Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. Donderdag 6 Sept. 1917, Uit de Pers. Binnenland. Woensdag 5 September 1917. 15® Jaargang. Mo. 1463. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland 1,10* Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag» en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LI TT 00 IJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIEN: Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Buitengewone Vergadering van Aandeelhouders der Naamlooze Vennootschap „L LICTOR ET E M E R G O" te Ter Neuzen op des nam. 6 ure (Zomertijd) ten kantore van den lieer P. J. Söheele, Ter Neuzen. De w/n Voorzitter, D. E. WOLFERT Hz. V Actie der Christelijk- Historischen. Van christelijk-historische zijde is men in den laatsten tijd druk in de weer, om aller wegen te komen tot het oprichten van plaatse lijke kiesvereenigingen. Deze ijver is alleszins prijzenswaardig en verklaarbaar. Prijzenswaardig, omdat hij getuigt van een krachtig politiek leven, en omdat een flinke organisatie van de christelijk-historische kiezers niet anders dan zuiverend kan werken in de politieke atmosfeer. Verklaarbaar evenzeer, nu immers de Evenredige Vertegenwoordiging spoedig haar beslag zal krijgen. Iedere partij, die dan niet klaar is, zal daarvan den weerstuit ondervinden bij de verkiezingen. De christelijk-historische partij ziet dat uit nemend in, en wendt alle krachten aan, om overal locale organisaties te verkrijgen. Ook in onzen omtrek. We verblijden er ons in. Meermalen is ook in ons blad de wensch geuit, dat er mocht komen een georganiseerd optreden in onze streek van deze coalitie broeders. Dit moet, naar onze overtuiging, ernstig afbreuk doen aan den liberalistischen invloed. Ieder weet immers, boe in verkiezingsdagen van liberale zijde gespeculeerd werd op de „christelijk-historische" kiezers. Toch meenen wij er tegen te moeten op komen, dat, waar getracht wordt christelijk- historische kiesvereenigingen op te richten, aan deze te zeer een kerkelijke kleur wordt gegeven. Het schijnt hij velen zóó te staan, dat een christelijk historische kiesvereeniging per sé moet bestaan uit leden der Ned. Hervormde kerk. Een Gereformeerde, zoo redeneert men, is natuurlijk anti-revolutionair. Een Hervormde, is, even natuurlijk, christe- lijk-historisch. Niets is minder waar. Duizenden Hervormden zijn trouwe leden der anti-revolutionaire partij. En de christelijk-historische telt onder haar leden omgekeerd ook leden der Gereformeerde kerken. Zoo is de leider der christelijk-historisclien, Mr. Lobman, lid der Gereformeerde kerken. En omgekeerd, bestaat b.v. het gelieele bestuur der anti-rev. Kamerclub uit Her vormden. Het is dus zeer onjuist te meenen, dat de scheidslijn tusschen anti revolutionairen en chr.-historischen dezelfde zou zijn als de kerkelijke. Hoevele liberalen zijn niet lid der Her vormde kerk. Denk maar eens aan onzen jonkheer De Muralt. Dit wanbegrip, dat een Hervormde nu als zoodanig ook chr.-historisch is en zich daarom hij de chr.-hist, kiesvereeniging heeft aan te sluiten doet een verklaring aan de hand, hoe bijv. in onzen omtrek, mannen van erkend liberale richting, thans zich voegden bij de nieuwe chr. historische vereeniging. Mannen, die jaren aaneen als liberaal be kend stonden, zich van liberale zijde lieten candideeren, ontpoppen zich nu als christelijk- historisclien. Dit moet wel vroeg of laat tot botsingen leiden. De christelijk historische vereenigingen zullen een degelijke Jiegwisef-propaganda intensief dienen aan te vatten. Dan zullen vanzelf de elementen, die bij haar eigenlijk niet thuis beliooren, wel ver dwijnen. We veroorlooven ons nog even in herinne ring te brengen, wat De Nederlander, het chr.-bist. hoofdorgaan nog pas in October 1915 schreef naar aanleiding van deze kwestie „Wie het verschil tusschen de clirist. historischen en de anti-revolutionairen zoekt in liet verschil tusschen de Nederlandsch- Hervormde kerk en de Gereformeerde kerken, slaat én de geschiedenis onzer politieke partijen in het aangezicht èn ziet zelfs den bestaanden toestand geheel over het hoofd. Wij zouden liet eenvoudig een ramp voor ons land en een ramp voor de kerk in haar verschillende vormen" achten, indien de kerkelijke tegenstellingen werden over gebracht op het gebied der politiek." Dit is duidelijk genoeg gesproken. De herinnering er aan leek ons thans niet overbodig. Vader Staat. De Rotterdammer schrijft Met leeuwenmoed is bij de totstandkoming der Ongevallenwet tegen liet monopolie van de Rijksverzekeringsbank gestreden. Men herinnert zich wat Dr. Kuyper van de zijde van Minister Lely wedervoer, toen hij zijn „groote amendement" indiende. De verwerping van Lely's eerste ontwerp in do Eerste Kamer maakte dat, zij het al op bescheiden voet, de mogelijkheid van het dragen van liet ongevallen-risico door particu liere maatschappijen geschapen werd. Besparing van veel kosten en veel romp slomp werd daarvan verwacht. Die verwachting is niet teleurgesteld. Dezer dagen kwam het Rapport uit van de Staatscommissie, door Minister Talma inge steld om te rapporteeren over de resultaten van de risico-overdracht. In onweersprekelijke taal schildert liet rapport de gunstige werking van dit instituut, terwijl voor eene breedere ontwikkeling van onderlinge organisaties het pleit wordt ge voerd. Opmerkelijk is de mededeeling die in liet laatste nummer van de „Risicobank", liet orgaan der Centrale Werkgevers Risicobank, voorkomt. Daar lezen „Sedert de oprichting der Risicobank, nu vijftien jaar geleden, hebben de gezamenlijke bij haar aangesloten werkgevers op de premie, welke zij anders hij de Rijksverzekeringsbank zouden hebben betaald, een bedrag van ruim 14 m i 11 i o e n bespaard. Dit vertegenwoordigt 30.7 pCt. van de Rijksbank premie, welke over dit tijdvak verschuldigd geweest zou zijn." Waarlijk, voor wie alles van den Staat ver wachten is uit de lotgevallen der ongevallen verzekering heilzame leering te trekken. RANTSOENEERING VAN KOFFIE EN THEE. Het zijn ingrijpende maatregelen die de Minister van L., N. en H. heeft voorgeschreven in de „Staatscourant" opgenomen regeling voor een rantsoeneering van koffie en thee. In de eersto plaats is van de dagteekening der beschikking af, iedere verkoop of af levering verboden van thee tot 12 September. Na dien datum begint een rantsoeneering waarhij de afgeloopen broodkaarten dienstdoen. Op 't oogenblik is loopend tot 2 Sept. de broodkaart van de 25ste week. Men beware die, want van 3 September tot 12 September kan men tegenoverlegging van die kaart koopen 0,2 K G., dus twee ons, koffie. Thee is in dat tijdvak niet te krijgen. De volgende broodkaart, de 26ste, wordt voor koffie of twee geldig voor liet tijdvak - van 13 tot 30 September, Dan kan men tegen overlegging van die kaart krijgen hetzij 0,05 K G. koffie, hetzij 0,05 K.G. thee, het een en ander naar keuze van don ge bruiker. Dat is dus een half ons koffie óf een half ons thee per kaart. En daarmee moet men doen tot 30 September, dus 17 dagen. THEE EN KOFFIE. liet Bureau voor Mededeelingen omtrent de Voedselvoorziening meldt Hoewel thee en koffie eigenlijk onder de genotmiddelen moeten worden gerekend, is liet gebruik ervan zóó algemeen, dat zij door de gewoonte bijna voedingsmiddelen zijn ge worden. Daarom lag liet in liet voornemen der regeering, nu de kans op aanvoer gering is, een regeling te treffen vooj- den verkoop van de nog beschikbare voorraden thee en koffie. Terwijl deze regeling in overweging was, bleken echter velen reeds bezig te zijn zich van meer thee en koffie te voorzien dan voor dadelijk gebruik noodig zou zijn, zoodat de regeeriug zich genoopt zag, een voorloopige spoedvoorziening tot stand te brengen, die op 1 October of zooveel later als noodzakelijk zal blijken, door een definitieve regeling zal worden vervangen. Winkeliers in koffie of thee, die hij den aanvang der distributie geen voorraad koffie' of thee hebben, zullen bij de branders, pakkers of handelaren kunnen aanvragen hun koffie of thee af te leveren bij wijze van voorschot. Die leveringen zullen dan later door toezending van bij hen ingeleverde broodkaartenlicliamen moeten worden verantwoord. Naar wij vernemen heeft de Minister van Landbouw de volgende maximumprijzen voor thee en koffie vastgesteld thee f 1.40 en koffie f1 per Vi K.G. De minister van landbouw heeft de volgende maximumprijzen voor thee en koffie vastge steldthee 1,40 en koffie fl per 1/'2 K.G. De minister heeft benoemd in het bestuur van liet Thee- en Koffiedistributiekantoor de lieeren H. Rud. du Mosch, te Amsterdam voorzftter II. Elin'k Schuurman te Rotterdam en A. Bierens de Haan te Haarlem. Tot directeur van liet distributiekantoor is be noemd de lieer L. Bohlken te 's-Gravenhage. Het distributiekantoor is gevestigd te Amster dam, Visclisteeg 5. DE STEENKOLEN VOORZIENING. De „N. Venl. Crt." had uit goede bron ver nomen, dat een overeenkomst zou zijn gesloten tusschen de Nederlandsche en de Duitsche regeering, die ons een voldoenden aanvoer van steenkool zou waarborgen. De „N. Crt." heeft helaas reden dit bericht voor niet juist te houden. STEENKOLEN AAN DE GRENZEN. Te Dinxperlo kunnen de grensbewoners de benoodigde steenkolen op goedkooper wijze rechtstreeks uit Pruisen krijgen. Dezen men- sclien is nu toegestaan deze steenkool ons land in te voeren, doch wordt hun de inge voerde hoeveelheid op hun brandstoffenkaart in mindering gebracht. PETROLEUM. Het lid der Tweede Kamer de heer Van dei- Voort van Zijp heeft de volgende vragen tot den minister van landbouw gericht 1. Heeft de minister maatregelen getroffen, ten einde te voorzien in de behoefte aan petro leum voor verlichting van de localiteiten van liet herhalingsonderwijs, de normaallessen, liet vakteekenonderwijs, enz. in die gemeenten waar niet over ander kunstlicht kan worden beschikt? 2. Zoo ja, kan de minister over deze maat regelen eenige mededeeling aan de Kamer doen? TURF. De heer Van der Voort van Zijp heeft tot denzelfden minister nog de volgende vragen gericht 1. Is liet juist, dat blijkens een bericht in de pers van 30Augustus door verveners te Klazinayeen e. a. aan den minister een adres is gericht, waarin zij de aandacht van Zijne Exellentie vestigen op het feit. dat liet volle product van 1916 en 1917 tot. een quantum van 25.000 dagwerk nog geheel aanwezig is, terwijl de huidige distributie-maatregelen oor zaak zouden zijn, dat er geen vraag is naar turfdat zij ter voorkoming van stopzetten en werkloosheid den minister verzoeken, lier- stel van den vrijen hatidel dat van de 25,000 dagwerk, zwarte turf 1/3 zou kunnen worden gebruikt voor brandstof en 2/3 voor strooisel, hetgeen zou beteekenen vracht voor 1300 schepen, terwijl nu tallooze schepen wekenlang op vracht liggen t.e wachten 2. Zoo ja, is het den minister bekend, of de in dit adres genoemde feiten overeenstem men met de werkelijkheid 3. Is de minister, indien vraag 2 bevestigend wordt beantwoord, voornemens, aan't verzoek tot herstel van den vrijen handel gevolg te geven, of meent de minister, dat andere maat regelen moeten worden getroffen, waarbij rekening gehouden wordt met het feit dat straks voor liet vervoer van aardappelen en bieten op veel sclieepsruimte beslag zal worden gelegd 4. Zoo ja, kan de minister omtrent deze maatregelen aan de Kamer eenige mededeeling doen DE PLUIM VEE VEREENIGING. Naar aanleiding van de ernstige beschuldi gingen. welke tegen de Pluitnveevereeniging en de Rijkscommissie zijn ingebracht, deelde de heer Duys, lid van de .Tweede Kamer, mede. dat hij hieromtrent een onderhoud heeft gehad met den lieer Postliuma, Minister van Landbouw, Handel en Nijverheid. De heer Duys heeft aan den Minister ge vraagd of hij liet plan had een scherp onder zoek in te stellen naar de dezer dagen uitge brachte beschuldigingen en of hij Hier op een krachtige wijze in wilde grijpen. De Minister deelde den lieer Duys mede, dat hij de zaak reeds ter hand had genomen en plannen had een uitgebreid onderzoek in te stellen. De heer Duys heeft daarop den Minister er met nadruk op gewezen, dat met hem ge- wenscht voorkwam, liet onderzoek niet te doen instellen door de Commissie van Toezicht, omdat niet a priori vaststaat, dat deze direct of indirect geheel buiten de zwendeldrijen staat. De lieer Duys heeft verder den Minister als zijn ineening te kennen gegeven, dat een Commissie van Onderzoek moest benoemd worden, bestaande uit personen, welke geheel buiten de V. P. N. stonden. De Minister verzocht daarop den lieer Duys hem ernstig de zaak te laten onderzoeken en aan hem over te laten die maatregelen te nemen, welke in deze liet meest gewenscht lijken. Ten slotte heeft de lieer Duys den Minister nog medegedeeld, dat indien het ingestelde onderzoek hem niet geheel zou bevredigen, hij gebruik zou maken van zijn recht om officieel daaromtrent eenige vragen aan den Minister te richten. VOEDSEL UIT AMERIKA. Reuter seint uit Washington De onderhandelingen over den uitvoer van graan naar Nederland zijn onderbroken door een tegenvoorstel, dat thans tusschen do ad ministratie der levensmiddelen en den Neder- landschen gezant besproken wordt. De vrijlating van de 30 graanschepen, waar omtrent men het in de afgeloopen week eens werd, heeft niet plaats gehad, doordat men niet tot een overeenstemming is kunnen ge- Heilzame leering.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1917 | | pagina 1