Antirevolutionair voor nieutvs- en Advertentieblad Zeeland. FEUILLETON. :i Binnenland. Buitenland. No. 1350. Woensdag 2 Augustus 1916. 14° Jaargang. Uit jonge Jaren. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag= en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. ADVERTENTIËN: Van 1 4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Alle stukken, voor de Redactie van dit blad bestemd, te adresseeren „Aan de Redactie van Luctor et Emergo te Ter Neuzen." Aanname van Advertentiën tot 1 uur op den dag der uitgave. V Woningbouw. De Volkshuisvesting is ongetwijfeld een zaak van algemeen belang. Woningen, die voldoen aan de eischen, die de hygièno stelt, dienen voor elk ingezetene beschikbaar te zijn. Te zeggen, gelijk men soms hoort, dat het met de eischen der gezondheid niet zoo nauw behoeft te worden genomen, omdat vader of grootvader in een thans, zelfs onbewoonbaar verklaarde woning, wel zeventig of tachtig jaar is geworden, heeft geen zin. De gezondheidstoestand zoo gunstig mogelijk te doen zijn, hangt óók, voor een goed deel af, van het huis, dat men bewoont. Matige eischen mogen en moeten dan ook bij het bouwen van woningen gesteld. Terecht kan de onbewoonbaar-verklaring van perceelen worden uitgesproken. In de meeste gevallen zorgt het particulier initiatief voldoende voor regelmatigcn aanbouw van woningen. Het kan evenwel voorkomen, dat zich ver- eenigingen vormen, om een complex van wo ningen te stichten, omdat het particulier initi atief in gebreke bleef, óf omdat huren worden geëischt, die onredelijk zijn, zoodat de inge zetenen ten deze afhankelijk zijn van particu liere winzucht. Bij dergelijke vereenigingen is winstbejag absoluut uitgesloten. Eveutueele baten worden slechts besteed tot stijving van een reservefonds. Een vereeniging van dezen aard is ook in Ter Neuzen tot stand gekomen. Het kan zijn nut hebben den aard en het karakter van zulk een vereeniging wat nader onder de oogen te zien, benevens het besluit dat de gemeenteraad te haren opzichte in zijn laatst gehouden vergadering nam. Een en ander D. V. een volgende keer. V Gemeentegeld. Tal van vereenigingen en instellingen komen voortdurend, vooral bij de besturen onzer grootere gemeenten, aankloppen om subsidie. Aangezien het hier loopt over het besteden van belastinggeld, opgebracht door alle inge zetenen, is het zaak, dat de gemeenteraden telkens zulk een aanvrage goed onder de oogen zien. Als eerste eisch mag zeker wel gesteld worden, dat de aanvragende vereeniging of instelling werkzaam is in het algemeen belang. Ook dit is nog een zeer rekbaar begrip. 39) De uiterst geduldige visscher was eenklaps woest opgesprongen en had in zijn woede den eersten den besten dien hij te pakken kreeg, een geduchte oorvijg toegediend, terwijl de anderen, ofschoon ten diepste overtuigd van hun onschuld, het geraden vonden, beenen te maken. Wnn, (want hij was de ongelukkige, die het gelag moest betalen), had na herhaalde betuigingen van onschuld, waaraan de booze hengelaar weigerde ook maar het minste geloof te slaan, zijn vrijheid herkregen en had in allerijl de anderen opgezocht. Daar had het een nieuw tumult gegeven. Henk Dorsman scheen het geval dol ver makelijk te vinden, te oordeelen naar de uitgelatenheid, waarmee hij met beide handen op de knieën stond te slaan, terwijl hij luid keels lachte. Uit gezicht maakte de woede van Wim van Ree gaande. „Gemeene aap," schreeuwde hij, rood van kwaadheid „da's jouw schuld. Jij hebt het Elk geval dient ten slotte ook weer op zich zelf beoordeeld te worden. Weinig sympathie kan het wekken, wanneer we in de bladen lezen, dat de Haagsche Gemeenteraad besloot tot het toekennen van een subsidie aan den Haagschen schouwburg. Dat ontbrak er nu waarlijk nog aan. Het gemeentegeld gebruikt om daarmede de vertooning te bevorderen van tooneelstuk- ken, zonder eenige keur zelfs. Up welk peil ook in Nederland het tooneel is gezakt, is algemeen bekend. Maar zelfs, al werden niets dan „goede" stukken vertoond, dan nog is het niet te verantwoorden deze, gesteund met gemeente geld, te doen opvoeren. Kan hier nu werkelijk gesproken van alge meen belang Het gevaarlijke van dergelijke handelingen is bovendien het zetten van den eersten stap. Straks komt een andere tooneelvereenigiug aankloppen. Of een instelling van anderen aard, die evenmin kan gezegd worden in het algemeen belang werkzaam te zijn, maar die aan het verleende subsidie een argument ontleent eveneens hare aanspraken te doen gelden. Ook in kleinere gemeenten ziet de Raad zich vaak voor dergelijke kwesties geplaatst en gaarne beroept men zich dan op wat in de grootere is geschied. Daarom is het zaak, telkens in voorkomende gevallen, allereerst te vragen naar den rechts grond, waarop subsidies kunnen worden toe gekend. ENGELAND EN ONZE VISSCHERIJ. Kloek. „Welke stappen heeft do Regeering gedaan inzake het vasthouden van een aantal schepen van de Nederlandsche haringvisschersvloot op last van de Engelsche regeering, waardoor het bedrijf dezer visscherij wordt stop gezot., ongeveer 25,000 arbeiders en arbeidsters werk- loos worden, en de volksvoeding in Nederland belangrijk wordt geschaad P" Deze vraag, in de Kamer door den heer Spiekman gesteld, is door den Minister van Buitenlandsche Zaken volgenderwijze beant woord „De Britsche regeering heeft mij onlangs door tusschenkomst van haar gezant alhier doen weten, dat zij zich verzetten moest tegen de levering aan Duitschland van de voort brengselen der Noordzeevisscherij. Ging deze levering voort, dan zou zij zich verplicht zien de Nederlandsche visschersvaartuigen voor den prijsrechter te brengen. Hield zij op, dan zouden de schepen die waren opgebracht., gedaan. Ik zag, dat je gooide en toen ben je natuurlijk hard weggeloopen. Zoo'n held!" „Lekker hè!" sarde Henk. Wim rende op hem toe. „Pas op, ventje, val niet Wim wond zich nog meer op. Hij viel woedend op Henk aan, die een hoofd grooter was dan hij. Maar Henk, die zich bedaard hield, lichtte behendig zijn aanvaller den voet, zoodat deze in een ommezientje op den gr<?nd lag. Oogenblikkelijk wierp Henk zich op hem, en zette hem de knie op de borst. „Laat los," hijgde Wim, alle krachten in spannend, om overeind te komen. Ze worstelden een poosje, maar Henk was verreweg de sterkste. „Schei nou uit," zei Bertus, en hij en Kees van Wal trokken Henk van Wim af. Nauwelijks voelde Wim zich vrij, of hij wilde op Henk losstormen. Kees en Bertus hielden hem tegen. „Uitscheiden", zeiden ze. 't Is nou genoeg. Jullie moeten ook altijd vechten." „Moet ie* maar niet zoo valsch zijn," zei Wim nijdig. „Ik heb jou toch niets gedaan," wierp Henk tegen. ,,'tWas jouw schuld; jij hebt gegooid." „I\an ik toch doen, als ik wil. Had jij dan ook weggeloopen, net als de andere jongens." „Je bent een valsche kerel," zei Wim, het hetzij wegens het visschen in de z.g. „gevaar- zóne" of wegens het vervoeren van contrabande (in casu visch), worden losgelaten en zouden de visschersvaartuigen verder ongemoeid blijven mits zij zich niet binnen de bedoelde zóne begaven. Tegen dit optreden heeft de Nederlandsche regeering verzet aangeteekend. Aan den Britschen gezant heb ik schriftelijk te kennen gegeven, dat de eisch van niet- uitvoer van Nederlandsche visch naar Duitsch land in strijd was met de uitdrukkelijke bepaling van twee der Haagsche verdragen van 1907, volgens welke een neutrale mogend heid niet gehouden is den uitvoer van welke goederen ook naar een der oorlogvoerende landen te beletten. Ten aanzien van het opbrengen der schepen heb ik ten eerste opgemerkt, dat al moge de Britsche regeering een gedeelte der Noordzee als „gevaarlijk" hebben aangeduid, dit haar geenszins ontheft van de verplichting om in die zóne het recht van onderzoek slechts met inachtneming van de algemeen erkende volken rechtelijke regelen op dat punt uit te oefenen een recht om die schepen naar haar havens op te brengen, heeft zij niet. Wat in do tweede plaats opbrenging wegens vervoer van contrabande betreft heb ik her innerd aan mijn vroegere protesten, aan de omstandigheid n.I, dat, volgens het volkenrecht, artikelen van conditioneele die zich aan boord van neutrale schepen op weg naar neutrale havens bevinden, niet vatbaar zijn voor in beslagneming door een oorlogvoerende en dat deze soort contrabande slechts dan neembaar is wanneer zij bestemd is voor een loorlog- voerende regeering of haar krijgsmacht. De Nedei'l. visschervaartuigen brengen hun visch uitsluitend naar Nederlandsche havens en de visschers hebben zich steeds zorgvuldig onthouden eenig deel hunner lading aan belligerente oorlogsschepen te verstrekken. Ik heb wijders opgemerkt, dat de Neder landsche Noordzeevisscherij niet is gelijk te stellen met een internationale transporlhandel uitgelokt door de speciale behoeften van een der oorlogvoerendenzij is een nationale industrie van zeer oude dagteekening, die geenszins haar ontstaan te danken heeft aan den oorlogstoestand. De beoogde belemmering dier industrie zou het gevestigd bestaans middel van een belangrijk deel der Neder landsche bevolking treffen, niet alleen van de reeders en visschers maar ook van allen wier bedrijf afhangt van de visscherij. Indien de Britsche regeering bezwaar heeft tegen den verkoop van het meerendeel an de visch aan Duitschland, is zij vrij op de open markt hier te lande mede te dingen. (Verschillende leden Zeer juist Voorts heb ik den gezant gewezen op de stof van zijn broek slaande. „Anders niks?" „Vrede hoor!" riep Kees van Wal. Wat zeg jij, Free „Ja," zei Free, „wat iieb je aan die ruzie? Maar 't was toch gemeen van je, llcnk." „Is dat zoo erg „Als je zelf eens stond te visschen en ze gooiden je met een steen op je dobber „Och, jö, maak daar toch zoo'n drukte niet over. 't Is nog al wat ook." „Jij gooit ook altijd," schimpte Wim, nog boos. „Hu plaagde H enk. De vriendschap tusschen Henk en de jongens was nog niet van de hechtste soort. Na het voorgevallene met Cor Brand, in het vorige hoofdstuk verhaald, had Henk een duchtige afstraffing ontvangen van de jongens. En nu had hij zich sedert een paar weken weer bij de anderen gevoegd, omdat hij anders geen makkers kon vinden. Ze waren wel niet bijster op zijn gezelschap gesteld, maar lieten hem meeloopen. Gaarne hadden ze hem maar heelemaal buiten hun plannen gehouden, doch dat ging moeilijk. Hij van zijn kant, begreep evenwel, dat hij zich een weinigje inhouden moest, wilde hij niet buitengesloten worden, vandaar dat hij zich door Kees en Bertus tamelijk gemakkelijk hot zwijgen liet opleggen. Het plan, het groote plan, werd nu in bij zonderheden vastgesteld, 's Maandags zou liet ontstemming in het gcheele land gewekt door het bericht der eischen welke te Londen gesteld zouden zijn aan de vertegenwoordigers der Nederlandsche belanghebbenden die tot een bespreking dezer aangelegenheid waren uitgenoodigd. Immers die eischen, werden zij werkelijkheid, zouden neerkomen op een stop zetten van bijkans onze gelieele Noordzee visscherij en aanverwante bedrijven. Van dat bericht voegde ik er bij had de regeering nog geen officieele bevestiging ontvangen. Zij vertrouwde echter dat de Britsche regeering haar toevlucht niet zou nemen tot een zoo onrechtmatige wijze van doen. Tenslotte gaf ik te kennen dat de Neder landsche regeering op de bovenaangegeven gronden gerechtigd was te verwachten dat de opgebrachte schepen zonder verwijl zouden worden losgelaten. Ik kan de Kamer de verzekering geven dat de Regeering haar volle aandacht aan deze voor een belangrijk deel van ons volk zoo gewichtige aangelegenheid zal blijven schen ken." Het distributie- en de 20 miljoen-ontwerp is zonder hoofdelijke stemming door de Tweede Kamer aangenomen. DE NED. ANTI-OORLOGRAAD is de verkoop begonnen van de vredesspcld, deze speld stelt voor een duif dragende een olijftak in den snavel, waaronder het woord „vrede" prijkt. Op een verkoop van 100,000 spelden in ons land wordt gerekend. DE KONINGIN WILIIELMINA. Dit prachtige schip van de Maatschappij „Zeeland' te Vlissingen is gisterenmorgen op een mijn geloopen en gezonken. Een assis- teerende torpedoboot bracht de equipage van de Koningin W ilhclmina en eenige passagiers naar Vlissingen. Aan boord dezer torpedoboot bevonden zich ook vier gewonden, terwijl een andere torpedoboot nog drie gewonden aan boord had. De overige passagiers zetten per andere scheepsgelegenheid de reis naar Engeland voort. De Koningin Wilhelmina is gezonken op 3 mijl Zuid Oost van het lichtschip Noord Hinder. Vrouwen en familieleden van de opvarende verdrongen zich voor liet kantoor der Mij. Zeeland. De directie plakte een lijst der ge redden aan en hieronder komen niet voor die van de stokers Palmkoek uit Middelburg, Van Nieuwenhuize en Abrahamsc uit Souburg, die bij de ramp omkwamen. DE OORLOG. Oostelijk Front. Duitsche tegenslag. BERLIJN, 29 Juli. (Wolff.) Officieel uitgevoerd worden, 's Morgens om vijf uur moesten allen present zijn bij de brug, voorzien van hengel en aas, benevens proviand, want er was besloten, dat liet een vischpartij van langen duur zou zijn. Niet vóór den avond zou men huiswaarts keeren. 's Maandagsmorgens was het prachtig weer. Reeds zeer vroeg was Bertus eenige malen uit zijn bed gestapt, om door het raam naar de lucht te kijken, zoozeer vervulde hem het vooruitzicht van de vele genoegens, die de voorgenomen tocht beloofde. Om even drie uur was hij al bezig zich te wasschen en te kleeden, een en ander zoogeruischloos mogelijk, om de andere huisgenooten niet te wekken. Tante had den avond van te voren een aantal boterhammen, beneven een flescli melk gereed gezet, die hij mee kon nemen. Zijn ontbijt stond eveneens klaar en zoo geschiedde het, dat Bertus klokke vier, zonder iemand gewekt te hebben, de voordeur ontgrendelde en zich naar buiten begaf, gewapend met hengel en een netzak, waarin hij zijn cetvoorraad had geborgen. De wormen, 's Zaterdags „gestoken," had hij in een blikken busje, in welks dekseltje hij een onnoemelijk aantal gaatjes had geslagen, opdat de diertjes bij gebrek aan lucht iffet dood zouden gaan, bewaard en den vorigen avond bij al het andere vischgerij klaar gezet. (Wordt vervolgd). Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. DOOR ZELANDIA. Nadruk verboden.

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1916 | | pagina 1