Buitenland. Uit Stad en Provincie. DE KONINGIN-REGENTES. De Koningin-Regentes wordt nog steeds te Zeebrugge vastgehouden, zonder dat berichten er over ontvangen zijn. Wolff seint uit Berliju aan de N. R. C. Naar wij, niet officieel, vernemen, werden, dadelijk nadat de Koningin Regentes was aan gehouden, van boord verscheidene zakken, waarschijnlijk met poststukken, in het water geworpen. Een dezer zakken is door een onderzeeboot opgepikt en bleek in hoofdzaak couranten te (bevatten voor het departement van buitenlandsche zaken in Londen. 30[voor den krijgsdienst geschikte onderdanen van aan Duitschland vijandige staten, die aan boord waren, zijn gevangen genomen. Onder hen was een Engelsche soldaat, die met verlof uit zijn interneering in Nederland op reis was. DE OORLOG. Duitsch succes. Vorige week meldde het Duitsche leger- berichtOnder leiding van generaal-majoor Von Boyna stormden Brandenburgsche troepen en het infanterie-regiment 401 in de omgeving van Skrobowa in een ongeveer 4 kilometer breede Russische verdedigingslinie en wierpen den vijand over Skrobowa terug. Onze geringe verliezen staan tegenover de beduidend bloedi ge verliezen van den vijand van 49 officieren en 3380 man, terwijl de buit bedraagt 47 machinegeweren en 12 mijn werpers. De Russen hebben ook hier een ernstige nederlaag geleden. Oostenrijksch-Roemeensch front. WEENEN, 12 Nov. (Wolff.) Officieel: Front van aartshertog Karei. Bij Orsova en ten zuiden van den Szurdukpas hebben wij terrein gewonnen. In het Olt-dal hebben wij den vijand opnieuw eenige stellingen ontrukt. Ten noordwesten van Svosme hebben de Roeme- niërs achtmaal geprobeerd onze stellingen aan te vallen, maar steeds zijn zij afgewezen. In de zuidelijke Woud-Karpathen verhoogde be drijvigheid. De buit uit de gevechten om den Roode-Torenpas bedraagtachttien officieren, meer dan duizend man, zeven kanonnen. De wegvoering van Belgen. BERLIJN. Tegenover het uit Havre door Ilavas verspreide bericht van 8 dezer, volgens hetwelk de Belgische regeering bevestiging heeft ontvangen van liet mensch onwaardige wegvoeren van Belgische burgers naar Duitsch land, wordt opnieuw verklaard, dat het een maatregel betreft, die ten doel heeft de steeds toenemende werkeloosheid, die volgens de Belgische overheid en de Belgische pers zelf al lang een kanker en hoofdzakelijk een ge volg is van de afsluiting van den toevoer van grondstoffen door Engeland tegen te gaan. Alleen degene, die zonder voldoende reden aangeboden werk weigert en daarom volgens de verordeningen van den gouverneur-generaal die ten deele reeds in den zomer van 1915 zijn uitgevaardigd, zich strafbaar gemaakt heeft, kan tot arbeid gedwongen en om dien te verrichten, ook buiten België gebracht wor den, [als de mogelijkheid om hem werk te geven, in België zelf ontbreekt. [II i e r b ij betreft het in geen geval militai re werkzaamheden. Het vervoer geschiedt op volkomen men- schelijke wijze, wat ook hieruit blijkt, dat stoornissen van welken aard ook totdusver niet zijn voorgekomen. Het toekomstig lot van België. De Müjichener Neueste Nacbrichten is van oordeel, zegt de N. R. C., dat in Bethmann- Ilollweg's rede verreweg het belangrijkste is wat hij van België zei. Hij herhaalde, dat bij hetgeen hij over Duitschlands oorlogsdoel had gezegd, nooit de inlijving van België was ge noemd. Hierin hebben de leden van de hoofd commissie uit den Rijksdag een soort program gelezen. Alle partijen in die commissie gaven te verstaan, dat zij aan een eenvoudige in lijving niet denken, maar men herinnerde den rijkskanselier tevens, dat hij ook meermalen had gezegd, dat in Belsië de oude toestand niet mocht terugkeeren en België aan den invloed van Engeland en Frankrijk onttrokken moest blijven. Op datzelfde standpunt stelden zich de vertegenwoordigers van beide groepen der liberale partij, van het centrum en van de rechterzijde. Slechts de vertegenwoordi gers der beide solialistische groepen en der Polen namen een afwijkende houding aan. De M. N. N. is het met de meerderheid der partijen eens. De toestand in Griekenland. MILAAN, 10 Nov. (T. D.) De „Corriere della Sera" verneemt uit Athene dat de Bul- gaarsche gezant heeft medegedeeld dat de Entente-mogendheden van de Grieksche re geering de uitlevering der geheele artillerie en munitie en van 50.000 geweren geëischt hebben en verder dat de Servische Regeering haren zetel van Korfoe naar Volo zou mogen overbrengen. Vertrouwen in de financieele kracht van Engeland. De Daily Telegraph." van 30 October meldt uit New-York, dat de heer II. P. Davison, lid [der firma Morgan en Co., dus een der groote financieele specialisten, bij zijn terug keer uit Europa de volgende mededeeling deed „Wanneer de Amerikanen de oorlogsleve ranties der Entente in even groote mate als tot nu toe willen behouden, zullen zij met betaling in papier zonder dekking genoegen moeten nemen. De Vereenigde Staten zullen dus het bewijs moeten geven, dat zij het vol ste vertrouwen in de financieele soliditeit van Engeland en Frankrijk hebben. Volgens den heer Davison is ook weinig bezwaar hiertegen aangezien het ongedekte papier der Entente even goed is als de bons der Vereenigde Sta- en het zijn." De lading van de „Bistritz". De Köln. Ztg. geeft een opsomming van de lading van het in de Noordelijke IJszee door een Duitsche duikboot getorpedeerde Rumeen- sche s.s. Bistritz, zooals die gebleken is te zijn uit het laadregister. Zooals men weet, was de lading bestemd voor Rumenie. Et- bevonden zich onder 125.500 stuks 7,5 c.M. granaten met aanstekers, 42000 stuks 7,5 c.M. kardoezen, 14.000.000 kardoezen voor mitrail leurs, 200 duizend stuks 3,7 c.M. granaten, 800 staalbommen met aanstekers en lading, 3600 stuks 12 c.M. granaten en even zoovele kardoezen, 1.576.000 patronen voor machine geweren, 5000 lonten, 60 duizend stalen helmen, 10 duizend geweren, 100 machinegeweren (stelsel Hotchkiss) 20 stuks 5,8 c.M. mortieren, 360 pakzadels voor machinegeweren en munitie, 28 auto's, 38 reisautomobielen, 22 lastauto's, 5 ziekenauto's, 7 hospitaal wagens met volledige medische uitrusting, 2 vliegtuigloodsen, 5 luchtballons met toebehooren, en nog ander materiaal. De waarde van de lading wordt op 23 millioen Mk., de waarde van het nieuwe schip op ongeveer 2,5 millioen Mk. geschat, zoodat de geheele schade op zijn minst 25 millioen Mk. heeft bedragen. De weg naar den vrede. De Kölnische Zeitung eindigt, volgens de N. R. C., een artikel over dien weg naar den vrede aldus „Nergens op de wereld kan de bereidwillig heid om vrede te sluiten oprechter zijn als bij ons, nergens vuriger de wensch, dat alles geschiedde om een terugkeer van het vreese- lijke ongeluk te verhinderen. Slechts kinder achtige grootsprekerij kan loochenen, dat een smachten naar den vrede door Europa gaat. Wij mogen, onoverwinnelijk en ook voor alle verdere eischen meer dan voldoende toegerust, kalm erkennen, dat wij den vrede zoo innig wenschen als welk ander Europeesch volk ook. „Lord Grey heeft agitatorisch gesproken, aangezien hij een hopeloozen stand van de zaak der entente nog met elk slim woord, dat hij openlijk zegt, hoopt te verbeteren hij heeft, feiten verdraaid, aangezien hij, nadat hij nutteloos het vreeselijkste ongeluk der menschheid heeft helpen aanrichten, de En gelsche politiek zoo mogelijk van haar gewel dige schuld moet trachten te ontlasten. Hij heeft op een valsche onderstelling een lokkend toekomstbeeld gebouwd, aangezien hij. wat in den oorlog niet gelukt is, bij de nieuwe ordening voor de Engelsche belangen hoopt te verzekeren aangezien hij de rampspoedige bondgenooten met alle overredingsmiddelen aan het Engelsche sleeptouw zoekt te houden. „Hij wil een onmogelijke vereeniging van een politiek van Engelsche belangen en een Europeesche toekomstpolitiek bewerken. Het is denkbaar, dat hij het inderdaad voor mo gelijk houdt, ondanks alles den oorlog „En- gelsch" te laten eindigen en niettemin den roem te oogsten, met goed gevolg tot het nieuw vreedzamer Europa te hebben bijge dragen. Het Duitsche antwoord heeft hem nog eens getoond, wat hem de gebeurtenissen op het oorlogsveld hadden kunnen leeren. Op een agitatorische vraag is een staatsmans- antwoord gekomen. Grey heeft Eugelsch ge vraagd en een Europeesch antwoord gekregen. „Wie werkelijk den vrede wil bewefken, moet wezenlijk Europeesch spreken. Het vredesverlangen der volkeren kan eiken dag worden vervuld, de nuttelooze slachting, waar van de entente nog altijd den herbouw van Europa naar Engelsche, Parijsche en Peters- burgsche plannen hoopt, kan morgen ophou den, indien de staatsmannen van Engeland, Frankrijk en Rusland eindelijk inzien, dat zij slechts één voorwaarde hebben te vervullen, die Duitschland en zijn bondgenooten stellen, maar die waarlijk Éuropeesch isdat zich, gelijk de kanselier zei, heen aggressieve co alitie meer vormt en te dien einde de waar borgen worden gegeven, die Duitschland ver langt en waarvan de vijanden, die het vast in de handen houdt, het de eindelijke vervulling verzekeren. Niet Lord Grey, maar de rijks kanselier heeft met hetgeen hij zeide en wat de partijen onderstreept hebben, de zaak van den vrede, waarnaar de volkeren van Europa haken, gediend." Het Russische mobilisatie-voorschrift van 1912. De Rijkskanselier heeft in zijn jongste rede gewag gemaakt van een Russisch mobilisatie voorschrift, dagteekenend van 1912. De Nord- deutsche Allgemeine Ztg. geeft er de hoofd zaken woordelijk van weer. Aldus GeheimSpoed Chef van den staf van het militaire district Warschau département van den kwar tiermeester-generaal afdee- ling mobilisatie. 30 September 1912, no. 2450. Stad Warschau. Aan den bevelhebber van het 6e legercorps. Met wijziging van alle vroeger uitgevaar digde bepalingen met betrekking tot het ope ratieve gedeelte stel ik u op last van den bevelhebber der troepen in kennis met onder- volgende algemeene gedragslijn Van allerhoogsto zijde is bevolen, dat de afkondiging der mobilisatie ook de afkondiging van den oorlog tegen Duitschland is. Het Duitsche leger kan bij volle gereedheid tot den oorlog zijn opmarsch in het gebied der Masurische meren op den 13en dag der mobi lisatie ten einde brengen. Zonder twijfel is een overschrijding van de grens door de voorste Duitsche legerkorpsen op den lOen dag vol strekt mogelijk. De strijdkrachten van Rusland zijn ingedeeld in eenige legers, die tevoren bestemd zijn voor krijgsverrichtingen gelijktijdig tegen Duitschland en Oostenrijk-IIongarije, De legers, die tevoren bestemd zijn voor'de krijgsverrichtingen tegen Duitschland, worden tot een groep bijeengebracht onder commando van den bevelhebber der groep legers tegen over het Duitsche front. Het tweede leger, tot welks formatie het 6e legerkorps behoort, treedt toe tot de groep der legers aan het Noordwestelijk front. De staf van den opper bevelhebber van het 2e leger bevindt zich tot den zevenden dag der mobilisatie te Warschau, daarna te Wolkowsk. De algemeene taak der troepen aan het Noordwestelijk front isNa afloop van de samentrekking overgaan tot den opmarsch tegen de strijdkrachten van Duitschland, met het doel den oorlog in haar gebied over te brengen. De taak van het tweede leger is maskeering van de mobilisatie en algemeene samentrekking van het leger. Het gebied Bialystok—Grodno moet het leger in ieder geval in handen houden. Ter vervulling van deze taak verzamelt het tweede leger zich aan het front SopockiniLomza (volgen uit gewerkte voorschriften omtrent den opmarsch en^ de opstelling van divisie, transporten enz.) Ten slotte wordt in deze bewoordingen ge wezen op de gewichtige politieke beteekenis der voorschriften „De inhoud von dit voor schrift vormt een streng staatsgeheim". Het stuk is onderteekend door luitenant- generaal Kiljoejef, generaal-majoor Postowski en lonel Daler, adjudant. Dit bevel von 1912 teekent de Nord- deutsche aan is niet opgeheven geworden en was dus bij het uitbreken van den oorlog in Juli 1914 .nog van kracht. Het was, ge geven de nauwe samenwerking tusschen den Russischen en den Franschen generalen staf, ongetwijfeld ook aan de Fransche regeering en door deze tevens aan de Engelsche regee ring bekend, daar gedurende gemeenschap tusschen den Franschen en den Engelschen generalen staf bestond, hetgeen door de veel voudige reizen van generaal French naar Frankrijk ook naar buiten is gebleken. De stad van den arbeid. Jules Chancel schrijft in het Petit Journal onder bovenstaanden titel over Bourges, een artikel, waaraan men ontleent Bourges, de. stad van den arbeid, ze is dien naam waard, die oude stad van Jacques Coeur en Jean de France, hertog van Berry, want sinds den oorlog, in de tijdruimte van twee jaar, is haar bevolking toegenomen van 44000 tot 100000 inwoners. Deze fantastische duizelingwekkende toe name is alleen te danken aan de arbeiders, die in de reusachtige fabrieken der stad werken voor de nationale verdediging. Het scheen den schrijver belangrijk om op de plaats zelve het leven van die groote arbeidersbevolking te gaan bestudeeren en de elasticiteit dier stad te bewonderen, die zonder bezwaar de toenemende bevolking herbergen kan. Voor een reiziger, die 's avonds laat te Bourges aankomt, zonder vooruit een kamer besproken te hebben, zal het bezwaarlijk zijn om nog onder dak te komen. Zooiets is nog onlangs een bekend politicus overkomen, die uren lang met eenige leden van een delegatie door de straten ronddoolde, aleer hij een nachtverblijf gevonden had. Dit vraagstuk is in Bourges moeilijk op te lossen men begrijpt nog niet, hoe die foule van menschen er huisvesting kan vinden. De minste kamer kost 50 francs per maand en de eigenaars der huizen maken goede zaken, want alles is 'bewoond van den kelder tot aan de zolder. Op alle open terreinen heeft de militaire overheid barakken laten opslaan voor de ongehuwde arbeiders en daar vind ment ze van alle nationaliteitenServiërs, Grieken, Arabieren, Annamieten, een schilderachtige en cosmopolitische opeenhooping, een prachtige illustratie der woorden van den kroonprins van Beieren: „Wij kunnen niet standhouden ouder dien stortvloed van ammunitie, die de gansche wereld maakt, ten einde ons te vernietigen." En inderdaad men krijgt een indruk als van den Toren van Babel, als men een fabriek ziet uitgaan, waar wel 5000 werklieden uit komen om vervangen te worden door weer 5000 anderen. Ik zag, hoe al die arbeiders zich verspreid den door de breede lanen, welke de fabriek omringden. Deze kalme menigte bestaat uit allerlei rassen en allerlei sociale standen. Dit is nu wel de zoo hooggeroemde eenheid Burgers, arbeiders, soldaten in jassen of kielen, aan alles ziet men, hoe voldaan zij zijn over hun volbrachten en goed betaalden plicht. De salarissen zijn hooger geworden en de gezinnen, die dertig a veertig francs per dag verdienen, zijn geen uitzondering. TER NEUZEN, 14 November 1916. Naar we vernemen is bij een groep Roomsch- Katholieke kiezers van Ter Neuzen het plan gerijpt bij de a. s. gemeenteraadsverkiezing met een eigen candidaat te komen. Zij is van meening dat èn de R.-K. bevolking èn het aantal stemgerechtigden billijkerwijze op één of twee zetels aanspraak mogen maken. De mijn een Engelsche die een visscher ter hoogte van den oesterput alhier in zijn net kreeg, is door een mijnenlegger gedemonteerd. De heer L. J. Geelhoedt heeft de be noeming tot lid der Kamer van Koophandel alhier ook niet aangenomen. Door Ged. Staten van Zeeland is benoemd tot bureel-ambtenaar der 2de klasse, stand plaats Ter Neuzen, de heer II. Hijman te Goes, volontair aldaar. In de Midd. Courant wordt in een inge zonden stuk geklaagd over de eerste reis van Vlissingen naar Ter .Neuzen per Prov. boot. De schrijver vraagt of gelijk de vorige winters thans het ook zoo geregelt kan worden dat men bij het aanbreken van den ochtend van Vlissingen naar Ter Neuzen kan vertrekken. Deze vraag is zéér juist en van groot belang. Te Bath is aangehouden het schip „Pieter- nella", schipper P. B. L., uit Hoek. Oogen- schijnlijk was het schip ledig, doch achter de schotten waren 750 K.G. Buk (plantenvet) en 50 K.G. harde zeep verborgen, welke de schipper naar België wilde uitvoeren. Schip en lading zijn ter beschikking gesteld van den burgemeester. Axel. Aan de Christelijke school in de kom alhier is tot onderwijzeres benoemd mej. C. M. Korteweg te Klundert. Bij de vaststelling in den gemeenteraad van Hulst van een verordening voor verlofs- localiteiten zei de voorzitter dat er in Hulst zijn 88 herbergen, d.i. een herberg op de 41 inwoners (bewoners van gestichten, kinderen en zuigelingen inbegrepen), of ongeveer een herberg op de 7 huizen. Te Hulst is het maximum-bedrag van den iioofdelijken omslag te dier stede gebracht van f 9000 op f18000. Men meldt uit Sas van Gent In de Belgische stad Lokeren woedde een hevige brand, waardoor de magazijuen der opgestapelde levensmiddelen totaal vernield zijn. De schade beloopt honderdduizenden francs. Bij kon. besluit is aan den heer P. Wan- ters, burgemeester en ambtenaar van den burgerlijken stand te Sas van Gent een pensioen verleend van f 166. De Hoofdelijke Omslag werd aldaar vast gesteld op f9000. Bij een huiszoeking ten huize van den slager B. Coppens te Wachtebeke, die verdacht werd een fraudeleuzen handel in vleesch te drijven, vonden de Duitschers 20 postduiven, die van het begin van den oorlog op een bovenverdieping van het huis verstopt waren. Genoemde C. en een zijner zoons zijn hier voor gevankelijk naar Duitschland wegge voerd. Zei. IJzendijke. De rijksambtenaren deden visita tie bij v. II. aan den weg van IJzendijke naar Watervliet. Er werden in beslag genomen een groote partij zeep, koffie, suiker, een paar caoutchouc-handschoenen en een dito paar laarzen en een dolk Bij den werkman D. in de kom werd even eens huiszoeking gedaan, waar werden in beslag genomen een groot aantal stukken zeep, verborgen onder een bed en toebehoorende aan een soldaat, die aldaar ingekwartierd was, Voor de eerste maal is het den ambtenaren mogen gelukken handschoenen en laarzen van rubber in beslag te nemen. Wel was het reeds geruimen tijd bekend, dat sommige smokkelaars ongedeerd over de eleetrische versperring kwamen des nachts, doch hoe dit eigenlijk ging wist men niet. Thans is de zaak opgehelderd. Biervliet. Voor de familie De Bats is publiek geveild 13.6790 II.A of 30 gemeten 208 roeden bouwland in den Elisabethpolder. Ingezet voor f 23.650. En 4.0595 II.A. of 9 gemeten 33 roeden bouwland in den Koninginnenpolder. Ingezet voor f8100. Te Biervliet hebben deze week eenige personen, men spreekt van een zestal, een rijk landbouwer, die 's avonds de kom verliet, op weg naar zijn hofstede aangerand, geslagen en zijn geld ontnomen. 700 gulden, die hij in zijn binnenzak had, bleef onaangeroerd, zoodat de buit zeer luttel was. De daders zijn bekend. (M. Crt.) Mej. A. M. van Donk, directrice in het Burger Gasthuis te Aardenburg is als zoodanig benoemd te Schiedam. In Sluis is een Duitsche deserteur aan gekomen van het front aan de Somme. Daar hij het in de loopgraven niet meer kon uithouden, had hij zijn post verlaten en werd veroordeeld gefusileerd te worden. Hierop is hij gevlucht en na een tocht van 10 dagen in Sluis aangekomen. Als een bijzonderheid mag wel vermeld worden, dat hij niet wist, dat door den draad aan de grens een eleetrische stroom gaat. Wél had hij

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1916 | | pagina 2