Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Binnenland.
Buitenland.
No. 1426.
Zaterdag 28 April 1917.
14® Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag» en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN.
ADVERTENTIEN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
V 30 April.
Aanstaanden Maandag viert, zoo de Heere
wil, onze geliefde Prinses, Juliana, Ilaar 8sten
verjaardag.
Spruite uit ons geliefd Oranjehuis, is Zij de
Iloop onnes volks.
Van Haar Doorluchtige Voorzate, Juliana
van Stolberg, meldt ons het historieblad, dat
Zij was een godvreezendo Vrouwe.
Moge onze Prinses bij het opwassen blijken
toonen van denzelfden edelen, godvruclitigen
geest, welke de moeder der Nederlandsche
Maccabeeën bezielde.
Op Haar jaardag stijge het gebed van ons
Christenvolk met dankzegging tot den Koning
der Koningen, om van Hem af te smeeken
Bewaar, o God, dit dierbaar Pand
Spare de Heere Prinses Juliana tot in lengte
van dagen, tot lieii van ons Volk, tot vreugde
Harer Vorstelijke Ouders.
Zij leve
V Amendement Rutgers.
Vóór de Kamer eonige weken op reces ging,
werd door den lieer Rutgers een motie ingediend
van den volgenden inhoud
de Kamer,
van oordeel dat de Rijksbijdrage ter. behoeve
van liet bijzonder middelbaar onderwijs zoo
spoedig mogelijk zonder te wachten op de
uitvoering van liet aanhangige gewijzigde art.
192 der Grondwet behoort te worden verhoogd,
gaat over tot do orde van den dag.
Daardat toen de heer Eerdmans stemming
vroeg, op een oogenblik, dat hij wel wist, dat
het vereischte aantal leden niet aanwezig was,
kwam deze motie thans eerst aan de orde.
Wat den inhoud betreft, moet ieder, die
onbevooroordeeld is, toestemmen, dat hier
slechts verlangd wordt, wat recht en billijk is,
liet openbaar middelbaar onderwijs wordt
op alle mogelijke wijze vertroeteld, terwijl de
bijzondere inrichtingen voortdurend moeten
tobben.
De salarissen van leeraren aan openbare
en aan bijzondere H. B. S.'en vertoonen een
ongelijkheid in het nadeel der laatste, die
stuitend is.
De motie wil aan dezen wantoestand een
einde maken.
Een welkome gelegenheid bood zich hier
aan de mannen, die zoo roerend oreeren
kunnen .over rechtsgelijkheid, om inderdaad
recht te doen.
Want aan allerlei platonische liefdesverkla
ringen heeft het bijzonder onderwijs niet
bijster veel.
Maar reeds het stemming vragen van den
heer Eerdmans was weinig bemoedigend.
Thans kwam de motie na bestrijding van
links, in stemming.
Maareerst moest de heer Duijs natuurlijk
een tegenmotie fabriceeren.
Van dezen inhoud
De Kamer,
van oordeel, dat de Rijksbijdrage ten be
hoeve van het bijzonder middelbaar onderwijs
zoo spoedig mogelijk moet worden verhoogd,
zonder dat behoeft te worden gewacht op de
uitvoering van het aanhangige art. 192 der
Grondwet,
gaat over tot de orde van den dag.
Leg nu deze beide moties naast elkaar en
ge bemerkt, dat het verschil inderdaad, gelijk
de heer Rutgers opmerkte, futiel, d. i. nietig,
armzalig is.
Terecht oordeelde de heer Rutgers dan ook,
■dat hij zijn motie volstrekt niet behoefde te
wijzigen.
Zonder te machten" luidt het in de motie-
Rutgers, „zonder dat behoeft te worden ge
wacht", motie-Duijs.
Toch, dunkt ons, is de redactie-Duijs slapper.
Er „behoeft" niet te worden gewachtneen,
zegt Rutgers, „zonder te wachten".
Wat niet behoeft te gebeuren, kan echter
nog wel eens gebeuren.
Wou de heer Duijs dat er soms in leggen
Of was hij zoo vergramd over de mogelijke
onderstelling, dat de uitvoering van art. 192
wel eens extra lang op zich zou laten wachten
Men zou het haast gaan denken
De heer Rutgers deed wijs, met het ver
band met art. 192 totaal af te snijden, en zijn
redactie te handhaven.
En daarin vonden velen links een reden om
nu tegen het amendement te stemmen.
Politiek
Maar dan toch van laag gehalte.
Tegen een motie, waarvan 30 Maart de
soc.-dem. Ter Laan (Den Haag) verklaarde,
dat er practisch geen bezwaar tegen was,
ageerde nu juist allereerst dezelfde heer Ter
Laan.
En heel links, behalve 2 Unie-liberalen en
de vrijzinnig democraten (uitgezonderd Teen
stra), stemde tegen.
Toch werd met 31 tegen 32 stemmen de
motie aangenomen.
Ten spijt van de spitsvondigheid der
sociaal-democraten.
DE BROODKAART VOOR ZONDAG A. S.
De Minister van Landbouw heeft aan de
burgemeesters medegedeeld, dat, indien de
laatste dag van het tijdvak, waarvoor een
broodkaart onder de tegenwoordige bepalingen
geldig is, op een Zaterdag valt wat a.s.
Zaterdag het geval is en op de dan geldende
broodkaart geen voldoende bons meer voor
komen, de bons der broodkaarten van het
daaropvolgende tijdvak, dus die, waarop staat
vermeld „twaalfde week", door de bakkeis
op dien dag zullen mogen worden ingenomen,
ter verstrekking aan het publick van het voor
den Zondag bestemde brood.
ONZE SCHEEPVAART.
Naar wij vernemen bevinden zich de onder
handelingen door onzen minister van Buiten-
landsche Zaken met de Engelsche en Duitsche
regeeringen gevoeld over enkele bepaalde,
belangrijke punten onze scheepvaart betref
fende, in het laatste stadium.
Die met Engeland betreffen het aandoen
van Halifax als kontrole-station, die inét de
regeering te Berlijn den Vlissingschen mail
dienst en de torpedeering der zeven schepen.
Van het resultaat, alhoewel de besprekingen,
naar wij uit goede bron vernemen, met de
meeste welwillendheid tegenover Nederland
worden gevoerd, valt nog niets te zeggen,
ofschoon men in regeeringskringen goede hoop
heeft dat binnen niet al te langen tijd dè
scheepvaart op onze koloniën en de maildienst
op Engeland zal kunnen worden hervat.
DE MINISTER TAK VAN POORTVLIET
GETORPEDEERD.
Het stoomschip Minister Tak van Poortvliet
van de Stoomvaartmaatschappij Friesland te
Amsterdam (bruto 1106, netto 566 ton groot,
in 1899 gebouwd) is Dinsdagnacht half-een
getorpedeerd. De geheele bemanning is on-
gewond te IJmuiden aangebracht. Ze heeft
12 uur op zee in de booten rondgedreven.
NEDERLANDSCHE SCHEPEN IN.
ENGELAND.
Naar de N. Rott. Ct. meldt, zullen de Ne
derlandsche schepen die sinds geruimen tijd
in Engelsche havens liggen, zeer waarschijlijk
op 1 Mei de thuisreis kunnen vervolgen.
Dien dag zou de Duitsche regeering zekerheid
toezeggen voor de veiligheid van de vaart.
Het betreft hier ongeveer twintig schepen.
DE TARWEVOORZIENING.
De door de stoomschepen Noordam en Oos-
terdijk aangevoerde ladingen staan ongeveer
gelijk met 16000 ton tarwe en 1200 ton meel,
een voorraad die voor circa veertien da
gen strekt.
Bovendien is nog binnengekomen de Soest-
dijk met 1100 ton tarwe.
EEN RAMP IN AANTOCHT.
Men schrijft uit Enschedé aan Het Volk:
De texielindustric dreigt hoe langer hoe
meer geheel stopgezet te worden. Deze week
is de groote fabriek Rigtersbleek stilgezet (de
weverij werkt nog 3 dagen)ook „7 ubantia"
zal niet meer draaien. Op de „Bamshocve"
is ook al een groot deel een week thuis en
nu de spinnerijen stoppen, is daarvan het
noodzakelijk gevolg, dat binnen enkele weken
ook de weverijen geheel zullen stil komen te
staan. Voor Enschedé alleen beteekent dat
ruim 12000 werkloozen.
Door de fabrikanten worden bij een der
scheepsvaart-maatschappijen pogingen gedaan
om een schip te charteren, dat trachten zal
grondstof voor de texielnijverheid te halen.
Er is wel kans, dat deze poging slaagt, maar
toch zullen er nog wel eenige weken voor
bijgaan, eer de grondst.cf aankomt, gerekend
dat alles meeloopt.
Voor een der ramen van een huis aan
de Laan Van Meerdervoort in Den Haag is
een bordje met het opschrift„Niet thuis
wegens kolennood."
DE OORLOG.
Engclschen en Duitschers zijn het hierin
met elkander eens, aldus „De Ned.", dat de
huidige slag bij Atrecht de vciwoedste en
verschrikkelijkste is van heel den oorlog, al
is de frontbreedte, waarop thans de strijd
woedt, heel wat geringer dan bij vorige slagen
ter weerszijden van de Scarpe, het riviertje,
dat Atrecht met Donay verbindt, wordt over
een lengte van niet meer dan dertig K.M.
gevochten.
De Duitschers zijn, dit mag al dadelijk
worden vooropgesteld, zeer optimistisch. Hun
officieuse berichtgever heeft het over den
tweeden grooten stoot, om door de Duitsche
linie te breken, en hij zegt, dat do Duitsche
infanterie heldhaftig en met vreugde dezen
stoot heeft weerstaan, een uitdrukking, waaruit
blijkt, dat de Duitschers zich inderdaad meester
van den toestand achten.
Dat neemt echter niet weg, dat men van
Engelsche zijde tevreden over de bereikte
resultaten is. „Reeds thans, zoo luidt het,
zijn er resultaten van groote beteekenis ver
kregen, waarvan wel de voornaamste is, dat
de vijand, ondanks zijn terugtrekkende bewe
ging, zich niet aan onze aanvallen heeft kunnen
onttrekken, noch zijn vrijheid van beweging
heeft kunuen terug krijgen."
Dat is wel een mager resultaat, zoo komt
het ons voor en dat men dan ook met deze
bewering voor den dag komt, toont o.i. over
tuigend aan, dat het inderdaad met de En
gelsche vorderingen niet zoo schitterend is
gegaan, als men verwacht, of althans gehoopt
had. Trouwens, alle Engelsche mededeelingen,
die zich met een nadere beschouwing bezig
houden, zijn er op berekend, toch vooral
duidelijk te maken, hoe zwaar de strijd is en
dus ook want dat is de bedoeling der
mededeeling hoe lofwaardig het dus is, als
men een'of andere terreinwinst behaalt.
De Kreuz Zeitung vestigt de aandacht op
de geringe practische resultaten, welke bij
het jongste offensief der Entente met dé
beroemde* „tanks" werden verkregen. Dit
valt te meer op, aangezien het Engelsche
legerbestuur, gebruik makende van de bij den
slag aan de Somme opgedane ervaringen, deze
„dreadnoughts" van het leger te velde, aan
verschillende technische verbeteringen heeft
onderworpen. Zoowel bij Arras, als aan de
Aisne werd van de tanks in niet onaanzienlijke
mate gebruik gemaakt, zonder dat de uit
komsten aan de gestelde verwachtingen
hebben beantwoord. Van een „oprollen" of
„neerwalsen" van het Duitsche front is geen
sprake
Op 11 April jl. naderden twaalf tanks het
Duitsche front tusschen Builecourt en Quéant,
alwaar zij de Australische soldaten den arbeid
verlichten zouden Het hevige Duitsche
artillerievuur verhinderde de tanks echter
voorwaarts to komen, waarvan er verscheidene
in brand geschoten werden. Ten slotte werd
een belangrijk aantal Australiërs uitstekende
vechtsoldateu, die zich steeds in het heetst
van het gevecht plegen te werpen gevangen
genomen. Woedend verklaarden zij: „die
vervloekte tanks zijn de schuld van alles."
Bij de Aisne is het den tanks al niet beter
vergaan. Het 32ste en 5de Fransche leger
korps maakte ditmaal van deze oorlogswerk
tuigen gebruik, met het gevolg, dat een üuitsch
divisiecommandant kon rapporteeren, dat
alleen reeds voor het front zijner divisie 32
tanks buiten gevecht gesteld werden. De
gevangen genomen officieren, die met het
besturen der tanks belast waren, erkennen
dan ook, dat hun gebruik alleen daar mogelijk
is, waar zij niet aan vijandelijk geschutvuur
zijn blootgesteld.
De Fr. Ztg. schrijftMen is hot in Engeland
er thans wel over eens, dat eenc uitbreiding
der handelsvloot, aldus oen snellen aanbouw
van schepen vooralsnog het eenige afdoende
middel is ter bestrijding van het duikboot
gevaar. Toch zou dit middel dan slechts van
practische waarde kunnen blijken, indien de
aanbouw van nieuwe schepen ongeveer ge
lijken tred hield met de verliezen, welke
geleden worden. Dat dit echter niet het
geval is, blijkt uit de door Reuter gepubli
ceerde cijfers, volgeus welke in Maart jl.
taebtig duizend ton schecpsruimte werd afge
leverd. Aangenomen, dat deze productie zich
op dit, naar Reuter zelf erkent, hooge peil
weet te handhaven, dan zou dit per jaar
ongeveer een millioen ton nieuwe schecps
ruimte voor Engeland beteekenen. Daartegen
over staat evenwel, dat reeds gedurende de
beide eerste maanden van den verscherptpn
duikboot-oorlog een ongeveer gelijke hoeveel
heid Engelsche scheepsruimte door de Duitsche
duikbooten vernietigd werd.
Te Londen in het Victoria park is den 15en
dezer een betooging voor vrede door onder
handeling verstoord. De optocht, een 1000
menschen sterk, geleid door Bon. Gardner,
lid van den graafschapsraad, mevr. Despard
(zuster van generaal French) en mej. Sylvia
Pankhurst, was net in het park gekomen,
toen de menigte er op instormde, de banieren
stukscheurde, de instrumenten van het muziek
korps stuksloeg en verschillende betoogers
mishandelde. „Wie wil er vrede, terwijl we
aan het winnen zijn riep men. De politie
moest de leiders van de betooging in bescher
ming nemen. (N. R. C.)
BERLIJN, 24 April. (Wolff.) De door den
Spaanschen gezant den 20en dezer aan het
ministerie van buitenlandsche zaken overhan
digde nota luidt
„De herhaalde pogingen van de Spaansche
regeering om het zeeverkeer en het leven der
Spaansche zeelieden te beveiligen, zijn afgestuit
op het onwrikbare besluit der Duitsche re
geering, om ongewone en gewelddadige oorlogs
maatregelen te bezigen, dio ten doel hebben
het economische bestaan harer tegenstanders
onmogelijk te maken, maar die tegelijkertijd
het beslaan van bevriende en onzijdige mogend
heden aan groote gevaren blootstellen.
In de laatste dagen zijn eenige schepen in
den grond geboord, met name de San Ful-
gencio, die steenkool uit Engeland naar Spanje
bracht, na met een Duitsche geleid brief
vruchten naar Engeland te hebben vervoerd
verder heeft de Duitsche regeering voor den
terugkeer onzer in Engelsche havens opge
houden schepen voorwaarden gesteld, die
zoo de Spaansche regeenng ze niet had ver
worpen een groot deel onzer koopvaardij
vloot tot werkloosheid zouden hebben ge
doemd dan heeft Duitschland ons meege
deeld, dat onze overzeesche handel met de
Amerikaansche staten, die met Duitschland
in oorlog zijn, op de heenreis aan dezelfde
bepalingen is onderworpen, welke in Europa
I
>o J luoJI f>o<
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
DE TOESTAND.
De tanks op het Westelijk oorlogstooneel.
De duikboot-oorlog.
Betooging in Londen.
De Spaansche nota aan Duitschland.