Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. Opstanding. Binnenland. Buitenland. No. 1420. Zaterdag 7 April 1917. I4e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1.10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIEN: Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Wegens het Paaschfeest ver schijnt het eerstvolgend num mer op a. s. WOENSDAGavond. Paasehfeest Feest der Opstanding. Niet in den verwaterden zin, dien de wereld er aan hecht. Zeer positief van de opstanding van den Zone Gods, onzen Heerc Jezus Christus. Geen symbool, maar feit. Eer. feit van de allerhoogste beteekenis. De opstanding van Christus is de triomf des levens, de vrucht des kruises. Zij stelt den enkelen geloovige, de kerk des Heeren, de gansche menschheid in liet licht der Eeuwigheid. Ze is de stelligste ontkenning en weerlegging van den materialistischen tijdgeest. Ze doet het leven bezien van hooger plan. En opent liet verschiet der eeuwigheid. Herinnert zoo aan de eeuwige bestemming van den menscli, van do gansche wereld. o De Opstanding houdt een liooge roeping voor. Te leven een opstandingsleven. Een leven naar liet Licht 1 Een verzaken van de werken der duisternis. Een zoeken, óók als. natie, van de dingen, die boven zijn. Een najagen van een heilig ideaal. Een staan naar gerechtigheid, in Staat en Maatschappij. Een zich schikken naar de ;Wet des Levens. o Hoe is het feit der Opstanding ontkend, miskend Ontkend, evenals de wereld, het ongeloof, alle hemelsche werkelijkheid ontkent. Ontkend, omdat het ongeloof het Licht schuwt. Omdat het lééft bij ontkenning en loochening. s Omdat het, er immer op uit is God, Zijn majesteit, Zijn macht uit te schakelen uit den loop der dingen. Omdat liet door de Opstanding zijn bestaan ziet bedreigd. Want de erkenning van de Opstanding is zijn doodsteek. Miskend En daarom van de Opstanding een carrica- tuur gemaakt! Een kracht der natuur! Onbewust, willoos. En die kracht verheerlijktgebruikt als symbool. Revolutie heet dan opstanding Verwerping van liet gezag opstanding! Opstand tegen God en menschen op standing 1 o Zie liet in de feiten van den dag Spotten ze niet met het feit der Opstanding De krankzinnige krijg wordt verheerlijkt. Het lied van het bloeddronken zwaard wordt gezongen. Eu elk der partijen beeldt zich in, of geeft althans voor, te strijden voor recht en mensche- lijkheid. i De verbrijzeling der tegenpartij zal een wedergeboorte, een opstanding der menschheid zijn Na den oorlog zal een herboren, een als uit den doodstrijd herrezen wereld zijn. Als straks de tronen en de kronen vallen, zal dat heeten de Opstanding der volken. En wanneer ton laatste de Mensoh dei- Zonde geopenbaard zal zijn, zichzelven ver- toonende, dat hij God is, zal dat verheerlijkt worden als de ware Opstanding. o— Te midden van het woeden van den strijd, te midden van de bange worsteling om het bestaan, te midden van de moeiten des levens, blijft den Christen de troost en de kracht dei- Opstanding. Niet in liet graf, niet in het verderf, maar in Hem, Die de Opstanding en liet Leven is, ligt zijn toekomst. Het licht der Opstandinrr glanst ook over liet donkerste pad, bestraalt hem zelf in de schaduw des doods. Het roept hem tot strijdtot strijd vóór het Licht. Het profeteert van den komenden Dag. Het doet het hoofd omhoog heffen. Op den eerston Paaschdag riepen de eerste Christenen elkaar hoopvol en bemoedigend toe Sursum corda De harten omhoog Omhoog dan de harten, ook hij het feller prangen van den nood. De harten omhoog, nu de demonen der hel schijnen losgebroken. De harten omhoog, nu alles rondom zint op moord en verderf. De harten omhoog, nu de geest uit den afgrond schatert. Tot aanlicht de morgen der eeuwige Opstanding. Het eindeloos Paaschfeest DE CONCENTRATIE EN DE VERKIEZINGEN. In de vergadering van het Centraal Comité der Vrijzinnige is de vraag behandeld, of voor het geval de Grondwetsherziening tot stand komt, door de drie vrijzinnige partijen in beginsel zou worden besloten, behoudens goedkeuring door hare ledenvergaderingen, de concentratie in 1918 hij de verkiezingen onder liet stelsel van Evenredige Vertegenwoordiging voort te zetten, indien men er in mocht slagen tot overeenstemming te geraken omtrent een gemeenschappelijk program. Deze vraag werd bevestigend beantwoord door de gedelegeerden van de Liberale Unie en den Bond van Vrije Liberalen. De gede legeerden van den Vrijzinnig-Democratischen Bond beantwoordden haar ontkennend. De concentratie zal tot do verkiezingen van 1918 op gelijken voet worden voortgezet als tot nu tóe. De Vrijz. Dem. Bond motiveert haar beslis sing, door er op te wijzen, dat een besluit in het beginsel geen nut heeft, zoolang in de verste verte niet kan worden aangegeven, hoe een gezamelijk te verdedigen program zou moeten luiden. „Samenwerking van politieke partijen kan slechts zin hebben straks als vroeger, indien zij wordeu samengebracht door de gemeen schappelijke begeerte om hetzelfde doel te bereiken. Anders is er niet sprake van samen werking in een bepaalden stembusstrijd, doch van samenwerking voor goed. Van dit laatste kan, meent het Hoofdbestuur, geen sprake zijn. De groepen gaan in overtuiging te ver uiteen en de geschiedenis en de praktijk zijn te leerzaam, dan dat daaraan ook maar een oogenblik valt te denken. „Iets anders is de vraag, of de toestand ten aanzien van de organisatie der vrijzinnigen niet zuiverder zou zijn, indien er twee groe pen bestonden in plaats van drie een behou dend liberale en een democratisch vrijzinnige. Stappen in deze richting gedaan, zullen door onze organisatie met groote belangstelling worden gevolgd." GAAT POSTHUMA HEEN? De Katholieke „Tijd" bevat een eenigszins geheimzinnig bericht, dat „wij" spoedig een ministeneele krisis zullen beleven." „Overwogen wordt een zeer sterk doorge voerde concentratie op liet gebied van levens middelenvoorziening, waarbij men desnoods niet zal terugschrikken voor onteigening op groote schaal. „Eerlang heeft te Utrecht een vergadering plaats van landbouw-deskundigen, waar de zaak ter sprake gebracht wordt. „Men spreekt reeds van een voorstel om alle granen en voedergewassen te onteigenen en op te vorderen „Minister Posthuma is echter vierkant tegen dit voorstel gestemd. Blijft hij onwillig, dan ligt een motie reeds zoo goed als klaar en krijgt hij het verzoek om heen te gaan." liet blad geeft te verstaan, dat minister Treub achter deze historie zou zitten en waarschuwt voor diens „staatssocialistische neigingen." Of er iets aan de hand is, dan wel ol de bericht gever enkel op senatie uit is, is niet duide lijk. (Het Volk.) ONTSPANNING VOOR MILITAIREN. De opperbevelhebber van land- en zeemacht heeft de volgende legerorder uitgevaardigd Bij talrijke troepenonderdeelen is en wordt veel gedaan om aan de gemobiliseerde!! eenige ontspanning te verschaffenmet zorg en toe wijding wordt aan dit nuttige doel gewerkt, en het is zeer zeker te prijzen, dat velen zich bijzondere moeite getroosten om de militairen hét verblijf onder de wapenen te veraange namen. Ongelukkigerwijs heeft men in enkele ge vallen hij liet uitkiezen van personen en gezel schappen, die ontspanningsavonden geven, een minder gelukkige keuze gedaan en hebben voorstellingen plaats gevonden, waaraan door een deel der toehoorders aanstoot werd ge nomen. Er zal naar te streven zijn, zulks in den vervolge zooveel eenigszins mogelijk te voor komen. Ten deze toch 'heeft men met ver schillende persoonlijke opvattingen te doen en daarmede dan ook rekening te houden. Met de meeste zorg zal daarom zijn te ver mijden al wat de godsdienstige overtuiging, de begrippen van zedelijkheid en goeden smaak zouden kunnen kwetsen. Bij twijfel zal men zich derhalve steeds moeten onthouden een strenge maatstaf zal moeten worden aangelegd. Het is gebleken, dat enkele officieren, die aan een vertooning persoonlijk geen aanstoot hadden genomen, aan den betrokken artist een aanbeveling uitreikten en dit, hoewel de uitvoering bij andersdenkenden begrijpelijke ergernis ver wekte. De aandacht zij er in dit verband op ge vestigd, dat bij liet geven van dusdanige aan bevelingen de grootste omzichtigheid in acht worde genomen. Gelet op liet vorenstaande en ten einde voor den vervolge de gelegenheid te openen desverlangd nadere inlichtingen te kunnen inwinnen, verzoek ik, voor zoover mogelijk, aan het hoofd van de afdeeling Ontwikkeling en Ontspanning van de gemobiliseerde troepen van het algemeen hoofdkwartier, opgave te willen doen toekomen van de gezelschappen en personen, die in den laatsten tijd voor de onder ressorteerende troepen ontspannings avonden hebben gegeven en zulks onder mededeeling van bijzonderheden, betreffende elk van hen. Voorts wordt te gelegener tijd nadere aan vulling van die opgave tegemoet gezien. En vooral spoedig, wanneer melding moet worden gemaakt van een, ondanks de genomen voor zorgen, minder voegzaam optreden van een gezelschap of artist. Hoewel ik er geenszins aan twijfel, of er wordt nauwkeurig tegen gewaakt, dat noch direct, noch indirect, militairen worden ge dwongen tegen huil overtuiging of zin ver makelijkheden hij te wonen, zal toch ook tegengegaan moeten worden, dat zij hij niet- deelneming deswege onaangenaamheden onder vinden. DE HESTIA GETORPEDEERD. Naast de reeds vermelde bijzonderheden over liet vergaan van de Hestia, is van belang, wat de Directie van de Ned. Indische Tank Stoomboot Maatschappij mededeelt. Volgens rapport van den kapitein vertrok de Hestia Vrijdag j.l. omtrent 9 uur namiddag van Amsterdam en was om 11 uur 15 buiten gaats. Om 3.50 voormiddag werd plotseling een kanonschot gelost van een Duitsclie duik boot, waarvan liet projectiel nabij de com mandobrug sprong. De kapitein gaf onmiddellijk liet sein naai de machinekamer om te stoppen. Toen evenwel met vuren werd voortgegaan en meer pro jectielen over het schip heensclieerden, gaf de kapitein order om de beide sloepen te strijken. Toen de sloepen gestreken werden hield liet vuren op, maar onmiddellijk daarna werd, toen de sloepen juist te water waren, liet schip achteruit van stuurboordzijde getorpe deerd. Deze torpedo trof zoowel liet schip als de langszijde liggende stuurboordsloep. Tengevolge van de ontploffing van de torpedo werd deze sloep met de inzittenden opgeheven, gedeeltelijk verbrijzeld en omgekanteld, zoodat alle inzittenden te water geraakten. Tegelijkertijd begon liet achterschip snel te zinken en stond liet schip spoedig met liet voorschip hoven water als liet ware nagenoeg rechtstandig. Ten einde het schip tot zinken te brengen werd liet granaatvuur door de duikboot weder hervat en moest de sloep aan bakboord, die nog onkundig was van liet lot, dat de stuurboordsloep getroffen had, zich eenigszins van liet schip verwijderen. Toen liet inmiddels licht geworden was en liet vuren had opgehouden, naderde de bakboordsloep weder de plaats des onlieils en ontdekte in de onmiddellijke nabijheid van de duikboot de omgekantelde stuurboordsloep, waaraan een Chinees zich had vastgeklemd. Hoewel de duikboot zicli in de onmiddellijke nabijheid van dezen man bevond, had men geen vinger uitgestoken om hem uit zijn benarde positie te redden. De sloep met geredden bleef nog eenigen tijd rondroeien om naar de anderen te zoeken, maar er was niets meer te zien, ook niet op de ronddrijvende reddingvlotten. Een tot de duikboot gericht verzoek, om_ de overgebleven sloep een eindweegs naar* de Hollandsche kust te sloepen, werd op zeer onwelwillende wijze geweigerd. Roeiend en nu en dan zeilend, moest men dus verder zichzelf helpen tol liet gelukte Zaterdag om 3.30 namiddag in de nabijheid te komen van den logger IJmuiden 210, schipper D. Verhaan, aan boord van welken logger de schipbreu kelingen op de meest lofwaardige wijze werden verzorgd. DE OORLOG. Graaf Czernin's interview met den hoofd redacteur van het Fremdenblatt heeft al heel wat pennen in beweging gebracht, wat er aanstonds reeds op wijst, dal dit iritervieuw meer dan gewone beteekenis heeft. In een tijd, dat de Oostenrjjksche minister zich niet in liet parlement uitspreken kan immers liet Oostenrijksclie parlement kwam sinds liet begin van den oorlog niet meer hijeen moest hij wel van de pers gebruik maken, om zijn meening te kunnen zeggen en hij heeft dit zeei duidelijk gedaan. Hoe heel anders klinkt zijn woord dan dat van Von Bethmaun Hollweg, toen deze ten vorigen jare in den Rijksdag liet Duitsclie vredesaanbod aankondigde. Niets van het prikkelende van de Rijkskanseliersrede is er in het woord van Czernin en hij doet alle moeite de gevoeligheden van den vijand te ontzien. Om die reden heeft zijn vredesaanbod want dat is liet, al geeft hij liet in den vorm van een interview o. i. ook zooveel te grooter waarde, ook al zouden wij niet gaarne beweren, dat liet in dezen tot liet hoogtepunt van verbittering gekomen strijd, effect hebben zal. Maar wij kunnen ons niet indenken, dat de Entente liet hooghartig dood zwijgen zal, en dat juist, omdat het in zulk een gematigden vorm is ingekleed. Ook dc Duitschers spreken nu in eenigszins anderen toon, waar zij zicli hij zijn woorden aansluiten. De Lok. Anz., die een hoofdartikel aan het interview wijdt, heeft het nog wel over de sterkte, en de kracht, waarmede men den vijand op alle fronten weerstand biedt, maar vindt toch de brallende woorden niet meer, waarmede de Duitsclie pers indertijd liet vredesaanbod begroette. Opmerkelijk is liet, dat Berlijn en Weenen liet inzake de hernieuwing van liet vredesaanbod eens zijn en dat dit ten spoedigste blijken zal door liet bezoek van een hooggeplaatst persoon uit de Donau-monarchie aan Duitscliland. Welke persoon wordt daarmede bedoeld? Wellicht Czernin zelf, zoo oordeelen wij, ken nis nemende van een ander hoogst belangrijk bericht uit Weenon. De jonge keizerin van Oostenrijk heeft behoefte, zoo lezen wij, kennis te maken met de Duitsclie keizerin en is nu gisteravond naar het Duitsclie hoofd kwartier gereisd. Dat is op zichzelf nog niets bijzonders, maar de berichtgever voegt eraan toe De nieuwe Vredespogingen.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1917 | | pagina 1