Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. Binnenland. Buitenland. No. 1404. Zaterdag 10 Februari 1917. Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag= en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIEN: Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Alle stukken, voor de Redactie van dit blad bestemd, te adresseeren „Aan de Redactie van Luctor et Emergo te Ter Neuzen." Aanname van Advertentiën tot 1 uur op den dag der uitgave. Ernstige gebeurtenissen. Daarvan gewaagde de minister van Binnen- landsche Zaken in zijn „verklaring" deze week. Ernstig voorzeker zijn thans de omstandig heden. In het bijzonder ook voor onS land. Tusschen hamer en aambeeld bevinden we ons nog immer. En door Amerika's stap tegen Duitschland is onze positie nóg benarder geworden. Hoe zal het gaan met den toevoer van le vensmiddelen Zal Amerika kunnen blijven aanvoeren Wacht ons land toenemend gebrek, zoo niet erger? Zullen wij onze onzijdigheid kun nen blijven bewaren De vragen vermenigvuldigen zich. Ook de luchthartigsten, de roepers van „vrede, vrede, en geen gevaar", zien thans de toekomst donker in. Nieuwe beproevingen staan voor de deur. Hoe vinden ze ons Biddend of morrend Maar ook zelfs het bidden is niet recht, wanneer het slechts geboren wordt uit angst en vrees. Vóór en boven alles vraagt de Ileere van ons verootmoediging, bekeering. Wordt ze bij ons gevonden? Groot de Diana Het debat in de Tweede Kamer gevoerd over de oprichting eener Rijks H. B. S. in de Hoeksche Waard stelde weer eens duidelijk aan het licht, hoe bevoorrechte positie die tak van het openbaar onderwijs uog steeds inneemt. Geld schijnt er nooit te mankeeren, als het er op aankomt, dat onderwijs te bevorderen. De heer Rutgers deed dan ook een handigen zet en bracht tot uiting wat leeft in veler hart, toen hij de motie voorstelde „De Kamer, van oordeel, dat, nu met uitbreiding van de Rijkszorg voor het openbaar middelbaar onderwijs wordt voortgegaan, daarmede ge paard moet gaan onverwijlde verhooging van de Rijksbijdragen ten behoeve van het bij zonder middelbaar onderwijs." Inderdaad gaat de zorg van het Rijk ten deze zeer ver Een gemeentelijke H. B. S., die het niet kroppen kan, kan op ruimen en milden Rijks- steun rekenen. Onnoodig worden vaak Rijks II. B. S.'en opgericht, ten gerieve van een betrekkelijk kleine groep. Maar voor het Chr. Middelbaar onderwijs is geen geld. Ook met het oog op het bestand, waartoe de politieke partijen zeer waarschijnlijk een stemmig zullen besluiten, is het drijven van de linkerzijde in deze zaak een weinig moed gevend symptoom. Isolement. Ter dege doet zich in deze dagen van strenge vorst het isolement gevoelen, waarin wij als bewoners van Zeeuwsch-Vlaanderen verkeeren. Schaarschte aan levensmiddelen en steen kolen zijn er mee het gevolg van. We zijn geheel aangewezen op een stoom- bootdienst, die dapper den strijd met het ijs volhoudt, maar ten slotte, gaat de vorst door, het toch moet opgeven. Reeds meermalen is er opgewezen, hoe wenschelijk het, óók met het oog op andere belangen zou zijn, indien op betere wijze werd gezorgd voor de verbinding van onze streek met het overig deel van ons vaderland. Zou het ondoenlijk zijn, vaste verbinding te krijgen over de Schelde met den Noord- Brabantschen wal Is, wat aan den Moerdijk mogelijk is, wer kelijk onmogelijk, als het Zeeuwsch-Vlaanderen geldt Wij zijn Nederlanders in hart en nieren, maar zouden soms wel eens gaarne onder vinden, dat onze belangen gelijke behartiging vonden als die van andere deelen van ons vaderland. CENTRALEN CONVENT. Te Utrecht werd Dinsdag een vergadering van het Centraler) Convent gehouden onder voorzitterschap van Mr. A. P. R. C. baron van der Borcli van Verwolde daar Dr. Kuyper door gezondheidsredenen verhinderd was. Tot Voorzitter van het College voor de Gemeenteraden werd, in de plaats van Mr. S. de Vries Cz., die bedankt had, gekozen de heer H. de Wilde, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland te 's Gravenhage. Daarna kwam de politieke toestand ter sprake; van enkele zijden gingen er stemmen op, waarin geen onverdeelde instemming werd te kennen gegeven met de houding van de Antirevolutionaire Kamerclub ten aanzien van de voorstellen tot Grondwetsherziening van andere zijde werd die houding verdedigd. Nadat de heeren Van der Voort van Zijp en Duymaer van Twist de gemaakte opmer kingen hadden beantwoord, was men over 't algemeen tevreden gesteld en werd van vele zijden warme hulde aan de Kamerleden ge bracht. Er was een motie ingediend, om sympathie uit te spreken met de verklaring der rechtsche leden van de Friesche Staten welke verklaring van vele zijden warme toejuiching vond. De motie werd echter ingetrokkenmen vond het Centralen-Convent het lichaam niet, dat zich in dezen moest uitspreken. Aan den Voorzitter van het Centralen Convent werd het volgende telegram gezonden Dr. A. Kuyper, Den Haag. Het Centralen-Convent, de redenen die zijn Voorzitter verhinderen de vergadering te leideu, betreurende, zendt hem de beste wenschen voor zijn spoedig en volledig herstel, met de bede, dat God hem nog lang de krachten moge schenken de Anti revolutionaire partij te leiden en haar tot steeds grooter krachtsinspanning en grooter bloei te brengen. Van der Borch van Verwolde, Voorzitter. TEGEN DE HOOGE LEDERPRIJZEN. Dinsdagnamiddag is er in Den Haag een vergadering gehouden om te protesteeren tegen de hooge lederprijzen, welke was uitge schreven door het bestuur van den Nederl. Bond van Schoenmakerspatroonsvereenigingen. De drukbezoohte vergadering werd geleid door den heer M. D. Lankester, van Amsterdam, waarnemend voorzitter, die zeide, dat men in de eerste plaats was bijeengekomen o'm te protesteeren tegen het steeds duurder worden van de grondstoffen, en ten tweede om het groote publiek in te lichten, dat de schoen makers de laatste jaren allesbehalve oorlogs winst hebben behaald. De quaestie der honderdduizend huiden, Welke zich geruimen tijd geleden heeft voor gedaan, bracht de schoenmakers in het ge drang. Men is hoe langer hoe meer in 't hoekje gekomen, waar de slagen vallen. Een conferentie, welke men op uitnoodiging van de regeering hield met de looiers-fabri kanten, bracht, hoe gunstig het er in 't begin ook uitzag, geen resultaat. Het is grievend, zoo zeide spreker, dat de eene groep millioenen verdient, terwijl de andere, de schoenmakers, hoe langer hoe meer achteruitgaan. Ten slotte sprak hij de hoop uit, dat de regeering en het publiek er van doordrongen worden, dat de toestand zoo niet langer kan blijven. De volgende spreker, de heer F. Hessels, in Den Haag, secretaris van het hoofdbestuur toonde meer in 't bijzonder de stijging van de prijzen van het schoeisel aan, welke voor de meeste soorten meer dan het dubbele bedraagt, gevolg van de verhoogende stijging van het over- en zooileder, waarvan de meeste soorten met meer dan 200 pet. zijn gestegen. Spr. wees vervolgens op de onmogelijkheid der lagere klassen om deze prijzen te betalen. Voor de schoenmakers is 't gevolg, dat zij veel minder verdienen, terwijl he.t werk onrust barend afneemt. De lederfabrikanten daaren tegen maakten gouden jaren. Uit het verslag der Kamer van Koophandel te Waalwijk blijkt dit het beste. Spr. zeide niet te kunnen begrijpen, dat de regeering in deze niet ingegrepen heeft. De Nederlandsche burger betaalt prijzen, die höoger zijn dan in Duitschland. De reden, dat de looiers liever exotische huiden dan inlandsche huiden verwerken, is, dat zij er meer op verdienen. Een ernstige grief maakt spr. er de iegeering van, dat zij de quaestie der honderdduizend huiden, welke zich in begin van 1916 voordeed, niet in de door de schoenmakers-patroons vereeniging aangegeven richting heeft opgelost. De regeering had hierdoor een goede gelegen heid laten voorbijgaan. Regeeringsmaatregelen achtte spr. dringend noodzakelijk. De eerste wenscli is, dat de regeering beslag legge op alle ruwe inlandsche huiden tegen een redelijken, in verband met de nor male waarde van het vee vast te stellen prijs, en deze daardoor te onttrekken aan den invloed van de buiten landsche markt. Een gedeelte van het leder zou dan door de regeering tegen lageren prijs beschikbaar gesteld moeten worden, tot vervaardiging en herstelling van schoeisel voor het minst draagkrachtige deel der bevolking, tegen vast te stellen maximumprijzen. Tenslotte besprak spr. de wenschelijkheid van een centraal distributiekantoor voor huiden en looistoffen, leder en schoenen, onder bestuur van personen uit alle belanghebbende groepen. Op het thans bestaande distributiebureau van do N. O. T., dat staat onder leiding van den heer Van Gijn, oefende spr. scherpe critiek uit, liet behartigde de belangen van de looiers te veel. De secretaris deelde mee, dat adhaesie betuigd hadden de Nederl. Bond v. Schoen fabrikanten, afd. Arnhem van den R. K. Volks bond en 1650 georganiseerde schoenmakers. STEENKOOL. Ilet Ned. Corr. bureau meldt In verband met het bericht, dat Duitschland bereid is in den vervolge maandelijks*320,000 a 350,000 ton steenkool aan ons land te leveren, indien Nederland voor het vervoer naar hier zorg wil dragen, wordt er de aan dacht op gevestigd, dat deze op zich zelf zeer te wuardeeren bereidverklaring van Duitsch land in den oogenblikkelijken moeilijken toe stand geen wijziging brengt. Immers, zoolang liet scheepvaartverkeer op den Rijn gestremd blijft, is een eenigszins omvangrijke aanvoer van kolen uit Duitschland uitgesloten. Men heeft zich er mitsdien op voor te bereiden, dat zoowel door de stremming van het scheep vaartverkeer in het bijzonder als door de vermindering van de toch reeds zeer geringe voorraden in het algemeen de kolenvoorziening nog gedurende langen lijd zeer moeilijk zal blijven. DUITSCHE VERSTERKINGEN LANGS DE GRENS. Het Persbureau V. D. vernam van gezag hebbende personen aan de Duitsch-Geldersche grens, dat de Duitsche militaire versterkingen langs onze grens vermeerderen. In het „Reichswald" bij Kleef in het zg. Hnnmelsthal moeten zelfs Zeppelinloodsen verdekt zijn gebouwd. Volgens Duitschers die juist Kleef en Krenenburg gepasseerd zijn, vertoeven in de Duitsche grensplaatsen duizenden soldaten allen zwaar bewapend. Vele grensbewoners hebben den laatsten tijd hun meest waarde volle voorwerpen ingepakt om op het eerste sein te kunnen vluchten. DIENSTPLICHTIGE NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE. Uit Parijs werd geseind, dat het Journal een oproeping van het Nederlandsche consu laat openbaar maakte, waarbij alle Nederlan ders, die dienstplichtig zijn, uitgenoodigd wer den zich aan het consulaat aan te melden. Het ministerie van buitenlandsche zaken heeft een besliste tegenspraak van dit bericht van het Journal gegeven, onder bijvoeging, dat geen enkele instructie in dien zin naar eenig gezantschap of consulaat van Nederland in den vreemde is uitgegaan. NEDERLAND EN DE OORLOG. Naar de Telegr. verneemt, hoeft er Dinsdag in het gebouw der Tweede Kamer een bijeen komst plaats gehad van de voorzitters van alle politieke fracties, iede{ vergezeld van een lid van zijn groep. De besprekingen liepen over de levensmiddelenpolitiok on het lieer- schende gebrek in het land in verband met den economischen toestand en de aanstaande behandeling van de landbouwbegrootiug. VAART OP ENGELAND STOP GEZET. Naar men mededeelt is aan de verschillende autoriteiten in onze havens, stellingen enz. medegedeeld, dat tot nader order de vaart op Engeland voor Nederlandsche zeeschepen is stop gezet. INTER VIE W-TREUB. In het. verslag van het onderhoud, dat de Haagsche Courant met mr. Treub gehad heeft, over den verscherpten duikbootoorlog komt een zinsnede voor, die niet onweersproken mag blijven. Wij lezen daar „In het tweede geval dus, wanneer er wel oorlog (van Duitschland) met Amerika komt, kunnen de levensmiddelen, die wij vandaar betrekken, beschouwd worden als contrabande, komende uit een vijandelijk land." Dit nu is volstrekt onjuist. Levensmiddelen, zelfs oorlogstuig zijn nooit uit zich zelf con trabande, als zij komen u i t een land, dat in oorlog is. Een essentieel element voor con trabande is de bestemming vooreen v ij a n d e 1 ij k, een oorlogvoerend land. Dit schijnt mr. Treub over het hoofd te hebben gezien. Zoolang ons land neutraal is, kunnen levensmiddelen, die voor ons eigen gebruik naar hier worden gezonden, nooit contrabande zijn. Mr. Treub heeft bij de passage, waar wij bovenstaande zinsnede uit aanhaalden, gedacht aan een toestand, als ten aanzien van Duitsche goederen door Engeland is in liet leven geroepen door den order in council van 11 Maart 1915, en verordersteld, dat op gelijke wijze Duitschland alle vervoer uit Amerika zou willen beletten, doch ook door zulk een volkenrechtelijk alleszins betwistbaren maat regel, zou liet vervoer van graan enz. uit Amerika nooit contrabande vervoer wor den. Het leek ons met. het oog op de rechten van ons lanu gewenscht, dit in het licht te stellen, en mr. Treub's uitlating niet onweer sproken voorbij te laten gaan. (N. R. C.) DE OORLOG. Brugge en Gent gebombardeerd. Brugge en Gent zijn Maandag uit de lucht gebombardeerd, Zeebrugge onderging Vrijdag dat lot, volgens de Engelschen werden daarbij gebouwen en dokken in brand gestoken. De duikbootoorlog. In den grond geboord zijn de Eugelsche s.s. Pickering, Floridian en Wartcnfels, het Zweed- sche s. s. Bravalla, het Engelsche zeilschip Belford, do Noorsche bark Tamara, hot Rus sisch s.s. Cerera, het Italiaanse!) s.s. Bisagne en het Portugeesch zeilschip Hinho. Verder wordt uit Londen bericht, dat het Britsche stoomschip Port Adelaide tot zinken

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1917 | | pagina 1