Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Ter stembus.
Binnenland.
1444.
Zaterdag 30 Juni 1917.
15* Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag» en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. Ii. LITTÖ01J Az. tc TER NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 1 4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,101
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
In Ter Neuzen, Axel en Zaamslag zal a. s.
week de strijd om de zetels in den gemeente
raad gestreden worden.
Hebben we den wensch reeds uitgesproken,
dat deze strijd een kalm verloop moge hebben,
dit ontslaat ons evenwel niet van den plicht
tol trouwe plichtsbetrachting op te wekken.
Het gaat om den eisch van onze beginselen.
Wel is van liberale zijde steeds beweerd,
dat op het terrein van de gemeenteraads
verkiezingen de keuze uitsluitend ging over
meer of minder bekwame mannen en dat
verschil in politiek beginsel buiten beschou
wing moest blijven, maar in de practijk kwa
men twee zaken verrassend duidelijk aan het
licht.
Ten eerste trof het merkwaardig verschijnsel,
dat de bekwame mannen alleen en uitsluitend
te vinden waren in het liberale kamp.
O neen, het was heelemaal geen opzet, er
zat volstrekt niets achter, dat de mannen,
wien men een zetel in den Raad toedacht,
steeds mannen van links waren.
Dat was louter toeval.
Dat was alleen daarvan het gevolg, dat
het liberalisme het monopolie had van kennis,
inzicht en bekwaamheid.
En eigenlijk mocht dat ook weer geen ver
wondering baren, waar immers de natie naar
libérale filosofie te splitsen viel in een denkend
èn in een niet-denkend deel.
En nu geviel het zoo, dat rechts tot het
laatste behoorde.
Verder doorgeredeneerd, was er dan ook
maar weinig tegen in te brengen, dat het
denkend deel, dat links dus, de lakens uit
deelde.
Dat kon niet anders dan in het belang der
gemeente zijn.
Het behoorde maar zoo.
Maar, dit feit gegeven, trad in de tweede
plaats duidelijk aan den dag, dat in een zoo
danig samengesteld college, de politiek inder
daad een zeer voorname rol speelde.
Telkens en telkens weer bleek, dat bij het
nemen van besluiten vaak slechts rekening
werd gehouden met de wenschen en verlangens
van het denkend deel.
Hoe dikwijls kwamen ook in den gemeente
raad zaken in behandeling, waarbij verschil
van levensbeschouwing wel ter dege invloed
deed gelden.
Hoe menigmaal kwam öök de raad te staan
voor het nemen van beslissingen, dié wel
degelijk het beginsel raakten.
Onze mannen hebben dan ook in den Raad
vaak onze beginselen moeten bepleiten en
voor de rechten de „minderheden" moeten
opkomen, dikwijls onder hoon en spot.
Thans bazelt het liberalisme dan ook zoo
zoetsappig niet meer alleen, over bekwaam
en onbekwaam, maar treedt het op als kam
pioen tegen het zwarte gevaar.
Thans verdedigt het liberalisme „de vrij
heid", die door het bekrompen „clericalisme"
wordt „aangerand".
Want èlk opkomen voor de ecre Gods, ook
in de regeling in de gemeentelijke huishou
ding, is conservatisme, is benepenheid, zoo
niet erger.
In den loop der. jaren is het overduidelijk
geworden, dat het noodzakelijk is te zorgen,
dat ook bij de gemeenteraadsverkiezingen, de
strijd om des beginsels wil gevoerd moet
worden.
Ook nu is dit het geval.
Zij er daarom onzerzijds geen lakschheid.
Versta een ieder onzer rechtsche kiezers
in de verschillende gemeenten zijn plicht.
Voor de verschillende candidaten verwijzen
we naar de aanbevelingen onzer kiesver-
eenigingen,
DE TROONREDE.
Gisterenmiddag heeft H. M. de Koningin de
vergadering der Staten-Generaal geopend met
het uitspreken van de volgende rede
Mijne Hecren
De ontbonden Kamers der Staten-Generaal
hebben bijna censtemming de wenscholijkheid
uitgesproken, dat de voorschriften der Grond
wet ten aanzien van het kiesrecht en het
onderwijs zullen worden herzien. Het heeft
mij bijzonder verheugd, dat daarbij blijk is
gegeven van zeldzame onderlinge waardeering
en vertrouwen. Het is thans de taak van de
Staten-Generaal. die heden bijeenkomen, te
beslissen of het aangevangen werk zal worden
voltooid. r-
Andere politieke wetsontwerpen zullen niet
bij u worden ingediend.
Gij zult uw volle aandacht kunnen wijden
aan de vragen, die de oorlogstoestand en de
voorbereiding voor een krachtige ontwikkeling
van ons land na den vrede, ons1 voorleggen.
Indien de door millioenen vurig verbeide
vrede ook dit jaar uitblijft, zullen bij voort
during velerlei offers aan het Nederlandsche
volk moeten worden gevraagd. Gedachtig aan
hetgeen in deze tijden aan andere volken is
opgelegd vertrouw ik, dat zij bereidwillig
zullen worden gebracht.
Ofschoon de financieele toestand, dank zij
de heffing van nieuwe belastingen niet zorg
wekkend is te noemen, blijft toch aanzienlijke
versterking der geldmiddelen onvermijdelijk.
Aan onze land- en zeemacht, die reeds zoo
langen tijd gereed staan om onze onafhanke
lijkheid te verdedigen, breng ik mijn warmen
dank.
De banden tusschen moederland en koloniën
zijn in deze moeilijke tijden hecht gebleken.
De treffende uitingen van het gevoel van
saamhoorigheid, levende in de bevolking van
Nederlandsch-Indië, zijn ons een waarborg,
dat onze inspanning om land en volk tot
welvaart en ontwikkeling te brengen vrucht
zal dragen. Aan de verdediging van het grond
gebied dier kolonie zal mijn bijzondere zorg
zijn gewijd.
Onze betrekkingen tot alle buitenlandsche
mogendheden blijven gunstig.
Is er ook veel dat tot dankbaarheid stemt,
wij vergeten niet, dat zoolang de oorlog woedt,
gevaren ons land bedreigen en ons volk nog
kan geroepen worden om zijn uiterste krachten
te geven voor zijn vrijheid en zijn onafhanke
lijkheid. Dat God het daarvoor behoedde, is
mijn innige bede.
Ik verklaar de buitengewone zitting der
Staten-Generaal te zijn geopend.
TWEEDE KAMER.
Do zitting van gisteren werd geopend door
den tijdelijken voorzitter, den heer de Savornin
Lobman, met een rede waarin spr. wees op
het nimmer voorgekomen feit, dat bij een
algemeene verkiezing alle leden bijna zonder
slag of stoot zijn herkozen. De Kamerzitting
zal niet zonder beteekenis zijn voor de staat
kundige geschiedenis, daar zij, indien zij het
werk van haar voorgangster bezegelt, zal
meegewerkt hebben tot het plaatsen van een
belangrijken mijlpaal op het pad onzer politieke
ontwikkeling. De geschiedenis zal moeten
oordeelen of de ontwikkeling ten goede of ten
kwade zal zijn. De regeering en de Staten-
Generaal, de herziening der Grondwet vast
stellende en aanvaardend, geven daarmede
blijk van buitengewoon vertrouwen in de goede
gezindheid en het gezond verstand van de
gehcele bevolking van wie ten slotte zal af
hangen of de ontwikkeling al of niet ten goede
van 't land zal komen.
OPENING STATEN-GENERAAL.
De plechtigheid der opening van de Staten-
Generaal bracht een zeer talrijke menigte op
de been langs den weg, welke de Koningin,
vergezeld van den Prins, gezeten in den gou
den galakoets volgde van het paleis Noord
einde naar het Binnenhof. Onderweg werd
H. M. levendig toegejuicht.
De Koningin-Moeder sloeg van het balcon
van haar paleis het voorbijtrekken van den
stoet gade.
De voorlezing van de troonrede duurde drie
minuten.
De Koningin legde bijzondêren nadruk op
de zinsneden betreffende den dank aan het
leger en de vloot en de defensie van Indië.
Op de voorlezing volgde een „Leve de Ko
ningin" en een driewerf herhaald hoera.
DUITSCH STOOMSCHIP GEZONKEN.
In de buurt van Terschelling, buiten de
territoriale wateren is het Ouitsche stoom
schip „Westphalen", van Rotterdam naar
Kopenhagen op een mijn geloopen en gezonken.
Dertien man der bemanning ging in de
sloepen en werden overgenomen door Neder
landsche torpedobooten, die hen naar Ter
schelling brachten. Een opvarende is gewond
en een wordt vermist. De Nederlandsche
loods is gered.
RUHR-KOLEN MARKT.
De productie der kolenmijnen schijnt tot
het maximum te zijn opgevoerd, in aanmerking
genomen het. beschikbare aantal arbeiders.
Daardoor is men aangekomen tot de grens
der leveranties aan de verbruikers.
De geheele behoefte kan niet verder worden
gedekt, tenzij het mocht gelukken meer werk
krachten aan te werven, die in het binnenland
moeielijk kunnen worden gevonden.
Het verkeer per spoor is ten aanzien van
het kolenvervoer aanmerkelijk verbeterd. Zelfs
waren de cijfers over de eerste helft der
maand Mei iets gunstiger dan over April.
Sedert begin Mei werden alle door de mijnen
aangevraagde spoorwagens geleverd, zoodat
van een gebrek aan wagons voor kolen, cokus
en briketten voor het oogenblik geen sprake
is. Het verkeer wordt niet meer bemoeilijkt,
temeer daar de Rijn-scheepvaart bevorderd
wordt door een gunstigen waterstand. De
scheepvaart op de West-Dnitsche kanalen geeft
aanleiding tot tevredenheid, aangezien het
spoorwegverkeer hierdoor voor een groot
gedeelte ontlast wordt.
De verbruikers beginnen hoogere eischen
te stellen, teneinde zich van grootere reserves
dan vroeger te voorzien, om bij eene herhaling
der calamiteit van den afgeloopen winter niet
weder op dezelfde wijze te zijn blootgesteld
aan bedrijfsmoeilijkheden. Het verkeer ver
oorlooft dan ook thans eene beter verzorging,
doch de productie is niet op de gestelde
eischen ingericht.
VERNIETIGDE NED. SCHEPEN
DEN HAAG. (Officieel) Na een langdurige
gedaciifenwisseling inzake de op 22 Februari
vernietigde Nederlandsche schepen, zijn de
Nederlandsche en de Duitscho regeering tot
overeenstemming gekomen. Ter vervanging
der verloren gegane schepen zal de Duitsche
regeering aan de Nederlandsche regeering
afstaan Duitsche, zich op 't oogenblik in
Nederlandsch Indië bevindende schepen, in
waarde gelijk staande met de vernietigde
schepen. Daartegenover zal de Nederlandsche
regeering aan de Duitsche regeering een som
overmaken, gelijkstaande met het totaal bedrag
van de voor de vernietigde schepen te betalen
verzekeringssommen. De Duitsche regeering
zal voorts aan de leden van de bemanningen
der vernietigde schepen de geleden schade
vergoeden.
DE MIJNWERKERSACTIE.
In den algemeenen toestand van de staking
is weinig verandering gekomen. De bij den
Algemeenen Nederlandschen Mijnwerkersbond
georganiseerde en de ongeorganiseerde piijn-
werkers staken door. Wat de Christelijke
Mijnwerkers betreft, van deze gaan, na de
vergadering van den Chr. Mijnwerkersbond,
waarin de houding van den bond nader werd
uiteengezet., enkelen weer aan den arbeid.
DE STAKING IN DE MIJNEN.
Men schrijft aan de „N. R. Ct"
Het verloop van de staking blijkt niet in
het voordeel van den Nederl. Mijnwerkersbond.
Gemeld werd reeds, dat de vroegschichten op
de meeste mijnen Maandagmorgen veel beter
bezet waren dan in de laatste dagen dei-
vorige week. Voor een niet gering deel mag
dit het. gevolg worden genoemd van het op
treden van den Alg. Bond v. Christ. Mijnwer
kers. De Zondag alhier gehouden districts
vergadering van dezen Bond is niet zonder
invloed gebleven op de houding zijner leden,
die hun vrees voor de bedreigingen der stakers
gaandeweg van zich afzetten en het werk
weer beginnen te hervatten. In een aantal
plaatselijke afdeelingen van den Christ. Bond
werden Zondagavond en Maandag nog bijeen
komsten gehouden, die veel hebben bijgedragen
tot verhooging van het aantal werkwilligen.
Ook te Kerkrade kwamen de Christelijke
mijnwerkers in een zeer druk bezochte ver
gadering bijeen.
De toestand op Dinsdag.
Uit Heerlen
Op de „Emma" zijn 900 van 't ondergrondsche
personeel afgedaald heden Dinsdag, d. i. 70
meer dan Maandag.
Er zijn 600 wagens kolen „gevorderd", d. i.
ruim 100 wagens meer dan Maandag. De
eigenlijke kern van het werkvolk ontbreekt
nogdie terugkeeren zijn meest Limburgers
onder de wegbliivérs en terugkeerenden zijn
er velen bang voor moeilijkheden met stakers.
Alles is rustig.
Het laat zich aanzien, dat geleidelijk zeer
velen zullen terug keeren.
AARDAPPELEN VOOR ENGELAND.
Reuter seint uit Londen
Bridgeman verklaarde als vertegenwoordiger
van het ministerie voor de voeding in het
lagerhuis, dat er met Nederland een schikking
is getroffen over het afstaan van een gedeelte
van zijn aardappeloogst, en dat hij hoopte, dat
dit gedeelte beschikbaar zou zijn voor den
grooten oogst in Groot-Britannië.
Naar aanleiding van een telegram uit Londen
aan het Holl. Nieuwsbureau, waarin beweerd
wordt dat Holland de voor Engeland bestemde
aardappelen te Rotterdam zou hebben in be
slag genomen, kan met de meeste beslistheid
worden verzekerd dat van een inbeslagneming
der voor Engeland bestemde aardappelen geen
sprake is. De voor uitvoer naar Engeland
bestemde aardappelen van den ouden oogst
blijven voor dat land beschikbaar, terwijl van
den nieuwen oogst 25 pCt. voor Engeland be
schikbaar is. Maar gelijk reeds gemeld
heeft Engeland tot dusver bezwaar gemaakt
tegen het afnemen van de bedoelde aardap
pelen, zoodat het niet aan Nederland te wijten
is, wanneer Engeland die aardappelen nog niet
ontvangen heeft.
ENGELSCHE OPGEBLAZENHEID.
Engelsche bladen hebben mededeelingen
over de „plundering" te Rotterdam van een
lichter met aardappelen, bestemd voor Engeland
en gaan daarover nu buitengewoon te keer.
In de verbeelding der correspondenten groeide
blijkbaar de hoeveelheid verdwenen aardap
pelen onrustbarend aan en men heeft het dan
ook reeds over 1000 K.G., terwijl de „N. R.
C." die het geval tot zijn juiste proportie
terugbrengt, van nog geen 100 K G. spreekt
en de „menigte" uit de Engelsche bladen re-
duceerd tot „een aantal vrouwen".
Het ergerlijke in de verschillende artikelen
is niet zoozeer, dat men in Engeland hetgeval
zoo buitengewoon opblaast, maar veleer dat
men zulk een Imogen toon aanslaat tegen de
Nederlandsche regeering en het volk, die beide
hebben te bedenken, dat Engeland's lankmoe
digheid een keer raakt uitgeput.
De „Daily Mail" schijnt al bevreesd, dat
Engeland de geroofde aardappelen niet terug
krijgt, want het blad maakt de gansch over
bodige opmerking, dat zij moeten worden
teruggegeven. Nijpt het zóó in Engeland en
is de opgewonden toon daaraan misschien toe
te schrijven
WINTERAARDAPPELEN.
De Minister van Landbouw, Nijveriiei 1 en
Handel, brengt ter algemeene kennis, dat,
zoolang omtrent den uitslag van den aard-
appeloogstt geen meerdere zekerheid is ver
kregen, het aankoopen van winteraardappelen