Jftttïreoolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Binnenland.
FEUILLETON.
OMHOOG!
No. 1417.
Woensdag 28 Maart 1917.
Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag= en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTODIJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken, voor de Redactie van
dit blad bestemd, te adresseeren
„Aan de Redactie van Luctor et Emergo
te Ter Neuzen."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
DE AMSTELSTROOM GETORPEDEERD.
Men meldt aan de N. R. C.
Zaterdagmorgen vroeg is te IJmuiden de
zeillogger Holland 2 KW 155, schipper L. van
Beelen, binnengekomen, die aan het onder
zoekingsvaartuig mededeelde, dat hij elf schip
breukelingen aan boord had, onder wie enkele
gewonden, van het Nederlandsche stoomschip
Amstelstroom.
Bij aankomst van den logger in de haven
vernamen we van de geredden het volgende
De Amstelstroom was Donderdagavond tegen
negen uur van IJmuiden naar Londen ver
trokken en had aanvankelijk noordwaarts
gestoomd om ter hoogte van Egmond de
westelijke richting te nemen. Toen men
ongeveer vijftig mijlen noordwest van IJmuiden
was, werd de Amstelstroom achterop gestoomd
door 3 oorlogsschepen met ieder drie schoor-
steenen, die mot een geweldige vaart naderden.
Zonder eenige waarschuwing werd onmiddellijk
daarop een regen van granaten op de Amstel
stroom afgezonden, die links en rechts over,
langs en tegen het sclnp vlogen en losbarstten.
Kruipende over het dek wisten de naar het
dek gesnelde opvarenden, dekking zoekende
tegen de verschansing, twee bakboordssloepen
te strijken. Inmiddels waren twee dei-
opvarenden getroffen en minder cf meer
ernstig verwond. Deze beiden zijn bij hun
pogingen, om in een der booten te komen,
over boord geraakt en, naar de geredden zeker
meenden te weten, verdronken. Wie het
geweest zijn, heeft men in den donker niet
kunnen zien.
De elf geredden zijn: F. Swart, kapitein;
D. D. Rehderbehn, eerste stuurman van
der Lingen, tweede machinistP. Honel, derde
machinistGeelhuyzen, donkeyman W. Kooy,
kok; Reinders, tremmer; C. Lap, S. Jongh,
H. van Es en R. Olfers, matrozen.
Van de tweede boot en de elf andere
opvarenden er waren er in het geheel 24
heeft men niets meer gehoord of gezien. Het
was de eerst te water gelaten boot. Of ze
overstoomd is, door de granaten getroffen dan
wel aan het gevaar ontkomen, wist men niet
te zeggen. Alleen koestert men de hoop, dat
de boot naar de Engelsche kust is gedreven
17)
HOOFDSTUK VII.
Het was beslist.
Karei zou naar het „gym." gaan. Oom Van
Dalem had beloofd voor het benoodigde geld
te zorgen. En het was nog zoo heel zeker
niet, dat het later terug moest betaald worden
oom had een slag om den arm gehouden.
Met glans had Karei het toelatingsexamen
afgelegd en oom Van Dalem had het maar
het best geoordeeld aan Kareis moeder alvast
een sommetje sturen, om haar jongen netjes
in de kleeren te steken en van de noodige
studieboeken te voorzien. Een kosthuis had
hij óok voor zijn achterneefje opgezochtof
schoon moeder liever zélf eens had uitgezien
naar een geschikt verblijf voor haar zoon
van de dagelijksche omgeving hing toch zooveel
af; graag had ze hem ondergebracht bij men-
schen, die met haar van dezelfde levensbe
schouwing waren, bij wie Karei niet aanstonds
geestelijk op eigen wieken zou moeten drijven.
en door een of ander schip opgenomen.
De aanval op de Amstelstroom had te 1 uur
in den nacht plaats en eerst nadat men den
ganschen nacht en morgen in de hevigste
koude in de open boot had rondgedreven en
men te 12 uur 's middags ter hoogte van
Scheveningen was gekomen, werden de schip
breukelingen aangetroffen. Met veel moeite
werden dezen aan boord van den logger
getild, waar ze, zooals vanzelf spreekt, een
uitnemende ontvangst hadden en voor zooveel
mogelijk verbonden, gekleed en geschoeid
werden. De kapitein was bij het vieren van
een boot aan de hand gewond geraakt en een
der matrozen was, toen hij reeds in de scheeps
boot zat, doer een granaatscherf getroffen en
ongevaarlijk in den rug gewond. Bij aankomst
te IJmuiden werd hun in het Roode Kruis-
gebouw, dat onmiddellijk bij het bericht, dat
gewonden werden aangebracht, gemobiliseerd
was en in gereedheid gebracht, verdere hulp
voor zoover noodig verleend en konden allen
zich behoorlijk baden, kleeden en verwarmen.
Wat er van de Amstelstroom geworden was,
wist men niet. Men had het schip in den
donkeren nacht niet meer gezien.
Dö Amstelstroom had, behalve stukgoederen,
ook medegenomen ter vervoer naar Engeland
800 manden visch van de Export Mij. te
IJmuiden.
HET GEVAL VAN DE PRINCESS MELITA.
Wolff seint uit Berlijn over het geval van
de Princess Melita o. a.
Deze duidelijke schending van de
Nederlandsche neutraliteitsvoorschriften wordt
.door geen verdraaiing van het Vaderland
ongedaan gemaakt en zij moest in Duitschland
des te zwaarder krenken, omdat de Neder
landsche regeering juist in denzelfden tijd
tegenover twee Duitsche oorlogsschepen, die
tegen hun wil, tengevolge van kompas-storingen
en dichten mist dus door averij of zee-nood
in de Nederlandsche kust-watereu geraakt
waren, de onzijdigheidsverklaring op een zoo
enghartige wijze toepaste, als noch met haar
tekst, noch met den innerlijken samenhang
van haar artikelen strookt.
Men beseft in Duitschland den moeilijken
toestand, waarin Nederland zich tusschen de
beide leidende mogendheden van de oorlogs
partijen bevindt. Duitschland moet echter
verlangen, dat het in een voor de oorlog
voering ter zee zoo gewichtige kwestie als
het gebruikmaken van de Nederlandsche
wateren door oorlogsschepen van beide partijen,
niet op een volkomen onrechtvaardige wijze
tegenover Engeland benadeeld wordt.
DE BROODRANTSOENEERING.
Naar de Msb. verneemt, zal het brood-
Maar het ging niet aan, oom Van Dalems
bomoeiïngen af te wijzen of te becritiseeren.
Karei moest nog eenige afscheidsvisites
afleggen, want het zou nu wel een poosje
duren, eer hij eens met vacantie over kon
komen. Reizen kost geld, en men moest, ook
met de geleende penningen zuinig zijn.
Voor Karei was het een vervelende tijd,
schoon hij zich wel wachtte, die meening te
uiten. Hij hunkerde naar het oogenblik, dat
hem uit deze omgeving zou wegvoeren. Om
Moeder was hij wel dichterbijgebleven, om
MoederEn toch in zeker opzicht ook weer
niet. Moeder, ja, hij hield veel van haar, hij
voelde de koestering harer liefde in al wat
zij voor hem deedmaar, er was iets in
Moeders zeggen en vermanen, dat hem af en
toe hinderde, omdat hij gevoelde, dat hij er
niet oprecht tegenover stondiets, dat
schrijnde tegen zijn binnenste gedachten iets
dat telkens weer dwars door al zijn overleg
gingen heensneediets, dat voortdurend
levending maakte, wat hij zoo gaarne wilde
vergeten dat hij geheel trachtte weg te cij
feren, terwijl het hem immer werd aangewezen
als de belangrijkste factor in zijn berekeningen.
Hij hoopte het zich wel te ontveinzen, en
toch, het was zooMoeders godsdienstzin,
haar reine godsvrucht begon hij allengs te
voelen als een steen des aanstoots op zijn pad.
rantsoen, dat, gelijk bekend, moet worden
ingekrompen, binnenkort van 400 op 300 gram
per dag en per hoofd worden gebracht.
DE STEENKOOLAANVOER.
In den Iaatsten tijd zijn 5200 wagons Duitsche
steenkool Genep gepasseerd.
Sinds 23 Maart rijden er iederen werkdag
45 kolentreinen uit Duitschland langs Gennep.
DE ZEVEN GETORPEDEERDE SCHEPEN.
(Officieel.) Het Ministerie van Buitenland
sche Zaken deelt het volgende mede
Op 28 Februari gaf de Duitsche gezant aan
den Minister van Buitenlandsche Zaken te
kennen, dat een onduidelijkheid in een van
zijn Regeering ontvangen telegram nopens de
wijze waarop de Duitsche Regeering meende
aan de Nederlandsche Regeering genoegdoe
ning te kunnen verschaffen wegens de torpe
deering van de Nederlandsche schepen „Ban
doeng", „Eemland", „Gaasterland", „Jacatra",
„Menado", „Noorderdijk" en „Zaandijk" hem
belette den Minister te dier zake een stellige
mededeeling te doen.
Inmiddels bleek uit de berichten van Hr.
Ms. gezant te Berlijn, die in opdracht der
Regeerir.g zich tot de Duitsche Regeering en
met name tot den Rijkskanselier had gewend
om op genoegdoening in den vorm van ver
vanging der verloren gegane scheepsruimte
en vergoeding der geleden schade aan te drin
gen, dat die Regeering nog geen definitief
besluit omtrent hare houding had genomen.
Onder dagteekening van 6 Maart deelde de
Duitsche gezat mede, dat zijn Regeering be
reid was de bemanningen der zeven schepen
schadeloos te stellen voor de door hen ge
leeen materieele verliezen en zich bezig hield
met de vraag om aan de verliezen der reeders
tegemoet te komcD door hen, zoo zij dat
wenschen, den aankoop van Duitsche schepen,
nadat de vrede zou zijn gesloten, te verge
makkelijken. Dit aanbod, zoo voegde de ge
zant daaraan toe, kon niet woreen aangemerkt
als een erkenning van schuld aan de zijde der
Duitsche Marine, maar moest worden be
schouwd als een uitvloeisel van den wensch
om de Nederlandsche koopvaardijvloot schade
loos te stollen voor de geleden verliezen en
als alleen door overwegingen van mensche-
lijkheid en goede nabuurschap ingegeven.
Hernieuwde stappen ingevolge opdracht der
Regeering door Hr. Ms. gezant te Berlijn
daarop onder meer bij den Rijkskanselier ge
daan, leidden de Duitsche Regeering tot nieuwe
overweging der aangelegenheid.
Die Regeering heeft thans den gezant me
degedeeld, dat zij als vergoeding van het
gebeurde bereid is de reeders van de schepen
Hij had immers wel gemerkt, hoe zijn ver-
waarloozen van zijn godsdienstige plichten
tijdens zijn bezoeken bij Van Dalem gedurende
de laatste maanden, hem bij dezen onmisken
baar in achting had doen rijzen. Hoe on
verschilliger, liberaler, noemde oom het, hij zich
voor deed, hoe beter hij Van Dalem aanstond.
Moest hij dan als oom worden Overboord
werpen als onnoodige ballast wat moeder hem
van jongsaf had ingeprent, wat op school
meester Raamsma met zooveel ernst had
voorgehouden Kon hij zich wel onttrekken
aan den invloed zijner opvoeding? Wilde hij
dat zelf wel Hij zei tot zichzelf, dat zulks
in het geheel het geval niet wasnimmer
zou en wou hij, dus was zijn voornemen, het
stil gebed verachteloozen nooit nalaten Gods
Woord te lezen; maar... moest hij met zijn
godsdienst te koop loopen Kon hij niet in
zijn hart godsdienstig zijn, al toonde hij het
ook niet zoo openlijk voor anderen, die een
andere levensopvatting huldigden, van wie
hij eenigermate afhankelijk was?
Neen, moeder mocht er niets van merken,
dat zóó zijn overleggingen waren, dat ze die
richting uitgingen hij wilde haar niet kwetsen,
niet verontrusten. Maar juist daardoor werden
hem de laatste weken lastige was hij maar
wegginds, in de stad, dichter bij zijn doel.
Hij vond zich hier niet geheel meer op zijn
in de gelegenheid te stellen gedurende den
oorlog Duitsche schepen op gunstige voor
waarden te huren.
De Nederlandsche Regeering heeft dit aan
bod als onaannemelijk afgewezen en de reeders
zijn onder die omstandigheden eenstemmig
van oordeel geweest ook het aanbod betref
fende de schadeloosstelling voor de beman
ningen niet te aanvaarden.
POOT AARDAPPELEN.
Nu de pootaardappelen aanbreekt, worden
zij, die voornemens zijn pootaardappelen uit
oen andere gemeente te betrekken, er aan
herinnerd, dat het vervoerverbod van aard
appelen ook geldt voor „poters".
Vervoer van aardappelen, dus ook van poot
aardappelen, is alleen .toegestaan, indien daar
voor eene vergunning is afgegeveu door de
Rijkscommissie van Toezicht op de Aard-
appelvereeniging, Amallastraat 2 te 's Gra-
venhage.
Aanvragen voor zoodanige vergunning moeten
tot die commissie worden gericht op formu
lieren, welke door haar gratis verkrijgbaar
worden gesteld.
DE VISCHHANDEL TE IJMUIDEN.
Naar wij vernemen is het Bestuur der
Reeders-Vereeniging te IJmuiden zeer tevreden
over de onderhandelingen met Engeland en
Duitschland inzake den afzet der te IJmuiden
aangevoerde visch. Er is alle kans dat. spoedig
een gunstige schikking verkregen zal worden.
SCHADELIJK GEDIERTE EN LEVENS
MIDDELENVOORZIENING.
Het lid van de Tweede Kamer de heer
llelsdingen heeft, naar Het Volk meldt, aan
den Minister van Landbouw de volgende
schriftelijke vragen gesteld
Is het den Minister bekend, dat door liet
wild en schadelijk gedierte in verschillende
deelen van het land groote schade wordt
aangericht onder te velde staande gewassen,
ten nadeele van de landbouwers en de be
volking
Zoo ja, is de Minister bereid daartegen
maatregelen te nemen door o.a. op ruime
schaal vergunning te verleenen tot het jacht
maken op schadelijk gedierte, waarmee zoowel
de voorziening in de behoefte aan levens
middelen als de belangen der landbouwers
ten zeerste worden gebaat
DE ENGELSCHE VOOGDIJ.
In het Lagerhuis heeft Lord Robert Cecil,
de minister van blokkade, nog eens moeten
antwoorden op een klacht over de levens
middelen enz. die ons land aan Duitse h-
land levert.
plaats, sinds het vaststond, dat hij zou gaun
studeeren. Wat hij van de stad en het stads
leven had gezien, lokte hem onweerstaanbaar.
Aan meester Raamsma werd ook een bezoek
gebrachtMoeder had hem op het hart ge
bonden den ouden man beleefd te danken
voor het genoten onderwijs, en, hij kon het
niet ontkennen, hij was aan den eenvoudigen
onderwijzer veel verplicht. Meester Raamsma
ontving hem hartelijk het viel Karei mee
het gesprek bleef algemeen. Straks, bij het
vertrek, scheen het gevreesde te komen.
„Het ga je wel, Karei. Doe ijverig je best.
Wees nederig van hart; blijf het en denk aan
wat de Hecre eens sprak Wie mij belijden
zal voor de menschen, dien zal ik belijden
voor Mijnen Vader, die in de hemelen is,
maar wie zich Mijns en Mijner woorden
„Zeker, meester", viel Karei in de rede, „ik
zal er mijn best toe doen." Hij greep vast
do deurknop, en draaide dien om.
De oude man schudde het hoofd hij voelde
hoe Karei zich aan wat hij omtrent dit onder
werp nog in het midden zou kunnen brengen,
wilde onttrekken. Hij voelde den haastigen
druk van Kareis hand op do zijne, om maar
spoedig weg te komen.
„Dag meester!"
„Dag Karei."
(Wordt vervolgd.)
S
io<l IWI f)o
DOOR ZELANDIA.