Uit Stad en Provincie. Kerk en S c li o o 1. (jemengd Nieuws. van mijnen. Zij zijn bewapend uiet 6 kanonnon van li,9 c.M. die voornamelijk bestemd zijn om aanvallen van torpedobooten af te weren, maar ook kunnen gebruikt worden voor liet torpedeeren van handelsschepen. Ofschoon de Fransche Kamerzitting, waarin de interpellaties over de leiding der militaire verrichtingen behandeld zijn, sloot met een motie van vertrouwen in de regeering, welke met 357 tegen 20 stemmen en 200 onthoudingen werd aangenomen, keerden sommige afgevaar digden zich toch zeer scherp tegen de regeering. De afgevaardigde Augagneur verklaarde, dat het laatste offensief niet gelukt was, omdat de regeering geen voldoende controle had uit geoefend en verlangde bestraffing der schuldigen, zelfs al zou het hier om minister gaan. De verordening van 1913, die den generalissimus volmacht geeft, behoort te wordenopgegeven. Het leger verlangt een duidelijk besluit van de Kamer en niets slechts patriottische woorden. De afgevaardigde Ferry verklaarde, dat het thans duidelijk wordt, dat men ook den a.s. winter het nog zal moeten uithouden. Noodig is, dat een deel der troepen verlof zal krijgen Ferry verlangde de uitbreiding van 't Fiiigelsche front. De afgevaardigde Jobert verklaarde onder groot tumult, te verlangen, dat een motie zou worden aangenomen, waarin uitdrukkelijk werd geconstateerd, dat de regeering de ver antwoordelijkheid van het April-offensief op zich had genomen. Jobert begon daarna den persoon van den president van de republiek in het debat te betrekken en zeide o.a.Boven ons staat een geheime ongrijpbare macht, die het land leidt. Over dezen boozen geest zal men spoedig een vonnis kunnen vellen, Ik verlang echter niet de toepassing van artikel 12 van de grondwet (waarbij de president van de republiek door de Kamer in Staat van be schuldiging kan worden gesteld.) De afgevaardigde Meunier sprak over den krijgsraad. Men wenschte grootere zachtheid bij het straffen en een algemeene amnestie voor lichtere vergrijpen aan het front. Hij eischte verder maatregelen tegen die chefs, die de krijgsraden wilden dwingen, nog zwaar der te straffen. Na deze spreken beklom d minister van oorlog Painlevé de tribune. Toen de afgevaardigde Brizon den minister van oorlog in de rede wilde vallen, werd de Kamer zeer rumoerig. De voorzitter riep Brizon tot de orde, daar bij opmerkend, dat Brizon den Franschen geest verloren had. Men riep: „Er uit! Er uit!" Brizon roept daarop: „Ander half millioen dooden, 200 milliard oorlogschuld 1" Gisteren hebben eenige raadsleden met den gemeentebouwmeester een rondgang door onze stad gedaan, voor het in oogenschouw nemen der Stadsputten. Deze wandeling was noodig geoordeeld, in verband met den water vloed die de laatste tijden zicji in sommige stadswijken openbaarde. Vroeger is het voor gekomen dat in zulk een put in de Tholens- straat een bed gevonden werd, waardoor natuurlijk een groote verstopping was ontstaan. Gisteren had op het stadhuis alhier door den Burgemeester de installatie plaats van het bestuur der centrale keuken. En aantal heeren en dames waren daartoe ten gemeente huize samengekomen. De voorzitter stelde in de laatst gehouden raadsvergadering, aldus de „Tem. Crt." de vraag of de kermis, die de vorige jaren tijdens den oorlog niet gehouden werd, ook dit jaar zal worden geschorst, daar, als de raad die vraag ontkennend beantwoord, burgemeester en wethouders tijd noodig hebben voor het verpachten der staanplaatsen enz. Overigens meent hij, dat er wei aanleiding is de kermis weder te schorsen, daar de omstandigheden die er aanleiding tot gaven, sedert niet zijn veranderd. De heer van Borssum Waalkes stelt voor, de kermis niet te schorsen. Ook het vorig jaar heeft de raad een voorstel tot schorsing verworpen er is sinds niets veranderd en hij meent, dat thans een gelijk besluit dient te worden genomen. De kermis is toenmaals toch niet doorgegaan, omdat de militaire commandant van Zeeland daarvoer geen toe stemming wilde verleenen, maar dat kan de raad niet helpen. De heer de Jager wil even opmerken, dat de voorzitter te kennen gaf, dat de toestand sinds het ontstaan van den oorlog nog niet is gewijzigdspreker zou zeggen, dat de toestand van ons land eigenlijk nog achteruit is gegaan, dat de toestand nog zorgvoller is geworden. Dat die toestand nog steeds tot groote zorg aanleiding geeft is onlangs ook in de Tweede Kamer gezegd en trouwens in beperkte omgeving kunnen we dit waar nemen. Door distributie moet gezorgd worden voor eene goede verdeeling van levensmid delen en door bijslag wordt tevens gezorgd voor goedkoope levensmiddelen, wat alles noodig is, en nu zou men, door het laten houden van kermis de menschen in verleiding brengen tot het doen van onnoodige uitgaven. Naar het oordcel van spreker vloekt het een tegen het ander. De heer de Ridder wijst er op, dat de kermis talrijke vreemdelingen naar de ge meente trekt, die hier verteeringen maken en aankoopen doen, wat van groot voordeel is voor den middenstand. Hij zou er sterk voor zijn, dat de kermis doorging. De heer van Hasselt acht deze discussie eigenlijk overbodig, evenals een voorstel om de kermis te laten doorgaan. Er is geen voorstel tot schorsing. Wordt daartoe niet besloten, dan spreekt het toch van zelf dat de kermis doorgaat De heer Nolson stelt in het licht, dat in de groote steden alles den gewonen gang gaat zoowel schouwburgen en andere theaters als cinema's geven geregeld vertooningen, terwijl daar ook allerlei vermakelijkheden plaats hebben. Men heeft dat hier niet en nu ziet hij niet in, waarom de tijdsomstandigheden oorzaak moeten zijn, dat hier waar men al die gelegenheden voor ontspanning niet heeft, geen kermis kan worden gehouden. Waarom beletten die tijdsomstandigheden dan ook niet dat in de groote plaatsen die gelegenheden tot vermaak worden belet? Daar wordt voor ondersteuning van werkeloozen enz. nog meer betaald dan hier. Hij meent, dat de tijdsom standigheden nu geen oorzaak meer mogen zijn, dat men de kermis alhier belemmerd laat men aan hen, «lie dit wenschen ook eens :ene ontspanning gunnen en de neringdoenden de inkomsten die daarmede gepaard gaan, zij hebben deze nu al lang genoeg moeten derven De heer L). Scheele merkt op, datj weer ruimschoots blijkt, dat, als men aan de kermis komt, men aan het heilig huisje der heeren komt. Hij acht het nu geen tijd, om te gaan zeggen laat de menschen maar verteeringen maken. Er wordt gewezen op de voordeelen die de verteeringen der buitenmenschen voor de neringdoenden opleveren en daar verstoord men gedurende een week het huiselijk leven voor, daarvoor wil men iets toelaten, dat ons volk ten verderve voert. II jj zal êr tegen stemmen. De heer Waalkes ziet niet in, dat eene week van kermisvieren een verderf is voor ons volk. De heer Dees kan zich aansluiten bij het geen door den heer de Jager is gezegd. Er wordt voor distributie van levensmiddelen veel geld besteed en nu wil men bevorderen eene gelegenheid, die aanleiding geeft, dat de massa een hoop geld zou weggooien. Hij acht de kermis het tegendeel van voor- deelig voor de winkeliers; in plaats van die te betalen, wordt het geld dan besteed om kermis te houden. Dit geschied voor een groot deel door personen die in de eerste plaats in aanmerking komen voor bedeeling. Die zullen nu geld verkwisten en wij zullen in den winter weer in hunne behoeften moeten voorzien. Er is nu in twee jaren geen kermis gehouden, zonder dat dit aanleiding gaf tot bezwaren. Er werd toen niet over gesproken, de schrik zat er in. De toestaud van ons land eischt ook nu nog steeds de grootste zorg, en spreker kan dus aan het voorstel om de kermis te houden zijne stom niet gaven. De voorzitter meent, dat de tegenstanders van de kermis sterker zouden staan, wanneer nu juist niet de distrubutie van levens middelen, ondersteuning enz. aanhaalden als motief tegen het laten doorgaan van de kermis. Hij acht onjuist de bewering, dat nu juist de menschen die op een of andere wijze onder steund worden, aan de kermisviering deel nemen. Wanneer hij in deze iets zou zeggen, ware het dit, dat de kermis nu al enkele jaren niet gehouden is, en dat het aanbeveling verdient zich thans nog bij den bestaanden toestand aan te sluiten hij zou willen adviseeren'.zich bij den bestaanden toestand neer te leggen Nu er echter, met uitzondering van de stemmen van enkele heeren, een streven bij den raad blijkt te bestaan, om de kermis te doen door gaan, acht spreker het 't best, stemming te houden. De heer Waalkes wijst er op, dat het vorig jaar alhier door de militaire autoriteit niet werd toegestaan kermis te houden, maar dat er toch in Sas van Gent gedurende eenige dagen gelegenheid werd gegeven voor daarmede gelijkstaande feestelijkheden. Waarom kon dat aldaar en hier niet De heer Geelhoedt wijst er op, dat het dezer dagen ook in Breskens kermis was- De heer De Ridder zou, naar aanleiding van hetgeen de heer Waalkes in herinnering brengt, gewenscht achten, dat eene commissie uit den raad bij de militairen kommaudant aandringt op het laten doorgaan der kermis. Welk bezwaar van militairen aard kan daar tegen De weg niet, voorzitter meent, dat dit meer op den van particulieren zou liggen, hij gelooft dat het gewenscht zoude zjjn, dat de raad als zoodanig zich daarmede inliet. De heer Nolson wil nog even zeggeu, dat er in de gemeente ook andere menschen wonen dan degenen, die misschien in sommige om standigheden bedeeling noodig hebben. Er mag gezegd worden dat de raad hier vertegen woordigd de meerderheid van deTerNeuzen- sclie ingezetenen -en wanneer de raad nu in zijn meerderheid er voor is, de kermis te laten doorgaan, dan begrijpt hij niet, welk motief er kan worden aangevoerd om daartegen bezwaar te maken. Er wordt gezegd de mili taire kommandant van Zeeland heeft het vorig jaar verboden de kermis te houden, goud, maar wie bewijst dat dit goed gezien was en dan, een menscli kan falen, wat een vorig jaar werd verboden blijkt misschien thans toelaatbaar. Wellicht heerschen er nu mildere begrippen, en hij acht het noodig, dat de meening van dun raad onder de aandacht van den militairen bevelhebber wordt gebracht. De voorzitter stemt toe, dat de meening zoowel van de minderheid onder de aandacht van den militairen commandant behoort te worden gebrachthij behoort daarmede in kennis te zijn. Overigens wijst hij er op, dat het vorig jaar, in strijd, met het besluit van den gemeenteraad, het laten doorgaan der kermis werd verboden en dat er vermoeden bestaat, dat de militaire autoriteit in deze zal beslissen in den geest van zijn voorganger. De heer Waalkes acht liet, maar 't best, over zijn voorstel, om de kermis te doen doorgaan, te stemmen. De heer Van Hasselt komt hiertegen op; volgens bestaande besluiten wordt er ieder jaar kermis gehouden. Een voorstel om de kermis te doen doorgaan is dus niet noodig. Is er geen ander voorstel, dan gaat de kermis van zelf door, als er een voorstel komt, be hoort dat er een te zijn waarin schorsing wordt voorgesteld, dan moet de raad een uit spraak doen De voorzitter betoogt, dat burgemeester en wethouders het noodig achtten, dat een uit spraak gedaan werd. Het is nu in drie jaren geen kermis geweest en het was noodig de meening vau den raad te weten, opdat, als de kermis moet doorgaan, verschillende voor- breidende maatregelen moeten worden geno men, zooals het verpachten van staanplaatsen en wat diens meer zij. Op eene gestelde vraag antwoordt spreker nog, dat de schorsing der kermis telkens voor 1 jaar werd uitgesproken. De heer Waalkes acht het secuurder, als de raad zich beslist uitspreekt ten voordeele van het houden van de kermis. De heer Van Hasselt heeft er wel bezwaar in te besluiten om de kermis te doen doorgaan, wanneer in liet verleden gebleken is, dat de militaire overheid daartegen bepaalt bezwaar heeft. <De voorzitter doet om een vorm te hebben voor de behandeling der zaak het voorstel de kermis ook dit jaar te schorsen.. Dit voorstel word verworpen met 6 tegen O stemmen. Voor stemmen de heeren R. Scheele, IJ. Scheele, Van Hasselt, Dees en De Jager; te gen stemmen de heeren Waalkes, Nolson, Geelhoedt, De Ridder De Feijter en Visser. Axel. Dinsdag had alhier de verkiezing plaats van 4 gemeenteraadsleden. De volgende candi- daten verkregen de hier volgende cijfers: Jac. van Cadsand Lz. (1.) 319; F. Dekker Fz. (aftr. I.) 426; F. Dieleman (a.)_264; J. de Feijter Lz. (aftr. a.) 363J. de Kraker Pz. (I.) 387L. Lamaitre, (aftr. 1.) 454Adr. de Ruijtor (a.) 319; H. Zegers (a.) 266. Alzoo herkozen do heeren Dekker en La maitre. Herstemming tusschen de heeren van Cad sand, de Feijter, de Kraker en de Ruijter. Axel. De verkiezing van de aftredende leden van den gemeenteraad, had alhier nog al een kalm verloop. 'tSpreekt vanzelf,dat links juichte met de reeds behaalde overwinning.'s Avonds bracht het muziek-gezelschap „Concordia"den heer Lo Maitre een serenade. Na atloop daar van schijnen sommigen zich noch al druk ge maakt hebben. (Corr.) Axel. Toen Dinsdagmorgen de knecht van den heer Buijze alhier in den stal kwam, zag hij een man liggen. Na dat. hij hem gewekt had bleek het al spoedig, dat hij geen Hol- landsch, noch Fransch en evenmin Duitsch verstoud. Men had hier met een Rus te doen. Na veel moeite kwam men van hem teweten, dat hij over de Belgische grens gekomen was dat hij daar voor de Duitschers had gearbeid en een krijgsgevangene geweest was. Dooreen der arbeiders werd hem brood en thee voor gezet, dat hem blijkbaar zeer goed smaakte. Onder politie geleide is hij vervoerd. (Corr.) Axel, Zaterdag j.I. werd door de vereeniging „Terverbetering" een geiten-tentoonstelling gehouden. Aangevoerd waren een 34-tal geiten. De le prijs werd toegekend voor de schoonste melkgevende geit aan de Gez. Luteijn, te Spui, 2e pr. J. Cové, 3e pr. C. deu Hamer 4e pr. F. Bareman, 5e pr. F. Dieleman, 6e pr. M. Dieleman. Terwijl G. Gottinga, C. Wissel FI. Dieleman, II. v. Tatenhove en L. Verberkmoes eveneens prijzen bekwamen. Voor de lammeren werden prijzen toegekend aan M. Bakker, A. v. Alten, C. Rooze, W. Kempe, J. Hamelink en aan P- v. Bendegem allen te Axel. Dat de keurings-commissie niet altijd ge makkelijk is om de prijzen toe te kennen, bleek hieruit dat sommige geiten nog al eens met elkander werden vergeleken. Gelukkig bezat de keuringscoinm. in den heer Lippens van Zuiddorpe een man, die op dit gebied reeds zijn sporen heeft'verdiend. Daar de tentoonstelling op Zaterdagavond en op een weide van den heer C. Dekker nabij Axel werd gehouden, was dan ook het bezoek tamelijk groot te noemen. Een aardigheid en in zonderheid voor de jeugd was, dat op deze tentoonstelling een bokkenwagen verscheen, van de heer F. Dekker, die zoowel wat, de uitrusting der bokken, als de kleine" boeren-wagen, niets te wenschen overliet. De commissie meende dus ook aan het zoontje van den heer F. Dekker een prijs te moeten toekennen voor deze opluistering van de goed geslaagde geiten-tentoonstelling. (Doordat de sec. der ver. de lijst der be kroningen niet eer kon leveren, kan dit bericht eerst in dit nr. worden opgenomen.) (Corr.) Zuiddorpe. Als kindermeisje wandelde zo met baby heul knusjes m de richting van de Ster, om daar de frissche, gezonde dennen lucht met volle teugen in te ademen. Een soldaat-kommies vond deze wandeling te eenzaam en te ongezellig en bood daarom zijn gezelschap aandoch voor dennenlucht enz. voelde hij heel weinig en daarom leide hij de wandeling in de richting der woning van den kommies-dienstgeleider, waar bleek, dat het kwazie kindermeisje 8 doozen harde zeep en 2 bussen c:fcao bij zich droeg. Van dit vrachtje werd ze ontlast en een proces verbaal kreeg ze op den hoop toe. (Z. Koerier.) Hulst Bij de gehouden stemming voor vier leden van den gemeenteraad werden uitge bracht op: J. H. Baert 162, J. E. Fricot (aftr.) 262, F. C. O. M. Hombach (aftr.) 199, L. P. J. Janssens 152, E. Th. Lockefeer 160, E. F. Schilfer 189. G. C. Verwilghen 228 en S. W. Wegeuer Sleeswijk 173. Alzoo gekozen «ie heeren Fricot en Verwilghen en herstemming tusschen de heeren Baert, Hombach, Schilfer en Sleeswijk. Het is raar geloopen met de verkiezing van drie leden voor den raad te Schoondijke. Eerst werd geen enkele lijst iugudiend op het laatst van Juni Gisteren nu werden twee lijsten ingediend, de eene bevattende de namen der drie aftredenden J. Dhont, J. van Lare en lz. Seen, de tweede met de namen dei- twee aftredenden J. Dhont en lz. Seen, bene vens als nieuwe candidaat J. M. Risseeuw. Daar de eerste lijst ongeldig wordt, ver klaard wegens overschrijding van art. 52 der Kieswet (vorderende het persoonlijk indienen door een der onderteekenaars) werden bij enkele candidaatstelling als verkozen verklaard de heeren Jac. Dhont, J. M. Risseeuw en lz. Seen. (Midd. C.) Bij de stemming voor drie raadszetels te Biervliet zijn van de 357 kiezers 346 stemmen uitgebracht, waarvan 339 geldige. De beide protestantsche aftredende raadsleden VV. de Bleij en VV. P. Verplanke zijn met 265 en 246 stemmen herkozen, terwijl P. Dobbelaere, roomsch aftr. lid 160 stemmen verkreeg, en die met de protest candidaat R. F. M. Sturm, roomsch, die 72 stemmen verwierf in herstem ming komt. M. Crt. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Rekken (toez.)A. Adriani te Serooskerke (S.)te Sappemeer F. VV. J. van der Poel te Enkhuizen. Geref. Kerken. Bedankt voor Zuilichcm J. Sluijs te Stap horstvoor HendrikTdo-AinbachtA. M. Boeijinga te Zaandijk. Op advies van de predikanten heeft de kerkeraad der Geref. Kerk van 's-Gravenhage besloten, zich met het antwoord van den kerkeraad van Middelburg, inzake 't optreden van ds. Netelenbos in de Ned. Herv- Kerk te 's Gravenhage te vereénigon (Ned.) De heerJ. Hofker te Amsterdam hoopt Zondag 5 Augustus zijn intrede te doen bij de Ned. Herv. gemeente te Waterlandkerkje, na bevestigd te zijn door ds. Ruytenberg van Oostburg. Loop dei bevolkiny van Ter Neuzen. Aangekomen': J. Bruggeman, huisschilder, Baandijk 1, uit Brunssum. A. Mechiele, werkman, Donze Visserstr. 103, uit Ransdorp. M. P. van Hecke, dienstbode, Nieuwstr. 20, uit Axel. A. Schotteman, visscher, Tholenstr. 112, uit Philippine. E. Pielaet, werkman, Sluiskil, uit Westdorp e A. S. Dobbelaar, aan boord, uit Wemelding e Vertrokken: M. A. Velleman, dienstbode, O 181, naar Sas van Gent. P. J. M. G. A. Standaert, zonder Nieuwstr. 36, naar 's-Gravenhage. A. A. Geers, dienstbode, O 43, naar Ilonte nisse. H. van Doezelaar, zonder, P 35, naar Zaainslag. I. R. Leunis schippersknecht, Tholenstr. 26, naar Rotterdam. H. Huijsseu, zonder, Tholenstr. 13, naar Sas van Gent. Van deskundige zijde schrijft men ons: De kolenschaarte, die in den a.s. winter gevreesd wordt, heeft velen doen uitzien naar andere middelen om zich tegen koude te beveiligen. Als gevolg daarvan zijn reeds uitgestrekte bosschcn geveld en het ziet er niet naar uit, dat de bijl spoedig tot rust zal komen. Hoe kómt het nu, vragen wij ons af, dat zoo weinig aandacht geschonken wordt aan een eenvoudig middel om de brandstoffen waarover men beschikt zoo productief mogelijk te maken op de hoeveelheid brandstof welke Uit de Fransche Kamer. TER NEUZEN, 13 Juli 1917. Al dan niet schorsing der kermis te Ter Neuzen zij 11 Hoe kunnen wij in den aanstaanden winter brandstoffen besparen

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1917 | | pagina 2