Buitenland. Uit Stad en Provincie. Kerk e 11 School. land en daarom wenscht Engeland alle neutrale schepen in de vaart te zien. Als gunstige conditie voor Holland wil Engeland de z.g. „Halifax-facilities',, de van Amerika naar Holland gaande Nederlaudsche schepen behoeven niet meer Halifax aan te doen om daar onderzocht te worden, en even min behoeven van Zuid-Amerika komende schepen tot dat doel een andere haven aan te loopen, De overige voorwaarden betreffen slechts de wijze van verladen en van vervoer. (Volgens nadere berichten is bovenstaande mededeeling hoogst voorbarig. Omtrent prijzen, als hier genoemd, is nog niets vast testellen. Men zal best doen, definitieve mededeelingeu af te wachten.) HET KLEINE BROODRANTSOEN. In de volkswijken te Amsterdam hebben den laatsten tijd zeer velen brood van de bakkers bekomen tegen bons van nog niet geldige broodkaarten, omdat de reeds geldige te spoedig werden „opgemaakt", waardoor nu de bakkers streng het, voorschrift om geen brood te verkoopeu dan tegen inwisseling van geldige bons, opvolgen, heel wat arbeidersge zinnen, geen brood bekomen kunnen. Het gevolg is, dat met name in de Jordaan, op de eilanden en ook in de binneustad zich voor de bakkerswinkels oploopjes vormen van vrouwen, die eischen, dat haar tegen betaling brood zal worden verkocht, doch die geen bons kunnen afgeven. Telkens riepen gisteren de bakkers de hulp van de politie in, daar de vrouwen eenvoudig geld op de toonbank legden, brooden weg namen en ermede vandoor gingen. In meer dan één geval is de houding van het publiek ernstig dreigend geweest. Er werd zelfs geroepen, dat men de winkel zou plunderen. In de Tweede Lauriersdwarsstraat is een bakkersvrouw door een troepje opgewonden vrouwen mishandeld, zij het dan ook niet ernstig. Eenigen tijd later zijn opgeschoten jongens in den winkel gekomen, hebben eerst een praatje gemaakt en daarna een greep gedaan in den bak, waarin do winkelier de ingeleverde broodbons bewaarde. In de Boom straat hebben vrouwen zichzelf brood ver schaft aan een depótsommigen zonder te betalen, doch geen harer gaf bons af. Vele depots krijgen van hun leveranciers geen brood meer, met het oog op de houding van het publiek. Er kan niet met genoeg klem op gewezen worden, dat men, hoe hard het ook zij,event, achterstand zelf zal moeten weten in te halen, daar de regeering in de onmogelijkheid ver keert de menschel) door eenig toegeven tege moet te komen. (N. R. C.) GRANEN, MAïS EN PEULVRUCHTEN. De minister van landbouw, nijverheid en handel heeft het volgeude bepaald Art. 1. Het is verboden granen, maïs of peulvruchten te vermalen of te doen vermalen. Art. 2. Het verbod van art. 1 is niet van toepassing opa. molenaars, die ingevolge de distributieregeling van brood, bloem, meel en rogge, van 27 December 191G (Stbl. no. 303), van de regeering grondstoffen ter vermaling ontvangen, voor zoover betreft de ingevolge, deze regeling verstrekte grondstoffen b. molenaars, die voor de vermaling van andere dan ouder lid a van dit artikel- be doelde grondstoffen vergunning kregen van den regeeringscommissaris voor de Rijksgraan- verzameling van de provincie hunner inwoning. Art. 3. De grondstoffen, bodoeld onder art. 5. a moeten gedekt zijn door een factuur, af gegeven door een in opdracht van de regeering distribueerende autoriteit. Art. 4. De molenaars, bedoeld sub art. 2 b, zijn verplicht een molenaarsregister, uit sluitend volgens model, voorgeschreven door den regeeringscommissaris van de Rijksgraan- verzameling, aan te leggen en geregeld bij te houden. Art. 5. De molenaars zijn verplicht de facturen, bedoeld in art. 3, benevens de regi sters, bedoeld in art. 4, ter beschikking te houden van den regeeringscommissaris voor de Rijksgraanverzameling, van den burgemee ster van de plaats hunner inwoning en van de met controle belaste personen. Zij zijn wijders verplicht op door den re geeringscommissaris voor de Rijksgraanver zameling te bepalen tijdstippen, op formulieren, volgens door dezen vast te stellen modellen, afschriften uit het molenaarsregister te ver strekken aan hem rechtstreeks of aan den burgemeester van de plaats hunner inwoning, een en ander ter keuze van den regeerings commissaris voornoemd. Art. 6. Het is aan de molenaars verboden granen, peulvruchten en maïs of maalproducten daarvan in voorraad te hebben, welke niet tevens gedekt zijn door een factuur als bedoeld in art. 3 of welke niet zijn ingeschreven in het molenaarsregister als bedoeld in art. 4. Het is aan de molenaars verboden een maalloon te heffen anders dan in geld. DE OORLOG. LONDEN, 21 September. (Reuter.) Officieel avondberichtWij hebben op een aantal pun ten onze linie naar voren gebracht en alle tegenaanvallen gekeerd. Het aantal gevange nen overtreft de 3000. BERLIJN, 21 September. (Wolff.) Officieel avondberichtOp den linkeroever van de Duna hebben onze troepen de Russische stellingen ten F. W. van Jacobstad doorgebroken. Tot dus ver werden meer dan duizend gevangenen en verscheiden stukken geschut alsbuit opgegeven. Naar de „Köln. Ztg." van de Zwitsche grens geseind wordt, weten de Parysclie bladen op grond van uit Rome verkregen inlichtingen mede te deelen, dat de Paus den Geallieerden tegelijkertijd met het antwoord der Centrale Mogendheden een nieuwe vredesnota zal doen toekomen, waarin het antwoord der Centralen besproken wordt. Verder zal de Eutente dan tot tegenvoor stellen worden uitgenocdigd. Uit dit antwoord lichten we onderstaande passages. „Sinds geruimen tijd volgt Z. M. met ge voelens van diepe achting en oprechte dank baarheid de bemoeiingen van Z. M. in den geest van echte onpartijdigheid, om het leed, door den oorlog ontstaan, zooveel mogelijk te lenigen en den vijandelijkheden een spoedig einde te bereiden. De Keizer ziet in de laatste stappen van Z. 11. een nieuw bewijs van edele en menschlievende gezindheid en koestert den innigen wenscb, dat tot welzijn van de heele wereld den pauselijken oproep succes beschoren moge zijn." „Aan de beteekenis der uitspraak van Z. 11. volle recht latend wedervaren, is de keizer lijke regeering niet in gebreke gebleven, de daarin vervatte aansporingen ernstig en zorg vuldig te onderzoeken. De bizondere maat regelen, die ze in nauwste aanraking met de vertegenwoordiging van het üuitsche volk voor de bespreking en beantwoording van de te berde getrachte kwesties heeft getroffen, getuigen hoe veel er haar aan gelegen is, in overeenstemming met de menschen xan Z. H. en de vredesmotie van den Rijksdag van 19 Juli bruikbare grondslagen voor een recht vaardigen en duurzamen vrede te vinden. Met bijzondere genegenheid begroet de keizer lijke regeering de gedachten, die aan den oproep tot den vrede ten grondslag leggen, waarin Z. H. onbewimpeld de overtuiging tot de zijne maakt, dat voortaan in de plaats van het stoffelijke wapengeweld de zedelijke macht van het recht moet treden. Ook wij zijn doordrongen van het bewustzijn, dat het zieke lichaam der inenschenmaatschap- pij alleen door de zedelijke kracht te versterken kan genezen. Hieruit zou naar de meening van Z. II. tegelijk de inkrimping van de strijd krachten in alle staten en de instelling van een bindend scheidsgerecht voor internationale geschillen volgen. Wij deelen de opvatting van Z. H., dat bepaalde regels en waarborgen voor een gelijktijdige en wederkeerige inperking van de bewapening te land, ter zee en in de lucht zoomede voor de echte vrijheid en het gemeenschappelijk bezit van de volle zee de punten zijn, bij de behandeling waarvan de nieuwe geest, welke voortaan in de verhouding tusschen de staten moet heerschen, zich voor het eerst en vol beloften moet verwezenlijken. Dan zou zonder meer de taak zich voordoen om opdoemende internationale meeningsver- schilleu niet door de strijdkrachten in't geweer te roepen, maar met vreedzame middelen, inzonderheid ook langs den weg van scheids rechterlijke uitspraak, te laten beslissen, waar van wij de hooge, vredestichtende uitwerking met Z. H. ten volle erkennen. De keizerlijke regeering zal daarbij elk voorstel steunen, dat met de levensbelangen van het Duitsche rijk en volk te rijmen is. Duitschland moet het wegens zijn ligging en economische behoeften van liet vreedzame verkeer met de buren en andere landen heb ben. Geeii volk heeft derhalve meer dan het Duitsche aanleiding om te wenschen, dat in plaats van den algemeenen haat en strijd een- verzoeningsgezinde en broederlijke geest tus schen de naties aan den dag treedt. Wanneer de volkeren, door dezen geest ge leid, tot hun heil zullen hebben ingezien, dat het noodzakelijker is om nadruk te leggen op bet vereenigend dan op het scheidend element in hnn betrekkingen, zal het hun gelukken ook de op zich zelf staande en nog onopge loste twistpunten zóó te regelen,dat aan elk volk bevredigende bestaansvoorwaarden worden verschaft en daarmede een terugkeer der groote volkerencatastrophe uitgesloten schijnt. Slecht ouder deze voorwaarde kan een duur zame vrede gegrondvest worden, welke de geestelijke toenadering en den economischen wederopbloei der maatschappij begunstigt. Deze ernstige en oprechte overtuiging geeft ons den moed tot het vertrouwen, dat ook onze tegenstanders in de door Z. H. ter over weging gegeven gedachte een geschiktcn grondslag mogen zien om onder voorwaarden, die met den geest der billijkheid en met den toestand van Europa overeenstemmen, nader te treden tot de voorbereiding van een toe- komstigen vrede. Gelooft, euz(volgt de naam van den rijkskanselier.) Aan Z, E. den staatssectretaris van Z. II. den Paus Benediktus, kardinaal Gaspari te Rome." Zeer ongunstig is over het algemeen het oordeel der Engelsche Pers. De Pall Mall Gazetteeen document als het Duitsche, dat niet rept van België noch van een der andere scherp omschreven doel einden, waarvoor de geallieerden vechten, kan hen geen minuut doen afzien van hun eigen maatregelen tot het herstel van den vrede en de beveiliging daarvan in de toekomst. De vorst, die nn vereffening van internationale geschillen langs minnenlijken weg aanprijst, is dezelfde, die zijn Duitsche volk verzekerde, dat de tijd was aangebroken, waarop ze een ieder zouden „omverrijden, die zich tegen ons verzet Zoo lang wij de blijken van berouw niet gewaar worden dat'zijn herstel, ver goeding en waarborgen heden 's keizers uitlatingen geen waarde voog ons. De Westminster Gazette herinnert aan de uitspraak in Wilson's antwoord, dat 't woord der huidige bewindslieden in Duitschland niet als waarborg kan worden genomen van iets, dat bestemd is voor bestendigheid tenzij het Duitsche volk zich daarmede afdoende vereenigt. Het blad gaat dau voorthet is evenwel een feit van het hoogste belang, dat de „huidige bewindslieden" der middel rijken schijnen in te stemmen met het beginsel van ontwapening en scheidsgerecht. In het verleden was Duitschland de mogendheid, die de voorkeur gaf aan de „blinkende wapenrusting" en de „gepantserde vuist" en den weg naar de ver mindering van de bewapening alsmede een vreedzame bijlegging van internationale ge schillen versperde. De Evening Standarder is een scherp onderscheid tusschen den toon van de Duitsche nota en die van den Oostenrijkschen keizer, maar m wezen zijn de beide nota's gelijk. De middeirijken zijn bereid tot den vrede, maar het moet een vrede zijn, die met den toestand in Eurepa overeenstemt. Met andere woorden, het moet een Duitsche Vrede zijn. Trots alle praat in Duitschland van inschikkelijken aard en afstand van België, is er geen aanwijzing nopens België, den Elzas, Servië of een van de kwesties, die den toetssteen strekken. Wij hebben nooit- iets anders verwacht. Wij ge loofden, dat Duitschland en Oostenrijk zelfs nog heeter snakten naar den vrede, maar we zijn overtuigd, dat geen der twee mogendheden za! bukken voor de voorwaarden, die de ge allieerden alleen veilig kfinnen toestaan, tot hun tegenstand geheel gebroken is. De ant woorden der geallieerden worden op de meest doeltreffende manier door Haig, Retain en Cadorra geschreven. Aan hun inspanning danken wij het feit, dat Duitschland niot'meer over ontzaglijke schadeloosstellingen en groote territoriale winsten spreekt. Indien die in spanning zonder verpoozing aanhoudt zal de dag sneller dan we denken aanbreken, waarop de keizer de woerden „peccani" en „ik zal herstellen" zal dienen uit te spreken. De Evening NewsIn het Duitsche ant woord is geen zweem van afgeronde voor stellen. Het is alleen een verheerlijking van Duitschland en vooral van den heerscher daarvan. De politiek van roof, moord, marte ling, onderdrukking en zonder spoor te laten tot zinken brengen blijft nog in zwang. De Daily Express zegt iu een artikel over Duitschland o.m. het navolgende: „De Duitscher laat zich niet licht door formules bedriegen, hij wenscht hunne uitwerking eerst te leeren kennen. De Franschman bezit echter het vermogen zijne politieke overtuigingen in frasen neer te leggen. Zoowel de Amerikaan als de Engelsehman houdt van frasen die niets beteeken. De Duitscher kent een geringer aantal van dergelijke lijfspreuken. Dientenge volge beoordeelt bij den regeeringsvorm niet naar hunne ideëele -waarde doch naar hunne praktische bruikbaarheid. De Duitscher houdt van orde en tucht. Duitschland is waarschijnlijk het best gere geerde land van de wereld. Zijn steden zijn welonderhouden. Zijne armen worden goed verzorgd. Duitschland bezit verder een bekwaam, krachtig doch eerlijk ambtenarendom. De Duitscher waardeert dit alles. Indien hij socialist is, dau wenscht hij in den grond ook geene werkelijke verandering van het staats systeem. Hij ziet zeer duidelijk in, dat de parlementaire regeering in Engeland aarzeling, kortzichtigheid en verwarring met zich brengt. In Frankrijk ziet hij een steeds weder terug- keerende opwinding tegen pasgekozen regee- ringspersonen. In Rusland heeft de alleenheerschappij den weg gebaand tot eene hopelooze anarchie. Hij ziet naar het Oostelijk front en zijn enthousiasme voor de democratie vermindert aanmerkelijk." Volgens de Vossische Zeitung verzekert de Russche Nowoje Wremja, dat de mededeeling dat de voorloopige regeering tot de Londensche overeenkomst nopens een afzonderlijken vrede toegetreden is, niet met de feiten overeen stemt. In opdracht van Kerensky heeft Tsjeidze den 16den Sept. aan den R. v. A. en S. medegedeeld, dat de voorloopige regeering sedert haar optreden geen nieuwe militaire en politieke verdragen van geheimen aard met de geallieerden heeft gesloten, ook niet mot betrekking tot een afzonderlijken vrede. De bekende Zwitsersche militair Criticus, Stegemann, wijdt in „Der Bund" eene bespre king aan de oorlogsvooruitzichten waaraan het navolgende ontleend wordt „Indien de entente in September of October 'een groote aanvallen onderneemt dau blijkt üieruit, dat deEngelsch-Franschestrijdkrachten geen breed opgezetten artillerieslag met een zich daarbij aansluitenden algemeenen infan- terie-aanval meer willen leveren, en dal zij de komst van een groot Amerikaansch leger willen afwachten. Dit zou dan bereid moeten zijn, de vereischte groote bloedoffors op zich te nemen ten einde iu den doorbraaksslag succes te zoeken. Indien dit het geval is, dan zullen in het komende voorjaar weder nieuwe hecatomben worden aangericht, zonder dat de kansen van den strijd voor den aanvaller gunstiger worden. De doorbraakslag stelt nl. aan de bekwaamheden der troepen steeds giooter eischen terwijl de verdediger zijn achter elkaar gelegen reeks stellingen geheel voltooid. De officieuse kermis is gevierd in onze stad en Zaterdagavond gëeindigd. De stoomcarousel en de dansgelegenheden waren vol en soms meer dan vol. Dat het een duren tijd is viel niet op te merken, want zéér velen, waaronder jvele meisjes, waren Zaterdagavond onder den in vloed van den ook duurder geworden drank. Zondag werd nog napret gehouden door met een levensgroote pop, versierd met hoogen hoed door eenige straten te gaan al joelend juist toen de kerken uitwaren, 's Avonds werd dit tooneel nog eens herhaald, tot ergernis van velen die den Zondag willen hooghouden. Axel. Iu de Zaterdag jl. gehouden afdeelings vorgadering van de Z. L. M. werden vanwege het hoofdbestuur mededeelingen gedaan om trent het onderhoud der landbouworganisaties met een Minister. De uitslag werd bevredigend geachtin verschillend opzicht was de Minister aan de grieven te gemoet gekomen. Brood koren mag evenwel niet uit eigen oogst ge houden worden. De prijzen voor 1917—18 werden naar beter maatstaf geregeld de uitvoer van paarden in uitzicht gesteld de prijzen der speculatieve gewassen' zullen ten behoeve der voedselgewassen gedrukt worden. Een der aanwezigen gaf in overweging, dat de Minister zélf zou bepalen, hoeveel percent eener boerderij voor voedselgewassen moest bestemd worden. Dan heeft de Regeermg het in haar macht de graanproductie zoo hoog mogelijk op te voeren. Goede baantjes. Het is een slecht land, waar het niemand wélgaat. En ons land is daarom geen slecht land, wijl er altijd nog genoeg zijn, wie alles vóór den wind gaat. Zoo vestigt een ambte naar in de „Maasbode" de aandacht op enkele gelukskinderen. Vooreerst op den griffier der Noordbrabant- sche Staten. Deze heeft als zoodanig een salaris van f 5000 maar hij is verder secretaris der Provinciale Broodcommissie op f 1200 secretaris der Provinciale Electriciteits-Maat- schappij op f 1200 en thans is hij benoemd tot Regeeringscommissaris der graanverzame- hng op een salaris van f G000 met vrij reizen en acht gulden vergoeding voor iederen dag, waarop hij voor dienstzaken op reis moet. Als. pendant heeft men een vader en zoon, die bij elkaar inwonen en dus één gezin uit maken. De vader is burgemeester van Hontenisse, schoolopziener, administrateur van de Domein goederen. Ontvanger-Griffier van verschillende polders. Gedelegeerd commissaris van de Coöp. Suikerfabriek te Sas van Gent enz. Dit enzoovoort is wel degelijk van betoekenis. Nu is des burgemeesters 'zoon kort geleden Directeur van de train Hulst-—Walsoorden geworden en daardoor vrijgesteld van den militairen dienst. Thans is hij benoemd als Regeeringscommisaris der graarrverzameling op een salaris van f 6000 plus óók vrij reizen en acht gulden per dag waarop ïiij voor dienstzaken op reis moet. Het zijn ongetwijfeld allen zeer verdienste lijke mannen, waarover het hier loopt. Maar men zal toch ook niet zeggen, dat het Vader land jegens hen ondankbaar is. Zaterdag is een jongmensdi, afkomstig uit Oostburg, de 17-jarige M., door de politie te Breda aangehouden en overgebracht naar Vlissingen, waar hij zich, evenals te Middelburg, aan ernstige oplichterij heeft schuldig gemaakt. Hij vertoefde te Vlissingen in een hotel, kocht bij juweliers voorwerpen van waarde die contant betaalde, maar kwam dan latei- terug orn nog waardevoller artikelen op zicht te halen, die hij dan weer bij anderen ver kocht, of wel aan meisjes ten geschenke gaf. Hij maakte grove verteringen, reed ook veel per auto, maar vergat daarbij wel eens af te rekenen. Het bedrag waarvoor hij de winkeliers heeft opgelicht loopt in de duizenden. De politie te Middelburg heeft een 55 jarig onderwijzer uit Nieuwnamen, gemeente Clinge, aangehouden, die sedert Zaterdag zijn stand plaats verlaten had en verdacht wordt van verduistering van f35.000 als kassier van de Boerenleenbank aldaar. De man die bij zijn aanhouding een bedrag van ruim f200 bij zich had, heeft in den loop der week te Rotterdam, Amsterdam en zelfs te Leeuwarden vertoefd L. is ter beschikking van den officier van justitie gesteld. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te OoltgensplaatII. Ewoldt te Aalburg en Heesbeen te IClundertJ. Tichelaar te Wilsum. Aangenomen naar Rekken A. Adriani te Serooskerke. Goref. Kerken. Tweetal te De Kriin^ J. Ozinga te Hasselt en J. Sybesma te Zierikzee. Westelijk Front. Van het Oostelijke gevechterrein. Een nieuwe vredesnota van den Paus. Het antwoord van Duitschland aan den Paus. De Engelsche Pers over het antwoord van de Centralen aan den Paus. Een Engelsch oordeel over den Duitschen regeeringsvorm. Rusland en een afzonderlijke vrede. Stegemann over den toestand. TER NEUZEN, 25 September 1917.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1917 | | pagina 2