nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Woningbouw.
Binnenland.
No. 1351.
Zaterdag 5 Augustus 1916.
Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. L1TT001J Az. te ThR NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIËN:
Van 1 4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INOBZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZOROEN BIJ DEN UITOEVER.
Alle stukken, voor de Redactie van
dit blad bestemd, te adresseeren
„Aan de Redactie van Luctor et Emergo
te Ter Neuzen."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
Een vereeniging kan, na verkregen rechts
persoonlijkheid, „toelating" vragen, gelijk de
wettelijke term luidt, als vereeniging, uitslui
tend in het belang van verbetering der volks
huisvesting werkzaam.
Die toelating wordt verleend, indien aan
zekere voorwaarden is voldaan.
De voornaamste voorwaarden zijn dat gel
delijk voordeel voor leden, aandeelhouders,
bestuurders, geheel is buitengesloten dat de
winsten der vereeniging geen andere bestem
ming kan worden gegeven dan ter bevordering
van het' doeldat vervreemding of bezwaring
van de onroerende goederen der vereeniging
niet anders zal kunnen geschieden dan met
goedkeuring van B. en W. der gemeente; dat
bij ontbinding der vereeniging voorhanden
overschotten boven het bijeengebracht of ge
stort kapitaal ter beschikking zullen komen
van de gemeente teneinde te worden aange
wend tot verbetering der volkshuisvesting
dat jaarlijks aan B. en W. een beredeneerd
verslag, vergezeld van balans en van winst
en verliesrekening moet worden aangeboden.
Nu zal in verreweg de meeste gevallen een
dergelijke vereeniging het niet zonder steun
van gemeentewege kunnen stellen.
Het Rijk eischt zelfs niet eens, dat een
vereeniging ook maar een gedeelte van het
benoodigde kapitaal moet bezitten.
Dit klinkt wel wat wonderlijk. Immers, een
vereeniging zonder een cent kapitaal kan dan
toch toelating verkrijgen.
Wat is echter het geval?
Het Rijk verstrekt het voorschot niet aan
de vereeniging, maai aan de gemeente, térwijl
de gemeente weer verschiet aan de vereeniging.
Dit nu brengt voor de gemeente de ver
plichting mee te zorgen, dat zij gedekt is
tegen mogelijke verliezen.
Schiet de vereeniging te kort in aflossing
en rente-betaling, dan moet immers de ge
meente aanzuiveren.
Het Rijk bemoeit zich daar niet mee be
hoeft dus ten deze van de vereenigingen
geenerlei anderen waarborg te eischen, dan
dien de statuten naar wettelijk voorschrift
geven. Doch de gemeente neemt een gansch
andere positie in. Ze moet dus, alvorens over
te gaan tot het verleenen van geldelijken steun
aan een vereeniging, ter dege de mogelijke
linancieele nadeelen onder de oogen zien, en
daartegen haar maatregelen nemen.
Om te bouwen is grond noodig.
Nu mag de gemeente gronden, die haar
toebehooren, overdragen in eigendom of erf
pacht aan een vereeniging.
Ook mag ze gronden met dat doel aankoopen.
Dit geschiedt, om licht te bevroeden redenen,
bijna nooit.
Ook is toegelaten bij de Wet, dat een ge
meenteraad gelden beschikbaar stelt ter uit
voering van een onteigeningsplan.
De onteigening geschiedt uit kracht van een
raadsbesluit, door de Kroon goedgekeurd, en
kan alleen plaats hebben ten name van de
gemeente of de toegelaten vereeniging.
liet is zoo klaar als de dag, dat deze ont
eigening, wanneer zij geschiedt, moet geschie
den in het belang der volkshuisvesting, ui.a.w.
dat wanneer eenmaal tot onteigening is over
gegaan, dat in zich sluit ook verder te gaan.
Onteigenen is a gezegd b is dan het overgaan
tot bouwen.
Neuzens Raad zag zich in zijn laatstgehouden
vergadering geroepen in deze materie een
uitspraak te doen.
Het kan geen verwondering baren, dat een
dergelijke aangelegenheid uitvoerige bespreking
ui llok te.
De eerste vraag is, of in Ter Neuzen wer
kelijke woningnood heerscht en zoo ja, of het
particulier initiatief niet in staat is in dezen
nood te voorzien.
Nu is wel waar, dat een 10-tal woningen
onbewoonbaar verklaard werden, doch de
voorgenomen woningbouw zal daarin weinig
baat brengen, aangezien het plan is, woningen
te bouwen waarvan de laagste huur nog f 2,25
bedraagt, zoodat gemakkelijk valt in te zien,
dat slechts een zekere klasse van personen,
die huren zal kunnen opbrengen.
In de tweede plaats moet er meegerekend
worden, dat zelfs in het verloopen jaar nog
toeslagen op huren moesten verstrekt worden,
die minder dan de helft van bovengenoemd
minimum bedroegen.
Werd dus de vorenbedoelde bouw van 42
woningen uitgevoerd, dan zouden wel cenige
meerdere woningen beschikbaar komen, maar
juist niet voor degenen, die het eerst daaraan
behoefte hebben.
In de derde plaats moest de Raad óók, en
o. i. zeker niet in de laatste plaats rekenen
met den financieelen toestand der gemeente.
Een ieder weet, dat die verre van roos
kleurig is. Een enkel gelukkig jaar is geen
maatstaf.
De II. B. S., door het drijven van sommige
opgericht, kost ondanks den Rijkssteun, aan
de gemeente jaarlijks nog een dikke tien
duizend gulden.
De bouw van de 42 woningen kan veilig,
in verband met de ontzaglijke prijsverhooging
der materialen, en gelet op de oorspronkelijke
raming ongeveer op f96,000 gesteld worden.
De huren zullen dus waarschijnlijk nog al
iets omhoog moeten.
Een en ander zal kunnen nitloopen op een
financieel nadeel voor de gemeente. Ze kan
er een strop aan hebben.
Een breede blik is noodig bij de leden van
den Raad, zeer zeker maar die breedheid van
blik moet zich niet in de laatste plaats open
baren in liet beheeren der gemeentelijke geld
middelen.
Bovendien, Ter Neuzen is een gemeente,
die in bevolkingscijfer vrijwel stationair blijft.
Als een gemeente, die zienderoogen voor
uitgaat, gestadig in inwonertal toeneemt, vóóruit
ziet en van te voren reeds de gelegenheid
schept tot voldoenden woningbouw, kan men
spreken van een breeden blik.
Maar in zulk een geval verkeert Ter Neuzen
niet.
En hoe straks na den oorlog de stand van
zaken zal zijn, is nog niet bij benadering te
zeggen.
De tegenstemmers in den Raad verdenken
we dan ook niet, dat breedheid van blik hun
vreemd is, maar we gelooven dat zij, met het
oog op den toestand der gemeente, de risico
niet aandurfden.
Alle leden van den raad zullen ongetwijfeld
in principe wel vóór goede volkshuisvesting zijn.
Daarover gaat het geding niet.
Maar wel hierover o. m.. of het te verant
woorden is, de gemeente in deze omstandig
heden een plan te doen aanvaarden, dat haar
op zware financieele offers kan te staan komen.
Aan de teleurgestelde vereeniging staat nu
nog de weg open, niet, gelijk een correspon
dent beweerde, bij Gedeputeerde Staten op
onteigening aan te dringen, maar zij kan thans
„voorziening" vragen, zooals de Wet het noemt,
bij de Kroon, die dan onteigening kan toe
staan.
We zullen dus hebben af te wachten.
V Niet hoopvol.
Het derde oorlogsjaar is ingeluid.
Twee jaren van woesten krijg liggen achter
ons.
En nog kwam geen der oorlogvoerende Mo
gendheden tot bezinning.
Zijn de vooruitzichten meer moedgevend
nu bij de intrede van het derde, dan ze waren
bij het tweede jaar
Moedgevend voor degenen, die verlangen
naar den vrede
Moedgevend noemt de Entente den toestand,
want de uiteindelijke zegepraal heet nabij.
Moedgevend noemen de Centralen den toe
stand, want zij voeren den krijg op vijandelijk
gebied en de uithongeringspolitiek heet fiasco
te hebben geleden.
Brallende redevoeringen worden gehouden,
ieder wasclit zijn handen in onschuld, elk der
partijen noemt zich eerlijk en rechtvaardig in
den strijd, schimpt en smaalt op de tegen
partij, roept Godes zegen in over de wapenen
En ondertusschen put zich het genie uit in
het bedenken van het moorddadigste oorlogs
tuig en spitst zich het vernuft op vernieling
en verderf.
Meer en meer begint de kamp het beeld
te vertoonen van verscheurende dieren, die
elkanders dood zoeken.
Aan redelijkheid en menschelijkheid wordt
het zwijgen opgelegd.
Men valt elkaar als hyena's te lijf.
Mes en knots moeten dienst doen.
Veel vijanden dooden, is de leus.
Met brandbommen zal men straks trachten
den oogst te velde, dien God liet groeien te
vernielen, evenals de menschenoogst wordt
gemaaid met kanon, geweer en gas.
Vrouw noch kind zal straks meer worden
ontzien.
Redelooze haat viert helsche triomfen.
o, Hoon der „Beschaving"!
Bespotting van de allereerste beginselen
van het Christendom
Te land, te water, in de lucht en onder
water belaagt men elkaar ten doode.
Gij zult haten, wordt het groote gebod.
Zijn de vooruitzichten moedgevend?
Is er een wolkje als eens mans hand
Schijnt niet integendeel alle hoop ijdel
Alle hoop op edeler gezindheid, op bezinning
Deze hoop koesterd nog menig hart, dat
het inzicht der oorlogvoerenden, elkaar niet
te kunnen vernietigen, tot een nederleggen
der wapenen zal leiden.
Het is mogelijk, dat zulks het gevolg zal
zijn.
Maar is dat het ideaal
Moet niet het gebed rijzen tot den God dei-
natiën, dat het Hem behage, bezinning te
schenken aan de strijdende volken, maar
bovenal een wederkeeren tot Hem.
Dan alleen mag hope gekoesterd worden
voor de toekomst.
Voor zulk een hope schijnt vooralsnog
weinig grond te wezen.
Weinig hoort men spreken van verootmoe
diging, van een klein worden onder des Heeren
slaande hand, zoomin in de oorlogvoerende
als in de bedreigde neutrale landen.
Integendeel, wuftheid en dartelheid, een
tergen van 's Heeren Naam, zijn de algemeene
verschijnselen.
Tot in het aangezicht van den dood
Kon men nog pas niet lezen van soldaten,
die lachende, rookende en kermisbedjes zin
gende, den dood in de kaken liepen, de
verderfbrakende machinegeweren
En moet de wulpschheid in kleeding en
„vermaak" ook óns volk niet het schaamrood
op het voorhoofd jagen
Hoopvol zijn de teekenen niet.
KAMERVERKIEZING-ALMELO.
De uitslag van de gehouden stemming voor
liet lidmaatschap van de Tweede Kamer
(vacature-mr. Aalberse) is als volgt Aantal
kiezers 10753. Uitgebracht 5371 geldige stem
men. Hiervan verkregen de heer A. H. J.
Engels (r.k.) 4310 stemmen en de heer M.
Wibaut (s.d.a.p.) 1061 stemmen. Gekozen de
heer Engels.
GESCHENK VAN H. M. DE KONINGIN.
Het geschenk, dat de Koningin aan de
Koningin-Moeder aanbood, bestaat uit een
prachtige collectie afgesneden bloemen van
zeer hooge waarde, waarvan de levering, op
den uitdrukkelijken vvensch van II.M. aan een
groot aantal Aalsmeersche kweekers werd
opgedragen.
Het is H. M. toch bekend, dat de snijbloemen
cultuur zeer moeilijke tijden doormaakt in
verband met de invoerverboden van weelde
artikelen in die landen, welke tot voor korten
tijd nog het belangrijkste afzetgebied voor de
snijbloemen uit Aalsmeer vormden, het tuin-
bouwdorp, dat in de laatste jaren op de
Europeesche markt zulk een geduchte concur
rent voor Nizza geworden was.
Het bloemenmateriaal bestaat in hoofdzaak
uit snijrozen, voorts uit de te Aalsmeer in
den laatsten tijd met zooveel succes gekweekte
kas-anjelieren en uit de van ouds aldaar ge
kweekte Bouvardia's.
Dat Aalsmeer en de geheele vaderlandsche
tuinbouw dit hernieuwd bewijs van vorstelijke
belangstelling cp lioogen prijs stelt en het zich
tot een eer rekent het geschenk van H. M.
aan de Koningin-Moeder, wier groote liefde
voor bloemen alom in den lande bekend is,
te mogen leveren, behoeft geen betoog.
(N.'R.C.)
DRAADLOOZE VERBINDING MET IND1Ë.
Het Vad. heeft op haar bericht inzake de
totstandkoming van een radiografische ver
binding met Ned.-Indië tegenspraak ontvangen,
ook van officieelc zijde.
De ingeniiftir die de proeven zal leiden,
Dr. de Groot, deelde mede, dat een definitief
resultaat juist door de grootheid van het
project niet voor over een paar jaar is te
verwachten.
S.S. ZEELAND IN DEN GROND GEBOORD.
De correspondent der N. R. C. te Londen
seint
Volgens de South Shields Gazette deed een
Duitsche duikboot Woensdagavond het s.s.
Zeeland in de Noordzee stoppen, terwijl het
onderweg was van een Schotsche naar een
Fransche haven.
De duikboot-commandant nam de scheeps
papieren en beval den gezagvoerder van de
Zeeland met de bemanning het schip te ver
laten. Hierna werd de Zeeland door kanon
vuur en bommen tot zinken gebracht.
De Zeeland is de 5e boot welke gedurende
den oorlog verloren is gegaan.
De Olanda liep 18 April 1915 op een mijn
de Duiveland onderging op 27 April j.l. het
zelfde lot; de Nieuwland stootte 3 October
1914 op een mijn en zonk de Schicland is 2
April 1915 op ecu mijn geloopen.
De Tel. verneemt, dat de Zeeland met steen
kolen onderweg was van Schotland naar
Frankrijk.
DE ONDERWIJZERSSALARISSEN.
De Minister Cort Van der Linden, heeftop
de vraag van Baron Van Wijnbergen geant
woord
„De financieele toestand is niet
van dien aard dat de indiening van een wets
ontwerp tot verbetering der onderwijzerssala
rissen vooralsnog in uitzicht kan worden ge
steld".
ZEEGEVECHT.
De Nederlandsche schepen Niobe van Bor
deaux en Eendracht van Londen zijn Dinsdag
avond met vertraging te IJmuiden binnenge
komen en rapporteeren, dat zij op de Noordzee,
voor het berijken van de Noordhinder, ten
anker moesten gaan, omdat zo midden in
een zeegevecht waren terecht gekomen.
Dat gevecht had plaats van Zondagnacht op
Maandagmorgen en werd gevoerd tusschen
torpedojagers, torpedobooten, duikbooten en
Zeppelins. Meer dan 12 uur hadden de schepen
daardoor oponthoud gehad, en daarbij angstige
oogenblikken doorgemaakt. De kogels vlogen
over de schepen heen, zoodat de bemanningen
zich genoopt zagen plat op het dek te gaan
liggen. De Niobe zag vlak voor den boeg een
groote Duitsche duikboot boven water komen
en nauwelijks had deze het zoeklicht op de
Niobe gericht of de duikboot werd zwaar be
schoten. Ook werd van de Niobe gezien dat
een torpedojager getroffen werd, in brand
vloog en spoedig verdwenen was. Van welke
nationaliteit de boot was, kon men niet onder
scheiden. Tijdens den strijd werden ook
Zeppelins boven de plaats waargenomen.