Buitenland.
Uit Stad en Provincie.
viseerd aan hunne Nederlandschè handels
huizen te schrijven, dat zij tot hun leedwezen
kennis hebben'genomen van het verdrag, dat
gesloten is tusschen de Nederiandsche haring-
reederijen en de Engelsche regeer ing.
Zij herinneren er aan, dat in vredestijd verre
weg het grootste gedeelte der Nederiandsche
haringvangst naar Duitschland werd verkocht
en dat na het sluiten van den vrede de uit
voer van haring weder voor het grootste ge
deelte op Duitschland zal zijn aangewezen.
Zij waarschuwen daarom de Nederiandsche
visscherij en verklaren, dat zij niet in staat
zullen zijn na het sluiten van den vrede weder
Hollandsche haring te verkoopen.
Wanneer Duitschland nu de Hollandsche
haring moet ontberen, dan zal het deze na
den oorlog niet meer wenschen te koopen.
Wat moet echter van de Nederiandsche
liaringvisscherij worden, wanneer Duitschland
geen Hollandsche haring meer koopt
ONLUSTEN IN DJAMBI.
Blijkens een van den gouverneur-generaal
van Nederlandsch-Indië ontvangen telegram
is kolonel F. J. Kroesen te Batavia aangewezeu
om de leiding der militaire actie in Djambi
op zich te nemen.
Woensdag vertrok nog een compagnie in
fanterie en een sectie genietroepen derwaarts,
de laatste tot herstel van telefoon- en telegraaf
verbindingen.
Tevens is van den resident van Palembang
mededeeling ontvangen dat de controleur
Walter 2 dezer te Saroelangeon is vermoord.
(Stct.)
DE OORLOG.
Westelijk Front.
Nieuwe Franse he successen.
PARIJS, 12 September. Fransch avond
communiqué (over Zwitserland door Wolff
geseind) De slag ten Noorden van de Somme
is heden voortgezet. Onze infanterie heeftop
een front van 6 K.M. lengte, loopend van de
streek ten Zuiden van Combles tot de rivier,
een krachtige offensieve beweging uitgevoerd.
De aanval, die tegen half een 's middags be
gon, ontwikkelde zich zeer snel, dank zij den
bewonderenswaardigen geest onzer troepen,
die in minder dan een half uur de geheele
eerste Duitsche loopgraaflinie vermeesterden
en daarop met dezelfde kracht in Oostelijke
richting vooruitdrongen. Onze infanterie nam
achtereenvolgens hoogte 145 en den weg Bé-
thunePéronne, waaraan onze stellingen zich
van den Zuidelijken rand van Rancourt (ten
Noorden van Bouchavesnes) tot een punt ten
Zuiden van Bouchavesnes uitstrekken. Verder
naar het Zuiden hebben wij onze linies op
hoogte 76, ten Westen van Feuillancourt (ten
Westen van Mont St. Quentin), vooruitgescho
ven.
Tot dusver bedraagt het aantal onzer ge
vangenen ongeveer 1500, o. w. talrijke officieren.
Ten Zuiden van de Somme hevige artillerie-
strijd in verscheidene vakken, zonder infan-
teriegevechten.
Op het overige front tusschenpoozend ge
schutvuur.
Geruchten over Nederland in Duitschland.
In een schrijven aan de N. R. C. lezen we
o. a.
Bij mijn bezoek in het begin van deze
maand, werd mij allerwege gevraagd, hoe het
toch stond met den oorlog tusschen Holland
en Duitschland. De Koningin zou afstand van
den troon hebben gedaan wegens Haar verzet
om de oorlogsverklaring te onderteekenen en
zich reeds sedert einde Augustus op een
kasteel ergens in Duitschland bevinden. De
oorlogsverklaring aan Duitschland zou^ dus
nog slechts een kwestie van uren zijn. Toen
ik die menschen (waartoe evengoed de Polizei-
behörde bij wie ik mij aanmeldde als
de eenvoudige landsman behoorde) geruststelde
met de verzekering dat de Kóningin Haar
verjaardag nog gevierd had temidden van
Haar aanhankelijk volk, waren mijn toehoor
ders zeer verheugd en geloofden zij ook dat
die berichten over den broederkrijg in Holland
volkomen onbekend waren. Een oorlog toch
met de westelijke buren achtte men daar niet
zoozeer uit militaire overwegingen dan wel
uit persoonlijke sympathie een ramp.
Amerika en Japan.
Wolff seint draadloos uit New-York dat de
Ver. Staten de verhouding tusschen China en
Japan nauwlettend gadeslaan. Vooral het
door Japan met Rusland gesloten verdrag wekt
bezorgdheid en volgens de Hearst-bladen zijn
de Ver. Staten voornemens eerlang de aandacht
van de groote mogendheden daarop te vestigen.
Het verdrag bedreigt, naar men te Washington
verneemt, de integriteit der Chineesche repu
bliek en ook het beginsel der open deur.
De Amerikaansche regeering acht voorts de
eischen, die Japan naar aanleiding van het
incident van Tsjengjiatoeng aan China heeft
gesteld, bovenmate hoog. Deze eischen tasten
h.i. de souvereiniteit van China in het Zuiden
van Mantsjoerije en in binnen Mongolië aan.
De Associated Press verneemt, dat Japan
de Vereenigde Staten niet op de hoogte zal
stellen van den volledigen inhoud der Japansche
eischen aan China, tenzij mededeeling daarvan
uitdrukkelijk mocht worden verlangd. Japan
sche vertegenwoordigers te Washington hebben
verklaard, dat geen Amerikaansche rechten
door Japan worden geschonden en dat Japan
evenmin verplicht is, zich omtrent China met
de Vereenigde Staten te verstaan als deze
om de Mexikaansche kwestie met Japan te
bespreken.
Toetrakan en Silistria.
Volgens een Reuter-telegram bestond de
legermacht der centralen, die de verovering
van Toetrakan had volbracht, uit 25,000 Duit-
schers, 40,000 Bulgaren en 10,000 Turken.
Dezen hadden 25,000 Koemeniërs tegenover
zich.
Silistria is, volgens berichten uit Boekarest
in de Engelsche pers, met een groot aantal
kanonnen van 30,5 en 42 cM. aangevallen.
In enkele uren hebben deze forten vernield.
Het Roemeensche garnizoen -trok zich in goede
orde terug.
22 maanden in de bosschen verscholen.
- Na den terugtocht van de Engelsche troepen
bij Bergen, in November 1914, kreeg de moeder
van zekeren Henry Robinson Lupton, een
Engelsch soldaat, officieel bericht van het
sneuvelen van haar zoon. Dezer dagen ontving
zij echter een brief van haar jongen uit een
Duitsch gevangenkamp. Ilij was bij den
terugtocht van Bergen ziek in een dorp achter
gebleven. Toen de Duitschers het omsingelden,
wist hij t,e ontvluchtou. Hij heeft zich toen
twee-en-twintig maanden in de bosschen ver
scholen, die hij af en toe slechts verliet om
voedsel te halen. Ziekte en honger noopten
hem onlangs zich hij de Duitschers aan te
melden, die hem naar Duitschland zonden.
(N. R. C.)
De derde oorlogswinter.
De Kölnisehe Zeitung schrijft:
„Wij hebben den derden oorlogsherfst voor
ons en moeten ons uiterlijk en innerlijk op
den derden oorlogswinter inrichten. De poli
tieke drijfkrachten, die achter de krijgsonder-
nemingen werkzaam zijn, hebben veioorzaakt,
dat de brand nog verder om zich heen heeft
gegrepen en aan het uiterste einde van Zuid
oost-Europa hoog opvlamt. Waar vechten
onze zonen en broeders nu al nietVan de
Vlaamsche kusten, ja van de Engelsche eilanden
waar ze als luchtschippers en vliegers, ver
nietiging zaaiend, over heen varen, tot aan de
kusten der Zwarte Zee. De uniformen en
rassen, die tegen onze krijgers worden aange
dreven, zijn niet meer te tellende talen,
waarin aanvalsbevelen tegen ons worden ge
geven, beheerscht niemand, hoe geleerd hij zij.
De zeldzame ongewone tooneelen, die de
oogen onzer veldgrijzen op hun zwerftochten
voorbijglijden, overtreffen de illustraties van
het avontuurlijkste boek met verhalen, dat zij
in hun jeugd kunnen gelezen hebben. En dit
geweldige, verwarrende duurt voort en niemand
weet te zeggen, hoe lang nog."
Het blad verwijlt dan bij de verovering van
Tutrakan en ziet daarin een nieuw bewijs,
„dat de overwinning in liet eind steeds aan
den grondigsten arbeid en de zorgvuldigste
toerusting, en dus aan geestelijke en zedelijke
machten verblijft."
Dan richt het blad zich naar den inwendigen
toestand van Duitschland. Uit dit gedeelte
van het artikel stippen wij alleon aan, dat liet
een streng maatschappelijk oordeel en een met
minder streng ingrijpen van de overheid ver-
langt tegen de menschen, die zich willen ver
rijken ten koste van de burgerij, de prijzen
onnoodig opdrijven en zoo het volhouden ondei
moeilijke omstandigheden verzwaren. Overi
gens 'spreekt het blad met bewondering van
"de stille dapperheid en het geduld", waarmede
millioenen de lasten van de blokkade dragen.
Dit en „de weergalooze heldenmoed", dien de
mannen te velde „tegen de vreeslijkste aan
vallen" toonen, geven het blad de overtuiging
dat binnen- en buitenlands „het beslissende,
het immer zegevierende de geestelijke en zede
lijke machten zijn." En zijn slotsom is „lot
den laatsten oorlogsdag komt liet.op de ge
zindheid en den arbeid van elk individu aan.
En het opschrift van het artikel is: „In hoe
signo!" In dit teeken (zult gij overwinnen)!
Spuitwater voor de paarden.
In een boek van de Engelsche schrijfster
miss Joan Kennedy, die den strijd in Duitsch
Zuid-West-Afrika heeft medegemaakt, vonden
wij de volgende bijzonderheden omtrent de
moeilijkheden, waarmede de optrekkende En
gelsche troepen te kampen hadden
„Een brandende zon en een eindelooze
woestijn, vergiftigde bronnen en verborgen
landmijnen, waren ernstiger vijanden dan de
tienduizend goe-geoefende en uitmuntend uit
geruste Duitschers, die in die verschrikkelijke
woestenij verblijf hielden, met hun kameel
corpsen, die strooptochten ondernamen, met
hun veldgeschut en houwitsers, hun strategi
sclie spoorwegen en hun militaire wegen.
Als de thermometer 122 graden aanwijst,
dan kan ik u verzekeren dat de zon brandt.
Dikwijls ontploften de patronen in onze ban
deliers en menige soldaat liep daardoor een
kaakwond op. Wij hadden dan ook de ge
woonte aangenomen, om de bandeliers over
de halzen onzer paarden te hangen als wij
op weg waren. Het is zelfs voorgokemen,
dat de patronen zoo heet werden, dat het
garen, waarmede de bandeliers aaneengenaaid
zijn, verbrandde en dezen uit elkander vielen.
In een andere passage in het boek vertelt
de schrijfster bijzonderheden van een aanval
op een Duitschèn voorpost te Bogensveldt
Wij vonden een grooten winkel en drenkten
onze paarden niet met gewoon water, maar
met flesschen „van Riebek s water Dat kost
in Zuid-Afrika negen stuiver per flesch en
het is een heel goed tafelwater. W at een
grappig gezicht, om die paarden daarvan te
zien drinken. Er waren er driehonderd, en
het genies van al die arme dieren, als zij hun
bekken in het mousseerende water staken
en het koolzuur in hun neusgaten drong, was
allervermakelijkst.
Maar toch dronken zij het spuitwater met
graagte, want spuitwater is beter dan dorst.
Maar ik denk wel, dat de arme dieren niet
begrepen zullen hebben wat wij eigenlijk uit
haalden.
Ongeveer vijf en dertig man van onze co
lonne liepen rond om een gelegenheid te vinden
om zich te wasschen. Wij vonden wel bad
kuipen, maar niets om erin te laten loopen.
Toch gelukte het eindelijk wel, en die wasch-
partij zal ik nooit vergeten. Wij hadden een
drogisterij ontdekt, maar de eenige vloeistof
die wij er vonden, waren odeur, viooltjes,
lelietjes van dalen, Perzische parfumeriën enz.
Wij namen een grooten mortier en gooiden
daar al de fleschjes in leeg, die wij konden
vinden. Het was een heerlijk mengsel, waarin
wij met ons vijf en dertigen ons waschten
met geparfumeerde zeep. Ik was, geloof ik,
nummero vijf en nog dagen daarna roken mijn
handen en gezicht naar odeur".
Koningin Wilhelmina in Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Woensdagmorgen heeft Ter Neuzen en om
geving de eer genoten om H. M. de Koningin
een of meermalen te zien. Bij aankomst in
de Nieuwe Haven alhier, waren aanwezig de
garnizoens-commandant, de burgemeester en
de Rijkshavenmeester. H. M. reêd vandaar
per auto naar de Markt voor de militaire in
spectie. Dit was spoedig afgeloopen. Uit
Middelburg vernamen we dat de inspectie
Dinsdagmorgen op het Molenwater voor een
zéér groot aantal militairen, de Koningin op
Haar zwart rijpaard gezeten, bijzonder indruk
wekkend was. Van de Markt begaf H. M.
zich over SLUISKIL, waar de schoolkinderen
Haar opwachten, naar AXEL. Zij werd daar
voor de pui van het raadhuis ontvangen dooi
den Burgemeester, den lieer Den Hollander.
H. M. vroeg met belangstelling naar verschil
lende bijzonderheden dezer stad, en maakte
de opmerking, dat het stadhuis wel zéér oud
moest zijn.
Hierover schrijft onze correspondent nog:
Reeds vroeg in den morgen van jl. Woensdag
werden allerwegen de vlaggen uitgestoken.
De werkzaamheden, die noodzakelijk moesten
verricht worden, werden zoo spoedig mogelijk
afgedaan.
Om half tien was de beschikbare plaats
rondom hot marktplein door honderden bezet.
Even voor tien uur togen de leerlingen, zoowel
van de openbare als bijzondere school naar
de hun aangewezen plaats nabij de brug.
Aan weerszijden van de Langeweststraat
stond een ware haag van menschen met span
ning het oogenblik der komst van H. M. af te
wachten, 't Is half elf. De politie maakt de
ruimte grooter. Een blij gejubel, dat als een
golf zich voortplant, wordt vernomen. Daar
is ZijDat is ZijZie Haar vriendelijk buigen.
Leve de Koningin
Vlak voor het Raadhuis staan de mannen,
wien het bezoek geldt, onbeweeglijk in de
houding. De Koninklijke auto houdt daar
stil. H. M. stapt uit en wordt door den bur
gemeester begroet. II. M. buigt, loopt langs
de soldaten, stapt in en de reis wordt voort
gezet naar Hulst. Het Koninklijk bezoek is
gebracht.
De menigte verspreidt zich en ieder spreekt
over onze geliefde Koningin
Aan den Kinderdijk wachtten de honderden
schoolkinderen in even groote spanning de
komst van II. M. af.
Eindelijk 1
De koninklijke auto reed zéér langzaam,
zoodat alle kinderen de vriendelijk wuivende
en buigende Vorstin goed konden zien.
Voldaan gingen allen huiswaarts.
Vandaar naar HULST, waar de burgemeester
de heer F. van Waesberghe Haar ontving, en
waar H. M. evenals te Axel, ook een militaire
inspectie hield.
Van Hulst naar ZAAMSLAG. Onze corres
pondent schrijft het volgende er over:
Woensdag omstreeks half twaalf, had onze
gemeente het voorrecht onze geëerbiedigde
Koninginne op haar doorreis van Hulst naar
Neuzen een oogenblik in haar midden te hebben.
Al vroeg was er een aangename drukte op
ons anders zoo stil dorpje. Van bijna alle
huizen wapperde de vaderlandsche driekleur
met het geliefde „Oranje" er „boven". Blijde
kinderen liepen in groepjes, nieuwsgierig
kijkend in oostelijke richting, of de „Koneginne'
nóg niet kwam.' Eindelijk kwam een telegra
fisch bericht ons melden, dat Zij uit Hulst
was afgereisd.
Er kwam orde in de massa. De klok begon
te luiden. In 2 rijen langs den weg geschaard
wachtte men de komst van Ilare Majesteit af.
Weldra kwamen de auto's in 't zicht. Een blij
gejubel van oud en jong steeg op toen de
Vorstinne ons dorp binnen reed.
Wat men gevoelt als men zoo van aange
zicht tot aangezicht tegenover zijn Koningin
staat, tegenover Haar wier stamvader eenmaal
zeide „een vast verbond gemaakt te hebben
met den Heer der Heeren" en bij Wiens
gratie Zij ons mag regeeren, valt moeilijk
onder woorden te brengen. Er werden dan
ook bij sommigen tranen gezien van aandoening.
Een man uit het volk deed zoo leuk de vraag
Zou je voor zulk een Koningin niet strijden
Zeker, zeggen we, in de ure des gevaars zou
ons volk zich vast aaneen gesloten om zijn
Koningin scharen, doch hopen en bidden we,
dat het niet noodig zij
Vlak voor de stoep van het gemeentehuis
hielden de auto's stil. De Burgemeester met
de leden van den raad stonden Haar op te
wachten.
De Burgemeester De Feijter sprak haar als
volgt toe
Mevrouw,
„Het is ons tot groote blijdschap, dat U
ons met Uw hoog bezoek wilt vereeren. Wat
in geen eeuw onze gemeente te beurt viel,
valt ons nu te beurtOnze geliefde Koningin
in ons midden te zien.
Draagt de verzekering in U om, dat U hier
in een Gemeente zijt, wier inwoners een hart
hebben, dat gloeit van liefde voor onze
Koningin en vorstelijk huis.
Ik hoop, dat de Heere U spare tot in
lengte van dagen tot heil en zegen van ons
dierbaar volk en vaderland. De Heere schenke
U wijsheid en kracht om ons land te regeeren
in dezen moeilijken tijd."
De Koningin zeide den Burgemeester dank
voor de tot Haar gesproken woorden.
Daar Hare Majesteit zich voor vertrek
gereedmaakte, verzocht de Burgemeester Zijn
Excellentie, den Commissaris der Koningin
Hare Majesteit te verzoeken op do raadzaal
te willen beziebtige^p den gouden beker, ge
schenk van Koningin Victoria van Engeland,
aan de familie De Feijter. Zij gaf echter ten
antwoord, dat haar beschikbare tijd dit niet
toeliet. Hierop kwam er beweging in de auto's
het dichtopeengedrongen volk maakte ruim
baan en onder de luide jubelkreten van de
blijde schare zag men onze geliefde Lands
vrouwe, vriendelijk naar rechts en links
groetend, ons dorp verlaten. De indruk van
dit vluchtige bezoek, zal niet gemakkelijk
uitgewischt worden. Versterkt in onze liofde
voor het Oranjehuis ging ieder weer aan zijn
bezigheden, Lang leve onze Koningin Oranje
boven Vivat Oranje Hoezee
En toen weer op Neuzen aan.
Vanaf het Ziekenhuis tot aan de Axelsche
brug bijna, stonden de schoolkinderen van al
de scholen gereed om de Koningin hartelijk
toe te juichen. Doch niet alleen kinderen, de
ouders waren er ook voor een groot deel, dit
huldebetoon zéér op prijs stellende. Direct
ging het door naar de Nieuwe Haven. H.M.
verklaarde tegen den burgemeester, dat Zij
het een goeden tocht had gevonden en de rege
ling uitstekend was geweest. Zij was getroffen
door de Haar bewezen hulde, in het bijzonder
die der schoolkinderen.
Zij zeide vernomen te hebben, dat hier in
de tegenwoordige tijdsomstandigheden veel en
goed werk was verricht, waarvoor Zij den
burgemeester Hare erkentelijkheid betuigde,
terwijl Zij goede wenschen uitte voor de voor
uitgang der gemeente.
Nu per torpedoboot naar Vlissingen. II. M.
maakte een tocht met een onderzeer mede
en inspecteerde de vloot, 's Avonds onv-ruim
8 uur was Zij weer in de residentie terug.
Dinsdagsmiddags heeft de Koningin B r e s-
kens, Oostburg, IJ z e n d ij k e en Zuid-
z a n d e bezocht en inspectie gehouden.
Ook in deze gemeenten was het enthousi
asme zéér groot en de schoolkinderen stonden
ook overal opgesteld. Over Haar bezoek aan
Middelbur en Vlissingen schreven we in ons
vorig nummer reeds.
TER NEUZEN, 15 September 1916.
Van heden af tot en met 30 dezer vaart
de Prov. boot op de Wester-Schelde van
Vlissingen naar Neuzen om 6,15, 9,20, 12,10,
5,45. En omgekeerd: 6,15, 7,40, 10,40, 3,
Breskens heeft eeen reis per dag meer.
Van Vlissingen naar Breskens om7,50,
10,—, 12,10, 3,43, 6,—. En omgekeerd8,20,
10,45, 12,40, 4,10, 6,30.
Dus Neuzen is er het treurigst aan toe.
Om 3 uur 's middags de laatste boot-
In Holland kan men het nauwelijks geloovon,
dat om 3 uiH midden op den dag reeds de
laatste boot van Neuzen naar Vlissingen ver
trekt. Laat ons dan maar steeds denken aan
„In ons isolement ligt onze kracht."
Benoemd tot leeraar in het bouwkundig
teekeneu aan de avond-vakteekenschool te Axel
de heer Wisse, architect te Zaamslag.
Clinge. Aan den beruchten electrischen
draad is Maandag in den „Hedwigpolder" een
Duitsch soldaat blijven „hangen", zooals men
zegt. De ongelukkigé werd aangetroffen met
de" beide beenen op den grond, het bovenlijf
op de gewone afsluiting, die zonder gevaar is,
en met de kin op de doodende geleiding.
Hij had het geweer nog tusschen de armen,
zoodat naar alle waarschijnlijkheid hij met de
ellebogen op het paaltje naast hem heeft
geleund, voorover er af is geschoven, en met
de kin op den geladen draad is terecht ge
komen. -
De oorlog heeft weer een leven geeisclit.
maar nam het onverwacht, van een stillen
grenswachter. PC
Hoeveel dooden sterft echter niet de officier,
die dezer dagen van de grensvyacht dezer
streek naar het front moest vertrekken de
man heeft van af het ontvangen van het
bericht tot aan zijn vertrek niets gedaan dan
geweend! Letterlijk doorweekt van tranen
lagen zijn zakdoeken op zijn tafel
Het bestuur der ambachtsschool voou
Oostburg en omstreken heeft besloten militairei