Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Uit de Pers.
F E U I L L E T 0 N.
OMHOOG!
Binnenland.
Buitenland.
No. 1464.
Zaterdag 8 September 1917.
l5c Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen, ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec-
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag= en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. L1TT00IJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending; van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Qrootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
V Harde boodschap.
De Stand." schrijft:
De meededeeling, die op het eind van de
vorige week namens de Regeering werd gedaan,
dat men met allen ernst heeft toe te zien op
de beperking van het brood verbruik, spelt
een donkere toekomst.
We waren al gewend aan een verminderde
portie, en nu zelfs die nog te zien besnoeien,
is voor heel gezinnen meer dan een lasthet
is kommer-die aan menige huisdeur klopt.
Het baat niet dat zooveel mogelijk te ver
bergen 'tis beter het feit kalm én moedig
onder de oogen te zien. Er is broodschaarste
Ja, er liggen Nederzandsche schopen met
graan gevuld in buitenlandsche havens; maar
men heeft ze daar zóólang vastgehouden, dat
die aangekochte graanvoorraad bedorven is,
en, als ze hier nog aankomt, voor menschclijk
voedsel niet meer geschikt wordt geacht.
En voorts schijnt er niet veel kans, dat we
graan uit Amerika zullen ontvangenmen
heeft daar zelf geen overvloed, en er is met
zóóveel volharding zelfs in ons eigen land (ge
schreven, dat wij Duitschland voeden, datjwe
er ons nu niet over verbazen moeten, wanneer
men in de groote Republiek deze beweringen
gaarne gebruikt om ons voedsel te weigeren.
Natuurlijk hopen we nog op een keer inde
zaken.
Allereest begrijpt men dat onze gezant in
Amerika het onmogelijke doet, om te zorgen,
dat er juiste inlichtingen over onze voedsel
voorziening en onzen uitvoer worden verstrekt
dat van die zijde geen enkele poging onbeproefd
wordt gelaten om ons volk te helpen.
En voorts ging van hier onlangs de com
missie scheep, die voor onze belangen in
Amerika ongetwijfeld zal werken en waken.
Doch met dat al, staan de zaken op het
oogenblik er lang niet hoopvol voor.
We zullen ons dus in het broodgebruik
hebben te beperken wat voor velen niet zoo
heel moeilijk zou zijn, indien er slechts genoeg
zaam andere voeding te verkrijgen ware. Maar
dat is allerminst het geval.
Wij zijn dus op minderen aangewezen, en
het is volstrekt niet zeker dat het niet nóg
eens „minderen" worden zal.
Ieder beseft wat hij als landsburger in dezen
te doen heeftmedewerken met de Overheid,
hulp en steun verschaffen waar zulks maar
mogelijk is.
Maar ook de Overheid heeft wel te beseffen,
dat het nu meer dan ooit noodig is, het volk
zoo volledig en snel mogelijk in te lichten over
37)
Hïi moest, in de omstandigheden, waarin
hij nu verkeerde, wel een afkeer gevoelen
van wat gebeurd was; van zijn drinkgelagen,
van zijn studentenjool. Terwijl hij fuilde, leed
zijn moeder, kwijndeze langzaam weg. En het
bericht ervan had hij toen niet eens de moeite
genomen, te lezen.
Een beschamende gedachte rees er hem op
had hij toch eigenlijk wel het recht te denken',
als hij had gedaan, te spreken, gelijk door hem
was geschied, tot aan de stervenssponde toe
hij, die zelf de meest liefdelooze zich had'
betoond, schoon hij zeide, moeder meer lief
gehad te hebben, dan een der anderen
Zijn denken hieraan was als de plotselinge
flikkering van den bliksem, éven waargenomen,
maar onmiddellijk verdwenen als een scherpe
schicht, die even schampt, maar geen ernstige
wonde toebracht. Ilij dwong zijn overdenkingen
een en andere richting te nemen.
De begrafenis had op de gebruikelijke wijze
plaats: in het sterfhuis verzamelden zich de
den stand van zaken den in die richting op
haar geoefenden aandrang ondersteunen wij
geheel en al.
Laat voorts bovenal het gebed van Gods
volk niet ophouden om licht in deze donkere
dagen om verlossing uit den al meer drei
genden nood.
VEREENIGING TOT CHRISTELIJKE VER
ZORGING VAN KRANKZINNIGEN IN
NEDERLAND.
Het 33e jaarverslag van de vereeniging tot
christelijke verzorging van krankzinnigen in
Nederland over 1916 is in druk verschenen.
Het volledige versl ag telt 280 bladzijden,
zoodat het noodig was evenals het vorige jaar
ook een meer beknopt verslag uit te geven,
doch ook dit heeft nog een omvang van 117
pagina's.
Behalve het verslag van de jaarvergadering,
gehouden te Zeist, werd ook in zijn geheel
opgenomen het referaat van ds. H. C. v. d.
Brink over: „De geestelijke verzorging in
onze Stichtingen".
Vervolgens vinden wij in het overzicht van
de geschiedenis en den staat der vereeniging
over 1916 de lotgevallen vermeld van de
stichtingen Veldwijk te Ermelo, Bloemendaal
te Loosduinen, Dennenoord te Zuidlaren,
Wolfheze te Doorwerth en Renkum, en de
Psychiatrische Neurologische Kliniek aan het
Valeriusplein te Amsterdam.
De zorgen voor de onderscheidene stichtingen
waren vele, doch ook dit verslag stemt "tot
groote dankbaarheid aan God, die de ver
eeniging nabij was en haar stelde de ver
pleging van ruim 2200 patiënten geregeld te
doen geschieden.
Bij circulaire werd een beroep gedaan op
steun en medewerking van de kerken, waar
van verwacht kon worden dat zij prijs stellen
op eene christelijke verzorging van de krank
zinnige leden hunner gemeente.
De vereeniging heeft 12700 contribuanten,
518 correspondenten, 60 afdeelingen en cor-
poratiën.
„EFFATHA."
Van den penningmeester van „Effatha", den
heer W. L. B. dpn Blaauwen te 's-Gravenhage,
Ant. Duijckstr. 49, ontvingen wij bericht, dat
hij de volgende legaten met dank heeft ont
vangen
Van wijlen den heer H. Bos te Rotterdam
f 1000. Van wijlen mevr. de wed. Spier te
's-Gravenhage f 100. Van wijlen mej, H. F.
H. Miedema te Enkhuizen f300.
familieleden en intieme vrienden de dominé
sprak eenige woorden vóór men grafwaarts
ging; de sombere stoet legde den ouden weg
weder af, die steeds hetzelfde doel heeft
Daaraan de groeve spraken de predikant en
na hem meester Voortman nog enkele woorden
van troost en waarschuwing.
Karei dankte, toonloos en stijfvormelijk voor
de eer, der overledene nog bewezen.
Straks, weergekeerd en aan den maaltijd
vereenigd, werd door den leeraar nogmaals
Gods Woord gelezen en naar de gelegenheid
toesprakelijk verklaard, waarna zich een ge
sprek tusschen enkelen der aanwezigen ontspon
waarin deze tevergeefs trachtten, ook Karei
te betrekken.
Dit was tevergeefs.
Hij hield zich geheel gesloten 't leek zelf
wel, of élke aandoening hem op dezen dag
vreemd was. Geen traan liet hij, bij de soms
hevig losbarstende droefheid zijner zusters en
broeders, vertoonde hij het altijd eender gelaat
van het standbeeld.
Op hem hadden de troostreden er geen in-
vloed, evenmin als de ernstige vermaningen
tot zelfonderzoek. Maar, misten ze thans haar
werking, evenwel moest hij ze toch aanhooren.
Soms voelde hij de lust opkomen, tegen te
spreken, te ontkennen, te redetwisten maar
een geheime vrees, tegen hen, die daar spraken
Dit is voor deze vereeniging, die geen
kapitaal bezit, een groote uitkomst.
AARDAPPELEN.
De minister van landbouw, nijverheid en
handel brengt ter algemeene kennis, dat in
de bedoeling ligt, eerlang over te gaan tot de
opvordering en distributie van winteraard
appelen. Handelaren, die plegen op latere
levering te koopen, wordt aangeraden met
het bovenstaande rekening te houden.
De minister van landbouw, nijverheid en
handel, gezien een beschikking van 21 Juli,
heeft bepaald, dat de in die beschikking vast
gestelde maximum-kleinhandelprijzen ook
zullen gelden voor de z.g. Eigenheimers of
Borgers. (St.ct.)
ONS PAGELIJKSCH BROOD,
In de samenstelling van ons dagelijksch
brood (het zoogenaamde witte brood) is weer
een verandering gekomen. Het bestaat nu
uit 80 pCt. bloem, gemalen uit 70 pCt. tarwe
en 30 pCt. gerst (in plaats van rogge(, 10 pCt.
Amerikaansch meel en 10 pCt. aardappelmeel.
De grauwe kleur van het „witte" brood
wordt veroorzaakt door het feit, dat uit de
grondstof nu 80_ pCt. „bloem" wordt gemalen
in plaats van 65 pCt, zooals in normale tijden
zoodat een deel van de zemelen eveneens in
de bloem komt.
DE PLUIMVEEZAAK.
Het „Hbld." is bij den heer Patijn, voorzitter
der commissie van toezicht op de pluimvee-
vcreeniging, op bezoek geweest, van wie zij
o.a. het volgende vernam
De klachten in de „Telegraaf" zijn dezelfde
als die, welke bij de Rijkscommissie zijn in
gebracht door eenige exporteurs, die door den
thans ontslagen adjunct-secretaris dier com
missie, Lankamp, zijn bijeengeroepen om grie
ven tegen de Pluimveevereeniging te berde
te brengen.
Omtrent den inhoud dier klachten kan nog
niets worden medegedeeld, omdat het reeds
vóór de publicatie in de „Telegraaf" ingesteld
onderzoek nog niet is afgeloopen.
Toch is er geen bezwaar tegen, thans reeds
enkele feiten bekend te maken.
Tegen het einde van het vorige jaar kwam
de voornoemde Lankamp bij den voorzitter der
Commissie met vage toespelingen omtrent ver
keerde practijken bij de administratie der
pluimveevereeniging en verdachtmakingen van
enkele personen, die aan het hoofd dier ad
ministratie staan. Ofschoon de met nadruk
gevraagde preciseering achterwege bleef, be
sloot de Rijkscommissie een omstandig onder
zoek in te stellen.
van dood en eeuwigheid, van de liefde Gods
van den ernst des levens, niet op te kunnen,
weerhield hem. Zij immers zaten allen ge
vangen in ijzeren vooroordeelen, in boeien van
leerstellingen, in den kerker der gebonden
ideeën. W at zou hij, de vrije, de onafhanke
lijke met hem twisten 1 Ze zouden hom toch
met begrijpen in hun bekrompenheid, zoomin
als de in gevangenschap geboren, kooivogel
de vlucht des adelaars verstaat. Zoo beeldde
hij het zich in.
Den anderen dag reeds maakte hij zich gereed
te vertrekken. Betjes verlof was óók om.
Van vader werd eon hartelijke afscheid ge
nomen.
Samen begaven ze zich naar den trein.
De booze hoogmoed kwam weer steken, Zij
reisde gewis weer derde. Zou hij nu weer
haar gezelschap deelen
Enkele der dorpelingen moeten óók met den
trein mee. Gewis, zoo fluisterde een stem in
hem, zouden, ze wel plaats nemen in dezelfde
coupé, als waarin hij met Botje dan zetten
zou natuurlijk uit louter nieuwsgierigheid
en hij zou hun benale praatjes moeten aan
hooren <m hun onbeschaamde vragen moeten
verduren en ze zouden hem aanspreken bij
zijn vóór-naamhet zou een kwelling voor
hem zijn.
Hij zou Betje maar voorstellen, met hem
Dit onderzoek, dat in Januari twee dagen
en eén avond in beslag nam, en dat voort
durend werd bijgewoond door den accoutant,
den heer C. van Uden, leverde hoegenaamd
niets op, dat ook maar in het minst bezwarend
was voor de verdacht gemaakte personen en
van verkeerde practijken bleek niets. Van
deze vergaderingen zijn stcnographische ver
slagen opgemaakt.
Toen in het begin van (Juli 1917 feiten
waren voorgevallen, die verdere samenwerking
van Lankamp met het overige personeel on
mogelijk maakten, stelde deze zich in verbin
ding met eenige exporteurs, en presideerde
hij eon vergadering, belegd om grieven tegen
de pluimveevereeniging en de Rijkscommissie
te berde tc brengen. Op 2 Augustus lichtte
de advocaat dier exporteurs, mr. Slingenberg,
de verzamelde grieven mondeling toe in de
vergadering der Rijkscommissie. Ongeveer
een week later werd het mondeling relaas
schriftelijk bevestigd.
De Rijkscommissie zeide niet alléén aan
stonds een ernstig ouderzoek toe, maar noo-
digde bovendien mr. Slingenberg uit, dat
onderzoek mede te maken. Op 16 Augustus
klus vóórdat iets in de bladen gepubliceerd
was had de vergadering, waarin met het
onderzoek een aanvang werd gemaakt, plaats.
Mr. Slingenberg was daarbij tegenwoordig en
had de gelegenheid alfe vragen te stellen, die
hij wenschte. Ook van deze vergadering zijn
stenographischo notulen gemaakt.
Op dienzclfden dag (16 Augustus) werd
mede het outslag van den adjunct secretaris
Lankamp definitief uitgesproken. Zes dagen
later verschen de „onthullingen" in de .Te
legraaf".
Betreffende de juistheid der beschuldigingen,
in die „onthullingen" vervat, zal het meest'
mogelijk licht worden verspreid, zoodra het
omvangrijk feitenmateriaal is verzameld en
beoordeeld. Inmiddels verzocht de Rijks
commissie den Miniser maatregelen te nemen,
die tegenover het publiek de onpartijdigheid'
van liet onderzoek zouden waarborgen, meer
nog dan door de aanwezigheid van den ad
vocaat der klagers reeds het geval is.
De Rijkscommissie achte het beter niet vóór
het einde van het onderzoek iets omtrent den
indruk, dien zij aanvankelijk van de zaak heeft,
bekend te maken.
DE OORLOG.
De val van Riga.
BERLIJN. (Wolff.) Over de bevrijding van
Riga meldt de oorlogscorrespondent van de
tweede te leizen. Maar Betje was ingesprek
met een van haar kennisjes die zou stellig haar
reisgenoote blijven. Nu, zooveel te gemakke
lijker dan; dan reisde hij alléén. Want hij
zocht het wel voor zich-zelf te verhelen, maar
niettemiu stond het toch zóó, dat hij eigenlijk
tegen een saam reizen met Betje opzag. Zij,
met haar ernst, zou zeker het gesprek wel
brengen op moeder, op de begrafiuis enz. Hij
zou tegenover haar niet veel hebben in te
brengen, dat steek hield, daarvoor had hij
haar in de laatste dagen genoegzaam leeren
kennen.
„•Ie reist zeker samen informeerde hij.
„O, nee, Suze brengt me maar een eindje
weg was het teleurstellend antwoord.
Bij het stationnetje, na Suze's vertrek kwam
hij weer
„Ileis je ook tweede
Ze voelde, hoe ze hem reeds weer te veel
was, hoe hij haar gezelschap zocht te mijden.
Maar zij was vast besloten, nog eens met
hem te spreken, hoezeer het haar pijnde dat
hij zoo grof haar wilde afschepen.' Ze'was
met voornemens geweest tweede te nemen
nu deed ze het.
„Ja', antwoordde ze eenvoudig.""
Hij kon nu wel niet anders.
„Neem voor mij óók een kaartje", zij ze.
(Wordt vervolgd.)
>0 JJWL P Qc
DOOR ZELANDIA.