f
S)
Binnenland.
Buitenland.
No. 1394.
Zaterdag 6 Januari 1917.
I4e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LÏTTO IJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending var. aövertentiën vóór u/en op den dag der uitgave.
ADVERTENT1ËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver~
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Qrootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE
RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZOROEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken, voor de Redactie van
dit blad bestemd, te adresseeren
„Aan de Redactie van Luctor et Emerge
te Ter Neuzen."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
V Weinig moedgevend.
Onder weinig moedgevende verschijnselen
heeft 1917 zijn iulrede gedaan.
De hand der verzoening, door de Centralen
uitgestoken, is smadelijk afgewezen.
In krenkende bewoordingen beeft de En
tente van bescheid gediend.
Optimisten, die hoopten, dat een gunstig
antwoord zou gegeven worden, zijn deerlijk
beschaamd.
Pessimisten verwachten nu een doorvechten
tot het bitter einde.
Er zijn er ook, die in de bewoordingen dei-
nota van de geallieerden een vingerwijzing
meenen te zien tot een vruchtbare wisseling
van gedachten, en intusschen hope koesteren
op oen gunstiger Antwoord der Entente aan
Wilson.
Eén ding schijnt wel vast tc staan, n!., dat
andermaal Duitscliland en zijn bondgenooten
met nieuwe voorstellen zullen moeten komen,
wil de gedachten wisseling worden voortgezet
en de weg tot vrede gebaand.
Maar hoe men de zaak ook beziet, er be
staat allerminst reden tot verheuging.
Komt er geen keer, dan gaat, hot is reeds
vaak herhaald, maar een ander vooruitzicht
bestaat er dan ook redelijkerwijs niet, Europa
zijn ondergang te gemoet.
Elke overwinning, van welke zijde ook,
stel dat zij inderdaad mogelijk zij, is een fei
telijke nederlaag.
Èen nederlaag voor welvaart, beschaving,
mcuschelijkheid.
De oorlogvoerende landen putten zich uit
en offeren hun beste krachten aan den Moloch
van den oorlog.
En de kleinere onzijdige staten geraken in
steeds ernstiger omstandigheden, voelen voort
durend nijpender liet pijnlijke van luin toestand,
zien zich in hun bestaan bedreigd.
Want liet oorlogsmonster ontziet ten slotte
niets.
Zoo waart overal de verschrikking rond.
1917 bracht in zijn aanvang geen verruiming,
maar nog banger beklemming,
Moge, waar de toestanden zich immer
ernstiger laten aanzien, het gebed niet ver
flauwen tot Hem, Die Vorsten en Volken
bestuurt en Die de harten zelfs der Koningen
neigt als waterbeken.
Do Heerc regeert. Dat de volken beven,
en dat de inwoners der wereld gerechtigheid
mogen leeren, nu Gods oordeeleu op de aarde
zijn.
DE STAATSLEENING.
Blijkens tot gisterenmiddag half drie bij liet
departement van Financiën ingekomen tele
grammen, was op de nieuwe 4 pCt. Staats-
leening van 125 millioen gulden reeds voor
115 millioen gulden ingeschreven.
STIJGING DER MAXIMUMPRIJZEN.
De „Tel." heeft de Januari-lijst van maxi
mumprijzen, door minister Posthuma vastge
steld, vergeleken met de December-lijst en
heeft daarin een lieele reeks prijsverhoogingen
ontdekt, Regeeringsaardappelen zijn op 57a
ct. per Kg. gebracht. De roode en gele kool
komt van 5 op 6 ct. per Kg. Het zout wordt
1 ct. duurder en kost voortaan 10 ct. per
Kg. De petroleum is eveneens 1 ct. in prijs
verhoogd en kost thans 13 ct. per kan, 4 ct.
hooger dan vóór den oorlog. De eieren gaan
van 97a ct. op 14 ct. omboog. De kaassoorten
sloegen elk met 5 ct. per pond op. De bloem-
prijs is gebracht van 27 ct. op 31 ct. per kilo
in het groot is de prijs verhoogd van f 20.75
tot f24.85; dit heeft ook een brood prijsver-
liooging tot gevolg en wel van 247a ct. tot
28 ct. per kilo.
Alleen de prijs van soda daalde, n.l. van 9
op 8 ct. per pond
Drie nieuwe artikelen brengt de lijst, n.l.
bak- en braadvet, een surrogaat veo.i ruudvet,
dat van de nieuwe lijst is verdwenen, en dus
niet meer verkrijgbaar wordt gesteld voorts
spiering en gemarineerde haring. Het bak
en braadvet zal 40 ct. per pond kosten de
spiering 11 ct. per pond en de gemarineerde
baring 6 ct. per stuk. „Het Volk".
EEN ONTMOETING MET EEN DUITSCHE
DUIKBOOT.
De vrachtboot Celebes, van de maatschappij
Nederland, op 14 December van Amsterdam
naar Batavia vertrokken, heeft den 17den
December een ontmoeting gehad met een
Duitsche duikboot. In een particulieren briet
wordt daarover gemeld
J.l. Zondagmorgen hebben we een avontuur
gehad met een Duitschen onderzeeër (op de
hoogte van Bergen, ongeveer 60° 30' N.B. en
ruim 30° O.E.), dat gelukkig goed is afgeloo-
pen, maar aan den Duitsclier heeft dat, ge
loof ik, niet gelegen. Ziehier hoe de zaak
zich heeft toegedragen.
Zondagmorgen omstreeks negen uur, ik was
juist opgestaan en bezig mijn toilet te maken,
mijn liutgenooten lagen nog te kooi, bemerkte
ik, dat de bemanning naar de verschansing
liep en naar een bepaald punt staarde. Het
viel toen ook eensklaps op, dat de schroef
niet meer werkte, en onze boot stil lag.
Spoedig daarop kwam een der andere pas
sagiers waarschuwen, dat er een onderzeeër
in zicht was en door een schot te kennen
had gegeven, dat we moesten stoppen. Wij
ons spoedig gekleed cn naar buiten om pools
hoogte te nemen.
Van de brug werden vlaggeseinen gegeven
en men was juist bezig een boot te water te
laten, waarin de eerste officier had plaats
genomen met de scheepspapieren bij zich. De
onderzeeër was op een grooten afstand zicht
baar. Ongelukkig genoeg dook bij, even nadat
de boot te water was gelaten, onder en kwam
op een heel ander punt weer boven. Onze
sloep raakte daardoor de richting kwijt en
roeide aan op het punt, waar de duikboot le
zien was geweest vóór men liet. schip verliet.
Wij gingen naar het sloependek om vandaar
wat volgen zou beter te kunnen zien.
Eensklaps werd op de duikboot een vuur
straal zichtbaar, even later hoorden wij een
knal en zagen op een paar honderd meter
afstand van ons schip een groote waterkolom,
dio omhoog spoot op de plaats, waar de gra
naat in zee gekomen en ontploft was.
Onze sloep was intusschen zeer ver van de
duikboot verwijderd en scheen van daar niet
te worden opgemerkt.
Van de brug van ons schip werden nog
steeds vlaggeseinen gegeven. Wat dc duik-
■boot deed, konden wij door den grooten af
stand niet zien. Slechts zagen wij, dat hij
opvoer in een richting van onze sloep af en
zich daardoor steeds meer van deze verwij
derde en meer ons achterschip naderde. Plot
seling weder een vuurstraal en liet geluid
van liet inslaan van een tweede granaat nu
veel dichterbij. We vonden liet toen raad
zaam, onze liooge standplaats te verlaten en
onze zwemvesten te gaan opzoeken en ons
beter verdekt op tc stellen. Ik maakte toen
daarvan gebruik mijn geld uit mijn koffer te
halen en op te bergen in mijn portefeuille,
zoodat ik het eventueel niet zou behoeven
achter te laten.
Ondeitusschcn loste de onderzeeër wederom
een paar schoten dicht na elkander de gra
naten begonnen thans angstig dichtbij te val
len. Eén ontplofte op slechts een paar meter
afstand van het schip. Het ontzettende ge
luid van liet springen van de projectielen zoo
dichtbij was bij de wetenschap, dat dat op
ons was gemunt en het er veel op ging lijken'
dat de bedoeling was raak te schieten ook'
huiveringwekkend en liet was een heele toer>
van jezelf gedaan te krijgen, dat je je ver
stand bij elkander hield.
Het werd kritiek en we begaven ons dan
ook naar liet sloependek met zwemvest en
deken, waar de sloepen werden losgemaakt
en alles in gereedheid gebracht om liet schip
zoo noodig onmiddellijk te kunnen verlaten.
Vandaar boorden wij weder het geluid van
een schot. Het projectiel vloog blijkbaar vlak
over liet schip heen en maakte een ontzettend
geluid. Ik zag het uiteensprjngen op slechts
geringen afstand van onze boot. Dit was
gelukkig liet laatste schot. De onderzeeër
scheen toen eensklaps moed te hebben ge
kregen, bad zich blijkbaar voldoende over
tuigd, dat we niet bijten konden en dorst
eindelijk naderbij te komen. Ze hadden toen
ook spoedig onze sloep bemerkt en na eenige
oogenblikken zagen wij tot onze groote ver
lichting, dat beide elkander snel naderden, en
weldra kwam onze sloep langszij van de
duikboot.
Toen was spoedig alles in orde na eenige
minuten zagen we onze sloep tnrugroeien naar
ons schip en stoomde de onderzeeër voor
onzen boeg langs weg en was spoedig uit
zicht. Ongeveer halftwaalf was onze sloep
weer aan boord en weldra waren wij weder
onder stoom.
Do eerste officier vertelde, dat het een
Duitsche onderzeeër was geweest, docli letter
en nummer waren verborgen. Hij had de
sloep niet mogen verlaten de scheepspapieren
alleen waren aan boord gehescben en na eenige
oogenblikken teruggegeven metdcmededeeling,
dat wij onze reis konden vervolgen. De
bemanning, die zich aan dek bevond, was
voorzien van uitstekende Zeiss kijkers, waar
mede zij voortdurend den horizont afzochten
en ons schip beloerden. Zij hadden onder
elkander het grootste genoegen, toen zij waar
namen hoe wij beangstigd werden door hunne
schoten en ons bij dc sloepen verdrongen,
liet, lijkt min of meer op oen satiriek genoegen.
De schoten vielen ten slotte zoo dicht bij, dat
ik niet kan gelooven, dat zij wisten, dat zij
niet zouden raken. In het geheel was er
zesmaal geschoten. Onze vlaggeseinen moeten
behoorlijk te zien zijn geweest. Wat de man
gewild iieeft, is niemand duidelijk. (N. R. C.)
OOST-IN D1Ë.
De Japan Weekly Chronicle van 23 November
1916 schrijft Japan is bezig zich snel den
naam te verwerven van een vechtersbaas
dien van een land gereed om overal heen te
gaan en alles te nemen dat te grijpen is. Een
Chinees schrijft in de Peking Daily News
over de behandeling der Chineezen in Nedcr-
landsch Oost-Indië hij zegt gehoord te hebben
„van zeer gezaghebbende zijde" natuurlijk, dat
Japan „voornemens is binnen oen paar maanden
op deze eilanden neer te strijken, hoogst
waarschijnlijk voor de oorlog tot een einde
komt. Japan, zoo is nu medegedeeld, moet
die eilanden nemen om te voorkomen dat zij
in handen van de Engelsehen of Duitschers
vallen. Als zij in handen van deze mogend
heden vallen dan zal Japan blootgesteld zijn
aan een aanval in den rug. Het Engelscli-
Japansche Verbond zal waarschijnlijk niet of
niet lang na dezen oorlog duren. Vandaar
de dringende noodzakelijkheid voor Japan om
te handelen terwijl zoowel de Engelschen als
de Duitschers bezig gehouden worden."
De correspondent voegt er aan toe, dat do
Japanners doende zijn om te trachten de
Chineezen aan hun zijde te krijgen, door hun
schoone beloften te doen nopens alle rechten
en voorrechten, zooals die door de Europeanen
genoten worden, een aanbod dat de Chineezen
mogelijk zullen aannemen, ofschoon de Chinee
zen liever met de Nederlanders zouden willen
samenleven. Zij kennen tocli de Nederlanders
en kunnen van hen verbeteringen krijgen, de
Nederlanders zijn daarenboven Christenen,
ofschoon zij niet' veel gebruik van hun geweten
maken. De Chineezen zijn ervan overtuigd,
l'at de Japanners de eilanden (van den N. I.
Archipel) binnen een maand zouden kunnen
Vermeesteren, daar er geen Nederlaftdsche
oorlogsschepen in die wateren zijn en bet
z.g. Nederlandsche leger (lees Nederlandsch-
Indiscbe leger niet krachtig genoeg is om een
Japanschen overval te weerstaan. De opstand
in Sumatra schrijft de correspondent toe aan
de onderdrukking en zware belastingen. „Dc
Japanners hebben daarin misschien wel eenigs-
zins de hand gehad, daar er hier nu al veel
Japansche agitatoren zijn", voegt hij er aan
toe. Alles hij elkaar zal men bemerken dat
Japan's naam op de eilanden niet best is
een resultaat dat niet heel buitengewoon is
als we ons herinneren de veelvuldig voor
komende artikelen in de Japansche bladen,
waarin de annexatie van gebied in een of
ander deel van bet Oostelijk halfrond wordt
bepleit." N. R. C.
DE OORLOG.
HET ANTWOORD DER ENTENTE.
De kern van dit antwoord ligt in de volgende
zinsnede
„Zich volkomen bewust van den ernst
docli ook der noodzakelijkheden van het uur,'
weigeren de Geallieerde Regeeringen, nauw
verbonden met elkander cn in volkomen
gemeenschap met hunne volkeren, rekening
te houden met een voorstel zonder oprechtheid
en zonder draagkracht. Zij bevestigen op
nieuw, dat er geen vrede mogelijk is, zoolang
het herstel der geschonden rechten en vrij
heden, de erkenning van liet beginsel dor
nationaliteiten en van bet vrije bestaan der-
kleine staten niet zullen zijn verzekerd zoo
lang liet niet zeker
is, dat een regeling
etroffen is, die de oorzaken weg zal nemen,
die zoolang de naties hebben bedreigd en de
waarborgen zal geven, die alleen afdoende
zijn voor de veiligheid der wereld."
Wat zegt de pers er van
„De Rotterdammer" laat zich aldus uit
„Wie niet verder ziet dan de bewoordingen
van de antwoordnota, komt onder den indruk,
dat we hier met een barsche weigering te
doen hebben.
Toch is dit geenszins het geval.
De korte samenvatting van den aard van
liet antwoord is o. i. deze De Entente wijst
het aanbod der Centralen als zoodarnig
met beslistheid af, docli laat intusschen niet
onduidelijk doorschemeren, dat zij w 1
onderhandelen wil indien de
Centralen slechts bereid zijn met
werkelijke voorwaarden te komen.
Haar eigen voorwaarden noemt de Entente
intusschen reeds in ruwe trekken. De meest-
ingrijpende daarvan is; herstel der ge
schonden rechten en v r ij h e d e n.
Over de erkenning van het beginsel der
nationaliteiten, een ruim begrip, voor velerlei
uitlegging vatbaar, zijn de partijen bet in
't algemeen vrijwel eens en zij zullen zelf bij
een dergelijke erkenning evenzeer „over de
brug" moeten komen (denk alleen maar aan
Ierland) als de Centralen. Als er voorts
sprake is van het vrije bestaan der kleine
staten, dan zullen de Gealliëerden Presi
dent Wilson heeft het ook reeds opgemerkt
evenmin tegenkanting bij do Centralen ont
moeten.
En wat de waarborgen betreft, ook op dit
punt weet zij bij voorbaat niet aan doovemans-
deur te kloppen, omdat ook de Centralen een
duurzamen vrede willen, naar zij in hun nota
zeggen.
Die nota bood trouwens ook andere aan-
knoopingspunten, b.v. deze zin: „Het doel der
verbonden mogendheden is niet haar tegen
standers te verpletteren of te vernietigen".
Er is echter nog meer. In de Fransche
bladen wordt bekend gemaakt, dat liet ant
woord der Entente aan Wilson uitvoeriger zal
«aam inKTBtrat^aiaecaifltag.