JIntireDOlutionair
voor
nieuws- en ifdvertemieblad
Zeeland.
a 40 cent.
FEUILLETON.
Wat het Oude jaar bracht.
Binnenland.
No. 1495.
Zaterdag 29 December 1917.
I5e Jaargang.
NIEUWJAARS-
ADVERTENTIEN.
Oudejaar.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
/'Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENT1ËN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,101
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs .slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Met dit nummer ver.
schijnt het laatste num
mer van „Luctor et Emergo".
„Zeeuwsch-Vlaanderen" zal In-
plaats van Dinsdagavond, Dinsdag
morgen verschijnen.
In het Nieuwjaarsnunimer van „ZEEUWSCH-
VLAANDEREN", dat Dinsdagmorgen 1 Januari
1918 verschijnt, worden geplaatst Nieuwjaars-
advertentiën
Extra groote worden extra berekend.
Inzendingen tot Maandag 31 dezer, des middags
I ure.
DE UITGEVER.
Oudejaar, mijlpaal op den weg der eenwen
op den weg des levensin de geschiedenis
der volken in de historie van den enkelen
persoon.
Negentien honderd zeventien jaren zijn, naar
onze Christelijke jaartelling weggegleden in
den stroom des tijds; sinds Jezus Christus,
als middelpunt der historie in het vleesch
verscheen.
Wie weet al het gebeuren der vervloten
eeuwenwie durft zich beroemen te kénnen
haar gangen. Iets mogen menschen er van
wetengeschiedvorschers mogen gespeurd
hebben naar jaar en dag, naar orde en sa
menhang wijsgeeren gegist hebben naar het
hóe en waarom diepzinnige denkers getracht
hebben te ontdekken de harmonie en eenheid
te vinden een oplossing, die hart en verstand
een rustpunt bieden en beide bevredigen, geen
van allen is het gelukt de taal der eeuwen
ten volle te verstaan.
De gangen der eeuw zijn des HeerenVan
Hem, dóór Hem, tót Hem is al het tijdge-
beuren een boek, waarvan Hij de Auteur is
een kunstwerk, 't welk Hem als oppersten
Bouwheer prijst.
De Kerstklokken luidden.
Plechtige klokkeklnnken zweefden over de
groote stad en riepen ouden en jongen op tot
de viering van het heilig Kerstfeest.
Ze vinden gehoor bij velen, die kerkwaarts
spoedden, om in den geest te naderen tot de
Kribbe, die het eeuwig Heil bevat. Ze wek
ten vrome overpeinzingen bij ouden en zwak
ken, wien de kerkgang te zwaar vallen zou,
en die zich zetten tot stille meditatie. Ze
riepen vreudige herinneringen wakker bij kin
deren, als ze dachten aan de schoone Kerst
feestviering, die in hun gedachten zich ver
bond aan de voorstelling van schoone ge
schenken en heerlijke versnaperingen ze
stemden zoo blij in het vooruitzicht, dat even
vreugdevol wekte, Ze deden wijfelaars de
schouders ophalen, en spotters grinniken, waar
immers het geloof was uitgebluscht, mét de
hoop en de liefde
Jan Velders hoorde de klokken ook luiden.
En ze voerden zijn gedachten terug naar
den tijd, dat hij als kind ze had vernomen,
en met vader en moeder, wier éenige hij was,
in het stille dorpke kerkwnarts toog. Hoe
veel was sinds veranderd ten kwade.
Vader was reeds gestorven, toen Jan pas tien
jaar telde en de moederlijke tucht was veel
te slap geweest, om den weerbarstigen jongen
En daarom rust alleen het gelóóf, bij liet
rusteloos wentelen der jaren in Hom, Die
boven den tijd is gezeten
Mijlpaal op den levensweg!
Herinnering bij het al te vluchtig leven,
werken, woelen, aan het kortstondige, onwaar
achtige, onstandvastige, wisselvallige van liet
aardsch bestaan.
Waarschuwing bjj het vlinderend dwalen,
in kringloop zich verliezend wuft gefladder
van den lichtzinnige, zorgelooze, dut de tijd,
de levenstijd spoedt, rept, naar de onverleg-
bare grens.
Halte, voor den werkzamen strever, den
onvermoeiden werker, den plannenrijken idea
list, opdat hij toch éven stilsta, zich bezinne,
uadenke.
Stonde van stille overpeinzing voor den
moede, gedrukte, geslagene, om te overdenken
den weg van lijden, ontbering, tegenspoed
van dankbaar terugleven voor den bevoor
rechte, gezegende, in de aaneenschakeling van
weldaden.
Uur van twijfelmoedig vragen voor den
armen gemartelde, wien het leven zijn droeve
raadselen stelde, voor welke hij geen oplossing
weet.
Tijd van inkeer tot zichzelven voor den
Christen, die lot en leven leerde stellen in
de handen van zijn God, den Schepper èn
Onderhouder, den getrouwen Vader, den
Oversten Leidsman.
Hij wandelt, te midden van al de mysteriën
des tijds en van zjjn eigen leven, door gelóóf.
En op den laatstcn dag des jaars, (telt niet
zijn Eeuwige Vader ook do korrelen van den
tijd durft hij terug, maar evenzeer vooruil
zien, en' hot hoofd omhoog heffen
Mijlpaal in de geschiedenis der volken!
En wat leest ge op dien mijlpaal Nu
Staat daar als inschrift, met schrikwekkende
duidelijkheid bloedvuur, rookpilaren Ont
cijfert uw vorschend oog in den wirwar van
teekens het enkele woord; Vrede? Of is
één oogopslag u voldoende, om het schrik
woord oorlog, te spellen
Of, zult gij, als profeet, een opschrift dur
ven stellen op dezen mijlpaal Zult ge u
wagen aan voorspellingen Zult ge u onder
winden de krijgskans te bepalen, te berekenen
minstens Zglt ge u vermeten den weg te
onderkennen in den doofhof der diplomatie
en der hoogere politiek
Vergis u niet. Slechts één opschrift leest
binnen de perken te houden. Spoedig was hij
haar boven het hoofd gegroeid. Om haar
vermaningen had hij zich weinig bekommerd,
evenmin als hij het deed om vaders laatste
waarschuwende woorden.
Hij was zijn eigen weg gegaan. Kwaad ge
zelschap had hem «og verder doen dolen.
Jongeling geworden, meed hij Gods Huis en
Gods volk, zat hij in 't gestoelte der spotters.
Drank en spel hielpen mee aan zijn ruïne.
Vasten arbeid schuwde hij.
Toen was de groote oorlog gekomen; en
die bracht mee de mobilisatie. Jan moest
ook al spoedig in dienst.
Moeder Velder's hart beefde voor haar jon
gen. Zou dit zijn ondergang niet voltooien?
En toen hij gereee stond te vertrekken, had
ze hem zoo ernstig gemaand terug te koeren,
terug naar den Heer, dien hij zoo snood had
verlaten. Met tranen in de oogen had ze hem
gesmeekt, gebeden. Hij had onwillig den
stuggen kop geschud
Moeder's vrees was gegrond. Dieper en
dieper zakte Jan weg in het moeras der
zonde. Uitspatting volgde op uitspatting. De
ruwste onder de ruwen mocht hij lieeten. In
't eerste had hij moeder nog eens opgezocht
maar de atmosfeer van ware, stille gods
vrucht, waarin zij ademde, was nèm te bo-
nauwend.
Meer en meer nad hij zich vervreemd, af
getrokken. Kroeg, bioscoop, bordeel werden
zijn toevlucht.
En in het stille dorpke leed de oude moe
der en bad
ge, als uw gcloofsoog helder ziet, op dezen
mijlpaal.
liet is niet de orakeltaal van bedriegelijke
wijsheid niet een on-oiitcijferbaar hiëroglie
fenschrift.
Het is de aloude waarheid, den Christen
dierbaar, wijl zijn Vader verheerlijkend
De Heere regeert
Als dat uw oog op dezen mijlpaal leest, is
elk geheim u niet ontsluierd, elke vraag u
niet beantwoord, maar dan rust, uw ziel er
toch in.
Oudejaar 1917.
Mijlpaal, eindpaal tevens in de geschiedenis
van ons blad.
Dit nummer van Luctor et Emergo is liet
laatste.
Met dit nummer eindigt Luctor et Emergo
zijn bestaan.
Zullen we terug blikken
Waarlijk, we hebben er weinig lust toe.
Niet bemoedigend zon liet terugzien blijken.
Luctor is niet liet eerste anti-revolutionair
orgaan in onze streek, dat óndergaat.
Mede door liet nijpen van den oorlogstijd
neemt Luctor et Emergo's bestaan een einde.
De exploitatiekosten stegen dermate, dat de
vennootschap, die ons™ blad uitgaf, deze niet
langer kon dragen.
Maar niet dit alleen is de oorzaak van de
opheffing van ons orgaan.
Meermalen hebben wij er op gewezen, boe
de lakschbeid onzer geestverwanten het groote
struikelblok was op den weg naar den ge-
wenscliten bloei onzer courant.
Naar ons vermogen hebben wij, nu ruim
2i/j jaar, na onzen liooggeacliten voorganger,
getracht, ons blad te behouden en te ver
sterken. v
Het beeft niet zoo mogen zijn.
Na een vijftienjarig bestaan moet Luctor
et Emergo bet afleggen.
Op breeder fondament gebouwd zal liet
nieuwe orgaan Zeeuwsch- Vlaanderen trachten
het pleit voor onze anti-revolutionaire begin
selen te voeren.
Uit de asch van Luctor rijst Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Wijd vertakter organisatie moet algemeener
deelname verzekeren.
Zal het lukken
We hopen liet van harte.
Maar we hopen met vreeze.
Geleerd door de historie van jaren.
Zal eindelijk de geest van lauwheid en
Wederom beierden de klokken voor den
avonddienst. Jan had zijn laatsten stuiver
verdaan. Lusteloos slenterde hij door de stra
ten der stad. Geen geld, geen vreugd.
Jachtsneeuw snerpte hem in 't gezicht.
Kroegverleiding moest wijken bij ledige beurs.
Plots bevond hij zich in een drom kerkgan
gers, vóór de geopende deuren van een Gods
huis. Zou hij binnengaan Daar Hij was
er in geen jaren geweest. Maar, het was
daar binnen licht en warmwarmer zeker
dan buiten in den natkouden sneeuwstorm,
Vooruit maar. Licht vindt hij een makkelijk
boekje om te slapen. Ja, hij vindt er een,
Zet zich.
De dienst vangt aan. Een jeugdige leeraar
beklimt den kansel. Wat scheelt bet bom?
Zal bij zich storen aan die oude-wijven-praat
Hij plant de ellebogen onder bet hoofd. Wil
de ooren toestoppen. Maar boorwat wel
luidende stem. Wat sciioone voordracht. En
zonder te willen luistert hijeerst uit verve-
ling, dan uit nieuwsgierigheid, daarna met
belangstelling
«Vrede op aarde 1" is liet thema. Spoedig
is hij één en al oor.
De Heiland klopt aan de gesloten deur zijli's
harten. Ilij klopt met aanhoudende slagen.
Jan Velders wordt onrustig, schuift heen en
weer! Maar den greop der genade ontgaat
hij niet. Ilij moét luisteren, luisteren
Ilij hoort de veroordeelcnde stem van zijn ge
weten, den dreunenden donder der wét, de
laksclilieid onder onze partijgenooten blijken
uitgebannen
Vurig hopen we het.
Het bestuur der nieuwe pers-vereeniging
meende van onze diensten als redacteur geen
gebruik te kunnen maken. Het zocht een
redacteur, die geheel en uitsluitend zich aan
liet blad zou kunnen geven.
We kunnen daar in komen.
Moge straks de nieuwe redacteur ons nieuwe
orgaan er ganscli bovejiop werken.
Niets zal ons aangenamor zijn, dan den
vooitdurenden groei en den gestagen bloei
van Zeeuwsch- Vlaanderen te mogen opmerken.
Moge met Zeeuwsch- Vlaanderen's verschij
ning de lijdensperiode worden afgesloten en
een tijdperk van bloei aanbreken voor onze
pers in deze streken.
Voor wij de eindstreep zetten, willen we
een woord van hartelijke waardeering wijden
aan den vorigeu redacteur van Luctor, den
lieer H. 'Koelmans, die ruim twaalf jaren,
schier ganscli alleen, naast velerlei anderen
arbeid, onder bedekte en openlijke tegenkan
ting, den inhoud van dit blad heeft verzorgd.
Die aan den weg timmert, lijdt veel critiek.
Dat heeft ook hij ondervonden.
Aan de geschiedenis van Luctor blijft zijn
naam met eere verbonden.
Ons persoonlijk afscheidswoord aan onze
lezers kan kort zijn.
We meenen, naar de mate der kracht ons
door God geschonken, gearbeid te hebben.
Was die kracht klein, te klein, we hebben
ze niettemin naar ons vermogen aangewend
tot verdediging en propageering onzer heer
lijke beginselen.
Vaak verkwikte ons de sympathie der
lezersvaak ook deed ons de lauwheid en
onaandoenlijkheid van zoovelen, uit onzen
kring, leed.
Als onze liooggaehte voorganger, hebben we,
bjjna pro Deo, naar ons beste weten gearbeid,
uit liefde voor ons beginsel.
Dit bewustzijn sterkt.
J. C. DE KONING.
DE VEREENIGDE STATEN EN
JAVA SUIKER.
De Londenselie bladen hebben een tele
gram uit Washington, behelzende, dat (de
Amerik'aansche vocdselregelaar) Hoover ver
klaard heeft, dat de Amerikaansche suiker-
voorraad in 1918 moet worden aangevuld met
een kwart millioen ton uit Java.
zilveren harptoon van het Evangelie des
Vredes
Als bij straks met de schare het bedehuis
verlaat, leeft de tolleuaarsbede in zijn ziel
O God, wees mij zondaar genadig!
Oudejaars avond
In baar huiske zit vrouw Velders, de ver
grijsde, de vereenzaamde. Pas is zeer weer
gekeerd uit het Godshuis, waar de oude ure-
di kant de gemeente bepaalde bij de wooWen
van den Christus: „Heeft u 'ook iets ont
broken
Zij peinst ze nog eens na.
Ontbroken Recht gezien, bij haar onwaar
digheid, bij baar doemscliuldiglieid in zich
zelve, neen, niets, niets! ,,'t zijn Uwe barm
hartigheden, o Ileere, dat we nog niet ver
nield zijn 1" verzucht en dankt zo Maar
o, ze voelt zoo zwaar drukken haar harde,
scherpe kruis! Jan, haar kind, is hij niet
ganscli afgedwaald van den goeden Herder?
En zijn niet al haar gebeden, haar smeekin
gen om zijn behoudenis, nu reegis jaren aan
een, niet ijdel, niet vruchteloos geweest Ont
broken Iets O, mag ze liet wel denken,
zéggen, met een oprecht hartNiets, Ileere
Haar ziele klaagt, al bestraft ze er zich
zelve om alles, alles, lieerzoolang mijn zoon
wegzwerft van mij, van U! Neen, zoo mag
ze immers niet spreken, niet dénken ook.
Wat wou zij morren, klagen. Bidden móet,
zal ze. Nu, nu. Voor lietp, voor haar zoon.
Waarom zou ze hem opgeven, den zoon barer
DOOR ZELANDIA.