Antirevolutionair
voor
Nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
FEUILLETON.
Uit de Pers.
Buitenland.
No. 1352.
Woensdag 9 Augustus 1916
14° Jaargang.
Uit jonge Jaren.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te ThR NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENT1EN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE
REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken, voor de Redactie van
dit blad bestemd, te adresseeren
„Aan de Redactie van Luctor et Emergo
te Ter Neuzen."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
V De oude toon.
In de jaarvergadering van het N. O. G.
(Nederlandsch Onderwijzers Genootschap),
dezer dagen te Gravenhage gehouden, kwam
ook het „Bevredigings-Rapport" ter sprake,
naar aanleiding van conclusies, daaromtrent
door het Hoofdbestuur voorgesteld.
Voor degenen, die meenen mochten, dat ook
van de zijde der openbare onderwijzers einde
lijk het goed recht der bijzondere, Christelijke
school, eenparig en volmondig erkend wordt,
is het volgende uit de gedachtenwisseling,
gelijk die in een verslag in de N. R. C. wordt
weergegeven, leerzaam.
„De heer Scliork stelt de vraag of het
N. O. G. als vakvereeniging hier wel op den
goeden weg is, en het ethisch gedeelte ten
koste van het materieele op den voorgrond
moet worden geschoven. De openbare school
toch zal worden benadeeld, door de gelijk
stelling. Onderwijs rijkszaak acht spr. aldus
geregeld, niet mogelijk De invloed van schriele
schoolbesturen zal toenemen. De zelfstandig
heid van den onderwijzer in de school zal
lijden, als de schoolbeambte zitten onder de
kerk, zooals spr. hier vreest. De meeste
bijzondere scholen zijn volstrekt niet opgericht
door de ouders, maar door de dominé's. Een
wet moet z. i. worden ontworpen, die het de
kerk onmogelijk maakt scholen op te richten
en dat slechts toestaat aan de ouders. Het
moet worden een school naast, niet onder de
kerk. Men wensche slechts een school gesticht
door de gemeenschap. Men staat op een zeer
gevaarlijk kruispunt en met de voorstellen van
de commissie is spr. het allerminst eens.
(Applaus).
De heer Koopmans (Amsterdam) sluit zich
aan bij het betoog van den heer Schork. De
bijzondere school zal, komt de z.g. gelijkstelling
tot stand voor al de plattelande over fondsen
beschikken om de bijzondere school beter te
maken dan de openbare. Men hale zich toch
geen strop om den hals
Men ziet, deze mijnheer Schork staat nog
op het oude standpunt. Het onvervalschte.
Het is, als hoort men nog eens weer zoo'n
echte ouderwetsche felle verkiezingsspeech.
„De meeste bijzondere scholen zijn volstrekt
niet opgericht door de ouders, maar" (schrikt
40)
Tante had geen bezwaar gehad, hem dit
pretje te gunnen, ofschoon Pietje, waarschijnlijk
niet uit bezorgdheid, maar alleen met het
voornemen hem de noodige toestemming barer
moeder te onthouden, schrikkelijke verhalen
bad ten beste gegeven van jongens, die bij
het visschen waren verdronken. Tante had
er evenwel niet naar geluisterd ze wist, dat
Bertus vader er niets op tegen zou hebben
en bovendien, Bertus kon zwemmen als een
rat. Aan Bertha had hij plechtig moeten be
loven een groote zoo baars, of, kon hij die
niet machtig worden, was paling ook goed,
mee naar huis te brengen, terwijl Pietje al
bij voorbaat verklaarde haar mond aan die
katvisch niet te zullen zetten.
Bertus wandelde op zijn gemak naar de
afgesproken plaats. Geen der jongens was
daar nog te zien. Daarom zette hij zich op
een steenen paaltje neer, om te wachten.
Even bekroop hem de lust, om alvast hier
bij de brug maar te beginnen en zijn geluk
niet!) „door de dominé's!"
En zoo iets maakt men nu niet wijs aan
een troepje onontwikkelden ergens in een of
ander uithoekje van ons Vaderland, maar zulke
kost discht een ontwikkeld man op, voor een
vergadering van verlichte menschel) in Den
Haag.
De veelgeloofde „verdraagzaamheid waarop
vooral de openbare schoof: roem pleegt te
dragen, komt op treffende wijze uit.
Men leze en herleze slechts op aandachtige
wijze bovenstaand knipsel.
Het is wel niet bepaald stichtelijke, het is
niettemin beslist leerzame lectuur.
In de N. R. C. lezen we het volgende:
Onze oeconomische
zelfstandigheid.
Ouze graanschepen worden aan de Engelsche
kust aangehouden en geruimen tijd opgehouden,
omdat... de Amerikaansche aflader van het
graan door de Engelsche regeering op de
„zwarte lijst" is geplaatst. Dit schijnt voor
Nederlanders een beletsel te moeten zijn,
om met dien man handel te drijven.
Een abonné van het Bataviaansch Handels
blad schrijft ons, dat, terwijl de andere Iudische
bladen geregeld hier te lande worden ont
vangen, sedert half Mei het Bat. Hbl. wordt
gemist. Bij onderzoek is hem gebleken, dat
ook het Ministerie van Koloniën geen Batavi-
aasch Hbl. meer ontvangt. „Is liet niet ont
vangen vraagt hij soms een gevolg van
het feit, dat genoemd blad is geplaatst op de
Engelsche zwarte lijst Beoordeelt de Engel
sche censor dus, of een Hollandsche courant,
bestemd voor den minister, al of niet zai
worden doorgelaten
De aangelegenheid lijkt ons een onderzoek
waard.
De beide door ons genoemde punten zijn
van het hoogste belang, omdat zij geen van
twee direct verband houden met den oorlog,
doch vallen in het kader oeconomischen strijd,
die voor na den oorlog in Engeland voorbereid
wordt. Er is mitsdien geen de minste zekerheid,
dat wanneer de vrede den oeconomischen
oorlog met frissche woede zal doen ontbranden,
de hierboven aangeduide wapenen zullen
worden nedergelegd.
Wij meenen, dat zelfs in oorlogstijd de
Nederlandsche Regeering gerechtigd is ter
markt te gaan waar en bij wien haar goed
dunkt, en zich aan Engelsche zwarte lijsten
niet behoeft gelegen te laten liggen. Wij
eens te beproeven maar, dat was de afspraak
nietbovendien, hier was, naar het eenparig
cordeel van alle ervaren hengelaars, tóch niets
te vangen. Een half uur verderop moesten
ze wezen daar waren langs den kant groote
rietbosschen, waarachter en waartusschen de
heerlijkste baarzen in grooten getale huisden
Waar bleven de jongens toch! Hoe laat
moest het nu al niet wezen stellig kwamen
ze te laat. En Free van Henten, die met de
fiets zou komen, kwam ook nog nergens op
dagen. Hij keek eens op zijn horloge, dat hij
voor deze gelegenheid met veel waarschu
wingen om er voorzichtig mee te wezen, van
tante had mogen „aandoen", en dat hij gisteren
avond precies gelijk had gezet, toen hij de
stadsklokken acht had liooren slaan, 't Was
nog maar kwart over vierenNog drie
kwartier wachten 't Leek hem een tijdperk,
waaraan geen eind kon komen.
Was er maar iets, om zich mee bezig te
houden. Ah ja, de wormenZouden ze nog
leven. Even gekekenja, hoor, allemaal.
Zorgvuldig werd het doosje weer gesloten.
Nu het tuig eens nagekeken zat de haak er
wel goed aan vast gemaakt, en was het met
den dobber wel in orde In een oude, ijzeren
tabaksdoos had hij nog een paar haken, een
dobber, een paar einden snoer, eenige loodjes
in voorraad je kon nooit weten
Nog eens het horloge geraadpleegd tien
meenen dat wij hier in Holland de Hollandsch-
Indische bladen mogen lezen, die wij verlangen,
ook al staat aan de Engelsche regeering de
inhoud niet aan.
Er moet aan gehecht worden, dat zich niet,
zij het in oorlogstijd, onrechtmatige gebruiken
gaan vestigen, waardoor ons onze vrijheid
ontnomen wordt. Dat is voor onze oecono
mische toekomst van overheerschend belang.
Wordt de Engelsche inmenging in onze zaken
inmenging die niets meer te maken heeft
met de oorlogvoering en dus niet meer daaruit
valt te verklaren, laat staan te verontschul
digen /onder protest of verzet geduld, dan
is het na den oorlog met onze zelfstandigheid
gedaan. Oorlogshandelingen houden vanzelf
met den vrede op de oeconomische dwang
maatregelen, waartoe de Engelsche regeering
zich bevoegd acht, zullen na den oorlog eerst
recht gaan beginnen. Daarom zijn deze maat
regelen op liet oogenblik voor onze toekomst
dubbel zoo gevaarlijk nog als die, waartoe in
het belang van de oorlogvoering wordt over
gegaan, en welke mitsdien van voorbijgaanden
aard zijn.
IIET STATENLID BENNINK.
In de Vrijdagavond gehouden distriktsver-
gadering Enschedee der S. D. A. P. werd
onderstaande motie met algemeene stemmen
aangenomen
De vergadering van de distrikts-federatie
S. D. A. P. Enschedee, gehouden 4 Augustus
1916,
van oordeel, dat de wijze waarop G. Ben-
niuk bij de verkiezing van een lid der Eerste
Kamer heeft gehandeld, absoluut in strijd is
met het arbeidersbelang,
overwegende, dat hij indertijd gekozen is
als arbeiders-afgevaardigde,
spreekt als haar meening uit, dat het de
plicht is van Bennink om van zijn mandaat
als Statenlid afstand te doen. (Het Volk.)
Dr. ARIENS-FONDS.
Het Dr. Ariëns Fonds van de Vereeniging
tot bevordering der verpleging van Katholieke
Drankzuchtigen in Nederland is thans de
f 70,000 gepasseerd.
De eerste gift werd ingeschreven op 27
October 1906. In het eerste jaar kwam in
over de 11.000 gulden. De opbrengst van
den Bloemendag in 1911 bedroeg f50,000.
Het Nationaal Comité voor den Bloemendag
ten bate van het Dr. Ariëns-fonds heeft nu
bepaald, dat de Bloemendag, die in 1914 niet
doorging en ook in 1915 niet gehouden kon
voor halfvijf!
Ofschoon het een mooien dag beloofde te
worden, (de zon rees juist boven den horizont
aan den prachtig rooden hemelvoelde Bertus
zich toch wat huiverig in de ochtendkilte. De
rilling, die hem door de leden voer, herinnerde
hem plotseling aan dien avond, toen hij, op
gesloten in Van Hentens kelder, ook had
gerild, gehuiverd van kou en van angst. De
morgenstilte, leidde zijn gedachten niet afhu
wat was dat daar akelig geweest. Hij kon
het zich nog zoo duidelijk voorstellen, alles,
wat daar gebeurd was. Vreemd, niet enkel
afkeer boezemde hem het verblijf in het onder-
aardsch gewelf in telkens, wanneer het hem
weer voor de aandacht stond, herinnerde hij
zich, met iets van stille ontroering, zijn drin
gend gebed daar, óók zijn gelofte. Want
dat was immers een gelofte geweest, wat hij
had beloofd, als de Heere hem er uit hielp.
Dat hij altijd zou doen, wat de Heere gebiedt.
Dat gebed hé, had hij vanmorgen wel ge
beden Of was het morgengebed, bij het
jachten om klaar te komen, bij het vele denken
aan de voorgenomen vischpartij, geheel en al
veronachtzaamd Ja, hij moest het zichzelf
met schaamte bekennen, zoo was het gegaan.
Den dag begonnen zonder GodDat kon,dat
mocht immers niet. Maar hij kon hier toch
niet neerknielen, hier op de straat, bij de
brug. Maar dat was ook immers niet noodig.
worden, op 24 September 1916 zal plaats
hebben.
De opbrengst zal geheel strekken tot redding
van drankzuchtigen nl. tot oprichting van een
Sanatorium voor vrouwen en van een Reclas-
seeringsgesticht.
(Maandblad Geref. Drankbestr)
DE MATROZENRELLETJES TE
SOERABAJA.
De Tel. verneemt uit Weltevreden
De leider van den matrozenopstand te
Soerabaja, de stoker Pors, heeft voor den
krijgsraad terechtgestaan.
i)o eisch luidt: acht maanden gevangenis
straf, ontslag uit den zeedienst en ontzegging
van het recht om gedurende vijf jaren in
militairen dienst te treden.
DE OORLOG.
Oostelijke front.
BERLIJN, 6 Aug. (Wolff.) Officieel. Front
Hindenburg Ten zuiden van Zarecze, aan de
^Stochad, hebben wij een door den vijand nog
bezet gehouden duin gezuiverd en tegenaan
vallen afgeslagen. Wij hebben 4 officieren en
300 man gevangen genomen, 5 machinegeweren
buit gemaakt.
Bij en ten N.W. van Zalocze hebben de
Russen den westelijken oever van de Sereth
bezet.
Front aartshertog KareiBij het leger van
generaal Bothmer zijn onbelangrijke voorpost
gevechten geleverd.
De voordeelcn door do Duitsche troepen in
de Karpatlien behaald, zijn uitgebreid.
PETERSBURG, 6 Aug. (P. T. A.) Officieel.
Ten zuiden van Brody zijn aan de rivieren
Grabierka en Sereth den geheelen dag hevige
gevechten geleverd oin de dorpen en heuvels
op den linkeroever. De vijand bood verbitter
den tegenstand en deed herhaaldelijk tegen
aanvallen. In de straten der dorpen ontsponnen
zich verwoede gevechten. Wij waren genood
zaakt den vijand uit verscheidene gebouwen
te verdrijven. Ons offensief is intusschen met
volkomen succes bekroondwij hebben alle
tegenaanvallen afgeslagen en den tegenstand
van den vijand gebroken. Onze troepen hebben
de dorpen Zoighin, Ratistolie, Czistopady,
Mendzigoery, Gnidawa en Zalocze, benevens
de geheele er tusschen liggende heuvelreeks
bezet.
Een onzer dappere kozakkeu regimenten
heeft tegen vijandelijke infanterie en artillerie
Als hij eens een eindje opliep tot daar, een
eindje voorbij de brug, waar je een klein
boschje van braamstruiken had Hij was er
al heen. Hier zag niemand hem, kon niemand
hem overvallen. De pet ging van liet hoofd
en, staande, bad hij zachtjes zijn morgengebed
en... ja, zou hij durven...? Bidden ook om
een goede... vangst? Was het verkeerd?
Zou het mogen Lang dacht hij niet na.
Haastig fluisterden zijn lippen, héél, héél
stilletjes, als was hij voor zich zelf verlegen
het te liooren „Heere, bewaar me op dezen
dag en geef me een goede vangst
De pet zette hij weer op.
Zouden de jongens er nu al zijn? Half
hoorde hij in de verte een klok slaan. Dat
was dus half vijf. Daar stond hij weer bij de
brug. Ha, daar kwam Free aangepeddeld.
Fijn, kijk eens, wat een gangecht, met zoo
vrij wiel
„Nog maar alleen Waar blijven de ande
ren Jó, ik dacht, dat ik te laat zou zijn
„'t Is nog vroeg." Bertus raadpleegde weer
zijn uurwerk. „Even half-vijf
„Zonen ze o, daar heb-je Kees en Wim
ook."
Kees en Wim, met hengel en netzak ge
wapend, naderden.
En daar kwamen ook Cor Brand, en, een
eindje achteraan, Henk Dorsman.
(Wordt vervolgd).
DOOR ZELANDIA.
|^Jadnïk™vërbödën7|