flntirmluMMir ïlicuvps- en Advertentieblad Zeeland. - Binnenland. No. 1453. Woensdag 1 Augustus 1917 15" Jaargang. s. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,-. Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders.- Dit blad verschijnt Dinsdags en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. tc TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. PROF. DR. J. WOLTJER. f Na een lang ziekbed is, tc Amsterdam over leden het Eerste Kamerlid prof. dr. J. Woltjer, de bekende hoogleeraar der Vrije Universiteit, die gedurende meer dan 35 jaren aan deze Iloogeschool verbonden was. De overledene werd in 1902 tot lid van de Eerste Kamer gekozen voor dien was hij lid van de Prov. Staten-van Noord-Holland. Aan de „Stand." ontleenen wij nog de volgende bijzonderheden Woltjer was op het terrein zijner studiën een universeel geleerde. Toen aan de Vrije Universiteit zijn "arbeid door hem aangevangen werd, had zijn naam als bekwaam philoloog reeds over de grenzen roem verworven. Meer malen sloeg men op dr. Woltjer het oog als een dergenen, die in aanmerking kwamen voor een professoraat aan onze Rijks-Universi teiten, maar uit overtuiging was hij liever werkzaam onder broederen aan de toen nog gesmade Vrije Universiteit. Jarenlang drukte schier de last van de litterarische faculteit op zijn schouders. Voor een ontzaglijke taak werd hij gesteld, maar in geloofsvertrouwen arbeidde hij om de philo- logische wetenschap, van liet begin af weer op te bouwen. m Prof. Woltjer werd den 4en Februari 1849 te Groningen geboren. Eerst was bij onder wijzer en na verschillende acten te hebben behaald, deed hij in September 1872 toelatings examen voor de HoogeschoolVijf jaren later, op 20 Oct. 1877, promoveerde hij tot doctor in de klassieke [letteren op de volgende La- lijnsclie dissertatie Lucretii Philosophia cum fontibus comparata. Daarop werd hij leeraar aan bet Gymnasium en de H. B. S. te Leiden, vervolgens aan liet gymnasium te Groningen (1877—81). Bij de aanvaarding van liet ambt van lioogleeraar aan de V. U. op 8 Oct. 1881 hield hij een rede in de Latijnsclio taal, die tot titel droeg: Oratio de summi pliilologi imagine, cuique pliilologiae studioso spectanda. N. OOSTERBAAN. Naar de „Nieuwe Haagsche Courant" ver neemt, is liet Tweede Kamerlid voor Enkhuizen, de lieer N. Oosterbaan, te Apeldoorn overleden. De lieer Oosterbaan was den 20sten Dec. 1863 geboren, bezocht het gymnasium te zetten en volgde daarna de Rijksnormaallessen te Finster wolde. Na het onderwijzers-examen 'te hebben afgelegd kwam hij bij het onderwijs en werd na enkele jaren hoofd eener school. Hij was ook langen tijd propagandist voor de anti-revolutionaire partij en werd als zoo danig candidaat voor de Tweede Kamer te Enkhuizen, in wolk district hij in 1909 gekozen word. De heer Oosterbaan was mede schoolopziener in het arrondissement Doesburg. LOGGERS TOT ZINKEN GEBRACHT. De vernietiging van een aantal visschers- schepen door de Duitsclio marine, is weer een ergerlijk feit, waaruit blijkt, hoe weinig wij op toezeggingen on verzekeringen staat kunnen maken, wanneer de een of andere Duitsclie duikboot in onften weg komt De commandanten van die booten gaan met een vrijmoedigheid en laatdunkcnheid voor de rechten van anderun te werk, die alle grenzen te buiten gaan, en de hoogste Duitsclie marine-autoriteiten schijnen die lieeren niet voldoend in de macht te hebben, om hunne ongerechtigheden te voorkomen. De feiten van gisteren zijn daarenboven nog in liet bijzonder geteekend door de uitlating van een duikbootcommandant tegenover den schipper van de „Sch. 23": „Als wij ze (d. z. de schepen) niet vernietigen, doen toch de Engelschen liet, of ze nemen ze mee". Hieruit immers moet worden afgeleid, dat de duik- bootkapfteiu zicli zeer wel van do onrecht matigheid zijner handelingen bewust was. Maar dat deerde hem niet. Hoe dwaas overigens dit antwoord was in Duitschen mond, behoeft nauwelijks betoogd. Ziehier een marine autoriteit, die zich op on recht van anderen beroept, om zelf onrecht, te plegen. Dat is op zichzelf al potsierlijk, maar nu komt daar in dit geval nog bij, dat liet meest op den voorgrond geplaatste oorlogs doel der centralen is, aan de wereld de vrij heid der zee te bezorgen. Men zou dus uit Duitschen mond iets van een opmerking als deze verwachten: „De Engelschen zouden uw boot meenemen, of vernietigen, maar zoo doen wij, boodschappers van dc vrije zee, natuurlijk niet." In stee daarvan neemt de man, die voor do vrijheid der zee vecht, de practijk over die hij afkeurt en die hij bestrijdt We leven in een zonderlinge wereld. Gis teren moesten wij cr de aandacht op vestigen, dat de strijders voor recht boven geweld een dreigenden toon aanslaan, als er eens een geschil nie> door machtsmisbruik doch langs den weg van het recht zal worden beëindigd vandaar krijgen wij den strijder voor liet recht der vrije zee te zien, die zich op de handelingen van wien hij bevecht uiëent te kunnen beroepen, om zijn willekeur ter zee te verdedigen. En wij, neutralen, moeten maar altijd aan die oorlogsdoeleinden blijven gelooven Intusschen is Nederland weer een aantal visscliersscliepen kwijt, d. w. z. hu;ten de materieele schade is voor een aantal der onzen de gelegenheid om hun brood te verdienen weer verloren gegaan. Van Duitsclie zijde is door deze onrechtmatige handeling niet alleen de Rëgeeringstoezegging van 31 Januari overtreden, docli ook de overeenkomst die over de visscherij te Berlijn was verkregen. Aan deze laatste' zijn wij nu, zoolang goeti genoegdoening verschaft wordt, ook niet langer gehouden. Verwacht kan nu worden, dat dus voorshands de uitvoer van viscli naar Duitsch- land zal worden gestaakt. (N. R. C.) HET WITTEBROOD. Naar de „Msb." verneemt, bestaan er plannen om de samenstelling van liet wittebrood binnen zeer korten tijd te wijzigen. Het maïsmeel, waardoor het brood een geelachtige tint verkrijgt, zal vervangen worden door gersteme.fi]. De samenstelling van liet wittebrood zal dan worden als volgt56pCt. regeeringsbloem, 15 pCt. patentmeel, 15 pCt. aardappelmeel en 14 pCt. gerstebloiyn. BILLIJKE BRANDSTOF DISTRIBUTIE. Het „Hbl." maakt de volgende opmerkingen De opmerkingen in de volksvertegenwoordi ging gemaakt over de brandstofdistributie en liet brengen ook van brandhout onder die distrubutie hebben bij ons de meening gewekt dat zij met een door veel dienstboden in aantal groot gezin, die een grootere woning hebben te verwarmen in zeer ongunstige conditie kamen. Ieder is gereed om steeds de belangen van den werkman te behartigen, wij willen toch een enkel woordje zeggen, nu blijkens de woorden van den minister, zij die in grootere woningen leven er wat de verwarming betreft veel slechter aan toe zullen zijn dan de minder gegoeden. Terwijl dit gebeuren zal, niet omdat het bij een practische en naar de grootst mogelijke bïllijklieidlstrevencle distrubutie niets anders kan. maar alleen omdat dit goed op de stemming zal werken, omdat de stemming van de mingegoedon beter zal worden als dc beterbehuisden flink koude lijden. De zaak staat er zoo voor, wethouder YVibaub heeft het in den raad nog eens duidelijk ge zegd. Men is bi.j do distributie van de meening uitgegaan, dat iemand met een kleine woning, met een keuken-woonkamer, of gaskachol- keuken en een verwarmde woonkamer, liet algemeene woningtype dus van den werkman, niet bezuinigen kan. Aan bewoners van deze huizen in doorsnee wordt dezefde hoeveelheid brandstof verstrekt, die zij steeds gebruikten. Zij die grootere woningen hebben krijgen niet meer. En slechts als er reden is om aan to nemen (fat bij een algemeene verstrekking van een hoeveelheid steenkolen, waarbij ri kleinste verbruiker niet behoeft te bezuinigen, er over is, krijgen de bewoners van huizen met meer dan één haardstede iets extra. Wat beteekeud dit? Dat bij een algemeene verstrekking van het minimum, en niets dan het minimum, de bewoners van woningen met één haardstede leven als in normale jaren, de bewoners van grootere biiizen koude lijden. Immers een haardstede, op verwarming met één half mud kolen per week ingericht. Een grootere woning niet. Het is volstrekt on mogelijk ook maar één kamer in een huis met vier óf moor haardsteden te verwarmen met die hoeveelheid brandstof. Om van nog grootere huizen de grachtenhuizen bv. waar woonkamers vaak een inhoud van 150 ktib. hebben tegen bv. 30 kul). M. in een één- haardstede-woning, niet te spreken. DE VLEESCHDISTRIBUTIE. Het orgaan van den Nederl. Bond van Veehandelaren, „De Veehandel' schrijft: Wij zijn thans in staat de volgende mede- deeling to doen over de distributie van rund- vleesch Vrijdag vergaderde de commissie van bijstand inzake de uitvoering van de distributie-wet 191.6, met de dagclijksche besturen van ver schillende grootc gemeenten in ons land, en lieeren directeuren van verscheidene abottoirs, ter bespreking van de distributie van rund- vleesch. In die vergadering werd medegedeeld, dat waar om verschillende redenen inkrimpen van den veestapel noodzakelijk is, de regeering over zal gaan tot distributie van rund vleesch. Voorloopig zul vee van 200 K.G. slachtge- wicht worden gedistribueerd. Het zal aan de slagers geleverd worden voor f0,90 per K.G'., met een toeslag van f30, per 100 K.G. Hef vleesch zal door de slagers moeten worden verkocht van f 0,70 de K.G. af. Er wordt geen onderscheid gemaakt, wat de kwaliteit betreft. Het vee wordt den slagers toegezonden en dat hebben ze tegen boven- genoemden prijs te verkoópen. Wie liet vee zal aankoopen is nog niet be kend. Zooals men weet heeft de Ned. Bond van Veehandelaren (Distributie-Commissie) zich daarvoor beschikbaar gesteld. Het beste vee zal voorloopig niet voor de distributie geslacht worden. Het is, zoo goed als zeker, dat de minister er zijn goedkeuring aan zal geven, en dan zal 8 dagen na publicatie iu de „Staatscourant" de regeling in werking treden. Ten slotte zij nog medegedeeld, dat ook vet vee gedistribueerd zal worden. GEEN KOLEN MEER VOOR II ET STRIJKEN VAN WASCHGOEI). Naar men aan de „N. Ct." meldt, wordt ernstig overwogen om voor liet strijken van Waschgoed over het geheelo land geen kolen meer te verstrekken. REGEERINGS VARKENS. Blijkens mededeeling in het Nederl. Landb. Wbl. van de Inkoopcombinatie heeft de Rijks commissie van toezicht op de Vleeschvereeni- ging aan den minister van Landbouw voorge steld om binnen zeer korten tijd wederom aan te vangen met regelmatig distribueeren van regeeringsvarkens van 70 K.G. slachtge- wicht en daarboven, ten einde verzachting tc brengen in de moeilijkheden waarin de varkens- mester momenteel verkeert. REGEERINGSBLOEM EN -MEEL. De minister van laudbouw heeft terwijl de prijzen van deze artikelen ongewijzigd blij ven bepaald, dat met ingang van 1 Aug. zal worden verstaan onder regeeringsbloem 6>o pCt. inlandschë tarwebloem, 20 pCt. rogge bloem, 10 pCt. aardappelmeel 10 pCt. Ameri- kaansch meel en onder regeeringsmeel.65 pCt. ongcbiiild tarwemeel, 35 pCt ongebuild maïs meel. DE NEDERLANDSCHE SCHEPEN IN AMERIKA MOETEN IIUN LADINGEN WEER LOSSEN. De „N. R. C."-correspondent te Londen meldt Uit Washington is bericht ontvangen, dat de raad voor de uitvoeren een besluit beeft genomen, dat 60 Nederlandsche schepen in de haven van New York zal dwingen om de ladingen, waarmee zij zouden vertrekken te De raad voor de uitvoeren had vernomen, dat het graan en de andere producten aan boord bestemd waren om naar Duitschland te worden uitgewisseld togen producten, die Nederland uit geen ander land kan betrekken. De Vereenigde staten wilen aan zulke tran- acties niet meehelpen. In verscheiden Amcri- knansche havens aan de Oostkust hebben de plaatselijke afdeelingen van den raad voor do uitvoeren geweigerd uitklaringsbrieven te.ver strekken aan een aantal neutrale schepen, alle geladen met graan en metalen. FRANKRIJK EN NEDERLAND. Onze correspondent te Parijs aldus de „N. R. C."beeft ons een paar opmerkingen overgeseind, die de „Temps" schijnt te hebben gemaakt naar aanleidiug van een door den Nederlandschen gezant aan dat tlad verstrekte mededeeling betreffende onze uitvoeren. Wij mogen daar nog met een enkel woord op terug komen. Het blad meent dan, dat de Nederlandsche regeering er wel aan zou doen totaalcijfers te geven van de levensmiddelen door Nederland naar Duitschland uitgevoerd. Blijkbaar is men te Parijs er onkundig van dat dit geschiedt. Voor ons ligt de officieele uitgave van liet (Rijks) Centraal bureau voor de statistiek Maandstatistiek van den in- en uitvoer en van het entrepötverkeer, over de maanden Januari- Maart 1917, eene keurige uitgave, die de oude slechte en onbetrouwbare statistieken is komen vervangen. Deze aflevering loopt over drie maanden wij weten niet of liet de bedoeling is, de uitgave om de drie maanden te laten uitkomen, of dat men zal trachten als van ouds de opgaven maandelijks te doen ver schijnen, hetgeen in do tegenwoordige om standigheden beter zou zijn. In ieder geval kan, dunkt ons, spoedig een vervolgdeeltje worden verwacht. Wij hopen, dat het de „Temps" dan in handen komen zal. Wie zich nu de moeite getroost uit de eerste aflevering eens totaalcijfers op te maken van de voornaamste uitgevoerde voedingsmiddelen over de maanden Januari tot en met Maart, komt lot het inzicht dat onze uitvoeren tame lijk gelijkmatig zijn verdeeld. Zie hier in ronde cijfers hetgeen naar Duitschland en Oostenrijk cenerzijds, naar Engeland, Frankrijken België anderzijds is uitgevoerd. naar de naar de centralen geallieerden K.G. K.G. Viscli (versche en gezouten, enz.) 5,550,000 4,100,000 Vleesch (in allen vorm) 4,690,000 6,130,000 Vetten (boter, kaas en margarine) 13,860,000 38,460,000 Men ziet dus dat de centralen 1,5 millioen K.G. meer viscli hebben ontvangen, daartegen over do geallieerden 1,5 millioen meer vleesch Aan vetten ontvingen de geallieerden bijna dubbel zooveel als de centralen. Dit schuilt voornamelijk in de margarine, waarvan dc geallieerden enorme hoeveelheden hebben betrokken. Van boter en kaas ging daaren tegen veel meer naar bet Oosten dan naar hot Westen. Dit wat do eerste opmerking van de „Temps" aangaat. Het Fransche publiek, zoo schrijft de „Temps" verder, vindt dat Nederland, een onafhanke lijke staat en niet .schatplichtig aan Duitsch land, zijn kolen uit België, een neutralen staat, zou moeten kunnen verkrijgen om het ver schil tusscheu eigen productie en behoefte te dekken. r-jsrvmrjvsr zoo

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1917 | | pagina 1