Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. Kerk-Internationale. Binnenland. So. 1432. Zaterdag 19 Mei 1917. I4e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag= en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN. ADVERTENTIËN: Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Zwedens hoofdstad trekt de laatste weken aller aandacht, en spant veler verwachting in verband met de pogingen der socialisten, om te geraken tot beëindiging van den gruwelijke» oorlog, door middel van het voorbereidend werk, dat een internationale socialistische conferentie ten opzichte van den wereldvrede, zou kunnen verrichten. Smalend wordt van socialistische zijde ge vraagd Wat doet de Kerk Zelfs verstoutte zich „Het Volk" om te concludeeren „Het is wel teekenend, dat de sociaal democratie doet, wal de Kerk verzuimde en het doet ons denken aan het bijbelwoord „Niet zij die roepen Ileere, Heere, maar die doen den wil mijns vaders We laten nu maar ter zijde, dat hier weder een halve tekst, en nog wel uit haar verband gerukt, dienst moet doen, om de Kerk op de kaak te stellen. Een andere vraag is, of de vergelijking tusschen Kerk en Internationale niet mank gaat In de redeneering, door het socialistisch orgaan gevolgd, is de vraag, ook meer dan eens van de zijde der belijders van 's Ileeren Naam gesteld, plaatst men Kerk en Internatio nale op één lijn. De Kerk, zegt men, deed niéts ter beëindi ging van den oorlog. De Internationale spant thans alle krachten daartoe in. De schaal slaat door ten nadeele van de Kerk. Is deze redeneering juist Allereerst mag worden opgemerkt, dat de Internationale onmachtig was de ontketening van den krijg te voorkomen. Sterker socialisten van alle gading hebben medegewerkt hem mogelijk te maken. De noodige credieten en begrootingen tot voortzetting van den oorlog konden ook immer op hun stem rekenen. Thans komt er bezinning. Doch, die is nog verre van algemeen. In bijna elk land der geallieerden b.v., is de socialistische partij hopeloos verdeeld. Ja, de meerderheid kant zich nog even sterk tegen vredespogingen als de „burgerlijke" partijen. Het is dus zachtst gezegd, wat voorbarig gesproken, wanneer de socialisten zich voor doen als de voorstanders en bewerkers van den vrede. Maar in de tweede plaatszijn Kerk en Internationale wel twee vergelijkbare groot heden Vergeet men niet al te zeer, dat de Inter nationale is een politieke organisatie De kwestie van de oorlogsverklaringen is evenzeer een politieke. 't Ligt voor de hand, dat niet de Kerk als Kerk zich met de polilieke zijde van het vredesvraagstuk kan inlaten. Dit ligt niet op haar terrein. En zoo gaat de vergelijking tusschen Kerk en Internationale inderdaad mank. Een ander gezichtspunt opent de vraag, of het christelijk beginsel buitenslands tot de vorming van een positief christelijke staats partij leidde. Zoo ja, dan zou de Kerk met eenig recht verantwoordelijk kunnen gesteld worden 'voor den gang van zaken en het gedane verwijt een zweem van billijkheid vertoonen. Doch dit is immers niet zoo. Engelands liberale pantij is na Gladstone's verscheiden geheel het anti-revolutionaire pad bijster geraakt. In Frankrijk, Rusland noch Italië kan van een christelijke staatspartij gesproken worden. Waar nu de oorlog in politieke en daarmede samenhangende economische vraagstukken zijn oorsprong heeft, mag ook redelijker wijze slechts do beëindiging gewacht van het op treden eener politieke partij. Veeleer moest de revolutionaire staatkunde, die de verschillende oorlogvoerende lauden sinds lang volgen, wijl ze immers meer openlijk of bedekt de ieer van den souveroinen volks wil huldigen, het erkennen, fiasco te hebben geleden. Waar is, in het beleid der regeeringen, sinds jaren eenig spoor van het rekenen met de eischen van Gods Woord En heeft een verderfelijke politiek, gespeend aan elk schriftuurlijk beginsel, niet rekenend met eenig ander ideaal dan het aardsche, zich slechts richtend op stoffelijke welvaart, slechts hunkerend naar macht en grootheid der wereld dezen oorlog niet gebaard En nu de consequentie's van een theorie, die ter laatste instantie zich grondt op het „noch God, noch meester", uitliep op een wereldbrand, nu moet de Kerk dien blnsschen. Nu moet de afgedankte, in den hoek ge- drongene, redding brengen. De heele redencering is valsch. Eerst is de godsdienst verklaard tot private aangelegenheid, eerst zijn de lichten des Hemels gedoofd en thans moet de Kerk zijn de zondebok. Heeft dan de Kerk gansch geen schuld Gansch geen roeping. Ze heeft schuld. Ze heeft voor Laodiceïsme haar invloed geboet op de conscienttën. Ze heeft ook thans nog een roeping: te pleiten op Gods barmhartigheden te wekken tot verootmoediging; de conscientiën wakker te schudden. Maar de vergelijking Kerk-Intcrnationale mag in dit geding niet gemaakt worden. Ze op te werpen dient slechts, om eigen onmacht te verhullen. V Scholenbond. A.s. Dinsdagavond houdt de Scholenbond „Land van Axel" haar algemeene vergadering. We meenen goed te doen, dezen datum nog even in herinnering te brengen. Alle bestuursleden en onderwijzers der aangesloten scholen hebben de agenda reeds een veertien dagen in hun bezit. Belangrijke punten worden aan de orde gesteld, die zeker aanleiding tot gedachten- wisseling zullen geven. Gaarne wekken we bestuurders en onder wijzers op tot bijwoning dezer vergadering. Axelsche Stemmen. I. In dezen tegenwoordigcn tijd, die over het algemeen zoo donker en kommervol is, en waarin het schijnt of aan den volkercnkrijg geen einde zal komen, hetgeen ons veelal treurig en neerslachtig stemt, zijn er toch ook omstandigheden die ons gemoed met dank baarheid en eerbied aan onzen Schepper stemmen. Niettegenstaande we rondom ons het rommelen van het kanon hooren, vlieg tuigen ons verontrusten, en de duikbooten en mijnen voor onze zeelui een gevaar opleveren, waarin de macht van den mensch openbaar wordt, niettegenstaande alle die gevaren die ons omringen, zien wij thans ook wederom in bijzondere mate de almacht des Heeren. Waren we enkele weken ongerust, dat boom en plant niet zouden ontluiken of te voor schijn komen, zie thans rondom u in de heer lijke schepping. De pracht welke het rijk der natuur ons thans te aanschouwen geeft, is onuitsprekelijk. Zie de boomen, eenige dagen geleden nog dor en kaal, thans prijkende met eer, jeugdige bladerenpracht als nooit te voren. Iloe schoon is het de vruchtboomen te zien bloeien, akker en veld brengen wederom het jeugdige graan te voorschijn, en de hope der landbouwers wordt niet beschaamd. Het woord dat zaaiïng en oogst, koude en hitte, dag en nacht niet zullen ophouden, is nog steeds ten volle van kracht. Hoe be schaamd moeten wij wezen, en het moet onze harten tot oprechten dank aan God stemmen, die ons nog wil beweldadigeu. We mogen het gerust in deze dagen uitspreken Iloe groot zijn Heere uwe werken, Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt. Doch het tegendeel geschiedt zoo menigvuldig. De weelde der laatste jaren had ons zoo ten eenenmale in beslag genomen, dat we niet anders meenden, of het behoorde maar zoo. Werden onze zinnen maar steeds geleid om in diepe af hankelijkheid alles te verwachten van den Vader der lichten. We zijn in deze dagen zoo geneigd, te morren en te klagen, bij al de bepalingen die ons van overheidswege worden opgelegd, doch wanneer men eenigszins let op de tegenwoordige tijdsomstandigheden moet men toch erkennen dat deze verorde ningen nog niet alle zoo slecht zijn. Laten we eens aannemen, dat alles op de vrije markt kwam dan zouden we nog meer schrikken, en hoe spoedig zou de voorraad niet uitgeput zijn. De nood der tijden eischt rantsoeneering en hoe lastig het. ook is onze coupon t.e moeten knippen voor brood, aardappels, rijst, benevens zeep en brandstof, laat ons nog tevreden zijn dat we op een dergelijke manier het ons toe komende deel ontvangen. En nu erken ik gaarne dat menig huismoeder in angst en vreeze de nieuwe week ingaat, doch het is niet tegen te spieken, dat bij al de moeilijk heden, er toch nog een zekere soort van weelde op na wordt gehouden. Zijn wij zelf en onze kinderen niet erg ontevreden, wanneer we buurmans dophter of zoontje zien uitblinken boven onze kinderen, en willen we het niet gaarne achterna doen, wat ook zij doen Laat ons dat nalaten en laat ons de tering naar de nering zetten, anders komt de tering in de nering. Dat de bede uit het allervolmaakste gebed„Geef ons heden ons dagelijksch brood", meer in toepassing werde gebracht, waarmede we in voorspoed dankbaar, en in tegenspoed geduldig zijn, en voor de toekomst een goed toevoor- zicht hebben op onzen getrouwen God en Vader, dan zullen we niet ontevreden en misnoegd zijn, doch integendeel met blijmoedig heid onzen weg bewandelen. Nogmaals zie rondom u predikt niet alles in het riik dei- natuur u de wijsheid, Majesteit en almacht Gods De mensch mag in zijn vermeende wijsheid alles maken tot gemak of tot vernieling van den ander, zeg mij wie kan het aanzien geven aan de natuur, zooals die thans in haar volle pracht zich aan ons oog voordoet. De nietige mensch, hij mag snoeven opzijn macht, rijkdom en eere, wat is hij vergeleken bij den Schepper des hemels en der aarde Hij is Koning der koningen en Heer der heeren. Mocht het wezen dat de machten en de grootheden der aarde dit in beoefening konden brengen, gewisselijk do vreeselijke beroering zou een einde nemen. Alle menschen, wie ze zijn en waar ze wonen, ze zijn van Gods geslacht, en mitsdien alle broederen en zustoren. Mijne bede is dan ook, dat spoedig der volkeren verdwazing een einde neme, en men gaat beseffen, dat het zoo niet langer mogelijk is te leven. Moge spoedig de persoon gevonden worden, wiens woord en invloed den vrede brenge en mogen we allen steeds erkennen, dat God alles bestuurt en regeert naar Zijnen wijzen raad. OPMERKER. Axel, 16 Mei 1917. DE BOMAANSLAG OP ZIERIKZEE. In een uitvoerige officieele mededeeling loochent de Engelsche Regeering, in een door loopend onjuist betoog, deels berustend op, nota-benekrantenberichten (uit De Tele graaf!), wat eerst ook door den Britschen marine-attaché was geconstateerd, dat de bommen van Engelsch maaksel waren en door een Britschen vlieger weggeworpen. De dader ligt weer op het kerkkof! De „Nederlander" merkt daaromtrent zeer ter snede op Oorlog s-m y s t e r i n. De beroemde torpedo van het particulier initiatief, die, naar» de legende zegt, in den jarc 1915 of was het 1916 gedurende tien dagen in den Oceaan heeft rondgezworven om vervolgens, nog steeds op eigen gelegenheid, de T u b a n t i a te torpedeeren, heeft school gemaakt. Onlangs schijnen op dergelijke wijze een vijftal hommen, waarvan er althans eenige van Engelsch maaksel schijnen te zijn, een tocht door het luchtruim te hebben onder nomen. Weliswaar werd hier te lande vermoed dat een paar vliegers van een der belligerenten, die terzelfder tijd aanvallen uit de lucht op Zeebrugge deed, uit den koers waren geraakt en, tegen hurt zin en wil, een open stad van een onzijdig land, met hun hinderlijken ballast hadden bestrooid, maar de Regeering van Engeland verklaart blijkens een Reuterbericht uit Londen, dat het onderzoek beslist heeft uit gewezen dat de geworpen bommen weliswaar „waarschijnlijk kunnen erkend worden als Engelsche" of als namaak van Engelsche, maar dat niettemin geen Engelsche vlieger aan dit bedrijf, hetwelk drie menschen doodde en een halve stad verwoestte, schuldig is. Wij staan er nu precies zoo voor als toen de T u b anti a werd getorpedeerd en de Duitsche Regeering alle aansprakelijkheid afwees. Ook toen deed een deel der Duitsche pers haar best ons te doen gelooven, dat het wel een leelijke streek, fijnermystificatie genoemd van de Engelschen kon zijn, en ditmaal spant Reuter zich in om ons ervan te overtuigen hoe zeer het mogelijk, ja zelfs waarschijnlijk is, dat de Duitschers déze mis daad op hun geweten hebben. „Wij hebben in de Tubautia-zaak de Duitsche pers niet gevolgd in hare onderstellingen, en als goede neutralen zullen wij nu ook Reuter maar laten praten, in dezelfde gemoedsgesteld heid, die ons bezielde toen we alleen maar een ernstig materieel verlies en geen menschen- levens te betreuren hadden. De belligerenten hebben geen schuld, toen niet en nu niet. Men kan ze niets verwijten, noch aan de eene noch aan de andere zijde. Het is die ver maledijde zelfstandigheid van hedendaagsche torpedo's en bommen, die het hem doet Als we verwijten willen, zouden we slechts in 't algemeen kunnen zeggen, dat een dergelijk verstoppertje spelen van groote mogendheden tegenover een klein volk, dat zoo gaarne in de rechten der kleine volken zou willen blijven gelooven, toch wel buitengemeen laf hartig moet hecten. Dit zeggen wij niet tegen Engeland, noch tegen Duitsehland, maar tot dengeen, die het gedaan, het onherstelbare op zijn, lafhartiglijk verborgen rekening heeft DE BOMMEN OP ZIERIKZEE. De officieele Engelsche verklaring. Reuter verneemt officieel dat de meest grondige nasporingen zijn gedaan door de Britsche regeering om definitief vast te stellen of de aanval uit de lucht op Zieiikzce inden nacht van 29 April, in verband waarmede een innige sympathie met het Nederlandsche volk werd gevoeld door allen in het Vereenigd Koninkrijk, mogelijk te wijten kon zijn aan een noodlottige fout van een Engelschen vlieger. Het resultaat van de onderzoekingen heeft afdoende bewezen dat zonder eenige kwestie de bommen op Ziei ikzce noch door een Britsch vlootvliegtuig, noch door een legervliegtuig of een ander Britsche luchtstrijdkracht kunnen zijn geworpen. De eenige Engelsche luchtstrijdkrachten die er mogelijk bij betrokken konden zijn waren twee marinevliegtuigen, die in den bedoelden nacht in de buurt van Duinkerken opstegen om een aanval te doen op den havendam van Zeebrugge, welken zij inderdaad aanvielen en waarop zij 16 bommen wierpen. Beide vlieg tuigen hadden denzelfden tijd noodig, minder dan 14 minuten, als elk ander om het doel te bereikee en op hun basis terug te keereu. Beide waren langzaam bewegende vliegtuigen Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1917 | | pagina 1