Antirevolutionair
nieuws* en Advertentieblad
Zeeland.
FEUILLETON.
Uit (le Pers.
Binnenland.
Mo. 1356
Woensdag 23 Augustus 1916.
I4e Jaargang.
Uit jonge Jaren.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag» en Vrijdagavond,
uitgezonderd op -eestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te IER NELZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN
STUKKEN
TE RICHTEN AAN Dl
REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken, voor de Redactie van
dit blad bestemd, te adresseeren
„Aan de Redactie van Luctor et Emergo
te Ter Neuzen."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
V Theorie en Practijk.
Theorie en practijk liggen vaak mijlen-ver
uit elkaar.
Dit blijkt ook in de kwestie, welke thans
aanhangig is in den boezem van den Alge-
meenen Nederlandschen Diamantbewerkers-
Bond, aangeduid door A. N. D. B.
Het Bestuur van dezen Bond eischte een
goede pensioen-regeling voor bestuurders, die
niet herkozen worden, of eervol ontslag krijgen.
Gelijk men weet hebben de groote vakbon
den gesalarieerde bestuurders, wat niet dan
redolijk is, naardien de organisatie de volle
kracht en toewijding van den bestuurder
vraagt.
Edoch, naast het salaris, moet ook een billijk
pensioen vast staan.
En wat is nu het geval
Over de vraag, of een afdoende regeling der
rechtspositie der bestuursleden niet noodza
kelijk ter hand genomen moest worden, werd
een referendum uitgeschreven.
Zoo democratisch mogelijk.
Men zou dan ook stellig verwachten, dat
mannen, die zich in een bond hebben ver-
eenigd, bijna uitsluitend om hun eigen rechts
positie te bevestigen, zich éénstemmig ver
klaarden vóór een billijke regeling van de
rechtspositie hunner gesalarieerde bestuurs
leden.
Immers, het is, gelijk een lid der S. D. P.
in „De Tribune" schreefonze bestuursleden
zijn in werkelijkheid slechts onze beambten,
om onze zaakjes op te knappen. „Een eisch
die wij voor de arbeiders in alle takken van
bedrijf trachten van de patroons los te krijgen,
moéten wij die aan onze eigen arbeiders ont
houden
Het referendum had tot uitslag, dat de
meerderheid der in den A. N. B. georga
niseerde arbeiders, aan hun bestuurders den
eisch tot regeling hunner rechtspositie ontzei.
Dit is nu de practijk, naast de schoone theorie.
Het is de tirannie van de massa.
Die slechts vraagt naar eigenbelang, het
oor sluit voor den eisch van billijkheid en
recht, en dus precies het beeld vertoont van
den kapitalistischen patroon, zooals het hon
derden malen is geschilderd, juist van de zijde
der socialisten.
Een tirannie, nog ondraaglijker, omdat zij
door maatschappelijk gelijkgerangden, en vaak
ntellectueel lager staanden wordt uitgeoefend.
44)
Henk bemerkte Bertus' treurig gezicht en
genoot er in.
„Visschies verloren Arme jongen riep
hij op medelijdenden toon.
„Helpen zoeken? Met de boot? 's Kijken
hoorJ
Hij boog zich in de boot.
Dati.r feef hïi .weer op Bertus netzak
met visch stak hij omhoog
„Dief!" schreeuwde Wim van Ree, hevig
verontwaardigd.
„Ze zijn naar me toe komen zwemmen
spotte Henk.
„Geef ze weerom," riep Bertus, „je hebt ze
gestolen. Je roeide hier juist weg, toen ik
aankwam."
„Kun-je begrijpen, 'k Heb ze eerlijk ge
vonden. Wie zegt, dat ze van jou zijii ^Je
naam staat er toch niet op 1"
Het gevolg van het systeem van baatzucht
en winstbejag, van het zoeken van materieel-
voordeel-alléén.
Is de socialistische idee nog niet genoegzaam
gerijpt bij de mannen van de A. N. D. B.
Meene toch memand, dat elk lid hoofd voor
hoofd door de idee „begeesterd" is, en daarom
zich aansloot.
Een organisatie, die geldelijke voordeelen
belooft, flink in elkaar zit, successen kau
boeken, hooger loonstandaard weet te bedingen,
lokt er immers velen.
Maar als het er op aankomt, zélf recht
vaardig te handelen, en den eisch, dien men
anderen stelt, zélf gestand te doen, dan vraagt
de groote hoop slechts naar klein eigenbelang
en bekommert zich weinig om schoone idealen.
Zóó is de werkelijkheid.
Zóó ver ligt de practijk van de theorie.
In den best georganiseerden modernen vak
bond is het nu een janboel.
Het bestuur neemt zijn ontslagkan ook
wel niet anders.
En wie zal nu voor „onderkruiper" dienst
willen doen
Het gaat daar in het socialistisch repu-
bliekje tamelijk „kapitalistisch" toe.
Theorie èn practijk
Geen behoefte aan Bidstonden
„De Wachter" betoogt dat bidstonden voor
den vrede niet minder, maar méér noodig zijn
geworden. We nemen een gedeelte van het
artikel over
„Bovendien mag wel wat ernstiger bedacht
worden, dat in al de oorlogvoerende landen
nameloos veel wordt geleden. Door onze mede-
menschen, onze broeders en zusters in den
Heere. Gaat ons hun rouw, hun honger, hun
lijden, hun gevangenschap, hun smart en hun
wee niet aan Als wij maar vrede mogen
houden, raakt het ons dan niet dat zij nu een
derde jaar van hardroerend lijden tegengaan
Is de gemeenschap der heiligen beperkt tot
Neerlands enge grenzen Immers neen. Ook
voor hen geldt ons als Christenen het woord:
Weent met de weenenden. Draagt elkanders
lasten Bidt voor elkander, broeders
Zou het ons bovenal niet allermeest ter
harte moeten gaan, dat deze langdurige en
moorddadige krijg de hel haar triumfen doet
vieren over de hartstochten der menschen.
Vooral der grooten en machtigen der aarde.
Dat aan de zaak des Heeren, aan de komst
van Zijn rijk, aan de eere van Zijn naam
zooveel afbreuk wordt gedaan. Nu de heiden
en Mohammedaan strijden arn de zijde der
Christenvolken in een oorlog, die slechts wordt
verlengd om macht en grootheid te verhoogen.
„Je weet wel, dat het de mijne zijn. 't Is
immers mijn netzak 1"
„Kijken hoor, of je naamkaartje er aan
hangt." Hij hield de zoo omhoog, alsof hij
ernstig vermoedde, ergens Bertus' naam te
zullen lezen.
„Nee hoor, nergens 1"
„Wees nou niet flauw, Henk, geef terug!"
Hoe het Bertus ook tegen de borst stuitte,
telkens en telkens weer te vragen om wat
zijn rechtmatig eigendom was, toch was de
vangst te mooi, om die zoo maar zich te laten
ontvreemden.
Henk greep de riemen, om weg te roeien.
Ineens hield hij stil.
„Ja hoor je krijgt ze", riep hij.
„Hier, ben je vangst?"
Hij haalde een baars uit het nfet en wierp
hem naar Bertus, er voor zorgende, dat de
visch een paar meter van den kant in het
water terecht kwam.
„Schei uit," riep Bertus boos. Lang had
hij getracht, zich kalm te houden. Nu vlamde
fel zijn woede op. o, Als hij Henk nu eens
tusschen zijn knuisten had
„Pak an schaterde Henk, en een tweede
baars plaste een eind van den wal in 't water.
„Laat-je 't!" krijschte Bertus. De tranen
Nu zendelingen, gezanten met het Evangelie
des kruises, met hun gezinnen als misdadigers
worden verdreven, als gevangenen mishandeld.
Hoezeer worden millioenen tonnen gouds ver
slonden in deze bloedige worsteling, die aan
gewend voor allerlei Christelijken arbeid ten
rijken zegen konden zijn, terwijl ze nu tot
een vloek worden voor de meuschheid.
Roepen dan de klimmende nood en het nog
steeds grooter gevaar voor eigen land en volk
niet steeds luider tot gedurig gemeenschappe
lijk gebed Gaat er niet een ernstige aan
klacht tegen ons uit, dat de steeds wassende
zee van ellende, die over onze broeders en
zusters onder de volkeren van Europa hoog haar
golven verheft, ons niet tot voortgezet houden
van bidstonden dringt Is het zulk een geringe
zaak dat Satans macht almeer de vorsten en
volken in hun woeden verblindt en de macht
van onzen Koning al luider wordt gesmaad
Is in dit alles niet overvloedige reden voor
ons om bede- en zelfs vastendagen uit te
schrijven? Vooral nu steeds duidelijker wordt
hoe er een Godsoordeel des verderfs en des
doods, der verdwazing en verharding onder
Zijne tuchtroede over onze zonden, openbaar
wordt voor aller oog. Nu blijkt dat uitputting
en uitmoorden van het eene volk door het
andere openlijk als ideaal van den doodelijken
kamp wordt geroemd door de staatslieden van
dezen tijd. Nu er maar één weg tot den
spoedigen vrede openblijft. Dat onze God
zijn almacht toont, in Goddelijk ontfermen te
midden van zijn rechmatigen toorn, door te
doen wat bij de menschen onmogelijk schijnt.
Het zal iie verwording en ontaarding van
ons volk bevorderen, het moet het gevoel
van de kastijding en bezoeking van Gods hand
afstompen, wanneer steeds meer ons gemeen
schappelijk gebed om den vrede tot den rust
dag wordt beperkt. Wel als eigen land in
gevaar is en eigen welzijn wordt bedreigd nog
tot een enkelijken biddag of bidstond op te
roepen. Maar niet door het oordeel des Heeren,
door de ernstige teekenen der tijden, als zulk
een oorlog en zulk een afval van God, te
worden gedrongen tot gedurige bidstonden in
de Kerk des Heeren. Dan kan het ons niet
bevreemden dat velen onzer Nederlandsche
Christenen meer op zoete winst dan op be
keering tot God bedacht zijn. Dat de kracht
en beteekenis van het gebed weinig wordt
beseft. De behoefte en begeerte tut bidston
den niet levendig wordt gevoeld. De vraag
naar boven komtIs nu het gebed der kin
deren Gods niet noodig Niet veelvermogend
Heeft het geen toezeggingen Gods meer Zijn
er geen menschen van gelijke bewegingen als
Elia, die zich nu vereenigen, al door samen
komen om hun God als een waterstroom aan
te loopen Zij zullen ook nu niet schaam
rood worden. Als ze op Hem zien, Hem aan
liepen hem over de wangen. Z'n mooie baarzen,
o, Die ellendige Henk
Een derde baars ging den weg der twee
vorige.
Bertus was zich niet langer meester. Een
groote steen, die binnen zijn bereik was, nam
hij in de handde andere jongens volgden
zijn voorbeeld.
„Geef opdadelijk riep hij nog eens.
Als antwoord keerde Henk den netzak
onderste boven en de fraaie, glinsterende
visschen met hun prachtige, roode vinnen en
glanzend donkergroene ruggen, plompten te
gelijk in het water. Even een gespartel....
alle waren verdwenen
Daar suisden drie, vier, vijf steenen naar de
boot, ketsten tegen voor- en achtersteven
Het was een algemeene aanval.
„Ho, ho schreeuwde Henk hij bukte zich
en raapte een handvol steenen bijeen.
Daar trof hem een scherpe kei op den neus.
Hevig begon hij te bloeden.
„Hij bloedt,"zégwaarschuwde Cor Brand.
„Kan me niks schelen," riep Bertus, „hij
zal er nog meer lusten, die
Hij sprak het scheldwoord, dat hem op de
lippen zweefde, niet uit.
Woest geschreeuw vervulde de lucht!
roepen in deze bittere benauwdheid der vol
keren. Zou Hij niet kunnen uithelpen Die
de harten der koningen nog neigt als water
beken. Nog het woelen der volkeren kan
bedwingen. Weinig gebed is teeken van dor
geestelijk leven. Gemis van bidstonden kan
geen bewijs van krachtig geloof'in God, van
sterke, vurige liefde tot Zijn koninkrijk en
Zijn volk ziju. Daarom moet ons Christenvolk,
ook in onze Gereformeerde Kerken, tot meer
gebed en tot bidstonden worden opgeroepen.
Wie weet, hoe spoedig de Heere op dat gebed
den vrede ons beschikt.".
EEN OFFICIEELE TEGENSPRAAK.
(Officieel). Naar aanleiding van het bericht
in „Het Volk" als zou door het departement
van Oorlog autorisatie zijn verleend tot socia
listische propaganda in het leger door toe te
staan dat de milicien J. M. Schaap namens
de Sociaal-Democratische Mobilisatieklub te
Amsterdam een redevoering tot de militairen
aldaar in garnTzoen te houden, wordt mede
gedeeld dat een zoodanige autorisatie niet door
bet departement van Oorlog is gegeven. Een
onderzoek in deze aangelegenheid is in gang.
GRENSINCIDENT TE PUTTE (N.-BR.)
Officieel. In de Pers is medegedeeld, dat
bij het te Putte (N.-B.) voorgevallen grens
incident „de soldaten, die dit tooneel bijwoon
den, allen vluchtten".
Dit bericht is geheel uit de lucht gegrepen,
aangezien de eenig aanwezige Nederlandsche
soldaten de dubbelpost gedurende het
voorval op hunnen post zijn gebleven en aan
hunne consignes hebben voldaan.
DE TORPEDEERING VAN DE RIJNDIJK.
Bij navraag aan het ministerie van buiten-
landsche zaken is gebleken, dat het bericht
inzake de erkenning door de Duitsche regee
ring van de torpedeering van het stoomschip.
Rijndijk juist is, onder bijvoeging, dat de
Duitsche regeering verontschuldigingen wegens
de torpedeering heeft aangeboden.
OPGEBRACHTE VISSCHERSSCHEPEN.
Volgens rapporten van te Vlaardingen bin
nenkomende schepen worden wederom vis-
schersvaartuigen in grooten getale naar Enge
land opgebracht.
F. DOMELA NIEUWENHUIS.
De bekende vrije-socialist (anarchist) F. Domc-
la Nieuwenluiis, tot 1875 predikant bij de
Evang. Luth. Kerk te Den Haag, later lid der
Tweede Kamer, thans ambteloos wonende te
Hilversum, maar nog steeds ijverende voor
de actie der vrije-socialisten, hoopt 31 Decem
ber a. s. zijn TOsten verjaardag te vieren.
Henk, die zich in postuur had gesteld om
terug te gooien, met don eenen voet op den
rand der boot, had zich bij het wegwerpen
van zijn kei te ver voorover gebogen en
in een ondeelbaar oogenblik was het geschied
Hij was overboord geslagen, trachtte even
nog zich aan de boot vast te klemmen de
boot sloeg om Henk verdween er onder,
zonder zelfs een kreet te slaken
Als dollen holden de jongens langs den kant,
renden door elkaar, riepen, schreeuwden,
jammerden wisten niet wat aan te vangen
Alle wrok, alle vijandschap, was in eens
verdwenen. Eén gedachte bezielde hen hun
kameraad te redden ófmoesten ze hem
voor hun oogen zien verdrinken Waar was
hij In vertwijfeling riepen ze zijn naam
Bleek als een lijk stond Bertus jammerde
mééhet was zijn schuld, zei hij tot zich
zelf... hij had gegooid.... Henk zou ver
drinken.... dood bóven komen straks en
dan o dan
Gillend was Wim den dijk, den weg opge
vlogen. Hij kreeg het eerst zijn bezinning
terug. „Help, help, help!" schreeuwde hij,
zonder ophouden, tot zijn keel er schor van
was. „Help help
(Wordt vervolgd.)
w
DOOR ZELANDIA.
Nadruk verboden.