JlntireDOlutionaïr «oor Rieuw$- en Advertentieblad Zeeland. A. Wieland A. Wieland. Uit <D Pers. Buitenland. Binnenland. Zaterdag 9 December 1916- I4e Jaargang. No. 1387. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen er Neuzen franc. PeXSyoreer"i/a!lfBoekha„de,aars,PoSldireC- teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, de„ Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENT1ËN: Van 4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN ronnfmenten en advertentiën te bezorgen bij den uitgever. Alle stukken, voor de Redactie van dit blad bestemd, te adresseeren „Aan de Redactie van Luctor et Emergo te Ter Neuzen." Aanname van Advertentiën tot 1 uur op den dag der uitgave. Dinsdag. V De stembus van a. s De stembus van a. s. Dinsdag zal den kie zers van Ter Neuzen de gelegenheid schenken óók ecnigermate bun oordcel uit to spieken „ver de inderdaad roekeloozo wijze, waai op eèn liberale meerderheid de laatste jaren met de dubbeltjes beeft omgesprongen. Ze zal den kiezers de gelegenheid schenken mede te helpen, om den geest van verkwisting wat in te binden, opdat meer naar een zuinig beheer gestreefd worde. Ze zal de positie der rechtsclie leden kunnen versterken. „Op de kleintjes te passen gold reeds van otitis als een kostelijke deugd. In Ter Neuzen verstaat men blijkbaar me kunst niet, en vond die deugd totdusver in do Raadzaal weinig bewondering. Onder bet liberaal regiem der laatste jaren paste men niet slechts niet op de kleinties, men paste evenmin op de groote. Wat handen vol geld roofde niet, en rooit niet nog, de beroemde H. B. S. M. U. L. O. of. M. U. L. O. II. B. S. Groote dingen moest men tot stand brengen. Maar de mannen, die de groote dingen hielpen tot stand brengen, ja zelfs de eersten waren, daarop aan tc dringen, verlieten de een na den anderen de gemeente. En nu zit men in Ter Neuzen met die monu menten van liberalen durf. Zeer noodig is, dat thans een man worde gekozen, die mee zal helpen, op de kleintjes èn op de groote, te ssen. Naar onze overtuiging is de lieer een man, die ongetwijfeld in deze richting zal helpen sturen. Daarom, a. s. Dinsdag dient deze tc worden gekozen. We verwachten dat alle man van rechts daartoe zal medewerken. Eén dringend verzoek brengen wc nog aan de kiezers overstemt vroeg 1 Dat vergemakkelijkt den arbeid der kies- vereeniging. Thans alle lauwheid op zij gezet en gestenul als éen mati op den lieer bet even onbetwistbare recht der v<£werpmg van wetsvoorstellen - ook door de Eerste Kamer worde opgeofferd. Maar zekeic gematiglicid in het voorstellen ecner-, in het beoordeeleu anderszijds, is thans nu n°De'rechterzijde, zoo inde Tweede als in de Eerst Kamer, heeft genieend. dat de heei Van Gijn de gematigdheid in zyn Successie belasting overschreden had, en menigeen is van oordeel dat ook de Eerste Kamer in de vorige week verder gegaan is dan s lauds Wif "nogen veronderstellen dat de zaak thans weer in liet reine komt, en dat de maat der gematigdheid wordt volgemeten. In de gegeven omstandigheden beschouwen wij liet aanblijven van Minister Van Gijn als de best-denkare oplossing van liet parlemen tair conflict.. Hoe lang zal de oorlog nog duren In „De Stemmen des Tijds schrijft <fnd- minister Colijn o. m. Een militaire beslissing die tot vrede drvinqt is in 191G niet gekomen en zal naar mijne meening ook in 1917 niet komen. Ik bedoel daarmee een beslissing, zooals in l»oo en 1870 verkregen werd. Ik neem aan, dat de geallieerden in den zomer van 1917 er in zullen slagen om hier en daar de Duitschers in Noord-Frankrijk nog verder terug te dringen dat zij hen echter uit Noord-Frankrrijk en België weg krijgen geloof ik niet. Dat zulks in een vierde oorlogsjaar mogelijk is valt misschien aar. te nemen, tenzij inmiddels op het Oostfront een beslissing ten voordeele van Duitschland werd verkregen, wat echter ook niet waarschijnlijk is. Maar gesteld nu dat de geallieerden in 1918 er in slaagden om Frankrijk en België geheel van den vijand te zuiveren, wat dan verder Men zou zich vergissen indien men meende dan reeds aan Duitschland elke voorwaarde, dien men gaarne vervuld zou zien, te kunnen opleggen. Aal men dan, zichzelf uitputtend tot de vernieti ging toe, nog enkele jaren voortgaan tot men in Berlijn den vrede dicteeren kan? Dat is toch niet aannemelijk, gezwegen nu nog van de mogelijkheid om liet zoover te brengen. Maar wanneer daagt het vredesmoment dan wel Waarom is het er nu niet even goed als over een of over 2 jaar zich de ongeneigdlieid van de over den vrede te spreken uit- „De Nederl.'' schrijft: MINISTER VAN GIJN BLIJFT. De Sint-Nicolaasdag brengt den lande de verrassing waarop velen gehoopt hebben Mi nister Van Gijn beeft zijn aanvrage om ont slag ingetrokken, betgeen beteekent dat er een vreedzame oplossing gevonden is voor het geschil, tus.schen hem en de Eerste Kamer gerezen. Men verstaat, dat, wij, die op zulk eene oplossing in het belang van liet land ten zeerste hebben aangedrongen, met liet feit ingenomen zijn. In een tijd als deze toch, met een Grondwetsherziening in beraad en een algemeene verkiezing in liet vooruitzicht, gezwegen nog van de moeilijkheden waarmede de buitenlandsche verwikkelingen ons dagelijks omiingen, kan liet wisselen van Ministerpor tefeuilles een zeer wezenlijke schade voor liet lond beteekenen. Natuurlijk zouden ook wij niet gaarne zien, dat aan deze overweging, die zoo licht tot een soort miuistricele dwingelandij kan over slaan, het parlementaire recht van critiek, en Men kan Entente om -- -t- sluitend verklaren uit de daar heerschende verwachting dat men in staat is den militairen toestand belangrijk te wjjzigen. In den aanhef zeide ik reeds, dat er grond bestaat voor de vervv achting, dat het getal bet laatste woord spreken zal, indien de oorlog nog heel lang duurt. Maar niet dit jaar, ook niet het volgende en zelfs nog niet in 1918 naar mijne meening. De verplaatsing van liet overwicht gaat te langzaam, omdat de getallen zoo groot zijn. Stel 2 legers staan tegenover elkander respectievelijk 300,000 en 100,000 man sterk, dan is de sterkteverliouding dus 3 4. Na een paar maanden oorlog hebben beide legers aan verliezen van onderscheiden aard elk 100,000 man ingeboet, dan is de sterktever liouding al geworden 2 3. Nog enkele maanden later zijn zij elk weer 100,000 man kwijt en dan is de sterkste partij reeds 2 maal zoo sterk als de zwakkere. Nu werken de verzwakkende factoren in den tegenwoordigen oorlog in gelijke richting maar, doordat de getallen enorm veelgrooter zijn duurt liet veel langer eer de machts verhoudingen zich radicaal gewijzigd hebben. Te meer waar liet blijvend jaarlijksch verlies bij de Centralen den aanwas tengevolge van nieuwe lichtingen niet met groote getallen overtreft. Waar nu liQt einde door volkomen militaire uitputting van een der partijen nog zoo verre ligt en in verband met de sterkte-verhoudingen een beslissende militaire overwinning uitge sloten schijnt, blijft dus als eenige hoop voor den vrede'nog over een zeker vertrouwen dat het gezond verstand der volken wat eeidet t„t bezinning komt dan dat van de regeeringen Met name aan de zijde der Entente. practised! staat de zaak m. 1. zoo dat de Kc- geering en het volk in Duitschland wetendat zij den oorlog niet kunnen winnen, terwijl zij intusschen evenzeer er van overtuigd zflii dat de militaire positie zich met belangt ijk ten hunnen nadeele wijzigen zal. Deze overtuiging, «evoegd bij den overlast op liet gebied van Tie voeding, maakt Duitschland bereidwillig over den vrede ie onderhandelen. Ik zclt kan liet verdere verloop van den oorlog met, anders zien dan men hem in Duitschland ziet niet winnen, niet verliezen Maar aan den kant der Entente gelooft, men no« aan de overwinning Het is aan alles merkbaar, vooral aan de algemeene stemming die in Engeland en Frankrijk heerscht Die stemming is hoopvol, tegen berustend vast beraden in Duitschland. Maar zoo lang die stemming onder onvoldoende volksvoorlichting zoo blijft, komt er van vrede mets. Men wil natuurlijk ook in Duitschland een overwinning, evengoed als in de Entente-landen, maar in Duitschland is bet geloof aan zulk een «ver winning verdwenen, terwijl het bij de Entente nog bestaat, althans in Engeland en Frankrijk. Dit verklaart natuurlijk de verschillende houding tegenover den vrede aangenomen. Duitschland bereid te onderhandelen, de Entente alleen genegen zekere voorwaarden op te leggen. Naar mijn meening zijn de Entente-voorwaarden nóch in overeenstemming met den actueelen militairen toestand nóch ook met dien van morgen en overmorgen. Maar bet helpt weinig dat wij neutralen de dingen zoo zien de strijdende mogendheden zelf moeten een open oog krijgen voor de huidige en de te verwachten militaire machts verhoudingen. Naar mijn oordeel ziet men in Duitschland met het bloote oog de dingen in hun natuurlijke afmetingen, Bij de Entente kijkt men nog te veel door de binocle. Up dé gewone wijze als men de eigen overwin ningen ziet en omgekeerd als men kijkt naai de krachten van den tegenstander. Beteekenen dan de jongste redevoeringen van Von Bethmann llollweg en van Asquitli en Grey niets voor den vrede? \\eimg. In hoofdzaak toch touuen zij met anders dan de juistheid van hetgeen ik hiervóór neerschreet en het eenige vertroostende is, dat de leiders der volken ditmaal indirect tot elkander spraken op een wijze en in een toon die niet reeds van te voren om den vorm elke discussie uitsluit. Maar dat is dan ook alles! MINISTER VAN GIJN BEHOUDEN. Er schijnt een oplossing gevonden te zijn van de door de Eerste Kamer geschapen moei lijkheid. De heer Van Gijn zou althans zijn teruggekomen op zijn verzoek om ontslag aan de Koningin. TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN IN 1917. Iu liet district Middelburg bestaat, naar men aan de „Maasbode mededeelt, een sterke strooming om in 1917 den lieer Iden- burg, oud-gouverneur-generaal van Ned.-Iiidië, candidaat te stellen voor liet Kamerlidmaat schap. Ook de naam van mr. J. de Wilde, lid van den Raad van 's-IIage, wordt genoemd, VERHOOGING SPOORTARIÈVEN In verband met de beperking van den reizigerstreindienst worden oji de Nederland- sche spoorwegen met ingang van 15 December de abonnementskaarten met, 20 pl t. verhoogd, terwijl op 1 Januari 1917 de overige reizigers- en bagagetarieven eveneens met 20 pCt. zullen stijgen. - DE OORLOG. In de New Statesman een artikel over „de gevolgen van de Roemeensche ramp. Het blad erkent den liaclielijken toestand waarin Roemenië, met Boekarest, „bet I arijs van net Oosten", verkeert. Maar het veroordedt de felle perskritiek op het beleid der Engelsche regeering, die in dit geval minder rechtstreek sere verantwoordelijkheid draagt dan eender andere bondgenoot.cn. Voor de verontrustende beschouwingen van sommige alarmroepers ziet liet blad overigens geen aanleiding. Het onder den voet loopen van Walacliije is tragisch, maar de militaire gevolgen daarvan beslissen niet over den oorlog De Duitschers kunnen mets uitrichten waardoor Roemenië's aansluiting bij de entente m een feitelijk voordeel voor hcnzelven zal verkoelen. Men beeft gezegd dat de Duit schers, door Roemenië onder den voet te loopen, den uitersten linkervleugel der Russen zullen blootstellen. Doch om dit te doen •zouden zij regelrecht in de üonaugebieden moeten vooruittrekken in een opeenvolging van nauwe fronten, en wanneer liet Russische leger dat niet kan verhinderen, dan had tiet een dergelijken aanval op welk ander punt ook tussclien de Oostzee en de Boekowina niet kunnen weerstaan. De tusschenkomst van Roemenië, wat er dan ook onmiddellijk uit moge voortvloeien, heeft twee gevolgen gehad, die onherroepelijk zijn. Zij heeft de slijtage van de strijdkrachten der centralen vermeerderd en hun front verlengd. En dit is geschied op een oogenbbk dat hun vermogen om hun beide oude fronten te handhaven reeds ernstig was ondermijnd. Men kan nu tegenvoeren dat hun jongste veroveringen den centralen graan en petroleum opleveren en op die manier de uitwerking van de blokkade tc niet doen en de centralen in staat Stellen den oorlog te rekken.^ Fr zijn echter geen petroleumveldeii in Westelijk- Walacliije en liet is totdusver niet bekend dat decentralen al petroleumveldcn hebben bereikt, al zal dit ook wel s|)oedig liet geval zijn. Doch petroleum is geen allereerste beiioodigdlteid voor dc centralen.Zij bezitten al de petioleiiuibronnen van Galicië. Hun vloot beeft lang niet zooveel olie noodig als de Engelsche en zij zijn tengevolge van hun voorsprong op 't gebied van smalspooi wegen minder afhankelijk van vervoer per auto. Wat bet graan betreft, zoo is het grootste deel der belangrijke voorraden weggevoerd naar de Moldaviscbe provincies en wat er achterbleef zal wel meerendeels zijn vernietigd. De vijand zal er niet zeer mee gebaat zijn, tenzij hij het gebied lang genoeg bezet kan houden 0111 iiet gewas van 1917 te oogsten. Maar men moet niet vergeten dat de centralen, boe krap ze ook toekomen, toch altijd wel 111 eigen behoeften kunnen, voorzien zoolang zij in°'t bezit zijn van de groote graanvlakten van Hongarije. Dc groote winst voor lien is met zoozeer dat zij Roemenië veroveren, dan wel dat zij de béste kans aan de bondgenooten hebben ontnomen om Hongarije te vermees- teren. Hoewel men kan zeggen dat de entente verschillende kansen heelt gemist de kans om den Duitscheu doorgang naar Konstanti- nopcl af tc snijden, de kans om een entente doorgang tussclien dc Middelluudschc Zee en Zuid-Rusland te scheppen of de kans om Hongarije te verpletteren kan men niet beweren dat de veldtocht in Roemenië den oorlog verlengt. En daar geen dier kansen bestond voordat Roemenië aan den oorlog deelnam, kan men evenmin beweren dat zijn intree den oorlog beeft verlengd. De tijdelijke achteruitgang van onzen militairen toestand sedert Roemenië meedeed is niet, aan zijn meedoen tc wijten. Hij is te wijten aan de hervorming van de Duitsche legers onder Hindenburg en Ludendorff, het terugnemen van geschut en manschappen, die totdusver De Roemeensche Ramp.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1916 | | pagina 1