Ilieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Antirevolutionair
voor
Uit de Pers.
FEUILLETON.
Staten-Generaal.
Binnenland.
No. 1364.
Woensdag 20 September 1916
I4e Jaargang.
Uit jonge Jaren.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdiiec-
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag» en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te 1 LR NEUZEN.
ADVERTENTIËN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken, voor de Redactie van
dit blad bestemd, te adresseeren
„Aan de Redactie van Luctor et Emergo
te Ter Neuzen."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
Het Kiesrecht-vraagstuk.
Dr. Kuyper komt in „De Standaard" inzake
„het kiesgeding" tot de volgende conclusie,
voorzeker van groote beteekenis, nn het pleit
door de voorgestelde Grondwetsherziening
eerlang staat beslist te worden, en die we
daarom onzen lezers niet rneenen te mogen
onthouden
Of het kiesrecht algemeen of beperkt is,
kan voor ons de zaak nimmer beslissen.
Voor ons blijft de principiëele tegenstelling
een organisch of een individualistisch kies
recht. Het individualistische, en dus atomis
tische kiesrecht, keuren we als in onzerzoen-
1 ijken strijd met onze beginselen af, en voor
het organische kiesrecht, als door Gods
almachtig bestuur in de historie der volken
bezegeld, blijven we met hoogen ernst op
komen. Doch blijkt ook nu weer, dat onze
macht en invloed te klein zijn, om het
organische kiesrecht door te zetten, ja, dat
zelfs onze bondgenooten den strijd voor dit
organisch kiesrecht schier geheel opgeven, dan
blijven wij daarom wel aan ons uitgangspunt
vasthouden, maar zullen toch evenals in 1874,
1878, en 1887 bij wat de tegenpartij doorzet,
in ons opkomen voor het democratische
beginsel volharden.
Wij ijken daarbij met geen letter het tegen
ons overstaand revolutionaire beginsel. Veeleer
blijven we tegen het daarop rustend stelsel
uit volle overtuiging vlak over staan, juist
zoo als we dit in 1855, in 1874 en in 1887
deden. Maar kunnen we ons beginsel niet
doorzetten, staat vast dat het toch weer op
een individueel kiesrecht uitloopt, en komen
we alzoo ten slotte eeniglijk voor de vraag te
staan, of dit revolutionair-individueele en
atomistische kiesrecht aristocratisch zal zijn,
zoodat de lagere standen achteruit worden
gezet, dan wel democratisch, in zoo gezonden
zin, dat alle deelen en geledingen van het
demos tot gelijken rechte komen, dan staan
we als goede Calvinisten lijnrecht tegen het
aristocratische conservatisme over, en voeren
we het pleit voor het volk in al zijn geledingen.
Zeer zeker, het stelsel van een personen-
51)
„Véél eerder dan Bertus vermoedde, begon
de schoolzijn gedachten hadden hem zóó
bezig gehouden, dat het hem verraste, toen
de andere leerlingen binnenkwamen.
De geregelde schoolarbeid onttrok hem aan
overpeinzingenmaar als zijn oog op Henk
Dorsman viel, werd hij er weder aan her
innerd.
's Avonds bij het naar huis gaan schoot hem
iets te binnen. Hij moest er eens met den
ouden Pietersen over spreken die kon mis
schien wel goeden raad geven. Hij was er
toch al een heele poos niet geweesthij had
er al lang eens heen gewild't werden nu
alweer heele avondenen hij wou ook wel
eens graag met den ouden zeeman praten,
ook over vaders ziek zijn en uitblijven;
"J voelde, Pietersen zou hem moed in kunnen
«pieken, Pietersen zou kunnen troosten.
>itante, mag ik nog even naar Pietersen?"
kiesrecht deugt niet, maarThorbecke's wet leed
principieel aan hetzelfde euvel, en de wet van
den ouden Heemskerk valt met Van Houtens
wet onder gelijk oordeel. Al deze wetten
rusten op hetzelfde valsche beginsel, en toch,
bij alle deze wetten hebben wij, als goéde
Antirevolutionairen, niet door louter tegen
stemmen obstructie gemaakt, maar aan de
stemming deelgenomen, en zulks om het
gezonde democratsche element te versterken.
Op van tweeën één moet daarom ook nu
ons doel gericht zijn.
Dagen er alsnog bondgenooten op, die met
ons voor het organische kiesrecht het pleit
willen opnemen, en zien we de mogelijkheid
in, om bij nieuwe Kamerverkiezing een Ver
tegenwoordiging te doen optreden, die met
ons voor het organische Kiesrecht in de bres
wil treden, dan moet thans op verwerping van
de ingediende ontwerpen worden aangestuurd
en moet onmiddellijk daarna een organisch
voorstel aan de orde komen.
Blijkt daarentegen dat dit niet kan is het
uitgemaakt, dat voor zulk een operatie de
onmisbare bondgenooten niet te vinden zijn
en zal 't alzoo er ten slotte toch op neer ko
men, dat we nogmaals, even als driemaal in
het verleden, slechts mee zullen te beslissen
hebben, of het nieuwe kiesrecht meer aristo-
cratisch-conservatief, dan wel democratisch
in gezonden zin zal zijn, dan is voor ons
geen aarzeling mogelijk, en doen we niet met-
de Conservatieve elementen mede.
Komt 't ten slotte neer op principieelen
strijd, en dus op een kiezen tusschen het
individueele of het organsche kiesrecht,
dan wijken we geen voetbreed. Maar is de
parlementaire constellatie daartoe niet te be
wegen, en wordt ten slotte ook van ons bij
stemming gevraagd, of ons kiesrecht, atomis
tisch blijvend, beperkt of breed opgevat zal
zijn, dan blijven we ook nu wat we van huis-
uit waren, Christelijk democratisch ook bij
de stembus.
Sport èn Sport
In Moleschottschrijft de bekende arts Van
Dieren o.a. het volgende
Reeds in 190G heb ik me beroepen op de
statistieken van eenige Amerikaansche
Levensverzekeringsmaatschappijen, waaruit
overtuigend bleek, dat de sportbeoefenaren
zich door hun hoog sterftecijfer als zeer on-
voordeelige klanten deden kennen. Inmiddels
is helaas ook in Nederland een daarmee
overeenkomende ervaring opgedaan ecnigen
tijd geleden is in Utrecht een academisch
proefschrift verschenen, waarin te lezen
„Wel ja, jongen; gerust; denk er om, niet
te laat thuis, hoor."
Tante wist nu al, als Bertus daar een bezoek
ging afleggen, kon het wel eens een latertje
worden.
Bertus beloofde op zijn tijd te zullen passen.
HOOFDSTUK X.
Het begon al zoetjes aan donker te worden,
toen Bertus het voortuintje doorstapte. In
don schemer zag hij nog enkele late bloemen,
als asters en dhalia's in de keurig verzorgde
perkjes; het grint was netjes bijeengeharkt;
alles toonde, hoe Pietersen zijn best deed, een
en ander een net aanzien te geven.
De lamp was nog niet aangestoken, toch
meende Bertus in het naderen een paar malen
een lïchtflikkering te zien werd de kachel
wat opgestookt, of stak de oude den brand
in zijn pijpje
Even rinkelde Bertus aan de klink dadelijk
daarop klonk de nog krachtige stem van
Pietersen hem tegen, dat hij maar binnen zou
komen en nauwelijks had Bertus aan deze
aanmoediging gevolg gegeven, of ook de pape
gaai, achter het raam in zijn kooi gezeten,
herhaalde krassend de uitnoodiging„Kom
maar binnen, kom maar binnen", gevolgd door
de opmerking„mooi weertje, baas
staat, dat in de laatste jaren bij de mili
ciens zes maal meer hartgebreken voorkomen
dan vroeger.
Men heeft getracht dit feit te verklaren
door te zeggen, dat er tegenwoordig beter
gekeurd wordt. Maar ik heb den ouden tijd
als officier van gezondheid meegemaakt en
den nieuwen tijd ken ik even goed. Ik durf
die verklaring dan ook op grond van mijn
ervaring een „smoesje" noemen. Vermoede
lijk is het bedacht door een spovtaanbidder
die lont rook.
Sport laat ik goed zijn. Maar hoe drijft
men de sport tegenwoordig? Van elke
oefening wordt een wedstrijd gemaakt en
wat ontspanning moest wezen, wordt de bron
van nieuwe inspanning.
Men bedenke daarbij niet, dat iedere be
weging haar oorsprong vindt in de hersenen.
Hieruit komt liet bevel voor elke beweging,
is dus voor de hersenen ook de lichamelijke
inspanning.
Het kan de overdreven lichaamsbeweging
dan ook opfrisschen als zij zooveel eischt
van het gewichtigste aller menschelijke or
ganen
Bij het dolle springen, rennen en vliegen
over de sportvelden, het overdreven roeien
en fietsen, wordt te veel gevergd van het
centrale zenuwstelsel, dat in het lichaam de
rol vervult, die een electrische centrale
speelt in het bedrijfsleven eener stad.
Welk een nadeeligen invloed de lichame
lijke overspanning vooral op het hart en de
bloedvaten uitoefent, is ten overvloede in
alle oorlogvoerende landen in de laatste
jaren gebleken. Het aantal lijders aan hart
en vaatziekten is onnarekenbaar. Wie ge
nezen heeten, zijn inderdaad maar opgelapt.
De „ouden" worden ze nooit meer, en de
jeugdkracht is verslapt als een elastiek
stormbandje waar „de krimp" uit is.
Laat men toch van hooger hand de Sport-
maniakken in bedwang houden. Reeds de
Grieken wisten dat de athleten slechte
soldaten waren. Hun ontbrak het noodige
uithoudingsvermogen.
Het is een bekend feit, dat de overdreven
sportbeoefenaars al heel gauw koudkleumers
worden. Wie te veel van zijn lichaam heeft
gevergd, wordt oud vóór zijn jaren en kruipt
bii de kachel eer de helft van zijn leven
aangebroken is. Normale menschen leven
dan ook normaal, en zij worden oud. Laten
de abnormalen zich verbranden, zich rooste
ren ep uitrekken het zal tot hun schande
zijn. Daar wordt geen mensch mooier op,
maar ook niet gezonder. Want elke over
drevenheid wreekt zich zelf afgezien nog
van de ziekten, die volgen.
„Ik zag wel, dat er iemand kwam", ver
klaarde Pietersen, „maar ik kon toch niet
onderscheiden, wie het was. Wel, wel, ben
jij het? Waar. heb je zoolang gezeten. Ja,
neem die stoel maar, of zullen we eerst de
lamp aansteken
„O, nee, Pietersen" begon Bertus, alvast de
laatste vraag het eerst beantwoordende, „voor
mij niet. Ik zit wel graag e\en te schemeren."
Al was het nog pas eind September, de
oude man had lekkertjes zijn kachel aange
maakt, en bij de guurheid en natheid van het
weer vond Bertus het in het kamertje echt
warm en gezellig. Hij voelde zich zoo echt
op zijn gemak.
„En waar ben je zoo lang gebleven z" her
haalde Pietersen zijn vraag. „Jongen, ik heb
je in geen maanden gezien."
„Ik was het al lang van plan geweest, weer
eens te komen, maar Ja, waarom had
hij het dan ook maar niet gedaan Hij had
het te druk gehad met zijn lessen en zijn
spelmet zijn kameraden en bovendien, het
was zomer geweestDe winter was beter
geschikt voor bezoeken als dit.
„Maar lachte Pietersen, maar je
had er eihenlijk met het mooie weer en met
de vacantie toch niet zoo'n ergen trek in, hé?
het niet geraden
He«jr
Vereenigde vergadering van de beide Kamers
op Zaterdag 16 September 1916,
tot sluiting van de zitting der Staten-Generaal.
(Geopend te 3 uur).
De heer Van Voorst tot Voorst be
kleedt den voorzittersstoel.
De Voorzitter laat door den griffier
van de Eerste Kamer voorlezen een Koninklijk
besluit vau 5 September 1916 no. 60, waarbij
de Minister van Biunenlandsche Zaken ge
machtigd wordt heden te drie uur des namid
dags zich te begeven naar de vergadering der
Staten-Generaal, ten einde in eenvereenigde
vergadering der beide Kamers de zitting in
naam der Koningin te sluiten.
De Voorzitter benoemt een commissie,
die den Minister in het gebouw der Tweede
Kamer zal ontvangen en uitleiden.
Kort daarna treedt de Minister, voorafgegaan
door de Commissie, de vergaderzaal binnen.
De heer Cort van der Linden, Minis
ter van Staat, Minister van Biunenlandsche
Zaken, neemt plaats achter de Ministerstafel
en houdt de volgende rede
Mijne Heeren
Het heeft Hare Majesteit do Koningin be
haagd mij op te dragen de Zitting der Staten-
Generaal in Haren naam te sluiten.
Ook in het afgeloopen jaar noopte de oorlogs
toestand tot het treffen van onderscheidene
maatregelen van buitenge wonen aard. Nochtans
kwamen, dank zij uwe medewerking, ook
verschillende andere voorzieningen tot stand.
De Koningin heeft mij opgedragen aan U,
Mijne Heeren, Haren dank te betuigen voor
Uwen ijver en voor Uwe toewijding aan 's Lands
belang.
In naam der Koningin en daartoe door Haar
gemachtigd, verklaar ik deze zitting der
der Staten-Generaal te zijn gesloten.
De Minister wordt door de Commissie uit
geleid en nadat deze in de vergaderzaal is
teruggekeerd, sluit de Voorzitter de vereenigde
vergadering.
DE NIEUWE POSTTARIEVEN.
Als de nieuwe postwet in werking treedt,
dit zal 1 Nov. zijn, krijgen we de volgende
tarieven.
I. Briefkaart. Het port der gewone
briefkaarten wordt gebracht op 3 cent, dat
der stadsbrief kaarten op 2 cent. Tegenwoordig
is het resp. 21j<i er. U/a cent, maar wie een
briefkaart koopt, betaalt '/s cent voor het
„Och, trek wel, maar
„Nu, het is evenwel goed zoo, hoor. Ik
neem het je heelemaal niet kwalijk. Je bent
jong, speel jij maar waarom niet Maar ik
ben toch blij, dat je nu eens gekomen bent."
Hij nam het deksel van de kachel en pookte
eenige oogenblikken, dat de vlam helder óp-
sloeg en het heele kamertje in vuur scheen
te staan. Toen het, deksel weer op de opening
stond, leek het ineens véél donkerder geworden.
„We moesten de lamp maar aansteken",
oordeelde Pietersen. Wil je de blinden wel
even sluiten
Bertus was al buiten om aan het verzoek
te voldoen. Toen hij bezig was en tegelijk
eens den weg opkeek, zag hij een paar jongens
voorbijgaau. Eén er van was Henk Dorsman
hij lette verder niet op hen en begaf zich
naar binnen.
O, wat was het nü weer echt hier. De
papegaai, de schepen, de schilderijen, de schel
pen, de flesch met de bark er in, alles had
zoo'n glimp van gezelligheidBertus voelde
zich zoo op zijn gemak, alsof hij thuis ware
geweest. Thuis en, weg zwierven zjjn
gedachten, terug, terug, naar vroeger, naar
moedernaar vader. Hoe zou het met vader
zijn Zou hij nu al
(Wordt vervolgd.)
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
DOOR ZELANOIA.
|jNadrul^^erbodenJ