Buiteulandseh Overzicht.
Uit het Binnenland.
voorzetten, klaar gemaakt door liberale
koks.
En die lusten we niet
Hoop, vrees vrees, hoop.
Zóó kan men teekenen den toestand,
waarin de volkeren van Europa deze
dagen verkeeren.
Nu eens zijn we vol hoopvol verwachten
dat eindelijk de zoo vurig begeerde vrede
zal gesloten worden dan weer slaat ons
van bange vrees het harte, dat er toch
nog een kink in den kabel zal komen.
Blij ontroerd werden we door het
telegram, dat Engeland de Duitsche
vredesvoorstellen ernstig wilde onder -
zoeken. Dat zou beteekenen, dat er iets
goeds naar Lloyd George's meening in
zat. Dat zou de overwinning van de
vredesgedachte in Engeland ziju.
Maar al spoedig volgde tegenspraak.
Nóg schijnt Engeland hoop te hebben,
den lastigen concurent te kunnen ver
nietigen. Al moet het dan ook Enge-
lands geld en Frankrijks zonen kosten.
En Amerika, dat bloed heeft geroken,
is dronken van oorlogswoede.
In stee van den vrede te dienen, duwt
het Engeland 111 den rug het hellend
vlak af naar oorlog en ellende toe.
Met de Russisch-Duitsche onderhan
delingen gaat het niet naar wensch.
De Russen willen in alles erg „demo-
kralisch" doen.
De Polen en Lithauers moeten zelf
beslissen, of ze bij Rusland willen blijven
of niet. Daarbij mogen de Duitsche
bajonetten hen de oogen niet verblinden
voor de zegeningen der Russische revo
lutie.
„Zelf beslissen vraagt de Duitscher.
„Maar Polen en Lithauen hebben al
gekozen", zegt Duitsche Michel. „En
we willen ze nog wel eens laten stem
men". Zoover gaat het dus goed.
Maar nu komt het verschil. De Russen
willen de Duitschers eerst weg hebben.
En deze zeggen „dank je Ze hebben
niet 3 jaar gevochten en stroomen blocds
vergoten om nu voor een volksgril al
hun voordeelen op te geven, voor en
aleer de vréde geteekend is.
Hoe het zal aüoopen Misschien
virfden de onderhandelaars nog wel een
formule, die beide partijeu voldoet.
Anders aan groote woorden, zelfs bij
de Russen, geen gebrek. Als de Duit
schers niet bakzeii willen halen, dan zal
dat de vonk zijn, die het Duitsche impe
rialisme vernietigd. Dan zal Rusland
toonen, dat het nog sterk genoeg is de
revolutie te verdedigen. Zeker, het is
krank, maar niet ten doode toe, zeggen
de Bolsjewiki.
Hebt ge ooit aan het ziekbed van een
teringlijder gestaan Het oog ilets, de
wangen ingevallen, het voorhoofd klam
en de handen zoo smal en bleek.
Ge ziet het, hier vliet de levenskracht
heen. De kranke zal niet meer herstellen.
Hij zal niéjt weer arbeiden.
De huisgeuooten hopen nog steeds op
beterschap.
De kranke zelf meent straks nog
weer, als de zonnige dagen komen, te
zullen herstellen.
Maar gij ziet het wel beter.
Zóó is iiet ook met Rusland.
De enteuté-huisgenooten hopen, dat
als .de vredesonderhandelingen eens mis
lukken, en de Bolsjewiki het onderspit
moeten delven, dat dan de Rus nog wel
weer strijdvaardig zal worden.
En Trotzky dreigt ook al weer.
Of Duitschland zich echter nog vrees
aan zal laten jagen, en Trotzky zijn be
dreigingen ten uitvoer zal kunnen bren
gen, gesteld, dat hij het wil doen
't Schijnt, dat de Duitschers niet veel
vrees meer voor de Russen hebben, want
er moeten groote troepenafdeelingen
naai het Westfront zijn verplaatst.
De keizer heeft al inspectie gehouden.
De zwaarden kletteren. In stapels liggen
de projectielen gereed. Zal het sein tot
den aanval nog deze maand worden ge
geven
Ook de entente maakt zich klaar.
De pers wekt de entente-volkeren op
kalm te blijven, als straks de geweldig
ste aanval der Duitschers komt. Er
kan terrein verloren worden menschen
en materiaal, maar de slagNooit!
Onwankelbaar als de krijtrotsen van
Engeland voor de woedende golven der
zee, zullen de Britten staan voor de
vloedgolf van vuur en ijzer.
Eu hun Fransche broeders zullen met
doodsverachting strijden, en vallen als
Trnoet, voor Engel'ands grootheid en
roem.
Doch, hoe -gerust men zich ook voor
doet, toch vertrouwt men zich niet te
goed. Men kent het genie van Hinden
burg, al eikent men het niet.
Op de fronten gebeurt nog weinig van
belang. Waarschijnlijk wordt er achter
het front aan allerlei voorbereidingen
zooveel te harder gewerkt.
Op zee trekken de duikbooten nog
steeds aller belangstelling. „De duil4>oot-
bedreiging mislukt!" roept John Buil.
„De duikbooten doen prachtig werk
schreeuwt"iluitsche Michel.
Beiden geven zich niet gewonnen.
En als John Buil begint te twijfelen,
roept hij„Maar Amerika bouwt schepen,
en komt helpen."
Met het oog op die hulp van Amerika
is wel zeer opzienbarend de verklaring
van Lloyd George in het Engdsche
parlement, dat Amerika de schepen die
het bouwde voor Engeland in beslag
heeft genomen voor zichzelf. Protesten
hadden niet geholpen.
Toch is Amerika immers de bondgenoot
in den strijd voor „gerechtigheid en
demokratie"
Toch zoekt het immers, net als Enge
land, niet zichzelf, maar 't heil der
menscliheid
Indien die leuze werkelijkheid was,
dan zou de entente zeker niet weigeren
aan de vredesonderhandelingen deel te
nemen. Laten we hopen, dat ze zich,
al is 4 Jan. verstreken, daartoe nog
bereid verklaart.
„Aftonbladet" bevat een hoofdartikel,
getiteld„Zweden en de afzonderlijke
vrede", waarin o. m. wordt gezegd Is
de afzonderlijke vrede eenmaal gesloten,
dan ondergaat de militaire, politieke en
economische toestand uiet alleen van
Rusland en de centralen, doch ook van
Zweden en geheel Scandinavië een ver
andering ten goede. Reeds 11a verloop
van eenige maanden zal men een herstel
in het economische leven in verschillende
deelen van Rusland kunnen bespeuren,
en dit herstel zal zich weldra ook naar
buiten doen gevoelen. Rusland beschikt
over geweldige voorraden levensmiddelen
en grondstoffen, die slechts op koopers
wachten. De Russische boeren leven
nog grootendeeis van den oogst van
1915, terwijl reusachtige hoeveelheden
van 1916 en 1917 onaangeroerd moeten
liggen. Naarmate de spoorwegen en
de kanalen voor het transport vrij ko
men, kunnen deze tarwevoorraden aan
den man gebracht en ook aan het bui
tenland verkocht worden. Niet alleen
de centra[en, doch ook Finland. Zweden
en de overige Scandinavische landen
zullen op deze wijze in hun behoSfte
aan graan en verschillende andere arti
kelen, als suiker, thee, petroleum, boter,
eieren en vleescli, waarvan Rusland ont
zaglijke hoeveelheden produceert, kunnen
voorzien."
Clemenceau heeft als president van
den Franschen ministerraad een circu
laire uitgevaardigd, waarin er op wordt
aangedrongen, de zoken wat vlugger af
te doeij, en geen tijd te verknoeien. Het
is onnoodig, dat een chef zijn onderge
schikten lange rapporten laat schrijven
als hij hen ieder oogenblik ondervragen
kan. Ook heeft oen dossier niet van
komer naar kamer gesleept te worden
om te worden gewaarmerkt, wanneer
een eenvoudig „telefoontje" voldoende
is om zich van de echtheid van het
document te overtuigen.
Clemenceau schat, dat 80 pet. der
voorkomende zaken zeer snel kan worden
afgehandeld, en schrijft dan ook voor,
dat de behandeling van alle zaken, die
geen langdurig onderzoek vereischen, in
drie dagen moet beëindigd worden.
Onbevooroordeelde inspecteurs zullen
hier toezicht op uitoefenen, terwijl over
tredingen ten strengste zullen worden
gestraft.
GRAZ, 3 Jan, Eergisteren vond in
Noordwestelijk Stiermarken een aard
beving plaats, met geluiden als van
donderslagen.
LONDEN. 4 Jan. De „Daily News"
verneemt uit Petrograd, dat twee ver
schillende stroomingen te onderscheiden
zijn bij de Duitsche delegatie voor de
vredesoneerhaudeliugen eene, die op
annexatie aanstuurt en vertegenwoordigd
wordt door generaal Hoffmann, de andere
die meer gematigd is en waarvan Czer-
uin en v. Kühlmann de leiders zijn.
Herhaalde geschillen zijn bijgelegd
door Berlijn, waar men v. Kühlman en
Czernin steunt. Generaal Hoffmann
neemt het militaire standpunt in en
klaagt over het gebruik, dat de Russen
maken van den wapenstilstand om onder
de Duitsche soldaten propaganda te
voeren. De Russen hebben definitief
verklaard, dat zij de Duitsche krijgsge
vangenen in Rusland niet zullen loslaten
voordat de vrede gesloten is, daar er
geen zekerheid bestaat, dat zij niet naar
het Fransch Britsche front zullen worden
gezonden.
Is de aigemeene vrede sedert het
nieuwe jaar in zicht gekomen. Het
heeft er den schijn van, naar de L011-
densche correspondent van de „Man
chester Guardian" vernam. Deze be
richtte, dat de Engelsche regeering de
vredesvoorwaarden, door Oostenrijk en
Duitschland door bemiddeling van Rus
land aangeboden worden, er een ernstig
met redenen omkleed antwoord op te
geven.
Lloyd George zelf heeft reeds maat
regelen getroffen voor een bezoek aan
Frankrijk ten einde daarover met Cle
menceau te beraadslagen.
Reuter haastte zich er een halve
tegenspraak van te geven. Dit nieuws
agentschap ging bij den eersten minister,
Lloyd George, op kondschap en deed
daar op, dat er niets bekend was van
de voornemens als waarvan de corres
pondent van de „Manchester Guardian"
gewag maakte en die Lloyd George's
reis naar Frankrijk betreffen teneinde
daar met Clemenceau over de Duitsch
Oostenrijksche vredesvoorwaarden te
spreken.
Maar bijna'tegelijkertijd veischeen een
indirecte bevestiging van het Manchester
Guardian bericht in de „Daily Chronicle"
welker meestal zeer goed ingeheide
parlementaire correspondent in regeè
ringskringen de bevestiging vernam, dat
de voorstellen van Brest-Litofsk uitge
gaan een ernstig nieuw feit vormen,
waarmee men officieel rekening moet
houden.
Met den vorm, daaraan door Czernin
gegeven, is de aanneming der Russische
formuleerieg inderdaad een nieuw ge
zichtspunt.
Reeds zijn Groot-Brittannië, Frankrijk,
de Vereenigde Staten en Italië begonnen
met van gedachten te wisselen.
Zoo schijnt dus inderdaad de vrede
in aantocht.
De N. R. C. verneemt uit Havre, dat
het Belgische Staatsblad Vrijdagavond
de wijzigingen in het ministerie bekend
zal maken. Baron de Broqueville verlaat
buitenlandsche zaken en wordt vervangen
door Paul Hymans Kamerlid voor Brus
sel. De Broqueville wordt minister van
nationaal herstel en zal zich in het
bijzonder bezighouden met de levens
middelenvoorziening van bezet België.
Poullet wordt minister van economische
zaken, ter vervanging van Hymans en
beheudt wetenschap en schoone kunsten.
Brunet., de socialistische afgevaardigde
voor Charleroi, is benoemd tot minister
lid van den ministerraad zonder porte
feuille. Georges Lorand, Kamerlid voor
Virton, is als minister van staat genoemd.
AARDAPPELOOGSTEN TWEE
AARDAPPELZIEKTEN EN HET
BELANG VAN GOED „ZETGOED."
Iu de „Vragen van den Dag" vond ik
voor kort een artikeltje van Professor
Saltet over het „merkwaardige" jaar
1847het eenigste gedurende een lange
periode, waarin onze bevolking een zoo
danig sterftecijfer vertoonde, dat zij ach
teruit ging.
De verklaring zocht en vond hij in de
gebrekkige volksvoeding en als de voor
naamste oorzaak is te beschouwen de
geringe oogst der aardappelelf in 1845
en 1846, ten gevolge van het optreden
van een aardappelziekte thans be
kend als de ziekte.
Wist men toen de oorzaak nog niet;
1111 kent bijna een ieder zelfs den naam
van. de schimmel„Phytophtora rufes-
tans," die zoowel blad als knol aantast.
Niet alleen in 1847 doch ook nog pas
en wel in 1916 speelde deze ziekte een
groote rol waardoor dit jaar onze aard-
appelvoorraad veel kleiner was, dan deze
had kunnen zijn.
Wapent men zich echter methetnoo-
dige kopervitriool en tal van sproeima-
chines, dan staan wij reeds geheel an
ders tegenover de ziekte dan in 1847.
Dit is echter alléén niet voldoende.
Tal van soorten zijn immers verschil
lend vatbaar voor 'de gevaarlijke Phy
tophtora. Van groot belang is daarom,
dat men in hét belang onzer volksvoe
ding zorgt voor beste pootaardappe
len van zoo mogelijk „een te velde goed
gekeurd" gewas in variëteiten als Itoode
Star, Bravo's e.a., die tamelijk onvat
baar voor de ziekte zijn.
Vroege aardappelen rooie men ook in
derdaad behoorlijk vroeg, opdat zij niet
in Augustus alle kans beloopen nog
groote schade te ondervinden van de
gevreesde schimmel. Bovendien komt
anders ook het nagewas onvoldoende tot
zijn recht.
Laten wij toch vooral „spuiten" in
1918; want anders zullen de aardappe
leu een zwaren strijd te voeren hebben
in het volgend jaar tegen de tallooze
Phytophtorakiemen, die ook van dezen
zomer weer in den grond achterbleven.
Echter staart men zich wel eens blind
op een enkel feit en zoo is het ook hier.
Ik wil daarom eens wat meer schrijven
over een andere aardappelkwaal, die nog
minder bekend isdoch daarom van
steeds grootere beteekenis wordt.
Onder de ziekten, waaraan de aard
appelplant dan nog meer lijden kan is
er één, die zeer ernstig is, n.l. de blad-
rolziekte. Vroeger sprak men van „krul
ziekte" en vatte daaronder samen aller
lei 7.iektegevallen, waarbij de bladeren
van de aardappelplant kroes of min of
meer gebogen zijn, zooals bladrol, top
bont, de eigenlijke krulziekte, aaltjes
ziekte, chloorbeschadiging, kaligebrek
enz. Met de opgenoemde ziekten mag
dus de bladrol niet verward worden.
Ieder landbouwer heeft de echte blad
rollers wel eens gezien. Wie in Juli
den aardappelakker eens beziet, zal al
licht tusschen de gezonde enkele blad-
rolzieke planten opmerken. Wat jatn-
mergestaltenDe plant zeer weinig
ontwikkeld, in plaats van frisch groen
geelachtig of koperkleurig, met tal van
zwartbruine, vaak ineeuloopende vlekken
op de onderste bladeren. En het ty
pische, waaraan ge de aangetaste plant
onmiddellijk herkent, is dat de bladeren
met de randen omhooggebogen zijn, zoo
dat ze gootvermig worden. Daarbij staan
de sootvormige bladeren steil omhoog
althans bij de meeste soorten, in tegen
stelling niet de bladeren van gezonde
planten, die zich vlak uitspreiden. Al
leen de jongste bladeren zijn schijnbaar
nog gezond. De opbrengst is bij derge
lijke exemplaren weinig of niets; meest
al wat kriel, soms enkele „poters" en
zelden of nooit groote. Het hier be
schreven uiterlijk is het type van een
zeer bladrolzieke plant, die reeds enkele
weken na het opkomen de ziekte ver
toond heeft, in den regel 'Teerst aan de
onderste bladeren. Echter komt het ook
voor, dat de ziekte zich eerst veel later
openbaart, zelfs op 'teind van de groei
periode. Doch dan ziet men de ver
schijnselen alleen in den top der plant
de bovenste bladeren staan steil om
hoog, worden gootvormig, geelachtig,
vaak met rood-, paars- of koperkleurigcn
and. De opbrengst van deze struiken
kan nog tamelijk goed ziju.
Naar de oorzaak van de bladrolziekte
is door verschillende phytopathologen
plantenziektcnkundigenj veel gezocht,
zonder evenwel het raadsel volkomen op
te lossen. Toch weet men er al heel
wat van te vertellen. De ziekte schijnt
veroorzaakt te worden door een storing
in liet vervoer der plantensappen. De
plant n.l. voedt zich en uit uen grond,
en door middel van de bladeren uit de
lucht. De uit den bodem opgenomen
sappen moeten door de geheele plant
vervoerd worden. De in de bladeren
bereide stoffen, zooals eiwit en koolhy
draten (hiertoe belmoren zetmeel en sui
ker) moeten eveneens vervoerd worden
naar alle deelen van de plant, waar ze
noodig zijn voor opbouw of onderhoud
van de verschillende weefsels, o.a. naar
groeipunten of plaatsen waar reserve-
voedsel wordt opgehoopt, zooals in den
knol van den aardappel. Dit vervoer,
zoowel van bodemsappen als van orga
nische stoffen uit de bladeren, geschiedt,
langs bepaalde banen. Bij de kruid
achtige planten dienen voor 't vervoer
de vaatbundels, die als strengen de ge
heele plant doorloopen van de fijnste
nerven in de bladeren tot in de wortel
vezels. Deze vaatbundels bestaan uit
twee soorten geleidend weefsel, het hout
gedeelte en het zeefgedeelte. Door het
houtgedoelte heeft het vervoer van het
opgenomen bodemvocht in opwaartsche
richting plaats; door het zeefgedeelte
worden de eiwitstoffen en in hoofdzaak
ook de koolhydraten vervoerd. Het in
de bladeren van de aardappelplant ge
vormde eiwit en zetmeel, dat voor de
vorming van den knol noodig is, moet
dus langs de nerven van het blad, den
bladsteel on den stengel naar beneden
worden afgevoerd. Nu is gebleken, dat
bij een bladrolzieke plant dit vervoer
niet of niet voldoende kan plaats heb
ben, omdat de zeefvaten afsterven en
verschrompelen, lang voordat de plant
zelf sterft. Het gevolg is, dat de knol-
vorming niet of bijna niet kan plaats
hebben, terwijl in de bladeren de bereide
eiwitstoffen en koolhydraten worden op
gehoopt. Daardoor krullen de bladran
den op en zijn de bladeren ietwat stijf
op 't gevoel. Als men er tegen slaat,
maken ze een eenigszins rammelend ge
luid in Drente spreekt men dan ook
van „rammelaars."
Nu is het duidelijk, dat de opbrengst
van vroeg zieke planten van weinig be
teekenis moet zijn. De knolvorming toch
kan alleen plaats hebben bij voldoenden
aanvoer van eiwit en vooral van kool
hydraten (zetmeeluit de bovenaard-
sclie deelen. Duidelijk is ook, dat de
kuolvormiug in hooge mate afhangt van
het tijdstip, waarop de stremming in het
vervoer -van de voor den knol noodige
stoffen optreedt. Hoe vroeger de plant
ziek wordt, des te lager de opbrengst
hoe langer de plant gezond of schijn
baar gezond blijft, des te hooger de op
brengst aan knollen. Ook audere ziek
teverschijnselen zooals het naar boven
opkrullen der bladranden, het stijf wor
den en rechtopstaan der bladeren wordt
gemakkelijk daardoor verklaard.
De vraag is nu, hoe kweekt men een
gezond gewas? Tot heden heeft men
nog niet kunnen verklaren, waaidoor die
stremming in 't vervoer eigenlijk veroor
zaakt wordt. Weet men dit eenmaal,
dan wordt er mogelijk een bestrijdings
middel gevonden. Doch, al is alles nog
niet opgehelderd, we weten toch dat de
ziekte besmettelijk is, en de smetstof
zoowel in den poter als in den groud
kan voorkomen. Poters, afkomstig van
^aan bladrol lijdende planten, zullen weer
zieke planten voortbrengen. Het is dus
ten sterkste af te raden, om knellen van
zieke planten als pootgoed te gebruiken.
Nu zal men van de zeer zieke planten
niet veel meer dan kriel oogsten, mis
schien een enkele poter. Maar de laat
ziek geworden planten, die de kwaal dus
alleen in den tcp vertoonden, leveren in
den regel nogal poters. Ook van deze
planten mag geen pootgoed worden ge
nomen. Indien men dit toch doet, zal
men zien, dat pootgoed van laat-zieke
planten in den regel vroeg-zieke, dus
weinig of niets opleverende planten
geeft. Neem dus nooit poters van zieke
planten, niet van vroeg-zieke. doch even
min van laat-zieke.
Doch er is meer, waarop te letten
valt. De planten, die naast een zieke
gestaan hebben, leveren niet zelden po
ters, svaaruit ziek^planten voortkomen,
ook al was aan de moederplant niet te
zien, dat ze aan bladrol leed. Dus ook
de planten, die naast een bladrolzieke
staan, mogen geen pootgoed leveren
Zelfs komt het nog al eens voor, dat
planten, die tweemaal de poot wijdte van
een bladrolzieke afstaan, poters geven,
die zieke planten voortbreugen.
Hoe |poet men dan poters zoeken
Iu de practijk doet men in vele streken
nog ditmen rooit z'11 aardappels en
gooit alles bij en door elkarr dan gaat
men sorteeren in grooten, middelsoort,
poters en kriel. Uit de „poters" wor
den dan later de pootaardappelen uit
gezocht. Dit is verkeerd, want waar
men zóó handelt, is de kans groot, dat
er heel wat pootaardappelen genomen
worden, van zieke planten afkomstig.
Beter zou 't zijn, gedurende den zomer,
als 't gewas nog frisch en groen is en
zieke planten goed te herkennen zijn,
goed gezonde planten, die zoover moge
lijk van bladrolzieke afstaan, op 't veld
uit te zoeken. Deze kan men dan mer
ken qp de eene of andere manier, bijv.
door er stokjes bij te steken en later
neemt men van deze planten zijn poot
goed. Dan is men wel niet absoluut
zeker, dat men geen besmette knollen
uitpoot, want de planten kunnen zóó
weinig ziek zijn dat men 't niet merkt
maar 't is toch veel beter, dan de' zoo
even genoemde manier van pootgoed
nemen. Tevens heeft men gelegenheid
op allerlei andere zaken te letten. Nóg
beter is het, als men zelf geen ziekte-
vrij gewas heeft, pootgoed aan te schaf
fen van boerderijen, waar de bladrol
ziekte niet voorkomt. Maar dat is een
zeldzaamheid
Op nog een ander punt moet ik wij
zen, n.l. op de mogelijkheid, dat de ziek
te in den grond overblijft. In dit geval
zal men op grond, waar veel bladrol
zieke aardappelen staan, de volgende
jaien weer veel bladrollers moeten aan
treffen, ook al neemt men gezond poot
goed. En dat is nu iuderdaad het geval
De grond kan besmet zijn, zoodat er
geen gezonde, voor bladrol vatbare aar
dappelen kunnen groeien. Voor aar
dappelland moet men dau uitzien naar
grond, waarop in de laatste jaren geen
aardappelen gegroeid zijn; hoe langer
dat geleden is, hoe beter. Geheel nieuwe
grond is natuurlijk ook goed. En voor
eerst mag men op besmet land niet
weer terugkomen met aardappels, want
de smetstof blijft nog verscheiden jaren
in den bodem over. Hoelang, is niet
bekend.
Door nauwgezet te letten op de af
komst van het pootgoed en op de mo
gelijkheid van bodembesmetting kan
men veel in de goede richting doen.
Ook de keuringen van gewassen te velde
werken mede tot het zuiveren van onze
aardappels van bladrol. Wie n.l. nieuw
pootgoed wil aanschaffen, zal dit 't liefst
van den eigenaar van goedgekeurde
velden betrekken, en krijgt dan vrij
zuiver pootgoed.
Ten slotte kan men ook nog een aar
dappelsoort kiezen, die weinig vatbaar
is voor^ladrolvoor eetaardappels bijv.
de Zeeuwsche blauwe of de Eigonheimcr.
De verschillende soorten n.l. zijn lang
niet even vatbaar. Zeer vatbaar voor
bladrol is de Paul Kruger, in de Veen
koloniën zeer bekend.
Wie daartoe in de gelegenheid is,
trachte op beslist ziektevrijen grond een
aardappeigewas aan te kweeken, dat
absoluut vrij Is van deze ziekte. Lukt
het, dan zal hij er zelf groot voordeel
van hebben niet alleen, maar ook de
maatschappij een dienst bewijzen. Ziek-
tevrije partijen van de voor ziekte vat
bare soorten zijn er weinig of geheel
niet. Men doe daarvoor eens zijn best!
(Standaard)
HET VERVOERVERBOD OP
AARDAPPELEN.
Het Gerechtshof te 's Gravenhage
heeft gisteren den Minister van Land
bouw bevoegd verklaard tot het uit
vaardigen van een vervoerverbod van
aardappelen en den beklaagde, die dooi
de Rechtbank aldaar wegens het over
treden van dat ver(md, ontslagen was
van rechtsvervolging, Tot f 15 boete ver
oordeeld met verbeurdverklaring van de
inbeslag genomen aardappelen.
(Stand.)
UITVOER VAN RUNDEREN.
„De Veehandel" meldt nadere bijzon
derheden omtrent den uitvoer van run
deren naar Duitschland en Oostenrijk.
Uitgevoerd worden 2500 runderen,
waarvan ongeveer 1500 dragende koeien
en 1000 melkgevende dieren, die ten
minste éénmaal gekalfd hebben. De
koeien mogen ten hoogste 8 jaar oud
zijn.
Naar Engeland zijn ongeveer 1200
koeien geleverd. De leveranciers, die
daarvan hun deel hebben geleverd, zul
len nu eenzelfde kwautuin voor dezen
uitvoer kunnen aanbieden. De overige
1300 koeien zullen kunnen worden ge
leverd door eer. 90-tal exporteurs, van
wie de meerderheid door den Nederl.
Bond van Veehandelaren als exporteur
worden voorgedragen. Zij zullen in
evenredigheid met hun bedrijf kunnen
leveren.
Voor den geheelen uitvoer is één Hol-
landsche taxatie-commissie benoemd, die
bestaat uit de heeren II. Noom, te Mar-
ken-Binuen, J. Weinhausen te Scharn-
Ileer (Limburg) en N. Huysman, te
Zoetermeer.
De betaling zal met een cheque on
middellijk aan de leveranciers gedaan
worden. Ze krijgen een prijs volgens
getaxeerde maiktwaarde. De Duitsche
Handelsstelle betaalt bovendien nogdis-
tributiegeld, dat ten deele voor de N.
U. M. is, en waarvan de onkosten der
Rundveevereeniging zullen worden be
streden. Wat er dan nog overblijft,
ontvangen de leveranciers later als
bijslag. A
Te Groningen zou Maamlag 7 dezer
een aanvang worden gemaakt met de
overneming. Dan volgt Leeuwarden op
Vrede tusschen Duitschland en Rusland.
Weer een aardbeving.
De vredesonderhandelingen.
De vredeskansen.
Wijzigingen in de Belgische regeering.