Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Uit de Pers.
Binnenland.
Buitenland.
No. 1389.
Zaterdag 16 December 1916.
Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,—. Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op eestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOUlJ Az. te li-R NELZEN.
ADVERTENTIEN:
Van 1 4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE
REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
i Alle stukken, voor de Redactie van
dit blad bestemd, te adresseeren
„Aan de Redactie van Luctor et Emergo
te Ter Neuzen."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
niet van het
eind
V De stembus van jongstleden
Dinsdag.
De uitslag van den stembusstrijd was niet
bemoedigend.
Men is in Ter Neuzen nog
liberale systeem gesclrrokken.
Wel kwam onze candidaat een heel
vooruit, doch niet genoeg.
Hopeloos staat evenwel de zaak voor Rechts
gansclielijk niet.
Mits een deugdelijke basis van samenwerking
tusschen de rechter partijen gevonden worde,
kan in de toekomst met succes worden ge
streden.
De roomsch-katholieken zijn thans afzonder
lijk georganiseerd.
Dat geeft goeden moed.
We konden thans nog geen winst boeken.
Voor een volgende gelegenheid dienen we
al onze kracht in te spannen.
We hebben met een taaien vijand te doen.
Die vijand heet niet alleenhooghartig
liberalisme.
Hij heet ook, onverschilligheid, onkunde.
Dat is ook thans overduidelijk gebleken.
Niettemin gaan we met moed den komenden
strijd tegen.
V De vredesduif klapwiekt
Van de Centralen ging de poging uit tot
vredesherstel.
Een poging, die ieder met vreugde moet
begroeten.
Zal de uitgelaten duif een plaats vinden
voor het hol van haren voet
Leest men de brallende oorlogspers der
Entente-landen, dan vindt de vredespoging der
Middenrijken slechts afwijzing.
Dat is het kwaad, waarop reeds zoo vaak
is gewezen, dat de groote pers in dezen oorlog
reeds zooveel heeft bedorven.
Doch, moge de Pers machtig zijn, ze is niet
almachtig.
De vredesbeweging wordt ook in de oorlog
voerende landen steeds sterker.
En door de huidige vredesnota wordt ze
nog meer gerugsteund.
Zullen er onderhandelingen geopend worden?
Zal de hand des vredes de wonden van
een zieltogend Europa komen heelon?
Zal Engeland toestemmen
Zal Rusland, zal Frankrijk, zal Italië de
toegestoken hand afwijzen
Zal
Vergeten we bij al ons vragen toch niet,
dat God regeert, Hij alléén.
Hij beschikt over oorlog en vrede.
In' deze beteekenisvolle dagen moge daarom
het gedurig gebed rijzen tot den troon der
genade, om stuiting van het gruwelijk oorlogs
wee.
V De Grondwetsherziening.
Hoe de gang van zaken is bij en na de thans
aanhangige Grondwetsherziening zet Mr. Lim
burg in „De Vrijzinnig Democraat" volgender-
wijze duidelijk uiteen.
Wanneer de behandeling der thans aan
hangige wetsontwerpen tot herziening der
Grondwet in de beide Kamers der Staten-
Generaal met de aanneming daarvan zal zijn
geëindigd, moet plaats hebben de zoogenaamde
„tweede lezing". De aangenomen wetsont
werpen, waarin staat, dat er grond bestaat
de herziening in overweging te nemen, worden
als wetten afgekondigd, en daarop worden de
beide Kamers ontbonden (aldus artikel 195
der Grondwet).
De nieuwe Kamers hebben dan opnieuw
de voorstellen te overwegen. Recht van
amendement hebben zij daarbij niet. I e
voorstellen moeten in elk der Kamers tivee
derden der uitgebrachte stemmen halen. Eerst
dan is de herziening tot stand gekomen, en
worden de veranderingen, zooals artikel 1J7
der Grondwet zegt, „plechtig afgekondigd en
bij de Grondwet gevoegd".
'Er wordt algemeen op gerekend, dat de
verkiezingen, die tengevolge van de aanstaande
ontbinding zullen plaats moeten hebben, samen
zullen vallen met de gewone periodieke
verkiezingen der Tweede Kamer in 1917. Op
tweeërlei wijze wordt de regeering daarbij in
haar vrijheid van beweging begrensd, vooreerst
door de bestaande kieswet, in de tweede
plaats door de Grondwet.
De kieswet bepaalt in art. 129, dat de
gewone tijd „ter verkiezing" (d.i. dus de
candidaatstelling) is de eerste Dinsdag in de
maand Juni, terwijl de stemming eenerzijds
niet plaats heeft vóór den lOden Juni, ander
zijds binnen veertien dagen na de candidaat
stelling. (Artikelen 131 en 133 der kieswet).
De Grondwet bepaalt in artikel <3, dat het
besluit, waarbij de ontbinding wordt uitge
sproken, tevens, inhoudt den last tot het
verkiezen van nieuwe Kamers binnen veertig
De eerste Dinsdag van Juni 1917 is de 5e
Juni. Op dien dag moet dus de candidaat-
sselling voor de nieuwe Tweede Kamer plaats
hebben. Neemt men aan, dat de regeering
de Kroon zal adviseeren liet besluit tot ont
binding met het oog op de werkzaamheden
der Kamers zoo laat mogelijk te nemen, dan
zal daar er toch eenige speelruimte moet
zijn tusschen de ontbinding en de verkiezing,
waarbij het land geraadpleegd wordt over de
aangenomen Grondwetsherziening de ont
binding niet heel veel later kunnen worden
uitgesproken dan onge zeer 2G Mei. De sluiting
der zitting (zie artikel 104 der Grondwet) zou
dan kunnen plaats hebben op Zaterdag 20
Mei en de verkiezingen met stemming en
herstemming verloopen dan regelmatig volgens
de bepalingen der kieswet, zooals zij bij de
poriodieke aftreding der Kamer plaats hebben.
De Grondwet eischt een samenkomen van
de nieuwe Kamers binnen twee maanden na
het ontbindingsbesluit. Wordt dus de ont
binding uitgesproken in het eind van Mei
1917, dan moeten de nieuwe Kamers op het
laatst samenkomen einde Juli. Gaan zij dan
onmiddellijk tot behandeling der Grondwet in
tweede lezing over, dan kan deze nog vóór
de sluiting der nieuwe zitting, op den tweeden
Zaterdag in September haar beslag hebben
gekregen. In 1887 kwamen de wetsontwerpen
tot Grondwetsherziening voor tweede lezing
op 22 September bij de Tweede Kamer in
zij werden daarop 12, 13 en 14 October aan
genomen. De Eerste Kamer volgde op 5
November en de wetten stonden den Oen
November in het Staatsblad.
De nieuwe Kamers zullen een zeer tijdelijk
bestaan hebben. Evenals in 1848 en in 1887
is het kiesrecht eèn hoofdbestanddeel der
Grondwetsherziening. Thans zal zelfs een
geheel nieuw stelsel, dat der evenredige
vertegenwoordiging, zijn intrede doen. Dit
eischt voorbereiding èn bij het administratief
gezag èn bij de politieke partijen. De regee
ring heeft dan ook terecht in art. XI der
Additioneele artikelen haar oorspronkelijk
voorstel om de nieuwe Kamers volgens even
redig kiesrecht reeds te doen kiezen binnen
4 maanden na de afkondiging der Grondwet,
veranderd in dier voege, dat daarvoor een jaar
tijd is na die afkondiging.
dat de zoo zeer gewenschte Salarisverbetering,
waarnaar velen hunkeren, hun binnen de 0
7 komende jaren metterdaad zal geworden.
De vele hondorden, voor wie binnen dien
termijn het afscheid van dit leven intreden
mocht, zullen er alzoo gansclielijk niet van
profiteeren, en alle overige onderwijzers zullen
geduld mogen oefenen.
Ze zijn nu reeds over de 32,500 man. Eer
het zoover komt, loopt dit cijfer dan nog op
tot de 37 a 38,000. Het wachten moge hun
lief zijn.
Wel schijnt nu 't plan te bestaan, om bij
de gewone begrooting hun thans reeds een
douceur te doen geworden maar men voelt
zelf, hoe onbeduidend die douceur zal yvezen.
Het is zoo, „alle beetjes helpen", blijft een
waar spreekwoord, en bij zoo bitter sobere
salarissen als ten plattelande nog soms regel
zijn, is f 100 bijslag reeds goud waard, maar
het beantwoordt toch in het minst niet aan liet
uitzicht waardoor men de heeren gelokt had.
Slechts zooveel kan men zeggen, dat de
onderwijzers, in goed vertrouwen op het Be
wind, zich zeer stil hadden gehouden.
Het was opmerkelijk, hoe ze bij ons, zoowel
als bij de openbare onderwijzers, blijkbaar
bang waren, om iets van zich te laten liooren,
en daarom 't liefst op zien-komen speelden.
Ze lieten niets, of bijna niets, van zich hooren.
Bij de openbare onderwijzers roerde men
zich iets meer, doch evenmin doortastend.
En zoo mag gezegd, dat ze er zeiven niet
geheel onschuldig aan zijn, dat zulk een Sep-
tenaatswachten thans hun deel wordt.
Toch wekt 't deernis als men ziet, hoe vele
jaren nu het tobben op menig dorp nog zal
aanhouden.
Vooral in dezen zoo duren tijd.
Moge de douceur die komt, nu althans niet
te petieterig zijn.
Onderwijzerssalarissen.
„De Standaard" driestart:
V Verre van aangenaam uitstel.
Gelijk liet nu loopt, missen èn de openbare
èn de bijzondere onderwijzers alle zekerheid,
invoeren, bedekte de bovenzijde der kisten
met zeegras en deed aangifte alsof liet zeegras
was. Bij onderzoek werd de worst gevonden
en de liéele partij in beslag genomen.
Van een groot aantal passagiers zijn te
Zevenaar de door lien medegenomen para-
pluies in beslag genomen. Het was den
douane-ambtenaren opgevallen, dat ondanks
het goede weer toch elkeen van een regen
scherm voorzien was. Elke parapluie verborg
in zwart-katoenen zakjes allerhande smokkel
waren. Zoo op 'toog was daarvan niets te
bemerken, doch de douanen laten zich nu niet
zoo gemakkelijk meer beetnemen.
Te Bredenbroek gem. Gendringen hebben
de Dinxperloosche commiezen eergisteren een
bende van 28 smokkelaars aangehouden, welke
1000 pond vet en zeep alsmede een groote
partij olie over de grenzen wilde brengen.
De commiezen moesten herhaaldelijk schieten,
teneinde de bende gevangen te kunnen nemen.
Toen de bende vertrokken was, namen de
Gendringsche kommiezen nog een bende
gevangen, welke 2000 pond vet en zeep over
de grens wilde brengen.
TACHTIG MILLIOEN VOOR BESCHIK
BAARSTELLING VAN LEVENS
MIDDELEN.
Ingediend is een wetsontwerp om op de
landbouwbegrooting 1917 een post te brengen
aantal van het Rijk in de kosten van ge
meentebesturen, voortvloeiende uit de beschik
baarstelling van levensmiddelen tegen ver
minderde prijzen, enz. f80.000.000.
TEGEN IIET MIJNGEVAAR.
Uit Vlissingen meldt men aan de N. R. C.
De Batavier IV, die Dinsdag weer hier
kwam, heeft gisteren reeds opnieuw proeven
genomen met het toestel tegen het mijngevaar.
De proeftocht werd medegemaakt door ver
schillende marine- en andere autoriteiten, o.a.
door den inspecteur van de scheepvaart. Met
het toestel werden eenige mijnen geknipt en
behoorlijk weggewerkt. Eenige autoriteiten
waren dan ook zeer tevreden over de bereikte
resultaten. Het weer was mooi en de zee
kalm.
SMOKKELVARIA.
De Duitsche spoorbeambten trachten van
uit Winterswijk op verschillende wijzen waren
over de grens te brengen. In den laatsten
tijd werden de smokkelwaren in natte zakken
in het vuur der machine geworpen. Dit werd
verraden. Daarna werd er in den goederen
wagen een luik in den bodem gemaakt, dat
toegang verleende tot een platten bak. Ook
dit schijt den kommiezen verraden te zijn.
Een ander middel is, dat men langs de baan
gaat staan en van daar de smokkelwaar op
den langzaam rijdenden trein werpt.
De kommiezeu zijn echter waakzaam en
menig stuk spek en andere eetbare waar valt
hun in handen.
De politie te Emmerik heeft den arbeider
van II. uit 's Hcerenberg wegens bedrog; bij
de aangifte van goederen, die hij Pruisen
wilde invoeren, in arrest genomen. Hij wilde
op listige wijze eenige kisten met worst
DE OORLOG.
De vredesnota der Centralen.
Deze luidt als volgt
„De vreeselijkste strijd dien de geschiedenis
ooit heeft gezien, woedt sedert bijna 2Vgjaar
in een groot deel der wereld. Deze ramp,
die de band van gemeenschappelijke, duizend
jarige beschaving niet heeft kunnen verhin
deren, treft de menschheid in haar kostbaarste
bezit. Zij dreigt den geestelijken en stoffelijken
vooruitgang, die, bij het begin der 20 eeuw,
de trots van Europa was, te vernietigen.
Duitschland, en zijn bondgenooten Oosten-
rijk-Hongarije, Bulgarije, Turkije hebben in
dezen strijd hun onoverwinnelijke kracht be
wezen, en op een, in getalsterkte veel krachti
ger vijand, groote overwinningen behaald.
Onveranderlijk houden hun linies stand tegen
de herhaalde aanvallen van de legers hunner
tegenstanders. De jongste stormloop op den
Balkan is snel en zegevierend afgeslagen. De
laatste gebeurtenissen bewijzen, dat hoe lang
de oorlog ook moge duren, onze tegenstand
niet gebroken- kan worden, dat integendeel
de gelieele toestand de verwachting op verder
succes rechtvaardigt.
Ter verdediging van hun bestaan en hunne
nationale ontwikkelingsvrijheid zijn de vier
verbonden mogendheden destijds gedwongen
naar de wapens te grijpen. Ook de helden
daden hunner legers hebben daaraan niets
veranderd steeds hebben zij vastgehouden
aan de overtuiging, dat hunne eigen rechten
en gegronde aanspraken niet in strijd zijn met
de rechten van andere naties. Zij gaan er
niet op uit hunne tegenstanders te vernietigen
of neer te werpen.
Gedragen door het bewustzijn van hun
militaire en economische kracht zijn zij bereid
den hun opgedrongen oorlog tot liet uiterste
voort te zettenmaar tevens zijn zij bezield
door den wensch, verder bloedvergieten te
voorkomen en aan de gruwelen van den oorlog
een einde te maken. Daarom stellen de vier
verbonden mogendheden voor spoedig tot
vredesonderhandelingen saam te komen. De
voorstellen, die zij voor deze onderhandelingen
doen en die er op berekend zijn de eer, het
bestaan, en de ontwikkelingsvrijheid hunner
volkeren te verzekeren, vormen naar hunne
overtuiging een geschikten grondslag voor het
herstel van een duurzamen vrode. Indien,
ondanks dit aanbod om vrede en verzoening
tot stand te brcngcu, de strijd mocht voort
duren, zijn de vier verbonden mogendheden
besloten/hem tot het zegevierend einde voort
te zetten. Zij weigeren echter plechtig iedere
verantwoordelijkheid daarvoor voor de mensch
heid en de geschiedenis.
De K. K. Regecring heeft de eer die mede-
o <1 (LQJLlLQ<
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
Evenwel, we verloren uiteraard niet ook.