Uit Stad en Provincie.
Kerk en S c h o o 1.
Gemengd Nieuws.
is gebracht do stoomtreiler Resolute heeft
96 menschen van de bemanning en de passa
giers op zee opgepikt.
De volgende scbepen zijn vermoedelijk in
den grond geboord het Noorshe stoomschip
ltigel, 22 leden der bemanning zijn op zee
opgepiktde bark Wasdale, 19 leden der be
manning zijn op zee opgepikt en de bark
Sungdal, waarvan 25 leden der bemanning op
zee zijn opgepikt.
Het Nederlandsche stoomschip Samarinda
van Rotterdam is te Vigo aangekomen en
heeft de overlevenden van de volgende in
den grond geboorde schepen aan wal gezet
89 leden der bemanning en zeven passagiers
van het Britsche stoomschip Port Adelaide,
27 van het Noorsche schip Norsangda, 17 van
de Noorsche bark Wasdale en 22 van bet
Noorsche schip Rigel. De Samarinda heeft
deze overlevenden in verschillende havens
aan boord genomen.
Naar aanleiding van het bovenstaande loo
chent de Britsche admiraliteit de mededeeling
in een ander telegram, dat deze schepen ter
hoogte van de Brazihaansche kust in den
grond zijn geboord.
De duikboot- en mijnoorlog.
LONDEN, 7 Februari. (Lloyd.) De vis-
schersboot Euonymous, de Engelsche stoom
trawler Primrose (136 ton), de Peruaansche
bark Lorton (1419 ton), het Engelsche ss. Yesta
(1021 ton) zijn in den grond geboord en naar
verluidt ook het Engelsch s.s. Crownpoint
(5218 ton).
De trawler Romeo (114 ton) en het s.s. Fer-
ruccio zijn in den grond geboord.
Het Britsche stoomschip Cor^ican Prince
(2776 ton) is Woensdag in den grond geboord.
Een deel der bemanning is ontscheept.
LONDEN, 7 Februari (Reuter). Er is maar
één overlevende van het schip van het Bel
gische hulpcomité Lars Kruse, dat volgens
een vroeger bericht werd getorpedeerd.
De Duitsche arbeiders en de verscherpte
duikbootoorlog.
Men schrijft aan de N. R. C.
Dat men in de kringen der Duitsche moderne
arbeidersvereenigingen heel wat moeite heeft,
om zich ook inzake den verscherpten duik
bootoorlog bij de regeering te blijven aansluiten,
blijkt wel uit bet volgende, dat ontleend is
aan een artikel van een niet genoemden vak-
vereenigingsleider, en voorkomend in ver
schillende sociaaj-democratische bladen.
„De vraag, op welke wijze de duikboot
oorlog moet worden gevoerd, is door de soci
aal-democratische arbeiderspers al even moei
lijk te beoordeelen als door andere leeken.
Evenwel heeft de sociaal democratische ar
beidersbeweging zich indertijd onder de toen
bestaande omstandigheden verklaard tegen den
niets ontzienden duikbootoorlog.
Maar niet steeds mogen wij deze vraag
beoordeelen zooals toen, alleen in verband
met de binnenlandsche stroomingen, vóór en
tegen den Rijkskanselier. De hoofdvraag, die
ook voor de arbeidersklasse van Duitschlaud
alles beheerscht, is deHoe kan Engeland
zóó gevoelig getroffen worden, dat het zijn
verzet tegen de gedachte van een vrede door
overleg, opgeeft Het zou het toppunt van
eenvoud zijn, wanneer wij ons omtrent de
wrecde bedoelingen van de Entente-mogend
heden tegenover Duitschland, eenige illusie
maakten. Het centrum van den tegenstand
tegen den vrede is in Engeland en alléén in
Engeland gelegen. En daarom is de vraag
naar den besten weg voor den vrede, tevens
de vraag naar het meest uitwerkende oorlogs
middel tegen Engeland.
„Is nu de duibboot-oorlog zulk een middel
„Wij kunnen het niet beoordeelen, en ieder
die niet met de militaire vraagstukken op de
hoogte is zal daarop het antwoord moeten
schuldig blijven. Wij moeten aannemen, dat
de verantwoordelijke militaire autoriteiten ze
met de grootste nauwgezetheid hebben over
wogen.
De vraag, die wij wèl mede kunnen beoor
deelen, en mede moeten beantwoorden, is
deze, of ons volk de moreele verantwoorde
lijkheid voor de wereld en voor de geschiedenis
dragen, voor al hetgeen uit dezen verscherpten
duikbootoorlog voortvloeit.
„Daarover mogen wij niet lichtvaardig heen
stappen. Een verscherpte duikbootoorlog zal
op zijn minst beteekenen, dat koopvaardij
schepen van vijandelijke staten zonder vooraf
gaande waarschuwing in den grond zullen
geboord worden. In zulke gevallen zullen
derhalve de bemanningen dezer schepen niet
gered kunnen worden. Daarover nu gaat het.
Voor schepen onder neutrale vlag zal vermoe
delijk de toestand niet veel anders worden
dan hij thans is. Maar ook voor hen kan de
toestand benard worden, wanneer Duitschland
ook de toegangswegen die tot hen'leiden,
blokkeert.
Het laatste restje van de moraal, die tot nu
nog steeds ook in den oorlog heeft gegolden,
deinsde er steeds voor terug, den non-com
battanten in de oorlogvoerende landen ook
naar het leven te staan. De gedachte, dat de
vernietigingswoede ook daarvoor thans niet
zal terugschrikken, doet ons denken aan de
gevechten en strijdmanieren der voorhisto
rische menschheid. En juist de humane be
handeling van dezulken die niet aan den strijd
deelnemen, was voor ons een maatstaf voor
de humaniseering van den oorlog
„Kunnen we daaraan vasthouden."
„Alle recht, ook het oorlogsrecht, berust
op wederkeerigheid. Wij moeten aan de
onaantastbaarheid van de levens der weerlooze
burgers vasthouden, wanneer men het aan de
zijde van den vijand evenzeer doet. Dat nu
doet men niet. Daarvoor is geen bewijs meer
noodig. De blokkade die Engeland tegen ons
voert, is een opzettelijke en langzamerhand
zeer voelbaar wordende aanslag tegen lijf en
leven van het Duitsche volk. Wat de Engel
sche blokkade voor de niet mede-strijdende in
Duitschland beteekent, kan men het best
beoordeelen, wanneer men de scharen school
gaande kinderen aanschouwt. Wat de Duitsche
kinderen thans tengevolge der blokkade lijden,
zal men wellicht gedurende hun geheele
verdere leven niet meer kunnen goedmaken,
om van de volwassenen dan nog maar te
zwijgen. Men doodt ze niet, men werpt ze
niet in 'tvuur, men onthoudt hun het voedsel,
en veroordeelt hen tot tuberculose. Dat is
iets wat wij allen dagelijks zien.
De duikboot-oorlog zal thans den vijand met
dezelfde wapenen treffen, als waarmee hij ons
treft. Daarin ligt zijne rechtvaardiging. Zij
ligt ook daarin datde Engelsche handels
schepen tegen ons met kanonnen gewapend
zijn. Hunne bemanningen zijn op den oorlog
voorbereid, ze weten, wat hen elk oogenblik
te wachten staat.
De moreele rechtvaarding van den verscherp
ten duikbootoorlog ligt dus in de wijze, waar
op Engeland zijn oorlogsdoel tracht te berei
ken. Brengt de politieke en militaire toestand
de verscherping van den duikbootoorlog mede,
dan heeft juist de arbeidersklasse, die het
meest onder de blokkade lijdt geen reden om
tegen den verscherpten duikbootoorlog te protes
teeren, waardoor immers, naar het schijndt,
het eerst aan den duikbootoorlog een einde
zal komen."
Het Duitsche kaapschip.
Kapitein Andersen van het Noorsche stoom
schip Hallbjörg, dat door het Duitsche kaap
schip in den grond is geboord, heeft uit
Duitschland, waarheen hij op de Yarrowddle
was gebracht, te Kopenhagen aangekomen,
aan Politiken een lang verhaal van zijn weder
waardigheden gedaan.
De Hallbjörg vertrok 23 November uit Nieuw-
York met stukgoederen naar Frankrijk. Den
4en December ontmoette men op 20 gr. W.L.
een schip zonder vlag, dat de Hallbjörg beval
te stoppen. Het lieesch toen de Duitsche
vlag en het schansbord viel neer. Het voerde
twee kanonnen van 10 c.M. voor, achter en
onder den bak verder nog meer kanonnen
en vier torpedobuizen.
Toen het bleek, dat het schip koper en zink
aan boord had, werd bevel gegeven het tot
zinken te brengen. Dat geschiedde door
bommen, die op tijd sprongen. De Noorsche
bemanning had tijd het een en ander mee te
nemen, o.a. 600 blikken met conserven, die
de Duitschers echter in beslag namen, met
uitzondering van 20 blikken, die de Noren nog
deelden met de 93 man sterke bemanning
van het Engelsche stoomschip Voltaire, met
wie ze in het ruim werden opgesloten.
In de kajuit van den kapitein van het
kaapschip zag Andersen een plaat hangen van
een schip, dat den naam droeg S. M. S. Puyme.
Hij noemt het kaapschip dan ook de Puyme.
Toen de Hallbjörg zonk werd er van de
Puyme een kinematografische opneming van
genomen. Andersen nam er zelf ook een kiek
van. (De Hallbjörg is in 1904 te Rotterdam
gebouwd.)
Met de Mount Temple gingen 750 paarden,
vele honden en 5000 ton stukgoederen naar
den kelder. Het rondzwemmen van honden
en paarden, nadat het schip was gezonken,
was een afschuwelijk gezicht. Een Engelsch
zeeman van de Mount Temple, die door de
eerste schoten van de Puyme zwaar gewond
was en wien de Duitsche dokter beide beenen
afzette, stierf en werd in een Duitsche vlag
gewikkeld in zee begraven.
Den 8en December werd het Engelsche
stoomschip King George tot zinken gebracht.
Dit ging veiligheidshalve door de luiken open
te zetten. Het schip had nl. 750 ton ontplof
bare stoffen aan boord.
Den 9en December werd de Cambrian Range
van Baltimore naar Liverpool met stukgoederen
in den grond geboord den lOen December
de Georgic, vaj? Philadelphia naar Brest, met
7000 ton stukgoederen (veel katoen) en 1200
paarden. Verscheidene van deze zwommen
naar de Puyme toe; de bemanning kreeg
bevel op de paarden te schieten. Deze „moord
partij", zegt Andersen, duurde een half uur
maar het is duidelijk, dat er werd geschoten
om aan het lijden van de beesten een eind
te maken.
Twee dagen duurde jacht op de Yarrowdale.
Er werden 20 man met een paar officieren
aan boord gebracht, en het schij>voIgde de
Puyme. Hetzelfde gebeurde met de Saint
Theodore, van Londen, met steenkolen.
Den 12en December werden de gevangenen
naar de Yarrowdale overgebracht. De stokers
van de St. Theodore kwamen op de Puyme,
die met dat schip verdween.
Op de Yarrowdale zag Andersen, dat er op
verschillende plaatsen eigenaardige toestellen
met lange draden over boord werden geworpen;
de toestellen bleven met draden aan boord
bevestigd. Het was, zegt hij, een onderzee-
sche telegraaf, waarmee tot op 150 mijl kan
getelegrafeerd worden, zoodat er met de Puyme
verbinding bleef bestaan.
De kapitein op de Yarrowdale heette, vol
gens Andersen, Bordewitz en was een zenuw
achtig en ruw heer, ook voor zijn eigen man
schappen. „Hij sliep nooit". Van het oogen
blik, dat hij aan boord kwam tot Anderen
het schip verliet, kwam Bordewitz nooit te
kooi. Hij zat wel eens op een stoel te dutten.
Omtrent Kerstmis bevond het schip zich ten
Zuiden van IJsland,; sommigen meenden land
te zien. Het ging op de Noorsche kust aan
en toen, vermoedelijk op de hoogte van Dron-
theim, Zuidwaarts.
Toen de Yarrowdale in den nacht van 29
op 30 December aan de Zuidwestkust van
Zweden lag, sprongen twee jonge Engelsche
Engelsche kanonniers van een van de bewa
pende Engelsche schepen over boord. De
zoeklichten werkten, de boot werd gestreken
en de twee zwemmers, die zich hevig verzetten,
werden aan boord gehaald en gebonden.
Den 30en December ankerde het schip
's middags even ten Zuiden van Drogden. Er
kwam een Zweedsche torpedoboot aan. Alle
man moest onder dek, de honderden gevan
genen werden verstopt; met aanzegging dat wie
de opmerkzaamheid van voorbijvarende sche
pen trok, zou worden doodgeschoten. Snel
wisselden de Duitsche officieren van kleeren.
Ze zagen er nu uit als vreedzame koopvaar
dijkapiteins. De naam van het schip was op
de Noorsche kust weggekrast.
De Zweedsche torpedoboot kwam nu op zij
en de kommandant wilde aan boord komen.
U heeft hier niets te maken, riep Bordewitz,
we zijn een vreedzaam handelsschip.
Maar u is in Zweedsche wateren, antwoordde
de Zweed, en we hebben bevel te onderzoe
ken, of het schip wapens aan boord heeft.
Zend dan één man aan boord, riep Bordewitz.
Dat gebeurde. Er kwam een Zweedscb on
derofficier en hij liep met Bordewitz van ach
teren naar voren, zonder iets bedenkelijks te
zien. Hartelijk namen ze van elkaar afsche;d.
Toen de Zweed van boord ging, lachten de
Duitschers met de hand voor den mond. (Hoe
Andersen dit alles weet, is niet duidelijk.)
Tweemaal vroeg Andersen onderweg, om
in een boot met zijne mannen naar de Noordsche
of de Zweedsche of Deensche kust te varen,
Het werd hem geweigerd,
Den 31en December viel de Yarrowdale te
Swinemünde binnen. Maar eerst den 4den
Januari werden de gevamgenen naar een solda-
tenkamp gebracht, waar ze twee dagen bleven.
Vandaar ging het naar Neu Strelitz. Den 27en
Januari werden de Noren eindelijk in een trein
over de Deensche grens gebracht. Andersen
klaagt over het eten en verdere verpleging in
Duitschland.
Volgens Duitsche bladen heet de kapitein
van de Yarrowdale Bassewitz.
Dreigende moelijkheden voor Italië.
Volgens een Milaneesch bericht van het
Berner Tageblatt vreest men in Italiaansche
militaire kringen, door de blokkeering van de
Middellandsche Zee een ernstige crisis voor de
munitiefabricage, daar. wegens kolengebrek
thans reeds een reeks van munitiefabrieken
haar bedrijf maar voorde helft kunnen volhou
den. De jongste onderhandelingen met Londen
over grootere kolenleveringen, waren in de
eerste plaats het gevolg van het gevaar, dat
het bedrijf van verscheidene munitiefabrieken
bedreigde. Mei/ hoopt, tengevolge der in En
geland gevoerde onderhandelingen' eindelijk
omvangrijkeren minder onderbroken leveringen
te verkrijgen, nadat de vroegere onderhandelin
gen geen voldoende succes hadden gehad.
EEN REGEERINGSVERKLARING.
Bij den aanvang der Tweede Kamerverga
dering heeft de Minister van Binnenlandsche
Zaken, tijdelijk voorzitter van den Minister
raad, een verklaring afgelegd.
De Minister zeide thans in staat te zijn
eenige nadere mededeelingen te doen betref
fende de gebeurtenissen van den jongsten tijd.
De regeering heeft tot dusver haar houding
zelfstandig bepaald, zij heeft geen reden ge
vonden anders te handelen naar aanleiding
van den verscherpten duikbootoorlog door
Duitschland afgekondigd. De regeering hield
zich stipt aan het internationaal recht. Wat
recht is, blijft recht, ook al wordt dit door
anderen geschonden.
Waar Nederlandsche belangen werden be
nadeeld, heeft de regeering geprotesteerd, en
tegenover den thans door Duitschland aan-
gekondigden maatregel heeft de regeering,
haar onpartijdig standpunt handhavend, u i t-
drukkelijk geprotesteerd, zoowel
wat betreft de belemmering van de vrije vaart
als het toepassen van het voorgenomen ge
bruik van duikbooten, als zijnde niet in over
eenstemming. met het internationaal recht
(bravo's.)
De regeering heeft thans geen aanleiding
verandering te brengen in hare internationale
politiek van strikte onzijdigheid tegenover
elke partij. De regeering blijft voornemens
elke schending van ons grondgebied of sou-
vereiniteit, van welke zijde ook, mot de wa
penen te keeren. De regeering hoopt de
meeilijkheden die een gevolg zijn van den
nieuwen internationalen toestand, met vast
beradenheid en beleid te boven te komen
(Luide teekenen van instemming.)
TER NEUZEN, 9 Februari 1917.
Het blijft vriezen, tot ongerief van velen
Vooral ais men het water over moet om
verder te kunnen reizen, is zulk een ouder
wetschen winter een groot ongemak. De
ijsgang op de W.-Schelde is nog steeds groot
en sinds 1890 niet meer zoo waargenomen
De schroefbooten onderhouden nog geregeld
eiken dag de dienst VlissingenBreskens
Ter Neuzen. De vertrekuren en die van
aankomst zijn ongeregeld, behalve de eerste
boot 's morgens om half 8 uit Ter Neuzen,
die vertrekt op tijd.
Heden kwam de eerste boot uit Vlissingen
hier eerst na den middag aan. Gisteren kon
de boot de haven van Breskens maar tot
halverwege invaren, en hebben de passagiers
daar de boot verlaten.
Te Ter Neuzen komt er een reusachtig
groote post aan, mede doordat te Walsoorden
geen boot meer aankomt en daardoor geheel
de post voor 't land van Hulst over Vlissingen-
Ter Neuzen gaat.
Post- en goederenverzeuding gaat met groote
vertraging. Het aantal goederen dat de Prov.
booten vervoeren is bijzonder groot.
Dezer dagen zijn te Vlissingen aangeko
men en overgeladen 43 wagons steenkolen;
ook arriveerden *drie lichters, bestemd voor
Axel, om van daaruit gedistribueerd te worden.
Koewacht. Wegens gebrek aan brandstof
zijn al de scbolen gesloten en is het geven
van godsdienstonderwijs gestaakt.
Te Aardenburg hield Dinsdagavond ds.
Pattist voor een zeer talrijk opgekomen pu
bliek een gloedvolle rede over„Zeeuwsch-
Vlaanderen was Nederlandscb en moet Neder-
landsch blijven. Spreker wees op het feit der
steeds aanhoudende annexatiegeruchten van
Belgische en ook wel Duitsche zijde, hoewel
ze officieel tegengesproken worden. Dat maant
niet tot ongerustheid, maar tot voorzichtigheid.
Het doel der lezing was te bewijzen dat
Zeeuwsch-Vlaanderen zuiver Nederlandscb is.
Aan het kolengebrek in Zeeuwsch-Vlaan
deren zal voorloopig een einde komen. Te
Breskens zijn reeds twee schepen kolen aange
komen, terwijl nog een paar geladen lichters
zullen volgen.
Aan den directeur der gasfabriek te
Oostburg, den heer G. Hofstede, is ontslag
verleend.
Van de beide booten die Dinsdag van
Hansweert naai- Walsoorden en Ter Neuzen
vertrokken, heeft de „Walsoorden" de reis
volbracht. Zij is in Hansweert teruggekeerd.
De Ter Neuzensche boot is niet naar Hans
weert teruggekomen.
Bij den winkelier H. Le Gr. te Nieuwvliet
werd door de ambtenaren in beslaggenomen:
80 K.G- koffie (waarvan ruim 30 K.G. in een
sinokkelzak), 32 K.G. cacao, 400 stuks harde
zeep, 96 stuks cocoszeep, 180 stuks karnemelk-
zcep en 72 stuks glycerinezeep.
Middelburg. Alle scholen zijn wegens kolen-
nood des middags gesloten.
Te Goes wordt Dinsdag 13 Febr. a. s. een
vergadering gehouden tot sticthing van een
Provincialen Bond van R. K. Kiesvereenigin-
gen in Zeeland. Afgevaardigden van de centrale
kiesvereenigingen in de districten Hontenisse,
Hulst, Oostburg, Middelburg en Goes zullen
komen. Des avonds wordt een alleen voor
Katholieken toegankelijke vergadering gehou
den, waarin als sprekers zullen optreden de
heeren mr. A. baron van Wijnbergen en mr.
dr. Jan van Best, leden der Tweede Kamer.
Goes. B. en W. hebben den Raad thans een
zeer uitvoerig rapport van den gemeente-bouw
meester overgelegd, waarin een overzicht wordt
gegeven van een tweetal uitbreidingsplannen
voor deze gemeente. B. en W. stellen den
Raad voor te besluiten tot goedkeuring dezer
plannen.
Dinsdagmiddag te 2 uur, bij hoog water,
hebben vier heeren uit Kats (N.-Beveland) zich
overliet ijs naar Katsche Veer (Zuid-Beveland)
begeven.
Loop der bevolking van Ter Neuzen.
Vertrokken:
F. Diericks, brugknecht, Q 136a, naar Sas
van Gent. J. E. Iluijsen, fotograaf, L. Kerk
straat 105, naar Middelharnis. M. de Putter,
zonder beroep, P 75, naar Zaamslag. J. M.
van der Leij, werkman, Nieuwediep 6, naar
Warder. W. M. J. Potters, werkman, de
Doelderstraat 14, naar Eibergen. F. J. Boots
gezel, zonder beroep, aan boord, naar Hoofd
plaat. A. L. Dhont, dienstbode, O 57, naar
Retranchement. Th. L. Dhont, koopman, O
57, naar Retranchement. J. Schoonakker,
veldarbeider, O 60, naar Zaamslag.
Ned. Herv. Kerk.
Aangenomen naar Waterlandkerkje (loez.)
J. Ilofker, cand. te Amsterdam.
Geref. Kerken.
Beroepen te KoudekerkeJ. van Loo te
Mijdrecht.
Bedankt voor Ede R. E. v. Arkel te Soest.
De kolennood.
Uit alle deelen des lands komen natuurlijk
berichten in verband met de kolenschaarschte.
Verscheidene bedrijven zijn geheel of gedeel
telijk moeten worden stopgezet. In Arnhem
is de tramdienst aanzienlijk beperktlijn 2