üntireoolutionair
Door
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Zaterdag 25 Augustus 1917.
Wat uoodigst is.
FEUILLETON.
OMHOOG!
Binnenland.
No. 1460.
Zaterdag 25 Augustus 1917.
15* Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOCJJ Az. te TER NEUZEN.
ADVERTENTIËN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
•Buitengewone Vergadering
van Aandeelhouders der
Naamlooze Vennootschap „LJCTOR. ET
E M E R G O" te Ter Neuzen op
iles nam. 3 ure in de Clir. Bewaarschool,
Zandstraat, Ter Neuzen.
De w/n Voorzitter,
D. E. WOLFERT Hz.
„De zorg klopt aan de deur."
Deze uitdrukking teekende op juiste wijze
den toestand van ons vaderland in het
voorjaar.
We zijn thans een zes maanden verder.
De onwelkome, kloppende gast is niet afge
trokken; integendeel, zijn kloppen is sterker
geworden, hij heeft de deur reeds openge-
stooten. Hij is binnengetreden.
Zorg van allen kant.
Zorg voor de veiligheid van stad en land.
Zorg voor het dagelijksch brood voor
kleeding, deksel, schoeisel, stooksel, verlichting;
ja waarvoor niet P
Nog altijd zijn er onbezorgde naturen, die
de oogen sluiten voor wat zoo duidelijk dreigt.
Nog zijn er, die het lied der zorgeloosheid
zingen.
Nog treft men er aan, die den gevreesden
vijand wanen te zullen koeren met goud en
zilver.
En veilig mag zelfs gezegd, dat liet meeren-
deel van ons volk nog niet ten volle beseft
den ernst der tijden, die komende zijn.
Men ziet vaak nog niet veel verder dan den
horizont van zijn eigen bestaan en meent dan,
dat liet nog wel zal schikken.
Degenen, die reeds maanden te voren telkens
hun waarschuwende stem lieten hooren,
werden gehouden voor éil te zwaartillend, voor
wel zéér zwartgallige pessimisten.
Thans, nu de winter niet zoo heel verre
meer is, komt er kentering.
In enkele maanden heeft de algemeene
economische toestand zich zoodanig ver
slechterd, dat de feiten al te duidelijke taal
gaan spreken, dan dat men ze ter zijde zou
kunnen schuiven.
En nu komt ook de critiek los.
De overheid heeft liièr gefaald en daarde
getroffen maatregelen tot beteugeling van de
dreigende volksramp lieeten ondoelmatig en
onpractischmen had zóó moeten doen en
35)
„Rustig, moeder? Rustig?"
„Niet om me zélfmaarom jou
Hij sloeg zijn oogen neer.
Hij begreep.
„Kan ik rustig mijn hoofd neerleggen, om
jou, Karei?
Zijn mijn gebeden verhoord
Hij keek niet op. De hand, welke die van
moeder had omklemd gehouden, liet los.
Voor haar stervend oog was dit antwoord
duidelijk genoeg.
Een diepe zucht wrong los uit haar borst.
Haar uitgemagerde vingers tastend zoekend
langs liet dek, om hem vast te houden.
Een floers van tranen bewolkte haar uit
geschenen oogen.
Er was nog dieper stilte komen hangen, als
een benauwend, verstikkend, doodend gas.
De liemelsche vergezichten verduisterden
een ciogenblik bij haar moederleed.
„Kind van mijn tranen, zoon van mijn ge-
heden, kermde ze. „Moet ikzöó
ziis moeten handelen en in liet uitweiden over
gepleegde of vermeende feilen zoekt menigeen
zijn kracht.
Stellig zal hier en daar wel iets, misschien
veel, soms alles gehaperd hebben.
Maar wat komt men daar nu verder mee
Bij een huishouding, als thans de Staat
moet voeren,móeten misslagen begaan worden.
Dat ligt in den aard der zaak.
Doch anderzijds is toch het feit niet weg
te redeneeren, dat waar niets is, de keizer
zijn recht verliest.
Distribueer maar, als er niets te distribu-
eeren valt.
Letterlijk op elk gebied begint het nu te
nijpen.
Hoe staat het met de levensmiddelenvoor
ziening
De eigen oogst is gering, ontoereikend.
Verschillende gewassen vallen zeer tegen
of zijn mislukt.
Buitenlandsche aanvoer is waarschijnlijk
uitgesloten.
Tarweaanvoer stopgezet.
Hoe moet de rijst uit Indië ons hereiken
Hoe zal de aardappeloogst uitvallen?
Hoe staat het met de brandstoffennood
Menigeen ziet met bange zorg den winter
naderen.
Geen kolen geen turf
Afhankelijk van 't buitenlandde vooruit
zichten slecht.
De regeling op papier moge uitnemend zijn,
maar wie ter wereld garandeert de uitwerking?
Werkeloosheid grijpt bovendien met duizend
armen om zich heen, en maakt dagelijks meer
slachtoffers.
De eene industrie na de andere moet stop
gezet.
Onze handel en scheepvaart ligt grootondeels
stil.
En dit alles gaat gespaard met zulk een
onrustbarende stijging der prijzen, dat, zelfs
hij de aanwezigheid van een artikel demoge
lijkheid van aanl.oopen voor zeer velen afge
sneden is,
v Op rantsoen in alles.
Het brood, straks moeten we wellicht gaan
schrijven het „brood", ons toegemeten in
alleszins onvoldoende mate, waarin alleen
verergering is te voorzien.
Gas, electriciteit, olie, alles naar afgepast
rantsoen, of niets
Allerlei levensmiddelen in uiterst kleine
porties.
De honger voor de poort.
scheiden
„Moeder...., was het eenig bescheid. Hij
kón niet antwoorden tenminste niet zooals
de stervende het zou vvenschen. Moest hij
dan haar doodstrijd door zijn ontkennen ver
zwaren Moest hij huicheleu, hier P
Daar hijgde weer haar stem, schier gebroken,
door zwoelte van den zomernacht en van de
bange spanning der gemoederen.
„Karei ben jevan denHeere
geheelvervreemd O, kind, weersta
tochzijnliefdeniet 1"
„Liefde?" barst hij los, „liefde? Waarom
ontneemt hij u dan aan mij, aan ons? Zijn
liefde is wreedheid. Als hij
Had ze alle levenskracht opgespaard tot dit
laatste oogenblik, om met haar uitgeteerde
hand zijn mond te bedekken, die woorden
sprak, welke haar als Godslastering in liet
oor klonken Inderdaad sloten haar vingers
den mond.
„Stil, Karei, niet zoo. O, God, niet zoo
Brenghem terechtzoon der
belofteno Heeregedenk...
Uw trouwver.bond
Snakkend naar adem lag ze daar.
Verwijtende blikken voelde Karei om zich
branden de blikken van broers en zustei's
en vader. Maar, mocht hij dan veinzen?
Neen, dat wilde hij niet. Hij zou zwijgen
In de huidige benarde omstandigheden wordt
overheid en volk overstroomd met goeden
raad.
Tot de overheid luidt liet: Licht de men-
schen toch vooral grondig en tijdig in over
de oorzaken van den toestand. Dat zal veel
misplaatste ontevredenheid wegnemen. Dat
onredelijke eisclien voorkomen.
Uitstekend.
Alleen moet men niet vergeten, dat een
hongerige maag al heel weinig geneigd is,
naar rede te luisteren. Men mag zich van
tijdige en heldere voorlichting, hoe uitnemend
ook, niet te veel beloven.
De tweede raad is van dezen inhoudons
volk moet doordrongen worden van den ernst
van den toestand.
Daarom geen onbekookte critiek.
Daarom eenvoud en zuinigheid betracht.
Tot liet uiterste.
Al weder moeten we toestemmen alleszins
te prijzen.
Toch, ook de uitwerking van dezen raad
mag niet te hoog worden aangeslagen.
Wat ons volk allereerst en allerminst noodig
heeft, is nog iets anders.
In ons volk, onder alle rangen en standen
behoort het besef door te dringen en levendiger
te worden, dat Gods hand in al deze dingen is.
Dat Zijn bestel ze ons beschikt.
Naar Zijn vrij macht.
Om ónze zonden.
Zoolang we ons inbeelden, dat de reeds
lieerscliende en nog te wachten nood en ellende
te wijten zijn aan een ongelukkigen samenloop
vah omstandigheden en toevalligheden, aan
misslagen en blunders in hooger en lager
regeeringskringen, zal de rechte moed ont
breken, die nooden te dragen en te doorstaan.
Maar wanneer we teruggaan naar den waren
oorsprong van het kwaad, kermt de zaak in
een ander licht.
„Du ware bron onzer rampen en ongelukken",
zoo betuigde eenmaal stadhouder Willem V,
toen hij uitweek naar Engeland, „ligt in onze
nationale zonden en ongerechtigheden. God
heeft een twist met Nederland.
Is dat woord ook thans niet van kracht?
We behoeven daarover immers thans niet
meer te zeggen
Als dat beset in ons volk mocht beginnen
te leven en krachtig opwaakte, zou juist die
ootmoed en schuldbelijdenis, mét een zoeken
van de oude padeu, de stalen zenuw blijken,
die ook de grootste rampen moedig deed
dragen.
„Ruiter op het vale paardzoo dichtte
eens Van Eik.
Haar oor, haar hart wachtte nog een ant
woord. Eén toon slechts van berouw, één
kiem van een heilige gelofteHij zweeg.
Ze lag thans boweegloos.
Een trek van bittere leed lijnde zich diep
om de mondhoeken.
De oogen waren gesloten.
Sneller begon haar boezem te jagen.
Dat zou het einde zijn.
Dat was aller verwachting, die sprak uit
de hoorbare stilte, de voorovergebogen hoofden,
de strakke oogenspieding naai die ééne
Plots ontspanden zich haar trekken.
Een verhelderende glans gleed over liet
ingevallen gelaat, een verheerlijking
Een lacli plooide de lippen.
Gedanktmijn God hij zalhij
zalwederkeereii
Was haar laatste voorstelling een worsteling
des geheds geweest om het leven, liet eewig
heil van haar zoon En was haar een God
delijk antwoord geworden
„Ka rel ik zalje een
maalwederzien
„Moedermoeder1" Het woord
herhaalde zich van allen kantdo laatste
groet aan de stervende
En in de stilte van het waehten op nog
één enkel woord dreigden de harten te
springen van ontroering.
„Ruiter met het vale paard!
Luidt uw lastbrief om te wonden
En te dooden op deez' aard,
Als bezolding voor de zonden?
Of is 't randschrift van uw kling:
Liefde Gods tot loutering?"
En zijn antwoord luidde
Wat uw doe! is, wie ge zijt
Bode, ja, bazuin des Heeren
Roede Gods, die 'tvolk kastijdt,
Maar den zondaar óók wil leéren
Zich te huigen voor don troon
Van des Vaders eeuwgen Zoon.
Volk, o volk van Nederland
Kniel en boet en vast gestadig
Die raad is nog niet verouderd.
Moge hij de opvolging vinden hij ons bij
ailen.
HET NIEUWE UNIE-BESTUUR.
Do vernieuwing van liet hoofdbestuur der
Liberale Unie is voor don hoefijzer-corres
pondent van liet Hbl. een reden om zeer ver
heugd te zijn, niet liet minst om de liooge
stemmencijfers, die hij de bestuursverkiezing
door een bepaalde groep der gekozenen zijn
behaald. Onder degenen n.l. die de meeste
stemmen verkregen vindt men de heeren
Heeres, Eerdmans, De Muralt en Otto, die
hebben behoord tot de sterkste opposanten
tegen liet oorspronkelijke onderwijsartikel van
de Regeering.
Dat geeft volgens liet Hbl. moed voor
de gedragslijn, die de Liberale Unie zal volgen,
als liet eens op de uitwerking van dat artikel
zal aankomen. „En de heer Otto, een der
voornaamste opposanten uit die dagen, is nu
bovendien tot secretaris van de Unie gekozen
(met 78 van de 86 stemmen) in de plaats van
den afgetreden lieer Roodhuyzen, den onder-
wijspacifist hij uitnemendheid. De heer Otto,
die destijds in en huiten de Kamer zooveel
hoongelach ook van eigen partijgenooten te
hooren kreeg, kan thans waarlijk zeggen
Wie liet laatst lacht, lacht liet besté De "alge
meene vergadering van de Unie heeft hem
een schitterende revanche bezorgd
„De Tijd dit overnemend teekent er bij aan
Wij weten niet, of de heer Otto tot secre
taris is gekozen, omdat hij van te voren ver
klaard had, dit ambt alleen honorair te willen
aanvaarden. Zoo niet, is hij secretaris ge
worden om zijn verdiensten als strijder van
liet onderwijs artikel, dan kunnen wij in de
Liberale l nie nog vJeeinde dingen zien ge
beuren. Dat liet aanhangige grondwetsartikel
„VaartwelAllen....! Jezus
Chri
De nevels van den aardschen horizon schoven
weg voor de stralende zonne der Gerechtigheid
zelve en de verloste ziel ijlde de juichende
regionen tegen van ongeziene heerlijkheden..
HOOFSTUK XII.
Met mokkend hart had Karei zich geschikt
naar zijn familie in de eerste dagen van rouw,
de doffe dagen van zwartheid en donkerheid.
Om hem heen gebeurde het al, wat de droeve
omstandigheden noodzakelijk maakten maar
het ging hem voorbijniéts trok hij zich er
van aanin stugge zwijgzaamheid zocht hij
nog grooter eenzaamheid. Hij had voor
niemand een woord alleen de kleine Truida
kon hij koozend tot zich trekken, ais zij haar
verdriet en gemis uitsnikte. Hij kon niet
schreien, niet snikken. Maar helle gloeiïng
schroeide zijn droge oogen. en een vuur brandde
in zijn hersenen. Wilde, opstandige gedachten
teisterden zijn moede brein, gedachten die hem
wellust waren, maar die in geen woord werden
vertolkt. Hoe, hier! In dezen kring! Waar
alles onderwerping ademde, waar deemoed de
atmosfeer was, waarin men leefde. Hij zag
ze naar zijn schatting, allen hukken in slaaf-
sche gedweeheid die zelf de striemende roede
kuste. (Wordt vervolgd.)
o <1 IL01L P o
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
DOOR ZELANDIA.