Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Na drie jaar.
FEUILLETON.
OMHOOG!
Binnenland.
No. 1454.
Zaterdag 4 Augustus 1917.
15" Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITT001J Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentlën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 1 4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,IQ
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Het vierde oorlogsjaar is thans ingetreden.
Ieder herinnert zich nog alsof het pas gisteren
geschied ware, hoe thans juist drie jaar ge
leden als een donderslag uit helderen hemel
de eene oorlogsverklaring volgde op den
anderen.
Er heerschte toen algemeene verslagenheid,
die bij sommigen schier tot radeloosheid
oversloeg.
De eenige troost, die werd gegeven, bestond
in de stellige verzekering, dat in dezen
modernen tijd een oorlog als thans tussehen
de machtigste wereldrijken was losgebarsten,
niet langer dan eenige maanden kon duren.
IJdel zeggen is deze profetie gebleken.
Reeds zes en dertig maanden woedt thans
de ijselijkste aller oorlogen.
En nog is het einde niet te voorzien.
Tot de tanden gewapend staan de volkeren
tegen over elkander. De omvang van den
krijg is sinds 1914 aldoor toegenomen en beziet
men thans de wereldkaart, dan zijn de neutrale
staten slechts als enkele onbelangrijke eilanden
in den oceaan van oorlogsrazernij.
Wel leefde telkens weer de hoop op, dat
binnen afzienbaren tijd de vurig verbeide vrede
zou gesloten worden, doch van die hoop werd
ook even vaak ruw de bodem ingeslagen.
Toch kan men in den gang van zaken een
drietal perioden tamelijk duidelijk onder
scheiden.
De eerste phase van den strijd kenmerkte
zich door een geest van wederszijden, om
elkander met krijgsgeweld te verpletteren.
Het zwaard moest en zou de beslissing brengen.
De Centralen zouden de Entente, óf, de
Entente de Centralen verpletteren. De eene
partij zou de andere straks de vredesvoor
waarden slechts te dicteeren hebben „Nach
Parisen Berlin waren van dezen
geest de karakteristieke uitingen.
In den aanvang scheen een dergelijke be
slissing van het geding niet tot de onmoge
lijkheden te behooren. De Duitschers, door
hun schending van Belgiës neutraliteit snel
voortgerukt tot de Fransche grenzen, schenen
met te weerhouden. Weldra zou het Duitsche
leger voor Parijs staan.
Maar de krijgskans keerde. De slag aan
de Marne viel ten ongunste van de Duitschers
uit en sinds dien bleef het Westelijk front
het beeld vertoonen van de worsteling tussehen
twee reuzen, die elkander evenaren in kracht
en behendigheid.
Tegelijkertijd bleek ook dat de Russische
stoomwals zijn werking niet kon doen en
zoowel in het Oosten als in het Westen moest
de beslissing door geweld van wapenen meer
32)
„Guns, mijnheer, wat laat u me schrikken.
Uw moeder, zegt u? Zóó erg? Zoo maar
ineens
„Wil je zoo goed zijn, me dadelijk mijn
schoon linnen te brengen. Ik heb geen minuut
te verliezen", viel hij ongeduldig uit.
„Nou, meneer, neem u me niet kwalijk,
't Ligt al voor u gereed, kijk u 's, daar,
'k had het juist klaar gelegd. Enne...., die
andere brief, zal ik maar zeggen, die heeft
een jongen daar effen gebracht. Hij moest op
antwoord wachten, maar omreden als dat
uwes niet thuis was, en omreden asdat ik ook
niet wist, wannéér u thuis zou komen, is-t-ie
zonder antwoord afgetrokken. Hij kwam van
eene meneer Van... Vanne... Daal... of zooiets".
„Van Dalem", verbeterde Karei, onderwijl
zich haastende zijn toilet te maken voor de
reis, op half vragenden toon.
„Juistement, meneer, Van Dalem, zooas
uwes zeit".
„Goed"
en meer blijken onmogelijk te zijn.
De tweede periode vertoont een ander
beeld. Mocht in de eerste van geen vrede
zelfs gerept, dan waarbij de eene partij over
winnaar en de andere overwonnene was,
thans kwam de idee meer en meer naar voren,
dat, kwam er ooit vrede, dit een vrede zou
moeten worden bij vergelijk. Over en weer
lieten de woordvoerders der verschillende
partijen hun stem hooren, om van hun meer
dere of mindere geneigdheid tot vrede blijk
te geven.
Ook in de pers kwam de neiging aan den
dag over den vrede te redeneeren. Wel ging
het niet van harte, maar de eerste periode,
waarin zelf het spreken over den vrede uit
den booze werd geacht, was men toch te
boven, Amerika's President kwam zelf met
zijn vredespoging en een oogenblik scheen het
zelf, alsof de vrede aanstaande was.
De derde periode begon met het weigerend
antwoord der Entente, om de vaii Centrale
zijde uitgestoken vredeshand aan te grijpen.
De Middelrijken, de noodzakelijkheid van
een spoedige beëindiging van den krijg besef
fende, wijl rekking ervan hun land hoe langer
hoe verder ten verderve voerde, grepen naar
het wapen van den medoogenloozen duikboot
oorlog. Middellijk bracht hun dit de oorlogs
verklaring van Amerika, dat zich verrassend
snel van den vredesmantel ontdeed en het
daaronder verborgen oorlogskuras deed schit
teren. Op Amerika volgden verschillende
andere Staten. Opnieuw leeft, en wel van de
zijde der Entente de hoop op, dat militaire
overmacht en overwicht de Centralen zal
dwingen zich naar haar eischcn te schikken.
Desnoods zelfs zonder Rusland mèt Amerika.
Tegelijkertijd evenwel is in de kringen der
strijdende mogendheden, en wel, in onder
scheiding met de officieele leidende persoon
lijkheden onder het volk, allerwegen een
oorlogsmoeheid te constateeren en een hunke
ren naar vrede, als in de eerste periode in
geheel niet, en in het tweede slechts Spora
disch was waar te nemen.
Ja, het lijdt bijna geen twijfel, dat, mocht
hoofd voor hoofd gestemd vóór of tegen een
spoedigen vrede, in alle oorlogvoerende landen
de voorstanders van den vrede een besliste
overwinning zouden behalen.
Openbaringen van deze stemming onder het
volk zijn wel de pacifistische propaganda, die
vaak, zelfs met zeer hardhandige middelen,
moet worden tegengegaan, en de aanstalten,
om internationale conferenties te beleggen,
waar vertegenwoordigers van al de belligerente
volken elkaar wenschen te ontmoeten.
En als een indirect gevolg van deze sterke
vredesstrooming onder de volken mogen zeker
Het korte bescheid deed de belangstellende
juffer den terugtocht aanvaarden.
Zich reppende, om spoedig voor het vertrek
gereed te zijn, aldoor in zijn gedachte bezig
met het slechte nieuws van thuis, vergat hij
zelfs het briefje van oom van Dalem in te zien.
De juffrouw verscheen weer, om hem te
bewegen, ten minste nog even iets te ge
bruiken, hij deed het onder het heen en weer
loopen.
Dra was hij gereed, zette zijn hoed op, vatte
den wandelstok.
Nog even de kamer rondziend, als iemand
werktuigelijk doet voor zijn op-reis-gaan, viel
hem de brief in 't oog.
Hij stak hem bij zich.
,,'k Zal hem onderweg wel even inzien in
den trein strakjes; kan nu toch in geen geval
meer antwoord zenden", overlegde hij, en stak
het schrijven in den zak.
't Was meer dan tijd.
Gauw een trommetje genomen in den loop
pas naar het plaatskaarten loket.
Daar stond ook Betje, reeds ran een biljet
voorzien. „Retour, 2e klas D", haastigde hij.
Zijn kaartje in de portemonnaie bergende,
spoedde hij zich het perron op, Betje achterna,
die middelerwijl vooruitgegaan was.
„Instappen 1"
Betje zette zich in „niet-rooken" coupé
wel aangemerkt worden de verschillende
redevoeringen van de onderscheiden diploma
ten, welke wel hoofdzakelijk bestemd schijnen
gehoord en beantwoord te moeten worden
door den tegenstander.
Indien nu uit dit alles een conclusie moet
getrokken worden, kan deze niet anders luiden
dan aldus, dat de roep om vrede algemeener
wordt en men beiderzijds nog slechts tobt,
om de bevredigende formule te vinden be
vredigend naar weerszijdennaar den kant
van eigen volk, zóó, dat ten minste de schijn
geregeld wordt en niet al te naakt uitkomt
het fiasco, dat men maaktenaar den kant
van den tegenstander, zóó, dat deze zich niet
als overwonnene behoeft te gevoelen.
Het voortzetten van het krijgsbedrijf lijkt
thans alleen ten doel te krijgen de wederzijd-
sche positiën nog wat te verbeteren.
Bij den aanvang van het vierde oorlogsjaar
past ook een blik op de omstandigheden, waarin
ons Vaderland verkeert.
Was de positie van Nederland reeds bij den
aanvang van den krijg een netelige, ze is dat
in hoe langer hoe erger mate geworden. We
behoeven de som niet te berekenen van al
de onrechtmatige bejegeningen, ons aangedaan,
zoowel van de zjjde der Centralen als van de
Entente. Ieder weet bij bittere ervaring ervan
te spreken. Maar dat de toestand met den
dag meer onhoudbaar wordt, zal niemand
tegenspreken. Men heeft, ten opzichte van de
handelingen, die de oorlogvoerenden zich tegen
over ous veroorloven, weieens gesproken van
een wedstrijd in onrecht. Inderdaad schijnt
dat vaak de meest juiste betiteling. Het laat
zich aanzien, dat met de belangen en de
rechten der neutralen hoe langer hoe minder
rekening gehouden zal worden. Als een
Damocles-zwaard hangt ook ons nog immer
en steeds dreigender het oorlogsgevaar boven
het hoofd. We schijnen wel te leven bij de
gratie der strijdende mogendheden.
Toch mag dit niet de toon zijn, waarmede
wij bij de intrede van het vierde bloedjaar
eindigen. Als Christenen gelooven en belijden
wij, dat de Heere God aüe ding regeert. Ook
het woeden der volken. En daarom mag ook
geen moedeloosheid ons bevangen, alsof een
noodlot ons beheerschte. Het betaamt ons,
bij de belijdenis, dat ook óns volk duizendmaal
den zegen van den vrede heeft verbeurd bij
verootmoediging van wege onze nationale en
persoonlijke zonden en ongerechtigheden bij
nauwgezette handhaving van onze neutraliteit
het oog vertrouwend gericht te honden op
onzen God.
Want de gangen der eeuw zijn zijne I
3e klas.
„Reis je geen tweede
„Nee, ik heb derde. Hindert niet, als jij
tweede heb genomen. Ga je gang maar."
Ze wist, dat hij nooit derde reisde.
Een klein oogenblikje stond hij in dubio.
Toen stapte hij bij haar in de coupé.
„Geeft niet... voor een keer".
Ze begreep, dat het een opoffering voor
hem was.
„Anders", zei ze „je kunt heusch...."
„Welnee, waarom? kwam hij hartelijk.
Gedurende de reis spraken beiden slechts
weinig.
Elk zat met zijn eigen gedachten vervuld,
die wel over dezelfde zaak gingen, maar niet
temin hemelsbreed uit elkaar liepen.
HOOFDSTUK XII.
Benauwende stilte hing in het kleine vertrek.
In het voortuintje verschemerden de mooie
rozen en kleurenrijke viooltjes tot een vaal
grauw geheel.
De ramen stonden opgeschoven zoo hoog
het kon.
Op een ledikant lag de zieke, zóó dat het
avondkoeltje haar kon bereiken.
Ze lag stil, bijna onbeweeglijk.
Terzijde van haar leger, het hoofd rustend
op de handen, de ellebogen op de knieën
FILIPPUS.
De inteekenlijst van deze bekende kalender
is weder verschenen.
Het schild voor 1918 is mooi. Als premie
wordt gegevenDe Dordtsche Sijnode van
16181619, bijdragen van Dr. H. Bouwman, Ds.
J. H. Landwehr, Dr. II. Kaajan en Ds. J. C.
Rullman. De prijs der kalender is met 10
cent verhoogd.
SCHILD EN PIJL.
Wij vernemen dat bij den uitgever J. H.
Kok te Kampen met October a.s. een nieuwe
en zeer belangrijke brochurenreeks gaat ver
schijnen.
Hoe lang zoo meer werd in de laatste jaren
bij het steeds grooter in aantal worden en het
zich immer meer op den voorgrond dringen
van allerlei Levensvragen, de behoefte gevoeld
aan vertrouwbare en principieele voorlichting
voor onze jonge menschen en allen die op de
een of andere wijze met deze problemen in
aanraking komen. Ook in dezen heeft onze
Christelijke pers een roeping, en reeds al te
lang heelt dit terrein zoo goed als braak ge
legen. In dat opzicht geeft de R.-K. Canisius-
Vereeniging ons een beschamend voorbeeld.
Na langdurig overleg is thans de uitgave
verzekerd van een brochurenreeks welke zich
ten doel stelt, zoowel aanvallend als verwerend
op te treden. In verband daarmede is als titel
vastgesteld Schild en Pijl. De bedoeling is
in deze uitgave gewichtige vraagstukken te
behandelen van allerlei aard, met de uitge
sproken bedoeling om steeds èn actueel èn
principieel te zijn.
Er zal elke maand behalve in de maanden
Juli en Augustus een compleet nnminer ver
schijnen en de bedoeling zal zijn deze uitgave
zoo goedkoop mogelijk te maken, zoodat de
Vlugschriften op ruime schaal onder ons
Christenvolk verspreid zullen kunnen worden.
De Redactie bestaat uit de II. H. Dr. J. G.
de Moor, Prof. Dr. F. W. Grosheide en Dr B.
Wielenga. en deze Redactie heeft zich de mede
werking verzekerd van verschillende heeren.
Prof. Dr. H. Bavinck zal de reeks openen
met eene brochure over het Vrouwenvraag
stuk.
Ongetwijfeld zal deze uitgave met groote
belangstelling worden begroet en in eene be
hoefte voorzien.
OPDRIJVING PRIJZEN VOEDERBIETEN,
KOOLRAPEN E. D.
De minister van landbouw, nijverheid en
handel brengt het volgende tot algemeene
kennis.
steunend, zat op een stoel Randers.
Een lange zucht ontsnapte bij tussehen-
poozen zijn borst. En het scheen of die zucht
bleef hangen iu de somberte van het kamertje.
Aan den wand tikte traag de oude hangklok
zwaarmoedig klonk dat tikken, als het zuchten
van de gebogen gestalte.
Twee meisjes zaten, ter weerszijden van de
tafel, de handen in den schoot gevouwen.
Moeder sliep.
Straks had haar een hevige benauwdheid
overvallen.
Uitgeput lag ze daar nu.
En in het schemerdonker staarden de oogen
der meisjes angstig naar dat bleeke hoofd.
Een licht bewegen ervan deed haar haastig,
maar met vermijding van elk onnoodig gerucht,
opstaan en zich naar het bed wenden.
De zieke behoefde niets, maar dat bijna
onmerkbaar hoofdwenden leek de voorbode
van een nieuwen aanval.
„Vader, zouden we de lamp maar aansteken?"
stelde Lena voor.
„Goed kind, ga je gang maar", zei hij. Hij
had even het hoofd uit de handen gelicht,
maar onmiddellijk liet hij het er weer in
zakken.
(Wordt vervolgd.)
DOOR ZELANDIA.