Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. FEUILLETON. Hoe men op Roti regen maakt. Binnenland. Buitenland. No. 1374. Woensdag 25 October 1916 14® Jaargang. 1 ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1, per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, teuren en Brievengaarders. INGEZONDEN STUKKEN TE Franco Postdirec- Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LI TT 00 IJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. -^^TTI^riiEDACTIE, ABONNEMENTEN EN ADVERTENT.BN TE BEZOROEN BIJ DEN UTOEVER. Alle stukken, voor de Redactie van dit blad bestemd, te adresseeren „Aan de Redactie van Luctor et Emergo te Ter Neuzen." Aanname van Advertentiën tot 1 uur op den dag der uitgave. V Niet al te optimistisch. Inzake artikel 192 dient wèl onderscheiden te worden. Men kan het met de redactie van liet nieuwe artikel eens zijn, afgezien van den voorrang, dien het openbaar onderwijs zal blijven genieten. Men kan den arbeid der Bevredigings- commissie hooglijk waardeeren, gelijk hij dat inderdaad ook waard is. Men kan bij ernstige bestudeering vele bezwaren voelen wegvallen tegen wat in het ontwerp van wet en in de memorie van toe lichting, door de commissie ontworpen, is voorgesteld. Dit alles is mogelijk. Maar er blijven toch eenige gewichtige bedenkingen. In het bijzonder kan de \erhoudmg waarin de gemeentebesturen tot de bijzondere school komen, bezorgdheid wekken. Welnu, tegenover artikel 192 kan tweeërlei standpunt worden gekozen. Men kan zoo optimistisch zijn te meenen. dat de nobele zin, die blijkbaar de samen stellers van het rapport bezielde, ook in de toekomst zich openbaren zal, wanneer na aanneming van art. 192 een nieuwe lager onderwijswet zal moeten worden ontworpen. Dan is er geen wolkje aan de lucht. Maar dat dunkt ons al te optimistisch ge oordeeld. Immers reeds nu blijkt, dat tal van pal staanders en frontmakers, ondanks het door de leiders gegeven parool, niet voornemens zijn aan de bijzondere school recht te doen. Al te goed vertrouwen zou wreede ont goocheling kunnen brengen. En dan zou men zich kunnen troosten, met de gedachte, dat men zélf te goeder trouw zijnde, zich deerlijk bedrogen zag. Maar dat ware inderdaad een schrale troost. De geschiedenis van vele jaren maakt ons voorzichtig en wat minder optimistisch. We willen aan de goede trouw ter overzijde niet twijfelen, mits men ons daar van een ondubbelzinnig bewijs levere, 't welk hierin bestaat, dat links zich niet verzette tegen vastlegging onzer rechtmatige wenschen in additioneele artikelen, als waarborg voor de toekomst. En daar schijnt men nu juist niet aan te willen. Misschien hebt gij wel eens gezongen „Het land bezoekt Gij met Uw zegen, En door U, droog gemaakt, „Verrijkt Gij 't grootlijks weer met, regen, Die tot den wortel raakt." Psalm 656b. Nu, zulk een regen, „die tot den wortel raakt," is voor Roti een onschatbare „zegen". Het kan er ontzettend droug en warm zijn. Stel u voorvan April tot November valt er gemeenlijk hoegenaamd geen regen. Roti's bodem is over het geheel kalkachtig, op vele plaatsen met een vruchtbare teelaarde bedekt. Rivieren van beteekenis zijn er nietde meeste zijn beken, welke een groot deel van het jaar droog liggen. Als dus tegen zaaitijd het water niet „als met bakken van den hemel gegoten wordt," valt er op een goeden oogst op de NEDERLAND EN DUITSCHLAND. Onder den titel „Holland en Duitschland" publiceert de „Kölnische Zeitung" een artikel, waarin zij er de aandacht op vestigt, dat de Hollandsche pers den verminderden uitvoer van ijzer en staal uit Duitschland besproken heeft eri er op gewezen heeft, dat dit be lemmerend is voor den Hollandsclien scheeps bouw en andere industrieën. Evenwel wijten de bladen dit niet aan Duitsche fabrikanten of de Duitsche regeering, maar aan de meer dere behoefte van Duitschland zelf in verband met de vermindering van het aantal arbeiders. De „Kölnische Zeitung" acht het verblijdend dat Nederland zelf verklaart het ijzer noodig te hebben uit Duitschland, hetwelk ook verder bereid zal zijn zooveel ijzer af te staan als het missen kan. Het blad vervolgt dan Onze goede wil hangt echter zooals vanzelf spreekt daarvan af, dat men ons tegemoet komt en zich niet verder laat dringen op den door Engelands willekeur aangewezen weg, waardoor de uitvoer naar Duitschland hoe langer hoe meer beperkt wordt. Sinds lang afgesloten en tot nog toe nagekomen leverings contracten worden door Holland niet meer opgevolgd, op grond dat eerst aan Engeland dient geleverd en dan eerst het overschot naar Duitschland komen kan. Geen onpartijdig denkend Hollander zal echter van ons verlangen dat wij met Duitsche aan den dienst ont trokken arbeiders ijzer voor Nederland ver vaardigen, wanneer daar de uitvoer van levens middelen voor diezelfde arbeiders onnoodig bemoeillijkt en ten gunste onzer vijanden aan houdend verminderd wordt. WIE STRAF KREEG EN WIE NIET. In aansluiting met het bericht uit ons vorig nommer, werd de volgende mededeeling van bevoegde zijde ontvangen De in het, misleidend weergegeven, voorval bedoelde militair werd, teneinde zijn klachten aan een tweede onderzoek te onderwerpen voor den Stelline-arts (te Willemstad) geleid. Dit onderzoek heeft nauwgezet plaatsgehad van minder goede bejegening, wat meer zegt, van uitvloeken is geen sprake geweest. Deze militair is evenwel gestraft omdat bi] zich niet ontzien heeft, het geheim van een particulier schrijven in een gesloten enveloppe hem ter overbrenging medegegeven te schenden en daarna van de, op die wijze verkregen wetenschap aan de pers mededeeling te doen of te laten te doen. Aan den inhoud van het briefje heeft de militaire autoriteit uitteraard haar bijzondere aandacht gewijd. Harerzijds zijn ter zake de noodige maatregelen getroffen, onder inacht neming van het feit dat het bedoelde schrijven een geheel particulier karakter droeg en dat rijst-, mais- en gerstvelden niet te rekenen. Ën onze Rotineezen bestaan enkel van land bouw en veeteelt. Heeft het tot Januari of Februari betrekkelijk weinig geregend, dan komen de heidenen op den door den Daë- langgrak (heer van den grond) bepaalden dag tezamen op de loetoe (plaats van het jaarlijksch oogst- of offerfeest) waar ook een loelik is (offerlniisjeafdak op vier palen, dat er zeer onoogelijk uitziet). (De Daë-langgrak oefent als hoogepriester op schier alle aangelegen heden grooten invloed uit). Twee mannen nemen nu ieder een kokos noot, welke van den buitenbast wordt ontdaan. Die des eenen heet kokosnoot der menschen, die des anderen die der geesten. Als het ware volgt nu zinnebeeldig een strijd tusschen menschen en geesten. De beide mannen slaan de kokosnoten tegen elkander totdat zij barsten. Ondergaat die der geesten dat lot, dan hebben zij het pleit verloren een overvloedige regen zal liet dorstige aardrijk drenken. Barst echter der menschen kokosnoot het eerst, dan zullen de geesten den regen inhouden. Om dezo van hen af te bidden, wordt nu een van de uitoefening van den militairen genees kundigen dienst ter plaatse niet dan met den meesten lof kan worden gewaagd. DUIKBOOTEN IN NEDERLANDSCH RECHTSGEBIED. Het Nederlandsch Correspondentiebureau in Den Haag meldt: Wij vernamen dat liet bekende „memoran dum" van de geallieerde mogendheden inzake de toelating van duikbooten in de neutrale wateren, eenigen tijd geledeu ook aan de Neder- landsche regeering is overhandigd. De re geering heeft in haar antwoord van 14 dezer doen uitkomen, dat, bij gebreke van speciale bepalingen ten aanzien van duikbooten, de regelen, in het algemeen voor oorlogsvaar tuigen voorgeschreven, ook op de oorlogsduik- booten von toepassing zijn. De regeering heeft, er verder op gewezen, dat, krachtens de neutraliteits-proclamatie, de toegang tot de Nederlandsche territoriale wateren, havens en reeden aan alle oorlogs schepen der belligeranten dus ook aan de oorlogsduikbooten is ontzegd, en dat slechts in de, in voornoemde proclamatie uitdrukkelijk vermelde uitzonderingsgevallen een verblijf binnen liet Nederlandsche rechtsgebied wordt toegestaan. Wat de handelsdiiikbooten betreft, heeft]de regegeering opgemerkt, dat geen enkel volken rechtelijk beginsel haar interneering zou recht vaardigen. Wordt een duikboot in het Nederlandsche rechtsgebied aangetroffen, dan is het, evengoed als zulks het geval is bij niet onderzeeërs, mogelijk, door een onderzoek met zekerheid vast te stellen, of het schip hot karakter van een oorlogsschip of van een handelsvaartuig heeft. De volledige tekst van dit antwoord zal in het eerstvolgend Oranjeboek worden opge nomen. EEN ZEPPELIN BOVEN GORINCHEM. Gisteren kwam liet bericht dat een Zeppelin een brand bom in de omgeving van Gorcum geworpen had. Boomen waren ontworteld, wegen vernield, enz. Gelukkig geen persoon lijke ongelukken of materieele schade. Thans echter bericht de N. R. Crt. dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat hier een bom is geworpen. Vermoedelijk is hier een ben- zine-bus neergevallen en is door de schok de benzine ontploft met het gevolg dat er een gat van 35 cM. diep en U/a M. lang in den weg geslagen is en de stukken wijd en zijd vlogen. In elk geval kwam deze bus toch uit een Zeppelin. DE OORLOG. WEENEN, 22 Oct. (Wolff.) OfficieelFront schaap geslacht, de ooren worden er afge sneden en op een bord gelegd met ongekookte rijst. De manasonggo (offeraar, priester) legt nu die ooren op den grond, strooit de rijst er bij en zegt: „Alle gij voorouders, neemt deze rijst en schapenooren aan, opdat gij veel regenwater op de aarde laat néérdalen. Laat ons ook een gunstig teeken zien in het hart van het schaap, opdat wij zeker kunnen weten, dat gij regen zult geven op de aarde". Wordt bij het hierop volgend onderzoek van het schapenhart zulk een gunstig teeken daarin niet gevonden, dan steekt de priester, aldoor gesticuleerende en zich opwindende, telkens met een lans in de palen van het offerhuisje, terwijl hij de voorouders een voor een bij hunnen naam aanroept, omdat hij te weten kome wie hunner geen regen wil schenken. Vervolgens bindt men een steentje of een kokosdop aan een touw, neemt dit in de hand onder het aanroepen der geesten, tot het begint te schommelen bij het noemen van den naam van den vertoornden geest. Om dezen te vleien kookt men nu liet schapenvleesch en de rijst, neemt hiervan een weinig met een Leopold v. Beieren. Aan de boven-Strypa zijn voorpostgevechten te onzen gunste beslist. Duitsche troepen hebben de Russische stellingen op den westelijken oever van de Narajofka bestormd en den vijand over de rivier teruggeworpen. Slechts een klein stuk land is nog in liet bezit van de Russen, 8 officieren en 745 man zijn gevangen genomen. SOFIA, 22 Oct. (Buig. Ag.) Officieel. Aan het Donau-front wisseling van geschutvuur bij Kladowo en Silistria. In de Dobroedzja hebben wij den tegenstand van den vijand voorgoed gebroken. Van zijn hoofdstelling zijn de zwaar versterkte punten Coadin en Topatrissar (Tropraisair, halverwege tusschen Cobadin en Tnzla) in onze handen. De verslagen vijand heeft zware verliezen geleden en is in vollen aftocht, vervolgd door onze troepen, wier rechtervleugel het dorp Techirghiol (ten zuiden van Konstanza) heeft bezet en tot ongeveer 10 K M. ten zuiden van Konstanza is gekomen. De tot dusver getelde buit bedraagt 8 kanonnen. 20 machinegeweren en veel ander krijgstuig. Wij hebben nog 200 gevangenen gemaakt. Aan de kust van de Zwarte Zee is het rustig. BERLIJN, 21 October. (Wolff). Officieel: Mackensen De gevechten in de Dobroedzja ontwikkelden zich in ons voordeel. De ver bonden Duitsche, Bulgaarsche en Turksche troepen drongen op verschillende punten in de hoofdstelling van den vijand in de linie ten Z. van Rasova (aan den Donau)Agemlar Tuzla, namen Tnzla, de hoogten ten N.O. van Topra Isar, ten W. van Cocargea en ten N.W. van Mulbiova, na hevige gevechten. Wij maakten daarbij ongeveer 3000 Russen, o.w. een regimentscommandant, en ook eemge honderden Roemeniërs gevangen, en namen 22 machinegeweren en een mijnwerper. Duitsche luchteskaders namen met succes van de lucht uit deel aan den strijd. Macedonië: Toestand onveranderd. De Engelsche „Times" zegt er van De beweegredenen van den vijand zijn talrijk; maar de voornaamste is waarschijnlijk de honger. Voor de Duitschers, die aan veel gebrek hebben, moeten de rijke vlakten van Roemenië een waar Beloofd Land toeschijnen. De slechte aardappeloogst in Duitschland heeft de berekeningen van de voedingsdeskundigen omver gegooid en Roemenië zit vol tarwe; het heeft bovendien 6,000,000 schapen, 2,500,000 stuks rundvee en 1,750,000 varkens. Behalve om politieke overwegingen, staren de Duitschers over de Zevenbergsche Alpen met hongerige en droefgeestige oogen. stuk van het hart, onder het offeren waarvan men weder vraagt „Alle voorouders, ontvangt deze rijst en dit vleescli, opdat gij regen laat nederdalen op de aarde." Daarop vereenigt men zich aan een offermaaltijd. En als nochtans de herhaaldelijk afgebeden, vurig begeerde, noodzakelijke regen niet in strooinen neêrvalt, wat dan? Wordt dan het geloof in de macht der geesten geschokt of getwijfeld aan hun goeden wil Wacht slechts eenigen ti]d, dan kunt gij op nieuw getuige zijn van het slachten van beesten en het offeren aan Manadoe-lain (een der voornaamste geesten die liet uitspansel maakte), opdat door zijn invloed de regen niet langer uitblijve. Hem van wieu geschreven staat„Hij drenkt de bergen uit. zijne opperzalen" (Psalm 104 13) kennen onze heiden Rotineezen nog niet. Doch onze Christcn-Rotineezen, wier aantal aldoor toeneemt en van wie velen thans aan het hoofd der Zendingbeweging op Timor (en Alor) staan, weten liet wel, „dat Hij, die het hoogste schonk, het mindere, den regen, op zijn tijd niet onthouden zal". Nederlander Oostelijk front. In de Dobroedsja. Succes der Centralen in de Dobroedsja. Willen de Centralen Roemenië veroveren en waarom?

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1916 | | pagina 1