men veel in de goede richting doen. Ook de keuringen van gewassen te velde werken mede tot het zuiveren van onze aardappels van bladrol. Wie n.l. nieuw pootgoed wil aanschaffen, zal dit 't liefst van den eigenaar van goedgekeurde velden betrekken, en krijgt dan vrij zuiver pootgoed. Ten slotte kan men ook nog een aar dappelsoort kiezen, die weinig vatbaar is voor^ladrolvoor eetaardappels bijv. de Zeeuwsche blauwe of de Eigonheimcr. De verschillende soorten n.l. zijn lang niet even vatbaar. Zeer vatbaar voor bladrol is de Paul Kruger, in de Veen koloniën zeer bekend. Wie daartoe in de gelegenheid is, trachte op beslist ziektevrijen grond een aardappeigewas aan te kweeken, dat absoluut vrij Is van deze ziekte. Lukt het, dan zal hij er zelf groot voordeel van hebben niet alleen, maar ook de maatschappij een dienst bewijzen. Ziek- tevrije partijen van de voor ziekte vat bare soorten zijn er weinig of geheel niet. Men doe daarvoor eens zijn best! (Standaard) HET VERVOERVERBOD OP AARDAPPELEN. Het Gerechtshof te 's Gravenhage heeft gisteren den Minister van Land bouw bevoegd verklaard tot het uit vaardigen van een vervoerverbod van aardappelen en den beklaagde, die dooi de Rechtbank aldaar wegens het over treden van dat ver(md, ontslagen was van rechtsvervolging, Tot f 15 boete ver oordeeld met verbeurdverklaring van de inbeslag genomen aardappelen. (Stand.) UITVOER VAN RUNDEREN. „De Veehandel" meldt nadere bijzon derheden omtrent den uitvoer van run deren naar Duitschland en Oostenrijk. Uitgevoerd worden 2500 runderen, waarvan ongeveer 1500 dragende koeien en 1000 melkgevende dieren, die ten minste éénmaal gekalfd hebben. De koeien mogen ten hoogste 8 jaar oud zijn. Naar Engeland zijn ongeveer 1200 koeien geleverd. De leveranciers, die daarvan hun deel hebben geleverd, zul len nu eenzelfde kwautuin voor dezen uitvoer kunnen aanbieden. De overige 1300 koeien zullen kunnen worden ge leverd door eer. 90-tal exporteurs, van wie de meerderheid door den Nederl. Bond van Veehandelaren als exporteur worden voorgedragen. Zij zullen in evenredigheid met hun bedrijf kunnen leveren. Voor den geheelen uitvoer is één Hol- landsche taxatie-commissie benoemd, die bestaat uit de heeren II. Noom, te Mar- ken-Binuen, J. Weinhausen te Scharn- Ileer (Limburg) en N. Huysman, te Zoetermeer. De betaling zal met een cheque on middellijk aan de leveranciers gedaan worden. Ze krijgen een prijs volgens getaxeerde maiktwaarde. De Duitsche Handelsstelle betaalt bovendien nogdis- tributiegeld, dat ten deele voor de N. U. M. is, en waarvan de onkosten der Rundveevereeniging zullen worden be streden. Wat er dan nog overblijft, ontvangen de leveranciers later als bijslag. A Te Groningen zou Maamlag 7 dezer een aanvang worden gemaakt met de overneming. Dan volgt Leeuwarden op Vrede tusschen Duitschland en Rusland. Weer een aardbeving. De vredesonderhandelingen. De vredeskansen. Wijzigingen in de Belgische regeering.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1918 | | pagina 2