Buitenland.
Uit Stad en Provincie.
Dat laat de kampioen voor de kleinen vol
maakt koud.
Kort geleden heeft het Engelsche persagent
schap ons geseind, hoe verrukt de wereld wel
was over de belangeloosheid, door Engeland
ten toon gespreid bij de vaststelling van de
vredesvoorwaarden der Entente. Men zal in
Engeland wel willen gelooven, dat tegenover
teiten, als dat van de Westerdijk, niet overal
steeds in de belangeloosheid van Engeland
evenzeer wordt vertrouwd. Doch het Engel
sche persagentschap zal wel niet verder seinen,
hoe soms ook de nood der kleinen door En
geland ten eigen voordeele wordt misbruikt.
N. R. C.
DE OORLOG.
In het officieele Duitsche bericht van Zater
dag komt een zin voor, die in de tegenwoor
dige omstandigheden zeer de aandacht mag
trekken, aldus de N. R. C.
Tusschen Doller en het Rhöne-Rijnkanaal
begonnen verkenningen", zoo staat er, „zijn
door Wurtembergsche troepen met succes
volbracht."
Nu is op het front tusschen deze twee
wateren (in het Zuiden van den Elzas, tegen
over Belfort) de langdurige stilstand zoo rustig
geweest als op geen ander vak. Ook van
verkenningen in deze buurt werd nimmer
melding gemaakt. Maar in den laatsten tijd,
dat weet men, hebben beide partijen in de
nabijheid van de Zwitsersche grens troepen
samengetrokken. Deze verkenningen kunnen
dus de inleiding van een nieuw groot krijgs
bedrijf zijn. Dat dit krijgsbedrijf een initiatief
van de Duitschers is, staat van tevoren nog
niet vast; het is evenzeer mogelijk, dat zij
hun tegenstander willen voorkomen.
Wij hebben het eerst gehoord van concen
tratie van Fransche troepen aan de Zwitsersche
grens. Deze troepenconcentratie werd vooraf
gegaan door, en begeleid met toespelingen op
de mogelijkheid, dat Duitschland de neutrali
teit van Zwitserland zou willen schenden.
Tevens gaf Frankrijk aan de Zwitsersche
regeering te kennen, dat haar van Frankrijks
zijde geen gevaar dreigde.
Van Duitsche zijdg las men intusschen, dat
als één "partij strikt de neutraliteit van Zwit
serland had geëerbiedigd, het dan stellig
Duitschland was, welk rijk ook voor de toe
komst geen booze plannen omtrent Zwitserland
koesterde.
Intusschen bleken ook nadat reeds vroe
ger een bericht was verschenen over vervoer
van soldaten door Duttschland Duitsche
strijdkrachten bij de Zwitsersche grens ge
concentreerd, en de Zwitsersche regeering,
een onweer voelende naderen, heeft het ge
raden geacht, de noodige militaire maatrege
len te treffen ten einde op alle gebeurlijkheden
voorbereid te zijn.
Als dat onweer zich nu ten Zuiden tus
schen de Vogezen en de Zwitsersche Jura
ontlast m. a. w. als de gemelde ver
kenningen der Wurtemburgers de inleiding
zijn van een groot krijgsbedrijf, dan worden
die bovenvermelde omstandigheden volkomen
duidelijkdat gepraat over de Zwitsersche
neutraliteit diende slechts om het ware oog
merk van de troepenconcentreties te beman
telen.
Tegenover een bericht uit Londen, dat de
Duitschers veel weggevoerde Belgen hadden
teruggestuurd, daar deze wegens de in Duitsch
land heerschende schaarschte aan levens
middelen er niet konden arbeiden en ver
scheidene van hen naderhand van uitputting
gestorven waren, merkt de „Norddeutsche
Allgemeine Zeitung" op, dat de Duitsche re
geering met den meesten spoed de bezwaren
onderzoekt, die tegen de wegvoering in op
zich zelf staande gevallen zijn ingediend. Den
menschen, voor wie dit met liet oog op de
omstandigheden maar eenigszins gerechtvaar
digd bleek, heeft ze terugkeer naar België
toegestaan. Het blad wijst dan ieder bezonnen
beoordeelaar naar de vele brieven van zulke
werklieden aan hun verwanten in België,
welke brieven door Duitschland zijn in liet
licht gegeven.
Wij willen hier enkele uittreksels van be
doelde brieven geven, welke in het Brusselsche
blad „Le Bruxelois" gepubliceerd zijn
Gustave G op het oogenblik te Rott-
hausen vertoevend, aan zijn vrouw, te Tor-
chies-la-Marchs
26-11-T6. „Wij zijn Zaterdag beginnen te
werken de jongen is bij mijhij is bij een
ouden Duitscher en heeft het nog minder
slecht dan bij Adhsmar. Wij kunnen 9 a 10
mark verdienen en zelfs nog meer. Onze
voeding is goed Ik geloof, dat de jongen
en ik goed 100 K.G. zullen wegen, wanneer
wij terugkeeren Wij krijgen elke week
4 kilo brood. Eindelijk kan men eens leven.
Den lOen December zult gij 100 mark ont
vangen en den 15en van elke maand het
zelfde
Désirs G te Holstershausen bij Dorsten
aan Adolphe G te Anderlues
26-11-T6. „Geliefde broer en zuster, ik doe
u weten, dat ik in goeden welstand in Duitsch
land ben aangekomen. Maar ik heb er geen
spijt van dit is niet, omdat ik vroeger nooit
in Duitscliland ben geweest, want dat is wel
gebeurd. Men geeft ons aardappelen, zooveel
wij willen en wit brood voor de kinderen met
bruin voor de grooten.
Toen ik Léontine vroeg of zij terug
wilde keeren, zeide zij weenendwij zullen
geen wit brood meer hebben, noch boter,
melk, aardappelen en vleesch, noch bier, noch
kolen om ons te verwarmen, want in België
zijn wij bang steeds zonder vuur te zijn."
G die in dezelfde plaats als de vorige
werkt, schrijft o.a. ook aan dezelfde personen
26 11'16. „Lieve vrouw, ik zal u zeggen,
dat ik het heel goed heb in Duitschland, maar
in België had ik honger. Als gij hier komt,
zullen we niet meer naar België terugkeeren,
want het is hier goed. Het spijt mij, dat ik
mijn geheele familie niet meegenomen heb.
Zeg aan Ferdinand, dat ik 23 francs per dag
verdien en 8 uur werk, zonder mij te ver
moeien."
Torace L te Dusseldorf, aan Arthur
B.... te Wanferces-Baulers bij Charleroi:
29-ll-'16. Het werken in Duitschland ge
schiedt niet gedwongen. Ik doe mijn werk
met plezier Ik zeg niet, dat ik Belg zal
blijven en ik 'zeg niet dat ik geen Duitscher
zai worden. De Duitschers zijn zeer goede
kameraden. „De Rott."
BERLIJN, 19 Januari. Uit Stockholm wordt
aan het te Kopenhagen verschijnende blad"
„Politieken" geseind, dat reizigers, die Woens
dag uit Rusland aldaar waren aangekomen,
aan de bladen hadden meegedeeld, dat de
binneulandsche toestand thans critieker is dan
sedert den zomer van 1915. Na de laatste
wijziging in het Kabinet is de stemming in
het land dusdanig, dat men elk oogenblik de
uitbarsting van de algemeene ontstemming
verwachting kan. De tegenwoordige regeering
heeft geen voeling met het volk en Protopopow
wordt algemeen als de werkelijke leider van
het Kabinet beschouwd. Het leger, dat aan
de opperste leiding de schuld toeschrijft van
de militaire tegenslagen, heeft zich bij de
oppositie aangesloten. Men spreekt zelfs van
de mogelijkheid van een militaire revolutie
en wijst openlijk Grootvorst Nicolaas of Groot
vorst Miohael aan als degene, die tot Tsaar
zal worden uitgeroepen.
De oppositie geeft zich ijverig moeite om
te verhinderen, dat door voorbarige middelen
onlusten ontstaan, die aan de machthebbers
de gelegenheid zouden geven om het leger
terug te houden.
Een ernstige botsing tusschen regeering en
oppositie wordt binnen enkele dagen, wanneer
de Doema bijeenkomt, verwacht. De Doema
is vast besloten om te beletten, dat een lid
van de regeering gelegenheid krijgt, om zich
uit te spreken en elke redenaar, die de
rogeering verdedigt, zal door geraas tot zwijgen
worden gebracht.
Men is in Rusland van meening, dat een
mogelijke revolutie spoedig zou plaats hebben,
aangezien zij in alle lagen van de bevolking
aanhangers heeft.
Naar Wolff meldt, hielden de Duitschers
bij het begin van 1917 van vijandelijk gebied
bezetin België 29000 vierkante K.M., in
Frankrijk 222,310 (erwijl de Franschen 900
vierkante K.M. Duitsch gebied bezet houden),
in Rusland 280,450, in Roemenië 100,000, in
Servië 85,867, in Montenegro 14,180, in Albanië
20,040.
De Russen houden 28,231 vierkante K.M.
Oosteurijksch gebied bezet.
Hoe groot het gebied der verloren Duitsche
koloniën is, deelt Wolff niet mee. Dit beslaat
2 952.900 vierkante K.M. vermindert met
140.000 vierkante K.M. in Oost-Afrika, waar
de Duitschers nog altijd standhouden. Men
houde er echter rekening mee, dat het Euro-
peesche gebied van oneindig meer waarde is
en veel dichter is bevolkt. België telde b.v.
in 1910 reeds ongeveer 7.5 millioen inwoners.
De bevolking der Duitsche kolonies telde in
1913 28.859 blanken en 12.358.000 kleurlingen.
In een correspondentie uit Londen van de
N. R. C. lezen we daaromtrent onder meer
De meest geruchtmakende onthulling van
Harold Ashton is in de laatste dagen voor
gevallen. Ik geloof, dat er zelden iets zoo
brutaals op dit gebied kan zijn gepresenteerd
als wat een zekere Rawson gedaan heeft met
zijn „bidwinkel" in Regent-street. Het denk
beeld is niet nieuw, ik meen me zelf uit ons
land iets soortgelijks te herinnereu en de naam
van Roermond hangt me daarbij in het ge
heugen. Maar de stoutmoedigheid van dezen
Rawson, een man, die bekende zwendelarijen
in de City bij de hand heeft gehad, die goud
uit zeewater heeft willen distilleeren e. d. en
die zich nu in het volle licht van Regent
straat komt neerzetten en een gebedzwendel
organiseert volledig in den trant van een
moderne handelsondernemingMaar laat ik
eerst zeggen, wat zijn bidwinkel het on
eerbiedige woord is van Ashton eigenlijk
wil. Rawson beweert daarop komt het
althans neer dat hij een deugdelijk middel
heeft uitgevonden om den Almachtige te
bewegen, bepaalde verzoeken in te willigen.
Zijn „sterk geconcentreerd gebed" is onfeilbaar.
Hij kleedt deze vrijwel lasterlijke leer in
prachtige Christian-Science-frazes over het
niet-bestaan van leed en ziekte en zonde en
leelijkheid en rampen enzoovoort. Maar de
talrijke dames, die zijn clientèle vormen of
vormden, want de Daily Mail heeft aan het
zaakje voorloopig zeker een einde gemaakt,
kwamen bij hem om van zijn gebed tegen
7 guineas per week of van dat zijner voor
naamste helpster tegen 2 guineas per week
of van dat van een zijner 120 gewone bidsters
tegen 1 guinea per week heul te zoeken
tegen bepaalde rampen of ziekten, die henzelf
of hun betrekkingen bedreigden. Trouwens,
de cliëntèle bestond niet enkel uit dames, en
Rawson's paradepaard was een kolonel van
het bekende Schotsciie regiment de Black
Watch, die „gesterkt door gebed" het
7-guinea-gebed van Rawson nl. aan het
front kogelvrij was geweest en niet hij alleen,
maar „nagenoeg heel het regiment" daaren
boven.
Een ander slachtoffer van Ashton is „mme
Almira Brockvvay, America's premier psy-
chist", een Amerikaansche dame, die met
ernstige Londensche spiritistische kringen in
verbinding stond, maar die niettemin, naar in
het politiehof is aangetoond, de hulp van een
laf goochelaarstrucje niet versmaadde om met
de geesteswereld in verbinding te komen.
Haar cliënten en zij had er vele, die haar
elk een guinea per zitting betaalden, zoodat
dagen van 8 of 9 guineas (pl.m. f 100 of f113)
voor haar gewoon moeten zijn geweest
voordat zij in het politiehof kwam en voor
deportatie werd aanbevolen haar cliënten
moesten den naam van den overledene, met
wiens geest zij wenschten te spreken, op een
stuk papier schrijven, dat madame (die het
niet gelezen had) opgevouwen tegen het
voorhoofd drukte, om na eenige oogenblikken
„contact" te krijgen en als inleiding den
juisten naam te noemen MirakelMaar
wat gebeurde er in die oogenblikken In
die oogenblikken praatte madame vlot en druk
om de aandacht af te leiden, bewoog de hand
met het opgevouwen papier herhaaldelijk van
het voorhoofd naar den schoot, die achter het
tafeltje tusschen haar en den cliënt was
verborgen. Op één van die reizen werd het
papier met den naam vervangen door een
ander, even netjes opgevouwen op een ander
werd niet zonder geritsel het oorspron
kelijke papier ontvouwenen zoo kon de
clairvoyante, terwijl zij in schijn hetzelfde
papier tegen het voorhoofd drukte, den naam
aflezen van haar schoot.
Maar mme. Brockway hield ook in het
politiehof vol, dat de namen haar door de
geesten werden medegedeeld. Zij bleef in
haar rol van ernstige, overtuigde spiritiste en
gaf hoog op van de (werkelijke verbazing
wekkende) omstandigheid, dat zij „geordend
predikante" was en gestaan had in Boston,
Chicago en elders. Ook hebben al haar be
wonderaars haar geenszins in den steek
gelaten. Verscheiden getuigen verzekerden,
dat de mcdedeelingen, hun door mme. Brock-
way's geesten gedaan, later juist waren
bevonden en dat uit hun spreken hun identi
teit overtuigend was gebleken.
LONDEN, 21 Januari. (Reuter). Volgens
Lloyds News zijn er gisteren nog 21 gewonden
in tien gasthuizen overleden, liet aantal
dooden is nu tusschen de 50 en 00. Er liggen
nog 112 gewonden in de gasthuizen. Bovendien
zijn er 265 licht gekwetsten verzorgd.
In de op Donderdag 25 Januari des voor
middags 10 uur te houden openbare vergade
ring van den gemeenteraad alhier komen de
volgende punten in behandeling
1. Beëediging van het nieuwbenoemde
raadslid dhr. L. J. Geelhoedt.
2. Vaststelling notulen.
3. Ingekomen stukken.
4. Voorstel tot het verleencn van eervol
ontslag aan den onderwijzer J. A. Rijnberg.
5. Voorstel tot het geven van bevoegdheid
aan Burgemeester en Wethouders tot opne
men der boeken en kas van den gemeente
ontvanger enz. op te dragen aan een lid van
hun college.
6. Onteigening van domeingrond.
7. Voorstel tot het vaststellen van een
verordening als bedoeld bij art. 7 al. 1 sub. 1
der Drankwet.
8. Vaststelling van de begrooting voor 1917.
9. Vaststelling schoolgeldkohier no. 1 voor
het M. O.
10. Idem voor het M. U. L. O.
11. Ontheffing belastingen.
12. Reclames belastingen.
13. Benoeming van een commissie in ver
band met het opmaken van hot kohier van
den hoofdelijken omslag voor 1917.
14. Vaststelling suppletoir kohier no. 2
H. O. 1916.
Vorst en ijs.
Het ijsvermaak is in vollen gang. Gisteren
en heden wordt ook in onze gemeente druk
schaatsen gereden.
In Friesland en Holland worden de ijs-
feesti n georganiseerd.
In Rotterdam zakten gisterenmiddag elf
personen door het ijs, doch werden gered,
een militair was bewusteloos. Te Alblasser-
dam verdronk een elf- en te St. Pancras (N.
II.) een vijftienjarige jongen.
Ook de Prinses heeft gisterenmorgen ge
reden op de schaats en 's middags met de
Koningin.
De Friesche elfsledentocht is vastgesteld
op a. s. Zaterdag. In Utrecht en Den Haag
is gisteren avond gereden op electrisch ver
lichte banen.
Te Middelburg worden Vrijdag en Zaterdag
wedstrijden gehouden.
De heeren M. J. van Dixhoorn en F. L.
Rijnberg hebben bedankt voor de benoeming
tot lid der Kamer van Koophandel alhier.
Verplaatst van hier naar Zevenbergen
de adjunct-commies der posterijen en telegrafie
II. Bossinga.
Over de maand December werd alhier
vanwege de gemeente toeslag gegeven op de
consumptiemelk. Deze werd voor 11 cent
per Liter aan de ingezetenen verkocht, ter
wijl 2 cent bijslag werd toegezegd. Wegens
de groote kosten besloten B. en W. die melk-
distributie stop te zetten. Het gevolg was,
dat de leurders van af 1 Januari hunne klanten
13 cent iu rekening brachten. Nu verscheen
Vrijdagavond een publicatie van B. en W.,
waarbij de maximumprijs voor de melk werd
bepaald op 11 cent per Liter en voor de
leurders op 8 cent. De meeste leurders hielden
zich Zaterdag niet aan dien prijs, met gevolg
dat verschillende processen-verbaal werden
opgemaakt. Dit was voor andere leurders
weer het sein om met hun voorraad melk de
stad te verlaten. Gisterenmorgen zijn er geen
leurders gekomen. Naar het schijnt was door
een werkliedenorganisatie bij den Minister
van Landbouw een protest ingediend, dat de
melk hier duurder verkocht werd, dan volgens
de door hem vastgestelde regelen geoorloofd
was.
Sluiskil. Eindelijk is de Katli. school alhier
zoover klaar, dat men hoopt haar met 1 Mei
a. s. te openen. De opening dezer school zal
het getal kindereu der O. L. school D alhier
en die in de Zandstraat doen verminderen.
Naar men verneemt zal het personeel aan
deze bijzondere school uitsluitend bestaan uit
yrouwelijke religieuzen. „Zei."
Spui. Zondagavond hoopt Ds. II. P. M. G.
de Walle van Zaamslag voor de Jongel. Ver.
op Geref. Grondslag „Soli Deo Gloria" op te
treden in de Chr. School alhier.
Zaamslag. Door notaris Van Dalsum te Hulst
zoowel als door A. van Fraaijenhove te
Zaamslag is cassatie aangeteekend bij den
Hoogen Raad, van de tegen hen laatst dooi
den kantonrechter alhier uitgesproken von
nissen, wegens overtreding van het algemeen
reglement voor de polders en waterschappen
in Zeeland. De zaak van de Poldersche
kreek zal dus voor den Hoogen Raad komen.
Axel. Aan smokkelen wordt hier nog steeds
zeer veel gedaan. Zoo nu en dan worden
smokkelaars, die uitgezet zijn, doch ondanks
het verbod, toch weer terugkeeren, aangehou
den en in het huis van bewaring opgesloten,
't Is gevaarlijk volkje, wat uit hot volgende
genoegzaam blijkt
Een soldaat-kommies, hier ingekwartierd,
ging in den nacht van Dinsdag op Woensdag
eens alleen er op uit. Toen hij op een bende
smokkelaars stuitte,die blijkbaar vee wenschten
te smokkelen, werd hij vastgegrepen en werd
hem zijn revolver ontnomen. Slechts na hevige
worsteling gelukte het den dapperen jongeling
uit hun handen te komen. Het mag een
wonder heeten, dat hij nog levend in zijn
kwartier terugkeerde, want de bende was 17
man sterk. Twee er van zijn later gearres
teerd en naar het huis van bewaring te
Middelburg overgebracht. (Telegraaf.)
Te Philippine worden gelden ingezameld
voor den bouw eener nieuwe R.-K. kerk.
Hontenisse. Door notaris Dumoleyn werd
publiek verkocht voor den heer L. Leenknegt
te Stoppeldijk diens café met stallen, tuin en
eenig bouwland, gelegen aan den tol bij de
Veerstraat.
Koopster werd mej. P. Rottier te Stoppeldijk
voor f 10,000.
Hontenisse. De landbouwer K. bebouwde
bij het begin van den oorlog cene hoeve in
Nood-Frankrijkzij kwam bij het Duitsche
front te liggen, en voor en na werd alles bij
hem opgeëischt, en v. K. keerde ten slotte
naar huis terug.
Een gedeelte van het gerequireeerde was
hem door de Duitschers reeds betaald, en
dezer dagen zal hem het restant word n
uitgekeerd.
Dat er geen slag naar is geslagen, maar
werkelijk getracht is, hem behoorlijk te vol
doen, blijkt hieruit, dat op de afrekening een
post voorkomt ter betaling van 7 eieren.
Twee sedert eenigen tijd te Sluis ver
toevende gedeserteerde Duitschers, zijn Woens
dagavond door de politie aangehouden onder
verdonking van spionnage. Vermoedelijk zullen
zij door de militaire autoriteiten uit het gebied
bezet worden.
Sluis. Zooals reeds in het kort gemeld is,
is het gerucht, dat Donderdagavond de rondte
deed, Vrijdagmorgen bevestigd door het tele
grafisch bericht dat de heer J E. Boogaard,
burgemeester van Sluis, te Vlissingen over
leden is.
Van af eind September tot eind December
1.1. is de heer Boogaard te 's-Gravenhage ge
weest om genezing te zoeken van zijn onge
steldheid en werkelijk was de patiënt voor
het einde van het jaar 1916 zoo ver hersteld,
dat hij de reis van 's-Gravenhage naar Sluis
ondernam. Doch zijn verblijf in onze plaats
zou van korten duur zijn. Reeds den lOden
Januari begaf de patiënt zich naar Vlissingen
tot het ondergaan van een operatie, die goed
afliep. De berichten uit Vlissingen waren
van dien aard, dat op beterschap en genezing
alle hoop bestond, totdat, dus betrekkelijk
onverwacht,de tijding kwam van zijn overlijden.
Met don heer Boogaard is een persoonlijk
heid heengegaan, een man, die wegens zyu
Nieuw offensief?
De weggevoerde Belgen.
Dreigende revolutie in Rusland
Waarzeggers en geestenbezweerders.
De ontploffing te Londen.
TER NEUZEN, 23 Januari 1917.