Antirevolutionair
voor
nicuw$* on Advertentieblad
Zeeland.
Huldiging I)r. Knyper.
FEUILLETON.
OMHOOG!
No. 1480.
Zaterdag 3 November 1917.
15e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en. Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag= en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te ThR NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Orootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INOEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZOROEN BIJ DEN UITGEVER.
Uit Regeerings-, Parlementaire-, kerkelijke
en vele kringen werden den 80jarige geluk-
wenschen aangeboden.
Een buitengewone drukte kenmerkte, aldus
„Be Ned.", den geheelen middag de anders
zoo deftig-kalme Kanaalstraat. Uren achtereen,
onophoudelijk, vloeide een stroom van belang
stellenden de vestibule van het bekende buis
binnen. Het was een komen en gaan, een
aanrollen ook van rijtuigen en auto's.
Dr. Kuyper stond'in de met tal van prach
tige bloemstukken getooide salons zijner
woning te midden van zijne familieleden.
In een hoek van een der feestsalons zag
men een prachtig bloemstuk, met roode kelken
met het bijschrift„Seine Majestat der Deut
sche Kaiser wiinscht Seiner Exzellenz Hernn
Staatsminister dr. A. Kuyper Glück und Segen
zum 80 Geburtstage".
Zooals reeds vermeld, bad zich uit de orga
nisaties op sociaal en op politiek terrein, die
rechtstreeks vrucht zijn van den arbeid van
dr. Kuyper, dan wel indirect door dien arbeid
zijn- gesterktuit den kring zijner vrienden
uit lien die zich in ruimeren zin tot zijne
geestverwanten rekenen, een comité gevormd
om hem op zijn jaardag de gelukwenschen
aan te bieden.
De oud-Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië,
de heer A. W. F. Idenburg hield daarbij een
toespraak, waaraan het volgende is ontleend
De heer Idenburg, deu wensch eerbiedi
gende van dr. Kuyper dat de viering van zijn
feestdag ook buiten den strikt huiselijken
kring zich zou kenmerken door den grootst
mogelijken eenvoud verklaarde zich er toe
te willen bepalen om de grondgedachte van
het leven van den jubilaris naar voren te
brengen en hem te huldigen en te danken in
die gestalte, waarin spr. hem en zijn arbeid
het liefst ziet en het meest waardeert en
spr. weet het, duizenden met hem als den
trouwen, kloeken belijder van den Christus,
die met al de groote gaven, hem verleend,
met de reuzenkracht hem geschonken, metal
de bezieling die zijn deel is, heeft geijverd en
geworsteld, gestreden en geleden, opdat de
Naam des Heeren zou worden geëerd, opdat
op kerkelijk en maatschappelijk en staatkundig
terrein de ordonnantiën Gods zouden worden
gehandhaafd.
Gij zijt geworden zei spr. o.m. de
kloeke belijder van de Gereformeerde waar
heid, de krachtige apologeet en verbreider
van liet Calvinisme als levens- en wereldbe
schouwing.
In repritinatie zoekt gij allerminst uwe
kracht. Integendeel, uit de oude schat werden
door u nieuwe dingen voortgebracht. Diep
drongt gij in de waarheid in, om van den
bodem parel na parel te voorschijn te brengen,
die de eeuwige beginselen van Gods Woord
in zuiverheid deed schitteren. Gij waart door
die beginselen gegrepen en ze lieten u niet
weer los. Het was alsof gij er nieuw leven
in legdet, ze tot nieuwe vruchtdraging prik-
45).
Hier voelde hij zich altijd heel klein, als
loontrekker, als onderdeel van een reusachtise
machine, als heel nietig, héél onbeduidend
onderdeel Nonchalant werd je hier be
handeld. Had je je werk afgeleverd, dan kon
je tot den volgenden dag wachten op je
loontje, want eerst moesten de chefs liet on
der de oogen hebben gehad. Een echt hoe-
den-proletariaat, dat hier kwam, en dót wis
ten die lui opperbest. En mankeerde er wat
aan, dan moest je op „liet kantoor" komen.
Hij leverde zijn werk in en wachtte op uit
betaling van hetgeen hein voor het eergiste
ren gebrachte toekwam. Inplaats, dat liet
hem ter hand gesteld werd, gewerd hem de
mededeeling, dat de chef hem in zijn kantoor
wensclite te spreken.
Hij liep in arren moede de lange gang af
en klopte aan.
Aan het „binnen" gaf hij gevolg.
In liet luxueus gemeubeld vertrek zat de
chef, voor de schrijftafel.
kelde, er nieuwe bezieling aan geeft.
Anderen werkten met u, maar gij gingt
veelal voor. Groote zegen heeft op dezen
arbeid gerust. Er was een herleving van de
Gereformeerde beginselen op allerlei gebied
en in die beginselen bleek een kracht te
schuilen, die de vrienden verheugde en de
vijanden verbaasde.
Men is gedwongen geworden om in liet
publieke leven met de belijders van's Heeren
Naam te rekenen; naar hun wenschen althans
te luisteren zoo nu en dan er ook naar te
handelen. De besten onzer politieke tegen
standers erkennen, dat de Christelijk beginselen
ook op wetenschappelijk, op sociaal, op staat
kundig gebied schoone vruchten dragen.
Dit alles is alleen verkregen in den weg
van harden arbeid, van zwaren strijd en voor
dit alles heeft veel smaad en hoon u getroffen.
Spr. ging na wat liet Christelijk beginsel
op liet staatsleven had uitgewerkt en het is
meer dan iets anders, ging hij verder, dat
kloeke belijden van den Heiland dat u een
plaats deed veroveren en behouden in het
hart van ons Christenvolk.
U weet dat op dezen dag van duizenden
de handen worden gevouwen en de knieën
worden gebogen om God te danken voor wat
Hij in u heeft geschonken om Hem te bidden
om een rijken zegen voor u en uw arbeid, om
bewaring en sparing, mag het zijn nog tal van
jaren, zei spreker.
Moge God deze gebeden en wenschen ver-
liooren. Geve Hij u nog veel vrucht van uw
arbeid te zien, ook daarin dat zich meer en
meer vormt een phalanx van trouwe belijders
van de door u ontwikkelde en verdedigde
beginselen, ook op wetenschappelijk en op
staatkundig gebied. Welke schooner vrucht
toch kan een leven van bezielenden arbeid
dragen, dan dat het zich, steeds verjongend,
voortzet tot eere Gods en tot heil van ons
volk En nu was. het deze gedachte, die er
ons comité toe geleid heeft, om op dezen
uwen feestdag een fonds te stichten voor de
instelling van een Kuyper-katheder aan de
Vrije Universiteit, speciaal bestemd voor de
bestudeering en verbreiding van de beginselen,
waaraan de kracht van uw leven is gewijd.
Voor dit fonds werden u thans met de
oorkonde de eerstelingen - aangeboden. De
meer preciese bestemming zal door u zijn aan
te geven.
Moge van dezen katheder groote kracht
uitgaan drage hij veel bij tot den bloei van
de Hoogeschool, waaraan uw naam reeds voor
altijd is verbondenmogen zij, die hem be
zetten, nimmer een onzeker geluid geven,
maar uwe voetstappen drukkend, de vaan
onzer beginselen hooghouden en het luide
verkondigen, dat uw strijd en de hunne op
alle terreinen des levens, op het gebied van
kerk en wetenschap, van staat en maatschappij
gaat voor het Pro Rege, voor Christus onzen
Koning.
In zijn antwoord op de toespraak van den
heer Idenburg verklaarde dr. Kuyper niets
dan een instrument te zijn en als daar een
Hij lichtte, na eenige seconden van opzet
telijk wachten en schijnbaar verdiept zijn in
zijn lectuur, half het hoofd op en monsterde
Karei door de glazen van zijn zwaar gouden
lorgnet.
Hij wees hem géén zèt. Liet hem staan.
„Meneerrinformeerde hij, als
trachtte hij tevergeefs zich den naam van den
binnóngetredene te herinneren. Karei voelde
die aanwijzing van zijn onbeduidendheid. Maar
hier moest hij zich alles laten welgevallen,
hij
Toch wilde hij vp*i zijn kant de vraag niet
aanvullend beantwoorden, aleer die in hou-
sclier vorm werd herhaald. Hij hield zich,
als wachtte hij af.
„Meneerr herhaalde de gouden bril,
met een tikje van ongeduld.
„Men heeft me gezegd, dat U me wensclite
te spreken," verklaarde hij.
„Juist; hm; ja, U is mijnheer och
hoe heet U ook
„Randers," was zijn min of meer norsch
bescheid. Hij ergerde zich aan dien vent met
zijn laatdunkend gedoe. Wat had-ie
„Ja, ziet u es, meneer Randers," (een trek
aan zijn fijne manilla)„ziet u es," (weer een
trek), „ik wou U zeggen, dat het moeilijk zal
zijn, verder nog correct ie-werk aan U af te
geven."
goede toon uit komt, is dit slechts aan God
te danken. Spreker heeft nooit een voorgevoel
gehad, wat er uit zijn arbeid zou voortvloeien,
dat er zulk een keer in de zaken zou gekomen
zijn als er gekomen is. Alles is werk van
boven. Toch aanvaardt hij, wat met zooveel
liefde en genegenheid voor hem gedaan is.
God heeft honderden harten in gelijken geest
bewerkt van de geboorte af. Anders had
spreker niets duurzaams tot stand kunnen
brengen. Dat is ons gemeenschappelijk werk.
Spr. dankte de broeders voor wat zij gedaan
hebben en nog zullen doen als hij er niet
meer is en dat zij hem tot het einde als een
broeder accepteeren. Ilij hoopte, dat zij zullen
voortgaan te arbeiden tot zegen van ons volk.
In antwoord op een rede, waarmede prof.
Grosheide een gedenkraam aanbood, zeide
dr. Kuyper, dat hij al de plannen van het
bijzonder hooger onderwijs had besproken met
Groen van Prinsterer. In den aanvang was
er daarna een groote geestdrift, doch teleur
stelling bleef niet uit: Wie echter terugtrad,
welke teleurstellingen werden ondervonden,
een breede phalanx getrouwe mannen bleef
den weg aanwijzen, dien het uit moest.
Spreker eindigde met den wensch, dat eens
de gedachte zal worden gerealiseerd ook hij
hel hooger onderwijs en niet alleen bij het
middelbaar en lager onderwijs worde Gods
Naam geëerd.
Ter receptie verscheen nog een deputatie
van de Unie, de School met den Bijbel en den
Schoolraad van de scholen met den Bijbel.
De heer R. Derksen overhandigde namens
deze deputatie met een hartelijk woord een
oorkonde, als een bewijs van toegenegenheid
voor den persoon en van dank voor het werk
van den jarige.
Dr. Kuyper, hiervoor dankende, zeide dat
hij heeft zien worden wat niet bestond de
legioenen van wakkere strijders voor den
School met den Bijbel.
Verder kwam een deputatie uit het Stu
dentencorps van de Vrije Universiteit namens
welke de lieer J. H. Bavink dr. Kuyper dankte
voor alles wat de studenten dier Universiteit
ean hem hebben te danken.
Dr. Kuyper, antwoordende, zag in het Corps
wat de lente is voor de natuurhoe r jjker
die lente, hoe meer er van komt. Dat hij,
hoewel hij al jaren niet meer aan de Univer
siteit, is, door de studenten nog niet vergeten
is, was hem reden tot groote dankbaarheid
Daarna kwamen in eindelooze rij velen den
grijzen Staatsman gelukwenschen, onder hen
waren den Oostenrijksclien gezant, Graaf
Szechenge, de Minister van Staat, Jhr. de
Savornin Lobman, lid der Tweede Kamer, die
zich gedurende eenige oogenblikken op zeer
hartelijke wijze met den jarige onderhieid
Minister LelyMinister van Staat Mr. Cort
van der Lindou, Minister van Binnenlandsclie
Zakeneen deputatie uit de Unie-Liberale
Kamerclub. bestaande uit Mr. Van Raalte,
Voorzitter en prof. Eerdmans, Secret., een
deputatie uit' de anti-revolutionnaire Kies-
vereeniging „Nederland en Oranje" te Rotter-
Ilij wachtte een poosje, als vermoedde hij
een nadere informatie van Karei.
Deze beet zich op de lippen. Zijn laatste
bron van inkomsten ging dan opdrogen
De chef deed wederom een paar haaltjes
zoet spilsten zich de dunne lippen om de si-
gaarpuntdun spiraalden de rookslierten om
hoog.
Ilij tikte de asch van de sigaar af op het
bakje van het kostbare rookstel, humde nog
eens, wierp zich achterover in zijn bureau
stoel.
„Ja, ziet u es, meneer och, hoe
o, ja Randers, ik vrees, dat U het te druk
krijgtin uw laatste werk is heel wat blijven
staan het is voor U beter, zulke karweitjes
maar niet meer waar te nemen. Corrigeeren
is eigenlijk ook voor iemand van uw stand
wel wat te
„Wat mankeert er aan mijn werk?" vroeg
hij bot.
De chef deed als merkte hij van Rander's
boosheid niets.
„Kijk u es," zei hij op zijn zoetsappigsten
toon, en hulde zich in wolken van een heer
lijk aroma.
Hij trok een van de laadjes van zijn bu
reau open en haalde eenige vellen te voor
schijn. Ilij schoof ze in de richting van Ran
ders cn wees met. de bcjinveelde vingers naar
damde burgemeester van Rijswijk en van
Loosduinen, een deputatie met liet bestuur
van den Ned. Journalistenkring, bestaande uit
de- heeren D. Hans, ondervoorzitter en Van
As, secretaris de Minister van Marine, Schout
hij Nacht Rambonnethot Kamerlid de heer
Roodliuijzende Griffier der Eerste Kamer,
Mr. Zillesen, en de Commies-gri'ffier dier
kamer.
Verder merkten we op alle, of nagenoeg
alle leden'van de Anti-Revolutionaire Kamer
club de Ministers Treub en Loudon, ver
scheidene leden van Eerste en Tweede Kamer,
oud-Ministers, als de heeren Loeff, Kolkman,
Nelissen, Colijn, welke laatste ook een fraai
bloemstuk had gezondende oud-president
der Tweede Kamer, Graaf v. Bylandt, liet
oud-Kamerlid Krap, de Commissaris der Ko
ningin van Zuid-Holland, Baron Svveerts dn
Landas, het lid van Gedep Staten, de Wilde,
Khr. Repelaer van Dried, Administrateur van
het Kroondomein, de burgemeester der Resi
dentie, Jhr. dr. van Karnebeek, de burge
meester van Zwijndrechthet Eerste Kamerlid
prof. KrausDirecteuren en Curatoren van
de Vrije Universiteitdeputaties van Anti-Rev.
Kies vereenigingen uit verschillende plaatsen
van het land en afdeelingen van Patrimonium
het bestuur van de R.-Kath. Kamerclub; de
Vereeniging van Chr. Onderwijzers enz. enz.
Jhr. Mr. W. Merk van Hoogland, de President
der Tweede Kamer Mr. Fock, zoomede een
deputatie uit den Chnstelijken Ambtenaarsbond
en eene deputatie uit de A-R. Kiesvereeniging
te Maassluis. Namens laatstgenoemde deputatie
werd den jarige een fraai bewerkt kussen
aangebodeu waarop geboorduurd „Psalm 92
vs. 14—16.
Tevens werd door die deputatie; een schil
derij aangeboden voorstellende de Groote Kerk
te Maassluis, waar Dr. Kuyper gedoopt is en
waar ter plaatse diens vader predikant was.
Op de receptie werd voorlezing gedaan van
het volgende telegram van H. M. de Koningin
„Op den voor U zoo gedenkvvaardigen dag
stel ik er prijs op U mijn welgemeende ge
lukwenschen aan te bieden.
Wilhelmina."
Ook Hare Majesteit de Koningin-Moeder
heeft van hare belangstelling doen blijken,
door Haren Kamerheer, Jhr. Mr. A. G.
Schimmelpenninck op te dragen hare geluk--
wenschen aan dr. Kuyper over te brengen,
van welke opdracht deze zich in den loop
van den middag kweet.
Talrijke bloemstukken werden ten huize
van de 80 jarige bezorgd, o. m. van de Ant.-
revolutionaire Kamercluh, van Staatraad Mr.
Harte van Tecklenburg, van baron Svveerts de
Landes Wijborgh, commissaris der Koninging
in Zuid Holland, van het II. K. Kamerlid Mr.
Loeff enz. enz.
Ook namens den Keizer van Duitschland
was een groot bloemstuk bij deu jubilaris aan
huis bezorgd.
Ten slotte zij vermeld, dat dr. Kuyper zulk
een toevloed van telegrafische en schriftelijke
gelukwenschen bereikte, dat het uiteraard on-
eenige blauwe strepen op de proef.
Daar, en daar, en daarZiet U wel
Ja, het is een secuur werkje en hij uw drukke
studie zal het "U aan den noodigen tijd ont
breken, om het nauwgezet te doen. Zelfs in
de revisie
Karei moest wel bekennen, dat zijn werk
onvolmaakt was; dat liet inderdaad alles be
halve correct kon heeten. Maar kon liet wel
anders Brandden en pijnden hem niet de
roode oogen, als hij bij zijne slechte verlich
ting, na eerst moegestudeerd te zijn en suf
ferig, zich moest zetten tot het preciese, doode
correctiewerk
„Ik zal er voor zorgen, dat een volgenden
keer het werk begon hij, en wilde be
loften doen voor nauwgezetter arbeid. Wel
stuitte het hem tegen de horst, maar hij
wilde toch zoo graag tenminste eenige maan
den zoo zijn bestaan rekken.
„Ziet viel, levendiger, de chef haastig
in. „Ik had gedacht, dat liet voor U en voor
mij maar beter was, onze relaties te ver
breken."
„Ik zou begon hij weer, ondanks zijn
stijgende ergernis.
„Uw loon wil ik tegelijk maar uitbetalen,
óók voor wat U van avond hebt teruggebracht,"
ging onveistoorbaar de chef voort-—,
(Wordt vervolgd.)
DOOR ZELANDIA.
Nadruk verboden.I
n—wamhiuu'.h A-Mttjui:J—g*:-nr, iiiiiiii imh—