Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Uit de Pers.
Binnenland.
Buitenland.
Zaterdag 3 Maart 1917.
14® Jaargang.
No. 1410
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag» en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITWOOIJ Az. te TER NEUZEN.
ADVERTENTIEN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken, voor de Redactie van
dit blad bestemd, te adresseeren
„Aan de Redactie van Luctor et Emergo
te Ter Neuzen."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
De getorpedeerde schepen.
Naar aanleiding van de Engelsche „deel
neming". merkt „De Nederlander" terecht op
Daarom moeten wij ons niet laten opzweepen
door den toon der Èngelsche pers, wier aan
sporingen lot Nederland om zichzelf te zijn en
nu van zich af te slaan, niet anders zijn dari
stukjes oorlogsvoering, en ook als zoodanig
moeten worden beschouwd.
Nederland heeft tegenover elk der strijdende
partijen, wanneer dit noodig was, voor zijne
eer in waardige en wél-gemotiveerde protesten
gedaan wat het kon, maar het is voor een
klein land geen schande als het zich niet met
hartstocht in de hel van den oorlog-storten
wil. Het heeft voor die protesten steeds de
juiste bewoordingen weten te vinden zonder
dat het zich die liet dicteeren van de overzijde
der Noordzee het herinnert zich, bij de ver-
ontvvaardigingsuitingen van „Daily Graphic" en
dergelijke organen maar al tc goed, aan welke
vernederingen een andere neutrale natie van
de zijde der Geallieerden heeft blootgestaan,
om deze verontwaardiging niet op de juiste
waarde te kunnen schatten.
Wat een klein volk doen kan, zal het doen,
ook als het tot den oorlog mocht worden
gedwongen, maar het kleine Nederlandsche
volk heeft van den oorlog reeds genoeg gezien
om aan zijne zegeningen niet te gelooven, en
lien, die hem willen opdringen, niet als zijn
ware vrienden te beschouwen.
POSTERIJEN.
Met ingang van 1 Maart 1917 bedraagt het
tarief voor postpakketten in liet binnenlandsch
verkeer
tot 1 K.G. 20 cent.
1-3 25
3-5 30
TWEEDE KAMERVERKIEZING EMMEN.
Bij de Dinsdag gehouden verkiezing voor
een lid van de Tweede Kamer in het district
Emmen (vacature-wijlen mr. dr. Goeman Bor-
gesius) werden uitgebracht 5082 geldige
stemmen.
Hiervan verkregen de liecren Bergmeijer
(S. D. A. P.) 1896 en Sibinga Mulder (U. L.)
3186 stemmen. Zoodat gekozen is de heer
Sibinga Mulder.
KAMERVERKIEZING ELST.
Ten gevolge van het aannemen door den
lieer mr. A. I. M. J. baron van Wijnbergen
van zijn benoeming tot lid van den Centralen
raad van beroep (ongevallenverzekering), zal
in bet kiesdistrict Eist een verkiezing moeten
plaats hebben voor een lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal en wel de ver
kiezing op Dinsdag 13 Maart, de stemming,
zoo noodig, op Dinsdag 27 Maart, de her
stemming, zoo noodig, op Dinsdag 3 April.
Prof. Mr. G. A. VAN HAMEL, f
Te Amsterdam is Woensdagnacht pl.m. 1
uur overleden prof. mr. G. A. van Hamel,
oud-hoogleeraar aan de Universiteit te Am
sterdam, lid der Tweede Kamer voor Amster
dam district IV.
Dr. A. KUYPER.
De Haagsche correspondent van het Hand.
verneemt dat de operatie, die dr. Kuyper zou
ondergaan, door de geneesheeren niet noodig
is geacht. Dr. Kuyper ging per rijtuig reeds
weder uit Bronovo.
DE GETORPEDEERDE SCHEPEN.
De N. R. Ct. meldt
Naar wij vernemen heeft onze regeering
van het Duitsclie gezantschap de mededeeling
ontvangen, dat de Duitsclie regeering bereid
is ter tegemoetkoming in het verlies van de
getorpedeerde 7 Nederlandsche schepen,
Nederland gedurende den oorlog de beschik
king te geven over Duitsclie schepen, met
dien verstande, dat na den vrede over eventu-
eelen aankoop van die schepen door Nederland
zal worden onderhandeld.
Het Nederlandsch Correspondentiebureau
in Den Haag meldt ons
Bij navraag aan het ministerie van buiten-
landsclie zaken in verband met het bericht
over de bereidverklaring van de Duitsclie
regeering tot tegemoetkoming in liet verlies
van de 7 Nederlandsche getorpedeerde schepen
kon ons geen officieele bevestiging van dat
bericht worden gegeven. Een onduidelijkheid
in de ter zake uit Berljjti ontvangen tele
grammen heeft lil. het Duitsclie gezantschap
alhier verhinderd een stellige en volledige
kennisgeving aan de Nederlandsche regeering
te doen.
DE JACATRA GEWAARSCHUWD.
Wolff seint uit Berlijn aan de N. R. C.
Een van onze duikbooten ontmoette (datum
ontbreekt Red.) ongeveer 30 zeemijlen ten
westen van de Scilly-eilanden in het versperde
gebied een Nederlandsch stoomschip (uit liet
vervolg van het telegram is af te leiden do
Jacatra Red.), dat met graan voor do
Nederlandsche regeering aan boord op weg
naar Rotterdam was.
Daar de tijd, waarbinnen onzijdige schepen
in deze wateren zouden verschoond blijven,
nog niet verstreken was, werd het stoomschip
vrijgelaten, maar de gezagvoerder kreeg den
dringenden raad om te keeren, het versperde
gebied te verlaten en ten noorden en oosten
daarvan naar Nederland de reis voort te
zetten. Hem werd het door Duitscliland
geblokkeerde gebied in teekening meegegeven.
Trots de dringende waarschuwing heeft liet
stoomschip de vaart naar het Kanaal voort
gezet. De Jacatra liep vrijwillig of onvrij
willig, dat is hier in Berlijn niet bekend
een Engelsche haven Dartmouth of Falmouth
binnen en het gevolg was, dat liet stoomschip
later behoorde tot de 22 Februari uit deze
havens vertrokken Nederlandsche stoomsche
pen, die bij de Scilly-eilanden in den grond
werden geboord.
DE DIENST VAN DE „ZEELAND".
Reuter seint uit Londen dd. 27 Febr.
De Duitsclie Regeering onderhandelt met
de Nederlandsche Scheepvaart-Maatschappij
„Zeeland" |over de heropening van een gere
geld passagiers- en mailverkeer met Engeland.
Duitscliland dringt er op aan, dat zulk een
verbinding alleen tussclien Vlissin-
gen en S o u t li w o 1 d zal plaats vinden en
liet uit de bedreiging, dat indien de sche
pen zich naar een ander punt op de Engelsche
kust mochten begeven, r.a de Britsche wateren
te zijn binnengevaren, maatregelen zullen
worden getroffen om ze te vernietigen.
Hierbij wordt door Reuter aangeteekend,
dat Southwold geen haven is en volkomen
ongeschikt is voor passagiersverkeer.
DE OORLOG.
Aan de Ancre zetten de Duitscliers hun
terugtocht voort, aldus de N. R. C., langzaam
en stelselmatig. Zelf blijven zij er over zwij
gen. Geen officieel en ook geen officieus be
richt (en andere dan deze twee soorten wor
den in Duitscliland zoo goed als niet openbaar
gemaakt) maakt er met een woord gewag van.
Maar uit de berichten der Engelsclien blijkt
intussclien dat de achterwaartsclie beweging
wordt voortgezet. In Ligny en le Barcjuo (aan
de Boven Ancre) zijn ze nu in de onmiddellijke
nabijheid van Bapaume gekomen, en ten
Noorden van de Ancre zijn zij voorbij Serre
verder vooruitgerukt tot voor Puisieux. Buit
en gevangenen ontbreken: de Duitscliers heb
ben zelf het initiatief van deze terugtrekkende
beweging genomen en maken op hun terug
tocht alles voor den vijand onbruikbaar, wat
daar maar eenigszins vatbaar voor is.
De Engelsche correspondenten weten blijk
baar niet goed wat zij ervan denken moeten.
De Times noemt de gebeurtenissen „vreemd
en onvoorzien Het is nog te vroeg, schrijft
het blad, om de juiste beteekenis van dezen
terugtocht te begrijpen, of haar omvang te
bepalen. Dit lijkt ons juist, en daarom schijnt
de verklaring, die de Times, al vindt zij het
zelf te vroeg, er dan toch maar van geeft, nl.
„dat de onweerstaanbare druk van onze troe
pen aan de Ancre den vijand geen andere
keus had gelaten", wel wat al te eenvoudig.
Misschien is de correspondent van Reuter er
dichter bij, waar hij zegt „Het Duitsclie leger
is ons offensief voor geweest, dat het in de
linie, waarin het stond, niet had kunnen weer
staan" Het behoort zeker niet tot de onmo
gelijk lied, dat de Engelsclien tegen liet ge
deelte van het front, dat nu in langzame be
weging is geraakt, een geweldigen aanval
voorbereiden en dat de Duitscliers, een terug
trekkende beweging, waarvoor zij zelf natuur
lijk van te voren alles in gereedheid hadden
gebracht, liet zekerste middel hebben geaalit.
om deze voorbereiding in de war te brengen,
Een plotselinge onverwachte verschuiving van
liet front naar voren, over een door den vijand
zoo onbruikbaar mogelijk gemaakt terrein,
moet noodzakelijk aan het werk van voorbe
reiding liet een en ander toevoegen, moet
tijdverlies meebrengen. De vijand echter, die
met zijn eigen plan natuurlijk rekening heeft
gehouden, heeft geen tijdverlies en kan dus
op deze wijze beoogen ten opzichte van de
voorbereiding een voorsprong te krijgen. Men
mag benieuwd zijn, hoever de Duitscliers hun
terugtocht zullen uitstrekken, en of zij er ook
op andere plaatsen toe zullen overgaan. In
alle geval schijnt het nu langzamerhand naai
den beslissenden slag toe te gaan.
De wederzijdsche linies aan de Ancre zijn
nog steeds in beweging. Zij verplaatsen zich
geleidelijk aan in de richting van Bapaume.
De Duitscliers wijken meer en meer op dat
plaatsje terug en de Engelsclien bezetten het
door hen prijs gegeven terrein. De officieele
Duitsclie berichten bewaren tot nog toe over
deze zaak liet stilzwijgen. Er zal wel een
bericht over komen als de beweging is afge-
loopen.
WEENEN, 28 Febr. (Reuter). Officeel:
Legergroep Mackeusen Niets van belang.
Legerfront aartshertog Jozef: Ten oosten
van Campurile is een vijandelijke wacht ver
nietigd.
Aan weerszijde van den weg naar Valeputna
hebben onze troepen gistermiddag in een
verassenden aanval verscheidene hoogtestel
lingen stormenderhand genomen. Na vernieti
ging van de verdedigingswerken hebben zij
een tnnnelsteunpunt wegens de ongunstige
ligging daarvan weer ontruimd, zonder dooi
den vijand te worden lastig gevallen. Al liet
andere gewonnen terrein hebben zij tegen
verscheidene hardnekkige tegenaanvallen be
houden. De buit van den dag van gister bedroeg
12 officieren, meer dan 1300 man, 11 machine
geweren en 9 mijnwerpers.
BERLIJN. (N. R. C.) De rede van den
rijkskanselier in den Rijksdag had ditmaal
niet zulk een groote spanning gaaude gemaakt
als andere malen het geval was. De rede was
handig en maakte indruk. Hij betoogde dat
vechten en overwinnen nu de eenige kwesties
waren.
Hij weigerde zich in de gedachtenwisseling
over de vredesvoorwaarden te mengen. De
vijandelijke bewindslieden hadden daardoor
hun volken slechts nog dieper in den oorlog
verstrikt. Naar links toe bevredigde hij door
te zeggen, dat zijn vroegere uitlatingen over
en verlangens ten aanzien van een duurzamen
vrede nog van kracht waren en naar rechts
door te verklaren, dat de vrede een schade
loosstelling voor de geleden hardheden moest
brengen.
Zeer handig was ook, zooals hij het begrip
nieuwe oriënteering verwierp, maar er den
nadruk op legde, dat Duitschlands armste
zonen zich tevens de trouwste zonen van
Duitscliland hadden getoond, dat de nieuwe
tijd met. het nieuwe volk reeds was aange
broken, dat de toekenning van nieuwe rechten
niet liet loon zoude zijn voor hetgeen was
gepresteerd, maar de staatkundige uitdrukking
het nieuwe wezen van het volk.
Dat alles maakte op den Rijksdag door den
uitstekenden rhetorischen vorm grooten indruk,
evenals do pathetische verzekering, dat de
duikbootoorlog nu onherroepelijk is.
Hierna volgde het polemische gedeelte van
de redevoering, dat echter over het algemeen
slecht te verstaan was, wat de belangstelling
spoedig deed afnemen. Ook de rijkskanselier
zelf werd door het voorlezen vermoeid, zoodat
hij aan het slot van zijn redevoering bijna
geen stem meer bezat.
Zonder eenige betooging ging het Huis nu
over tot de agenda. De Socialistische Arbeids
gemeenschap deed, terwijl de rijkskanselier
aan liet woord was, geen enkel protest hooren.
De rechterzijde liet, hoewel haar houding
demonstratief koel was, niet zulk een vijandige
stemming blijken als bij vorige gelegenheden
wel liet geval was.
WASHINGTON, 27 Febr. In zijn toespraak
zeide Wilson o. a.Ik meen dat liet. oogenblik
gekomen is, dat ik u moet vragen mij het
absolute gezag te verleenen, dat ik ieder
oogenblik zou kunnen uitoefenen. Wij moeten
onzen handel en het leven van onze mede
burgers verdedigen, omzichtig maar vastbe
raden. Ik hoop oprecht, dat het niet noodig
zal blijken van de gewapende macht gebruik
te maken. Het Amerikaansche volk wenscht
zoo iets niet. De door mij te volgen gedrags
lijn zal niet tot oorlog leidenoorlog kan
slechts het gevolg zijn van opzettelijke aanvals-
daden.
Hierna vroeg Wilson machtiging om zoo
noodig de koopvaardijvaarders te doen be
wapenen.
De „o p e n 1 ij k e d a a d".
NEW-YORK, 27 Febr. (Reuter.) De Asso
ciated Press seint uit Washington
Officieele telegrammen bevestigen liet bericht
dat Amerikanen van de Laconia zijn omge
komen. En het feit, dat het stoomschip zonder
waarschuwing werd getorpedeerd, stelt de
„openlijke daad" vast.
In verband met deze officieele berichten,
wordt het tot zinken brengen der Laconiit
beschouwd als een tweede Lusitania geval,
zelfs al zijn er minder mensclienlevens ver
loren gegaan.
BERLIJN. Georg Bernhard schrijft in de
„Vossische Ztg." tegen de Duitsclie censuur,
wijl die niet toeliet dat de Amerikaansche
correspondenten tc Berlijn voor Amerika of
voor Wilson minder vriendelijke artikelen uit
de Duitsclie pers overseinden.
WASHINGTON. In den afgeloopen senaat
hebben zich stormachtige tooneelen afgespeeld
bij de behandeling van een motie der republikei
nen, waarin aangedrongen wordt op het uit
zenden van schepen, om te zien of Duitschland
de belediging, inliet Kanaal gedaan,zal herhalen.
ïo3j!OiLRo!
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
DE TOESTAND.
Westelijk Front.
Van het Roemeensche gevechtsterrein.
De rede van den Rijkskanselier.
Wilson en de Senaat.
Amerika en de oorlog.
Duitschland en Amerika.