Binnenland. Buitenland. Uit Stad en Provincie. Vruchtbaar zaad is op dezen schooldag in overvloedige mate gestrooid. Moge het onder 's Heeren zegen ontspruiten en opwassen tot rijkeren bloei van het Christelijk onderwijs in ons rijk gezegend Land van Axel. J. (Van onzen bijzonderen correspondent). RANTSOENEERING. Met het oog op eene komende rantsoeneering van de beschikbaar gestelde Regeeringsgoe- deren, zullen de gezinshoofden in het bezit worden gesteld van machtigingen, waarop, naar de sterkte van het gezin, op nader aan te kondigen tijd en plaats bons zullen worden verkrijgbaar gesteld. Bedoelde machtiging zal den ingezetene tegelijk met de eerste zending broodkaarten toekomen. Teneinde belemmering in het verkrijgen van bons te voorkomen, is het noodig, dat de machtiging zorgvuldig wordt bewaard. UITERSTE BEPERKING IN KOLEN- VERBRUIK. De Rijkskolendistributie vestigt er met na druk de aandacht op dat, nu de aanvoer van kolen uit het buitenland zoowel over zee als langs den Rijn door stremming van het scheep vaartverkeer bijkans is stopgezet, nog meer ingrijpende kolenbesparing dringend geboden is. NEDERLAND EN DE OORLOG. De wijziging van de blokkade- grens in de Noordzee. Volgens het bericht van het ministerie van buitenlandsche zaken werd van de Duitsche regeering de mededeeling ontvangen, dat de Oostgrens van het afgesloten gebied rondom Engeland in zooverre gewijzigd is, dat deze thans gevormd wordt door een lijn, op een afstand van 20 zeemijlen langs de Nederland- sche kust getrokken tot een punt op 52° 30° 4° O. L. In het gebied, dat thans vrijgkomen is voor de neurale scheepvaart door de verlegging om de West van de Oostelijke grens van het afgesloten gebied, zal van 6 Februari a.s. af relatieve en van 5 Maart a.s. af absolute zekerheid bestaan, dat neutrale schepen niet door Duitsche oorlogsschepen zonder onderzoek zullen worden aangevallen. DE LOTGEVALLEN VAN DE JUNO. Het stoomschip Juno, een schip van 2345 ton bruto, van de Nederl.-Indische Tankstoom- bootmaatschappij, omtrent welks lotgevallen men eenigen tijd in onzekerheid heeft verkeerd, is te Rotterdam aangekomen. Het schip bevond zich op Maandag 22 Jan. voor de Anglo Saxon Petroleum-maatschappij te Londen, op weg van Theemshaven naar Portishead. Des middags, toen de kapitein, de heer P. Glynis, en de eerste-siuurman, de heer L. A. Willemse, zich op de brug be vonden en uitkeken naar eenige Engelsche mijnvegers, die zich aan bakboordsboeg be vonden, had even voor half drie op 20 mijl bewesten Dungeness een hevige ontploffing plaats aan het voorschip. Een mijn was aan stuurboord ontploft en had, zooals later bleek, in de voorpiek een groot gat geslagen, schuin naar boven door het voorschip heen. Een stuk van het luik werd weggeslingerd en kwam terecht tegen de brug, waarvan een gedeelte werd weggeslagen en een ander ge deelte beschadigd. Kapitein en stuurman hadden nog juist gelegenheid het gevaar te ontkomen, maar de man aan het roer werd gekwetst en zal in het ziekenhuis worden opgenomen. De ontploffing richtte in het voorruim en op de voorpiek belangrijke schade aan. Zij sloeg niet alleen in den wand van het schip en boven op de voorpiek groote gaten, maar wierp ook ijzeren boomen, zware pijpleidingen, touwwerk, zijldoek enz. in een chaos dooreen, waarbij het ijzer in grillige vormen verbogen werd. De vaten olie, die zich in het vuorruim bevonden, ging de lucht in, zoodat de olie zelfs aan den top van den mast zat. De booten werden na de ontploffing on middellijk te water gelaten en bemand. De gezagvoerder, stuurlieden en machinisten bleven op het schip, en toen bleek, dat de waterdichte schotten het hielden en het schip drijven bleef, kwamen de menschen uit de booten weer aan boord. De motoren bleken eveneen^ nog hun werk te doen en zoo vqer de Juno onder eigen stoom, en in gezelschap van een Engelsche torpedoboot en van mijn- vegers op naar Folkestone-Gateway. lien volgenden dag ging het schip naar de Downs, om daar tot nader order te blijven liggen. Toen de overtuiging bestond, het schip naar hier te laten gaan, is de Juno vertrokken. Zij heeft de reis onder eigen stoom volbracht, en is aangekomen en ligt thans in de rivier voor de benzinebewaarplaatsen. Het schip zal hier repareeren, en moet nu eerst uitstroomen en de luiken gasvrij maken. Toen de Juno aan de Duins lag, heeft een Engelsch stoomschip haar aangevaren, waar door de voorsteven verbogen is. N. R. C. DE OORLOG. De Vereenigde Staten en Duitschland. De diplomatieke betrekkingen verbroken WASHINGTON, 3 Februari (Reuter). Pre sident Wilson heeft in zijn toespraak tot het Congres de Amerikaanscho nota van 8 April (na de torpedeering van de Sussex) in her innering gebracht evenals het daarop van Duitschland ontvangen antwoord d.d. 4 Mei, en het Amerikaansche antwoord daarop, van 8 Mei, waarin de Duitsche verzekeringen wor den aanvaard. Daarop was zeide Wilson van Duitsche zijde geen verder antwoord meer ontvangen. Wilson deed nu aanhalingen uit de Duitsche memorie van 31 Januari 1.1. en zeide vervol gens: „Met het oog op deze verklaring, die plotseling en zonder voorafgaande aankondi ging van welken aard ook de plechtige be loften, in de Duitsche nota van 4 Mei gegeven, intrekt, kan de regeering der Vereenigde Sta ten geen anderen weg volgen die strookt met de waardigheid en de eer van de Vereenigde Staten, dan dien welke was aangeduid in haar nota van den 8sten April voor het geval dat Duitschlaud zijn duikboot-methoden niet zou staken. Daarom heb ik aan Lansing opge dragen, aan Bernstorff te doen weten, dat de diplomatieke bettekkingen met Duitschland zijn afgebroken, dat de gezant te Berlijn an- verwijld wordt teruggeroepen en dat aan Bernstorff zijn paspoort zal worden gegeven. Niettegenstaande deze onverwachte hande ling van de Duitsche regeering, deze plotse linge en diep te betreuren opzegging van zijn belofte aan de Amerikaansche regeering, wei ger ik in dit oogenblik van de meest kri tieke spanning tusschen de beide regeeringen te gelooven, dat de Duitsche autoriteiten zullen doen, wat zij ons gewaarschuwd hebben, vrijheid te vinden om te doen. Ik kan er mij zelf niet indenken, dat zij (de Duitsche règeering) geen rekening zal houden met de oude vriendschap van de beide volken en met haar plechtig aangegane ver plichtingen door Amerikaensche schepen en menschenlevens te vernietigen bij het opzet telijk uitvoeren van een meedoogenloos mari tiem program. Slechts werkelijke en openlijke daden van hun kant zullen mij er aan kun nen doen gelooven. Indien mijn diep gewor teld vertrouwen in haar bezadigdheid en voor uitziendheid ongelukkigerswi]s ongerechtvaar digd zou blijken, indien Amerikaansche sche pen en levens worden opgeofferd in onbekom merde schending van het volkenrecht en de geboden der menschelijkheid, zal ik aan het Congres machtiging vragen voor het gebruik van de middelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van onze zeelieden en lar.d- genooten in de uitoefening van hun vreedzame en rechtmatige rechtmatige reizen over zee. Minder kan ik niet doen. Ik neem als vaststaande aan, dat alle neutrale regeeringen denzelfden stap zullen nemen als wij. Wij wenschen geen vijandig conflict metde Duitsche regeering. Wij zijn oprechte vrienden van het Duitsche volk en wij hopen ernstiglijk, in vrede te blijven met de regeering die voor het Duitsche volk spreekt. Wij zullen niet gelooven dat zij ons vijandig gezind zijn, tenzij en pas dan wanneer wij er toe worden genoodzaakt het te gelooven. Wij beoogeu niets meer dan een redelijke verdediging van de onbetwistbare rechten van ons volk. Wij streven niet naar de bereiking van zelfzuchtige oogmerken. Wij trachten enkel trouw te blijven aan de overoude beginselen van ons volk, wij trachten enkel onze rechten te handhaven op vrijheid, recht en onbelem merd leven. Dit zijn grondslagen voor vrede, niet voor oorlog. God geve, dat wij niet worden uitgedaagd om die beginselen te ver dedigen door daden van opzettelijk onrecht van den kant der Duitsche regeering." De steenkoolschaarschte. Het gemeentebestuur van Mainz heeft be sloten ter besparing van kolen alle scholen, schouwburgen en musea voor tien dagen te sluiten. Van half twee 's middags tot het vallen van den avond is geen gas te krijgen. Te Munchen moeten alle schouwburgen, bioscopen, concert en vergaderzalen voor- loopig gesloten blijven alsmede de verschillende scholen, de universiteit en de musea. De koffiehuizen om tien uur. Men rekent erop, dat dit besluit acht tot veertien dagen van kracht zal zijn. In Frankrijk blijft de toestand zorgwekkend. Iu de Kamer heeft Levalle gezegd, dat de kolen voorraad van Parijs weldra op zal zijn. Dagelijks wordt 7000 ton verstookt, de aam voer bedraagt maar 2500. Naar Duitsche bladen vernemen, erkende Herriot, dat de crisis ernstig is. De invoer uit Engeland, die maandelijks twee millioen moest zijn, is door gebrek aan laadruimte sinds Augustus tot anderhalf millioen gedaald. De voedselvoorziening in Engeland. De voedings-controleur lord Devonport heeft een oproep tot het Engelsche volk gericht om vrijwillig het gebruik van voedsel te beperken, vooral voor brood, vleesch en suiker. Hij stelt als maximum 4 pond brood, 21/3 pond vleesch en 3/4 pond suiker per hoofd en per week. Hij uit de hoop, dat het vrijwillige stelsel zai slagen, maar zegt dat noodig tot dwaling zal worden overgegaan, en dat voor alle zekerheid daarvoor reeds een stelsel is uitgewerkt. Een minder verbruik van een pond brood of een half pond vleesch per hoofd en per week zal een besparing geven van een millioen ton per jaar. De economische toestand in Duitschland. BERLIJN, 2 Febr. (V. D.) Het stads bestuur van Berlijn ziet zich met het oog op de aanhoudende vorst genoodzaakt de volgen de 'week af te zien van een algemeene uitdee- ling van aardappelen en in plaats daarvan brood en meel uit te deelen. Vredespogingen. Naar de „Avanti" bericht hebben de Italiaan- sche officieele socialisten een nieuw vredes voorstel bij den Kamerpresident ingediend. Zij sluiten zicii daarin aan bij de boodschap van Wilson en de daarin verkondigde grondbegin selen en spreken de hoop uit dat geen van de staten van het viervoudig verbond de gewel dige verantwoording op zich zal durven laden, zich te verzetten tegen het Amerikaansche voor stel en verlangen dat de regeering zal trachten bij de bondgenooten te weeg te brengen, dat dé bedoelingen der boodschap van Wilson wor den verwezenlijkt. Tegelijk wordt verlangd dat de Kamer terstond zal worden bijeenge roepen. Een winternacht in de loopgraven. In de Westminster Gazette schrijft een vroegere medewerker, die thans aan het front staat „Een salvo machinegeweervuur, dat tusschen de borstwering van de eerste loopgravenlinie heen afgevuurd wordt, duidt het einde van den dag aan. Een vermoeide onderofficier verschijnt om den hoek en komt de verbindingsloopgraaf doorloopen. Het heeft gesneeuwd en de loop graaf verkeert in ellendigen toestand. Er is geen plekje, dat goed in orde is, want de laatste dagen heeft zij een bombardement met mijnenwerpers, luchttorpedo's en andere projectielen uit loopgraafgeschut ondergaan. Vloeibare modder spoelt er langs en boven zijn knieën heen, terwijl hij voortgaat. Hij is alleen en in het halfduister maakt de loop graaf een nog ellendiger indruk dan anders. Boomen die door de krachtige ontploffings middelen tot allerlei grillig gevormde stukken uiteengescheurd zijn, liggen over de loopgraaf heen, die op verschillende plaatsen door granaatvuur ineengeschoten is. Alles in het rond ziet er even mistroostig uit. Achttien maanden lang heeft geen levend wezen in die velden geloopen. Niemand komt er dan de soldaten, die diepe gangen in den grond graven, terwijl 's nachts patrouilles, steelsgewijs voortkruipend, hun moorddadige tochten ondernemen. Een schouwspel als in Dante's hel, terwijl de snijdende, mistroostig gierende wind die over 'de verlaten velden blaast, schijnt te zeggen, dat hier de dood overal rondwaart en uit alle hoeken loert, en de metgezel is van allen. Recht ligt het kerkhof van het dorp, dat de vijand bezet houdt. Het is geen dorp meer, want' er is nauwelijks één steen op den anderen blijven staan. De geraamten van een paar boomen steken scherp tegen den gezichtseinder af dat is alles. Het kerkhof waar doorheen de loopgraaf getrokken is, is het doelwit van alle verdelgingsmiddelen van den vijand. Een paar afgeknotte boomen en daaromheen ver nielde grafsteenen en ijzeren crucifixen, die op' de omgewoelde aarde liggen, en te midden daarvan staat één groot crucifix, als door een wonder niet getroffen in die maandenlange beschieting, tegenover de Duitsche linies. Daar staat het te midden van al die ver woesting, en achter het kruis is de zon onder gegaan, en langzaam verdwijnt het licht van den hemel. De duisternis is gevallen en de maan be schijnt met haar bleek licht „Niemandsland". De hoofden der beide mannen die op wacht staan, zijn hel verlicht. „Frits' is een beetje laat met zijn avond- „strafe", zegt de onderofficier tot onzen ser geant. Een doodelijke stilte hecrscht in de lucht. Dan opent een machinegeweer het vuur, dat over de borstwering van de loopgraaf heengaat, en nu en dan klinkt het geluid van de kogels der scherpschutters, als zij op de zandzakken afstuiten. En dan weerklinkt plotseling langs de geheele linie een oorver- doovend geweld, en bommen, luchttorpedo's en granaten slaan om ons heen in den grond en barsten uiteen. De onderofficier drukt zich tegen den wand van de loopraaf aan en bedekt zijn gezicht met de over elkander gekruiste armen. Het duurt maar kort. De onderofficier gaat weer verder de loopgraaf door. „Iemand ge wond Een paar mannen liggen in de modder. „Nou zegge ze nog wel, dat er geen oorlog is", merkt een Cockney op. En de wacht staat reeds op den uitkijk. Het eenige geluid dat weerklinkt, is het gepias van de modder, als de onderoffiier van zijn ronde terugkeert. Dan ratelt weer het ma chinegeweer. Het begint te sneeuwen en „Niemandsland" is spoedig bedekt met een witte wade, waarop het prikkeldraad scherp zwart uitkomt. En waar is nu de schoonheid of de roem van den oorlog, behalve in den onverschrokken geest der bewakers van de met modder ge vulde loopgraaf Eindelijk breekt de dag aan en is de ver moeiende nacht weer voorbij, „de nacht met zijn stoet van sterren en de groote gave van den slaap" Het langverwachte bevel komt af, en de vermoeide mannen pakken hun wapens bijeen en keeren terug naar hun gedekte schuil plaatsen. Maar wacht. In de verte weer klinken stemmen. Er komt leven in de loop graaf. Zelfs McNab glimlacht. De warme thee en rum zijn aangekomen. TER NEUZEN, 6 Februari 1917. Door steenkoleugebrek rijden maar twee treinen per dag van hier naar Sas van Gent en omgekeerd. Van Sas van Gent 10 uur v.m. en 8 uur n.m. en van Ter Neuzen 8 uur v.m. en 51/» uur n.m. Bij de aanhoudende vorst en het vol komen stilstaan der scheepvaart op het kanaal alhier zijn alle kanaalarmen zoo dicht gevro ren, dat ze betrouwbaar zijn voor de passage, iets, wat ondanks de felste vorst in normale tijden niet meer voorkwam daar de zeestoom schepen geregeld voeren. Door de eerst nog varende sleepbooten is 't ijs gebroken en op schotsen geschoven, zoodat slechts over een klein deel het kanaal berijdbaar is. Op een deel van den nieuwen kanaalarm werd Zondae door een zeer talrijke menigte gereden. Die baan is 800 meter lang bij 80 breed. Het ijs is van buitengewone dikte. De boot die gisterenochtend 7 uur uit Hansweert zou vertrekken, was te 9 uur nog niet verder gekomen dan het eind van de haven. De dienst NeuzenHansweert is gestaakt. Daarentegen is de dienst van Ter Neuzen en Breskens op Vlissingen tamelijk normaal. De havens te Ter Neuzen en Breskens, die Zaterdag door sleepbooten moesten worden opengehouden, teneinde de booten van den Prov. Stoombootdienst op de Wester-Schelde gelegenhe id te geven binnen te loopen, waren Zondag, door de verandering van de wind- richting, geheel vrij van drijfijs, doch nu zijn die havens weer vol en moet hier zorg ge dragen worden, dat het ijs zich niet vastzet. Hedenmiddag baanden een tweetal Prov. booten zich den weg door het ijs naar Vlis singen. De eene boot was zonder passagiers en goederen om de andere boot te helpen het ijs te breken. Tot gezworene van den Van Lijnden polder, is benoemd de heer Joh. de Feijter, burgemeester te Zaamslag. Kloosterzande. Wegens het groote gebrek aan steenkolen, heeft men sinds de vorige week de scholen alhier reeds moeten sluiten. Uit Philippine wordt aan de Tel. gemeld, dat bij de Bouchautsche haven 6000 K.G. zeep, 700 K.G. kaarsen en andere smokkel waar, gezamenlijk ter waarde van 35,000 frank, over de grens gebracht zijn. Duitsche militairen smokkelen ook persoon lijk in 't geheim, bij kleine hoeveelheden, om die aan hurgers te verkoopen en zoo zakgeld op te doen tot aanvulling van hun soldij, en zelfs om naar huis te zenden. Een bewoner van Philippine ontving bericht, dat een bloedverwant, wonende op den Staak, gemeente Assenede (België) en diens vrouw werden doodgevonden op hun bed. De beide oudjes, zij waren beiden boven de 70 jaar, zijn van koude omgekomen. Nu de vorst van het kanaal een begaan bare oppervlakte heeft gemaakt, is te Selzaete de electrische grensdraad ook over het kanaal gespannen en is van even stevige constructie als die op het land. Donderdag kwam een soldaat, die daar vroeger in garnizoen was naar Aardenburg met 2 kistjes bij zich. Op de tram ontmoet hij een kommies, spreekt daarmede over het smokkelen der soldaten en spreekt daarover nog een afkeurend oordeel uit. Den ambtenaar kwamen de kistjes erg ver dacht voor en in Aardenburg gekomen vroeg hij wat zich in de kisten bevond waarop hij ten antwoord kreeg dat het haring was. Onze militair wist natuurlijk niet, dat ook dat ar tikel zonder pas niet ingevoerd mag worden. Daar hij zich niet kon verantwoorden, werden, de kisten opengemaakt en toen bleken ze gevuld te zijn met harde zeep, het smok- kelartikel bij uitnemendheid. Mej. J. N. Feij, onderwijzeres aan de christelijke school te Sluis, is benoemd bij het lager onderwijs in Oost-Indië, waarheen zij in Augustus hoopt te vertrekken. De St.crt. no. 27 bevat de acte van op richting der N. V. Zeeuwsch Landbouwhuis Sluis, Eerste Zeeuwsche inrichting voor de teelt en de veredeling van Landbouwzaden, met Laboratoria voor scheikundig en botanish onderzoek, te Sluis. Zij heeft ten doelDe selectie en cultuur van en den handel in zaai granen en zaden, den handel in granen, vee voeder en meststoffen en in het algemeen allen handel en alle ondernemingen tet den landbouw in betrekking staand, in den ruim- sten zin genomen Het kapitaal der N. V. bedraagt f30.000. Oprichters zijn de heeren M. E. Malotaux A. F: J. Aernaudts en H. G. L. G. Malotaux, allen wonende te Sluis. M. Crt. De haven te Hansweert zit vol ijs. Ook op de W. Schelde is veel drijfijs; onder den wal bij Walsoorden zit het vast. De verbinding met Zeeuwsch-Vlaanderen gaat met stoornis. Een keer per dag gaat de boot over naar Walsoorden. Vlissingen. De dienst der Maatschappij Zee land zal deze week hervat worden. Men is bezig de vereischte kaarten aan boord te brengen.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1917 | | pagina 2