B uiten land. steun wegens de duurte zouden krijgen. Deze poging is mislukt en er moet door mij erkend worden, dat de bezwaren van de uitvoering vele waren, al waren ze bij zorgvuldig overleg met deskundigen wel te verminderen geweest. Het sprak vanzelf, dat ik er prijs op stelde, dat die poging mislukt was, dat althans de fout van het bestaande stelsel een zoo klein mogelijke werkingsfeer kreeg of behield en daarom gaarne gezien had, dat de Memorie van Antwoord van het 80 millioen ontwerp zóó werd gesteld, dat zij naar langzame in krimping wees. De Kamer kon dan aan haar neiging om in die richting te gaan, ook ge makkelijker toegeven. De lieden, die werkelijk sterke behoefte hebben aan veel artikelen onder kostprijs, kon men dan nog individueel op andere wijze trachten te helpen. VERKLARING VAN DEN MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN. „Het aftreden van den heer Van Gijn be- teekent nóch eenige wijziging in de door de Regeering tot nog toe gevolgde politiek, nóch eenige reactie tegen het votum der Kamer, tengevolge waarvan de heer Treub is afge treden. De heer Van Gijn is afgetreden wegens verschil van gevoelen over uitgaven voor de Distributie van Levensmiddelen, waartoe de Ministerraad had besloten. Dit verschil betrof niet het bedrag, noch het stelsel van deze wettelijken maatregel. De heer Van Gijn had zich noode daarbij neergelegd, doch bleek van meening, dat hem op doelmatige besteding van de credieten een overwegenden invloed toekwam. Dit gevoelen was in strijd met dat der overige leden van den Ministerraad, en het was oorzaak, dat de heer Van Gijn aan H. M. de Koningin heeft verzocht van zijn ambt te worden ontheven." LANDBOUWVERLOF. Het Tweede Kamerlid de heer Schimmel- penninck heeft bij het legerbestuur inlichtingen ingewonnen, of er maatregelen genomen worden met het oog op de behoefte aan werkkrachten ten plattelande, om den grond voor de nieuwe productie gereed te maken, als de vorst uit den grond zal zijn, en of men voornemens is, in verband doarmee op ruime schaal te blijven voortgaan met het verleenen van landbouw- verlof. EEN DEUTSCHE DUIKBOOT GESTRAND. De Duitsche duikboot, die bij Domburg is gestrand, is vlot geraakt en naar Vlissingen gesleept, waar ze Vrijdagnamiddag kwart over vieren is aangekomen. Uit Vlissingen meldt men nader De Duitsche duikboot is kleiner dan die, welke hier enkele weken geleden binnen kwam ze meet naar schatting 850 ton. De bemanning is grooter dan aanvankelijk uit Domburg werd bericht wij telden reeds 25 personen. De boeg van de boot is eenigszins ontzet. De commandant van de duikboot is door den versperringscommandant gehoord. Men meldt uit Westkapelle, dat het een boot is van een klein model. Vermoedelijk is de boot door het heiige weer uit den koers geraakt. Een Hollandsche marineofficier heeft zich aan boord begeven. De boot, die voorzien is van een installatie voor draadlooze telegrafie, voert op' het dek een kanon. Van andere zijde wordt bericht, dat de duikboot genummerd was B 80, dat de be manning bestaat uit 14 personen en dat het toestel voor draadlooze telegrafi is afgenomen. (M Crt.) ZES SCHEPEN GETORPEDEERD. De minister van buitenlandsche zaken heeft oen telegram ontvangen van onzen gezant te Londen, meldende, dat deze een telegram had ontvangen van de Scilly eilanden van kapitein de Koning van het Nederlandsche schip Noor- derdijk, dat de schepen Noorderdijk, Zaandijk, Jacatra, Bandoeng, Eemland en Gaasterland, die 22 dezer van Falmouth tezamen waren vertrokken, te 5 uur n.m. van den 22sten, door een Duitsche duikboot ziju getorpedeerd. De minister heeft dadelijk inlichtingen ge vraagd omtrent het lot van de opvarenden. (Officieel) Toen de onbeperkte duikbootoor log werd afgekondigd, heeft de Nederlandsche regeering niet alleen haar bereids openbaar gemaakt protest daartegen doen hooren, maar er tevens bij de Duitsche regeering op aange drongen, dat geen op dat oogenblik van of naar Nederlandsche havens onderweg zijnde schepen van den nieuwen maatregel het slachtoffer zouden worden. De Duitsche regeering verklaarde zich bereid aan dat verlangen tegemoet te komen onder toevoeging evenwel, dat het haar onmogelijk was absolute veiligheid te waarhorgen. Van de te Falmouth liggende Nederlandsche sohepen waren de Jacatra, de Menado, de Bandoeng, de Noorderdijk. de Zaandijk, de Eemland en de Gaasterland in staat gebruik te maken van een gelegenheid, die hun van Duitsche zijde werd geboden om op 22 Februari de haven te verlaten. Zij moesten zich daartoe te zamen blijvende westwaarts uit het onveilige gebied verwijderen en verder buiten dit gebied blijvende hun weg vervolgen. Blijkens het bericht van Hr. Ms. gezant te Londen zijn de schepen dep 22 Februari tezamen vertrokken, doch tnoesl de Menado met machineschade de reis reeds spoedig opgeven en gesleept naar een Engelsche haven terugkeeren. Een nader telegram van den gezant meldt, dat de zes overgebleven schepen des namiddags tezamen door een duikboot zijn getorpedeerd, zonder dat de scheepspapieren werden inge zien. De Londensche correspondent van de N. R. C. seint Alle zeven getorpedeerde schepen voeren achter elkaar, toen zij om zes uur 's middags werden aangehouden door één Duitsche duik boot, die den bemanningen vijf minuten tijd gaf. Er was geen paniek hoegenaamd. Van de opvarenden, die allen zijn gered, zijn Zaterdag 225 te Londen aangekomen. Het s lastig hen te herbergen. Zeventig zijn ergens op de Zuidkust geland en werden Zaterdag of Zondag te Londen verwacht. De Eemland, Zaandijk en Bandoeng zijn op het strand gezet. De Menado is in de haven teruggekeerd. Renter seint uit Londeu Aangaande den aanval op zeven Nederland sche schepen in den Westelijken toegang tot het Engelsche Kanaal kan gemeld worden, dat geen instructies waren gevraagd aan of gegeven door de Engelsche admiraliteit voor deze schepende regeling van het vertrek was geheel in handen van de Nederlandsche autoriteiten. Wolft' seint het volgfende officieele bericht uit Berlijn Blijkens telegrammen, uit Nederland hier ontvangen zijn den 23sten dezer om 5 uur 's middags verscheidene Nederlandsche sclie- jien, die na overleg met Duitschland uit Falmouth en Dartmouth in westelijke richting het versperde gebied wilden verlaten, ver nietigd. Van officieele zijde vernemen wij daarom trent, dat na de af kondiging van de versperde gebieden Nederlandsche reederijen verzochten 33 in Falmouth liggende Ned. schepen, waar onder 20 met graan en veevoer voor de Ned. regeering geladen, nog na afloop van den op 5 Februari vastgestelden termijn uit het ver sperde gebied te mogen laten uitvaren. Van Duitsche zijde werd, om aan de Ned. regee ring de 20 ladingen graar. te laten toekomen, bij uitzondering daarvoor toestemming gege- geven, onder voorwaarde echter dat de uit vaart niet na middernacht van 10/11 Febr. mocht geschieden. Op die wijze konden de schepen in den, allen duikbooten bekenden, ter mijn binnen welken voorzorgen in acht te nemen waren, en welke termijn in den nacht van 12/13 dezer afliep, het versperde gebied volkomen veilig verlaten. De Ned. reederijen aanvaardden dat aanbod in dank, doch waren om onbekende redenen r.iet in staat hun schepen te laten uitvaren. Zij herhaalde daar op hun verzoek om hun de uitvaart mogelijk te maken ep een lateren dag en hun werd meegedeeld dat hun schepen óf den 17den Maart volstrekt veilig, óf den 22en Febr. be trekkelijk veilig langs een bepaalden weg Dartmouth en Falmouth konden verlaten. Van dit aanbod wilden 18 schepen den 22en F.ebr. gebruik maken en den weg in gezainentlijken vaart afleggen. Deze tijding werd den 16en Febr. te Berlijn ontvangen. Den reeders dezer 18 schepen werd daarop nogmaals uitdrukkelijk meege deeld dat den 22en geen volstrekte veiligheid kon worden gewaarborgd aangezien het on zeker was of alle in het te doorvaren gebied opereerende duikbooten het draadlooze bevel zouden ontvangen. Bovendien werd er op gewezen dat tegen mijngevaar buiten de aan gegeven koers volstrekt geen waarborg kon worden gegeven. Naar het schijnt hebben ten slotte 8 sclie- sen het risico van de vaart op zich genomen. Als de berichten uit Nederland juist zijn, dat deze acht schepen te gronde zijn gegaan een ervan moet aan de Engelsche kust op een mijn zijn geloopcn, de andere zeven in den namiddag van den 23on op de afgesproken koers vernietigd zijn dan wordt dit diep betreurd, maar de verantwoordelijkheid van het gebeurde treft de reeders die er de voor keur aangaven hun schepen den 22sten met betrekkelijke veiligheid te laten uitvaren, in plaats van tot den 17en Maart te wachten, op welken dag volstrekte veiligheid beloofd was. Van onze duikbooten hebben wij nog geen bericht hieromtrent ontvangen. DE GEVOLGEN VAN HET VASTHOUDEN VAN ONZE SCHEPEN IN ENGELSCHE HAVENS. Het Corr. Bureau meldt Op liet oogenblik worden in Engeland vast gehouden drie schepen, inhoudende 20,000 ton Chilisalpeter. Schepen, die de laatste 14 dagen door het Panamakanaal zijn gekomen, worden voorloopig door de reederijen tot nader bericht opgehouden in Amerika. Volgens dezer dagen ontvangen bericht, zijn deze naar de Bermuda's gezonden voor Engelsch onderzoek. Hoe dit. verder zal gaan, daarop heeft men niet den minsten kijk. Het vorig jaar was men in Nederland met de distributie omstreeks dezen tijd vooruit, dit jaar is men daarmede ten achter, en als gevolg daarvan wordt een mindere opbrengst van de gewassen verwacht. De hier te lande benoodigde superphosfaat werd voor een deel in Amerika gekocht. De noodige scheepsruimte werd gedeeltelijk in Amerika bevracht en gedeeltelijk in ballast uit Nederland daarheen gezonden. De groote moeilijkheid van dit oogenblik is ontstaan, toen de meeste schepen in Amerika begonnen waren met laden. Eén van de schepen heeft Amerika verlaten vóór de moeilijkheden en is onderweg r.aar Nederland éèn schip wei gerde met laden te beginnen en één schip, dat in ballast zou uitvaren, heeft geweigerd uit Nederland te vert.iekken. Vooral het vasthouden van Chilisalpeter in de Engelsche havens, waar de schepen zijn binnengekomen, zal van geweldigen invloed zijn op den oogst hier te lande. De kans, dat nu uit Nederland vertrekkende schepen nog tijdig terug zouden zijn, bestaat niet, indien de Engelsche Regeering blijft eischen, dat schepen uit Nederland naar een haven ten zuiden van Kaap Hatteras gaande, eerst een haven van Engeland aandoen en van daar kolen medenemen naar een Britsch kolenstation. De ervaring van de laatste dagen heeft wel geleerd, aan welke gevaren de schepen zich daardoor zouden blootstellen. Ook de moeilijkheden bij den aanvoer van superphosfaat zullen, hoewel die nog niet geheel kunnen worden overzien, ongetwijfeld hun invloed op de uitkomsten van den oogst doen gelden. Het voorgaande betreft de in Nederland te telen gewassen en den hier te verkrijgen oogst, maar daarnaast wordt het in de Engel sche havens vasthouden van veevoeder zeer bedenkelijk. Op het oogenblik worden in Engelsche havens vastgehouden 24 schepen, welke in lading hebben 4000 ton rogge, 38,500 ton mais, 14620 ton haver, 24470 ton gerst en 15038 ton lijnkoeken, totaal ongeveer 96,600 ton. Dr. A. KUIJPER. Deze week wordt Dr. A. Kuijper Sr. naar het instituut Bronovo overgebracht om een operatie te ondergaan. Een zestal weken zal Z.Ex, daar vertoeven. DE BROODRANTSOENEERING. Was het bekend, dat voor de 2e periode van 4 weken, weer een hoeveelheid brood van 400 gram beschikbaar zou worden gesteld, thans deelt het Centrum mede, dat ook voor de derde maand de te verstrekken hoeveelheid door den minister, weer op 400 gram is be paald, tenzij belangrijke stagnatie in den aan voer van de grondstoffen het toekennen van deze quantiteit onmogelijk maakt. De broodkaarten zullen ook voor dezen derden termijn weer van hetzelfde model zijn, naar wordt verzekerd, zoodat de door den minister toegezegde overweging of invoering van een ander model, meer in den geest van het Duitsche systeem knipkaarten aanbeveling verdiende, hem er niet toe geleid heeft, van het ingevoerde bonsysteem af te wijken. ZOUT. Van Duitsche zijde wordt het volgende medegedeeld De mededeeling in het Handelsblad van 21 Februari, dat alle zoutzendingen uit Duitsch land waren ingehouden om Nederland tot tegen-leveranties te verplichten, berust niet op de feiten. Duitschland vaardigde het uitvoerverbod van zout uit, naar aanleiding van de door de Hollandsche reeders met Engeland gesloten contracten, betreffende versche visch en haring. Het Duitsche zout toch wordt gebruikt om de versche visch te conserveeren, en deze visch wordt grootendeels naar Engeland ver zonden, tengevolge waarvan de uitvoer naar Duitschland bijna geheel ophield en de prijzen in Nederland werden opgedreven. Hierdoor zag Duitschland zich genoodzaakt, de „Verblijfs- contróle" in te stellen. In November begon deze te onderhandelen met de zoutconventie. Vóór men nog tot overeenstemming was gekomen, liet Duitschland reeds 10.00012.000 ton mijnzout voor de Hollandsche ziederijen vrij en nadat overeenstemming was verkregen, werden verschillende partijen mijnzout voor de zoutzieders en ook zout voor industrieele- en handelsbedrijven naar Nederland uitgevoerd. De uitvoer van zout voor de visscherij echter zal niet plaats hebben, vóór de verhou dingen op de Iloilaudshe vischmarkten dermate gewijzigd zijn, dat zij ook de Duitsche belan gen ten goede komen. BETERE BROODKAARTEN. Men schrijft uit Amersfoort aan „Het Volk" De heer P. van den Eijnden, verifikateur van de gemeentebelastingen te Amersfoort, die een nieuw kaartsysteem voor de broodrant- soeneering heeft samengestelt, heeft hierover, op verzoek van minister Postuma, een tiental dagen geleden een onderhoud gehad met den direkteur van liet Centraal Brooddistributie kantoor. Deze zegde overweging toe, en deze overweging duurt nog steeds voort, zoodat ook over Maart hetzelfde systeem zal moeten worden gevolgd. En toch zal het systeem van den heer v. d. Eijnden, volgens verklaring van verschillende deskundigen, een besparing geven van vele tienduizenden guldens, veel administratieve rompslomp overbodig maken, veel nauwkeuriger en gemakkelijker werken en dus fraude, die thans veelvuldig gepleegd kan worden voorkomen. Meer spoed is zeker gewenscht. DE CRISIS-UITGAVEN. (Officieel): Op 1 Augustus 1915 werd het totaal bedrag der crisisuitga ven geschat op f 200.000.000 Op 1 Februari was dit cijfer ge klommen tot 330.000.000 Op 1 Augustus 1916 tot 446.000.000 en nu op 1 Februari 1917 tot 588.700.000 In het jaar 1 Februari 1916 tot 1 Februari 1917 beliepen de Crisis-uitgaven derhalve f258.700.000 tegen f246.000.000 in het jaar 1 Augustus 1915 tot 1 Augustus 1916. Het laatste halfjaar vorderde f 142.700.000 tegen f 116.000 000 in het daaraan voorafgaande. DE JAARBEURS. Zaterdagmiddag om half drie is de eerste Nederlandsche jaarbeurs te Utrecht officieel geopend met een rede van nar. VanZijst,den voorzitter en wethouder van Utrecht. De minister van landbouw, de Commissaris der Koningin en tal van andere overheidspersonen woonden de openingsplechtigheid bij. Na rnr. Van Zijst spraken de burgemeester van Utrecht mr. Fockema Andreae en minister Posthujna. EERSTE NED. JAARBEURS. Op de jaarbeurs te Utrecht zijn totaal ruim 450 gebouwtjes. Het geheel gelijkt op twee groote houten dorpen. TWEEDE KAMER. Wegens onvoltalligheid moest de Kamer verscheidene malen achtereen verdaagd wor den. Ten slotte is zij verdaagd tot heden. DE OORLOG. Langs de Belgische grens zijn al de schilder huisjes der Duitsche schildwachten verdwenen. De oorzaak hiervan is, naar men verneemt, dat onlangs Duitsche soldaten gedeserteerd zijn door middel van het schilderhuis. Na dak en bodem er van verwijderd te hebben, plaatsten zij het onder de electrische draad en kropen er zoo door, zonder getroffen te kunnen worden door den electrisclien stroom. HAMBURG, 23 Febr. (V. D.) Volgens order van het plaatsvervangend generaal-kommando van het 9e legerkorps moeten in Hamburg en Allona vanaf heden alle winkels, met uit zondering van die waarin levensmiddelen ver kocht worden, en apotheken, alle werkdagen, behalve Zaterdagavond om 6 uur worden ge sloten. LONDEN, 24 Febr. (Reuter.) Heden bekend gemaakte legerramingen komen op een leger van 5.000.000 man behalve de troepen die in Indië dienen. Opmerkelijk is, dat bij het begin van den oorlog Duitschland, dat zich voor den oorlog niet bizonder op den bouw van duikbooten had toegelegd, daarvan slechts 28 had, Enge land 105, Frankrijk 75, Rusland 50 en Italië 22 (de booten op stapel meegerekend). (N. R. C.) De Lokal Anzeiger zegt, dat de verhooging van de kolenvrachtprijzen naar Italië tot ruim 100 shilling per ton, welke de Engelsche en Italiaansche regeering hebben goedgekeurd, ten einde neutrale scheepsruimte aan te lokken, niets heeft geholpen. Te Genua staat de invoer van kolen geheel stil en de opslag plaatsen zijn geheel leeg. Een blad te Ilaparanda heeft van ooggetui gen nadere bijzonderheden gehoord over de munitieontploffing, die er 27 Jan. te Archangel is geweest. P o 1 i t i k e n heeft het bericht overgenomen. Het zou de grootste munitieberg plaats van de heele wereld zijn geweest. De ontploffing leek precies op een aardbeving. De voorraad munitie en ander oorlogstuig be sloeg een vlakte van twee K M. lengte en één K M. in de breedte. Tot nu toe zouden er bijna honderd Finnen, van medeplichtigheid verdacht, zijn aangehouden. De Duitsche regeering zal den Rijksdag een nieuw oorlogskrediet vragen. Volgens de Vossische Ztg. zal het 15 milliard bedragen. De totdusver goedgekeurde kredieten be- loopen 64 milliard, waarvan 47 milliard in den vorm van oorlogsleeningen zijn uitgegeven. Maar alle oorlogskosten saam, meegerekend ook wat na den oorlog nog zal te betalen zijn, komt men tot over de 100 millioen, volgens Duitsche bladen zelf. Een duizelingwekkend kapitaal. Vandaar dat pas nog een krant als de Dresdner Nachrichten een somber tafreel ophing van wat er van Duitschland terecht zou komen, indien het geen oorlogsschatting ontving. De lasten zouden zóó zwaar worden, dat men een gedeelte der kosten voor liet onderwijs zou moeten schrappen, alle trakte menten en salarissen verminderen, de prijzen van huren en levensmiddelen verhoogen, de sociale politiek beperken enz. enz. Het Dresdensche blad vindt het dan ook bespottelijk, dat elke Staat zijn eigen kosten zou betalen. „Wie aan het Duitsche volk een dergelijken raad geeft, voert het naar een zelfmoord"... Ma'ar wat, als Duitschland nu eens géén glorieuze overwinning behaalt en de oorlog een remise-partij met algemeene uitputting wordt? Volgens een Reuterbericht uit Londeu ken merkte de laatste dag van de inschrijving op de oorlogsleening zich door buitengewone too- neelen, die bewezen, hoe sterk de vader- landsche aandrang is en die bovondien nog De schilderhuisjes der Duitsche grenswachten. Duitsche maatregelen. De sterkte van het Britsche leger. Opmerkelijk Kolennood in Italië. De ontploffing te Archangel. Geld voor den oorlog.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1917 | | pagina 2