Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. Binnenland. Buitenland. No. 1428. Zaterdag 5 Mei 1917. 14® Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag= en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LIT^OOIJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIEN: Van 1 4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10, Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver> tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. DE BOMAANSLAG OP ZIERIKZEE. In aansluiting met het bericht, dat na offi cieel onderzoek gebleken is, dat een onbekend gebleven vliegenier op Zierikzee bommen van Engelsch maaksel heeft geworpen, deelt de Duitsche admiraliteit telegrafisch mede, dat bij dezen luchtaanval geen Duitsch vliegtuig betrokken kan zijn. DE SCHEEPVAART. Van de onder Duitschen waarborg voor een veilige vaart behoudens mijngevaar, van En geland vertrokken Nederlandsche schepen, geladen met graan, veevoeder en kunstmest stoffen, zijn reeds de volgende vijftien hier te lande aangekomen te Amsterdamdo Alkaid, Kambangan, Kennemerland en Ambon te Rotterdam de Sornmelsdijk, Gorredijk, Procyon, Jobshaven, Rijswijk, Alcor, IJssel- haven, Waalhaven, Bellatrix, Merak en Win terswijk. Naar wij vernemen, houden deze schepen de volgende ladingen in de Alkaid, van Van Nievelt Gondriaan Co herkomstig uit New-York, bevat gerst de Ambon en de Kambangan, van de Mij. Nederland, komen uit Indië met een gemengde lading de Kennemerland, van den Kon. IIoll. Lloyd, voert uit Zuid-Amerika maïs, wol en diverse andere goederen aan. Deze schepen zijn te Amsterdam aangekomen. Wat de te Rotterdam binnengeloopen sche pen bereft, houden de Alcor en de Bellatrix, van Van Nievelt Gondriaan «fc Co., resp. haver en gerst in, welke zij te New York hadden geladen de Gorredijk, van de Holland-Ame- rikalijn, is aangekomen met tarwe, lijnkoeken en rogge uit Baltimore; de Jobshaven, van Gebr. van Uden, komt met haver uit New- York de Eerak en de Procyon, van Van Nievelt Gondriaan Co., zijn geladen resp. met maïs en gerst uit New York de Rijswijk, van Erhardt Dekkers, brengt lijnkoeken aan uit Baltimore de Sonunelsdijk, van de Holland Amerikaliju, heeft tarwe en lijnkoeken aangevoerd uit New-York de Waalhaven, van Gebr. van Uden is bevracht met gerst, die te New-York is ingenomen de Winters wijk, van Erhardt Dekkers, komt met marts nit Baltimorede IJsselhaven, van Gebr. van Uden, is herkomstig van New-York en voert een lading gerst. De lading van de Merak heeft eenigsxins geledendo overige ladingen, van welke de meesten zich reeds gedurende ongeveer vier maanden in de schepen bevonden, verkeeren alle in gezonden toestand. (N. R. C.) HET ERNSTIG WEDERVAREN VAN DE TRES FRATRES IJM. 184. Men meldt uit IJmuiden aan de N. It. C. We hadden een onderhoud met schipper P. Prins, van den stoomtreiler Tres Fratres, welke schipper na zijn vertrek op 15 Maart j.l. van Kopenhagen to IJmuiden is aange komen. Het wedervaren van de bemanning komt zeer in het kort hierop neer We waren den loden Maart van IJmuiden vertrokken en hadden den gewonen koers naar de visscherij genomen. Bij het lichtschip Noord gekomen, hebben we daar een drie etmalen gevischt. 't Was te negen uur, dat we bezig waren het net te halen, toen we een schot hoorden, dat voor het schip langs ging. Op ongeveer 550 meter afstand zagen we een groote duikboot, die ons het sein gaf, een boot uit te zetten. Terwijl we daarmede bezig waren, werden er nog' twee schoten op ons schip gelost. De schipper, drie matrozen en 1 stoker begaven zich in allerijl, half gekleed en half geschoeid in de boot, die bij het vieren heel wat water in gekregen had en roeiden naar den onder zeeër. Op weg naar de duikboot opende de duik boot een geweldig vuur op den treiler, zeker wel 40 tot 50 schoten. Of een der schoten op onze scheepsboot, gericht was, kunnen we natuurlijk niet met zekerheid zeggen, doch een der granaten viel in de onmiddellijke nabijheid van onze roejboot te water. Toen we op een 20 meter afstand van de duikboot gekomen waren, werd ons toegeroepen „Wat doen jelui hier? Ben jelui Engelschen Hoeveel tnenschen zijn er nog aan boord Wij antwoordden, dat we Hollanders waren en visschende en dat er nog zeven man aan boord was. Van den treiler had men, omdat het schieten niet ophield, gedurig de stoomfluit laten gaan, doch het vuren hield steeds aan. Ons werd toegeroepen, dat we met spoed de andere menschen van boord moesten halen. Onze medegenomen papieren werden niet nagezien. We roeiden daarop naar den treiler terug en zagen toen eerst, hoe het schip door de granaten gehavend was. Bijna alles aan dek en over dek was aan stukken geschoten en een der matrozen was door een granaatscherf gewond. De duikboot kwam naderbij en vergunde ons niet weder aan boord te gaan, em proviand of kleeren te gaan halen. De andere zeven menschen sprongen spoedig in de boot. Op een 50 nieter van onze boot geroeid zijnde, zagen we, dat viar mannen van de duikboot op den treiler oversprongen, in het vischruim afdaalden en kort daarna met armen vol visch terugkeerden, die ze aan boord van den onderzeeër brachten, nadat jnen de nog nieuwe Hollandsche vlag naar beneden ge haald had. Met vijftien schoten werd daarop ons schip naar den grond geschoten. De onderzeeër voerde twee kanonnen en voerde de Duitsche oorlogsvlag. Ofschoon mijlen in den omtrek noch land, noch eenig ander vaartuig zichtbaar was, liet de duikboot ons aan ons lot. over en stoomde weg. Toen begon onze ellende. Onze boot voerde geen zeil en we moesten daarom trachten roeiende een schip of land te vinden. Van Vrijdag morgen 9 uur tot den Zondag daaraanvolgende hebben we in hevige koude, regen en mist in de open boot geroeid. Vijf onzer geraakten spoedig zoo uitgeput, dat ze geen eten of drinken meer konden nuttigen en zij meest slapende, liggende in het ijskoude water, dat gedurig over kwam, den tijd doorbrachten. Zaterdagavond kwam onze boot in een branding en begrepen wij, in de nabijheid van de kust te zijn. Wegens de hevige branding durfden we die niet naderen, omdat de meesten onzer geen weerstand meer hadden om in geval van stranding het land te bereiken. We moesten dus wel tot het aanbreken van den dag in de branding blijven. Bij een aantal onzer begonnen zich toen ernstige verschijnselen van verstandsverbijste ring te vertoonen. Men had visioenen van groote stoomschepen, die ter verlossing nader den anderen begonnen wartaal te spreken, te ijlen en te zingen, doch bij een hunner was de waanzin zoo hoog geklommen, dat hij dreigde de anderen te vermoorden. Slechts met de grootste inspanning kon men hem in bedwang houden tot de dag aanbrak. Daar zag men, dat men in de branding van een pier terecht gekomen was cn hoe goed het geweest was, den dag af te wachten, anders had zeker niemand er het leven afgebracht. Nog slechts twee man waren in staat de riemen te hanteeren, ofschoon de blaren er dik op zaten en brachten de boot om den pier tegen een klein strandje van het kust- plaatsje Insed. Daar werd ons een hartelijke ontvangst bereid. We konden natuurlijk r.iet loopeu en we werden daarom in drie wagens, ieder met twee paarden, naar een hotelletje gebracht, waar we een uitnemende behandeling onder vonden en waar na eenigen tijd een vice- consul en een dokter per auto aankwamen, om verder zorg voor ons te dragen. Via 'Listed, waar we nog een nacht moesten over blijven, werden we per trein naar Kopen hagen vervoerd, waar we vier weken op onze passen hebben moeten wachten en waar onze zieken zoover herstelden, dat zij de terugreis met ons konden medemaken. Van Kopen hagen zijn we over Warnemunde en Bentheim, onder geleide van 2 Duitsche onderofficieren, tot aan de Nederlandsche grens gebracht. Als een typeerend staaltje, hoe het de meesten hunner moet aangegrepen hebben, melden we, dat de schipper 42 pond in lichaams gewicht was afgenomen, van zijn vertrek tot aan zijn terugkomst te IJmuiden. Men vestigde er nog onze aandacht op, dat waar de treilers blijkbaar niet veilig zijn voor duikbootaanvallen, het alleszins gewenscht is, een tweede scheepsboot mede te voeren en de booten van zeilinrichtingen te voorzien. GROENTEN TELEN. Men schrijft uit Aalsmeer aan de N. R. C. Als het getij verloopt, moet men de bakens verzetten. De kweekers te Aalsmeer beginnen daar ook over te denken. Nu sinds lang alle handel op het buitenland heeft opgehouden en de omzet, die derhalve tot het binnenland beperkt blijft, vrij wat is ingekrompen gaan vele bloemkweekers over tot het telen van groenten. Reeds in 1916 hadden sommigen in hun trekkassen uitstekende resultaten met de tomatenteelt. Het ongunstige weer heeft de seringen tot heden nog op een tamelijken prijs gehouden en de trek van dit prodnkt is thans vrij wel afgeloopen. Vele kasten zijn reeds bezet met bloemkool, sla, spinazie, augurken en tomaten. Er wordt ernstig over gedacht een coöpera tieve vcreeniging te stichten voor groenten- drogerij en zouterij. Het is te voorzien, dat binnenkort zulk een vcreeniging tot stand komt. Het bedrijfskapitaal denkt men te vinden door het plaatsen van aandeelen van f 10. De Nederlandsche Tuinbouwraad heeft be reids de plannen voor een dergelijke stichting niet sympathie begroet. KAARTLEGSTERS. Terwijl op dit oogenblik de belastingen steeds zwaarder worden terwijl er centrale keukens moeten worden opgericht, het steun comité zoowel als vele andere inrichtingen in het belang der mindergegoede klassen groote sommen eischen of te kort komen, wordt uit den zak der mingegoeden, voor een deel waar schijnlijk uit den zak der bedeelden, te Rot- .terdam alleen duizend gulden 's-weeks besteed voor een troep bedriegsters. Indien men het eens waagde van de min- gegoede bevolking van Rotterdam een extra- oorlogsbêlasting van de helft van die som te vragen, dan zou men de zekerheid van een volksoproer hebben. De kinderen loopen zonder voldoende schoei sel en kleederen, maar duizend gulden 's weeks, waarvoor duizend kinderen 's weeks een paar klompen zouden kunnen hebben, wordt door diezelfde noodlijdende klasse uitgegeven aan een troep misdadige vrouwelijke luiaards, die een goed leven leiden ten koste van de armen maar indirect ook tevens van de gegoeden, die als de min-gegoeden tekort komen, moeten wringen. (II. E.) HET SPOORWEGVERKEER. Naar „Het Centrum" nader verneemt, zal de nieuwe spoorwegdienstregeling niet op 1 Juni, doch op 1 Juli worden ingevcerd. Eenige treinen zullen echter nog uitvallen. Dit is gedeeltelijk toe te schrijven aan het feit, dat ter besparing van treinkilometers de treinen in het algemeen over de kortste route zullen worden geleid. DE OORLOG. Westelijk Front. LONDEN, I Mei (Reuter). Officieel avond- bericht van Ilaig: In April hebben wij in den loop van onze offensieve krijgsverrichtingen 19.343 Duitschers gevangen gemaakt, o.w. 393 officieren. In hetzelfde tijd vak namen wij ook 257 kanonnen en houwitsers, w.o. 98 kanonnen en houwitsers van zwaar kaliber, 227 mijn- werpers en 470 machinegeweren. Behaive de door ons genomen kanonnen zijn talrijke kanonnen, houwitsers en mijnwerpers van den vijand door het vuur van onze artillerie ver nield. De werkzaamheid in de lucht heeft gisteren overdag en 's nachts voortgeduurd. In luchtgevechten zijn 8 Duitsche vlieg tuigen door de onze geveld, waarvan er 2 in onze linies vielen, 9 andere zijn buiten gevecht gesteld, een 12de is door artillerie vuur neer geschoten. Negen van onze vliegtuigen worden vermist. BERLIJN, 2 Mei. (Wolff.) Het wordt be vestigd, dat de verliezen van den vijand op 28 en 29 April buitengewoon zwaar zijn ge weest. Alleen op het smalle front tusschen de dorpen Oppy en Roeux bedroeg, volgens een telling van de lijken, die het gevechts terrein bedekken, het verlies der Engelschen aan dooden en gewonden ruim 20,000. De te Ziirich verschijnende „Todesanzeiger" wijst op het geweldige aantal menschenlevens, dat, niettegenstaande eene zorgvuldige artille- ristische voorbereiding, met een modern offen sief gemoeid. Volgens de Engelsche verlies- lijsten van 16 tot 21 April, aldus in den aanvang van den slag bij Arras, werden tweeduizend officieren buiten gevecht gesteld, waaronder zevenhonderd gesneuvelden. Op grond van bij vroegere offensieven opgedane ervaringen, kan gezegd worden dat in die dagen minstens zestig of zeventig duizend manschappen, gedood of gewond moeten zijn. Deze cijfers nemen nog in betcekenis toe, indien men bedenkt, dat, de Engelsche legerleiding hare verliezen in den slag bij Arras zeer gering noemde. Onwillekeurig is men geneigd zich af te vragen, welke ontzettende verliezen dan wel bij liet. Fransche offensief en bij de jongste aanvallen moeten zijn geleden, aangezien deze toch van een veel forscheren opzet waren dan het aanvankelijke offensief. De voedselvoorziening in Engeland. Aan de Gazette de Ilollande is het navol gende ontleend Het jongste weekbericht der Britsche Ad miraliteit. betreffende den duikboot-oorlog wijst een plotselinge en ernstige stijging aan van het aantal bij het verlaten en binnenloopen der Engelsche havens lot zinken gebrachte schepen. Tegelijkertijd heeft in Engeland eene groote campagne ten gunste van een spaarzaam gebruik van levensmiddelen een aanvang ge nomen. Gedurende zes weken beproeft men het thans met een vrijwillige rantsoeneering, doch indien ue uitkomsten hiervan niet in voldoende mate bevredigend zijn, zal tot dwang moeten worden overgegaan, liet levensmidde- lenvraagstuk, dat Engeland onder de oogen heeft te zien, is evenals trouwens in ieder land een ernstig probleem. Met het drukken van broodkaarten is dan ook bereids een aanvang gemaakt, en binnen kort zullen deze aan de verschillende autori teiten worden toegezonden voor het geval de vrijwillige rantsoeneeriug geene voldoende besparing blijkt te geven. De Manchester Guardian weet overigens te vertellen, dat in gezaghebbende kringen spoedig eene gedwon gen beperking van het voedsclgebruik wordt tegefaoet gezien. Nieuwe vredeskansen? LONDEN, 1 Mei Lloyd George vertrok he den avond naar Frankrijk. De correspondent van het Handelsblad seint daaromtrent dat Minister Bonar Law in de Lagerhuiszitting mededeelde, dat de aange kondigde Regeeringsverklaring inzake Ierland moest uitgesteld worden tot de volgende week, daar Lloyd George opnieuw naar het vasteland werd geroepen onder omstandigheden welke niet te voorzien waren. CHICAGO, 1 Mei. De prijzen van de tarwe daalden de laatste uren 15 pCt. tengevolge van de mededeeling dat de Zwitsersche gezant een onderhoud gehad heeft met Wilson en van geruchten omtrent ernstihe stakingen in De Engelsche verliezen.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1917 | | pagina 1