Uit Stad en Provincie.
levendige vuurgevechten, gasaanvallen en pa
trouille-gevechten plaats. Eij de laatste namen
wij ten O. van Armentières, in het bosch van
Apremont en ten W. van Markirch eenige
gevangenen.
LONDEN, 8 Juli. (Reuter.) OfficieelDe
voornaamste gevechten zijn vandaag op onzen
uitersten rechtervleugel geleverd, waar wij
nieuwe belangrijke successen behaald hebben.
Wij bestormden een loopgraaflinie en kregen
voet in het sterk verdedigde Bois des Troncs
(400 2400 M. ten N. O. van Montauban). Wij
namen 31 gevangenen en verscheidene ma
chinegeweren en sloegen krachtige tegenaan
vallen af. Wij kwamen ook noemenswaard
in de buurt van Ovillers (op den linkervleugel
der Engelschen) vooruit. De Fransche artil
lerie op onzen rechtervleugel steunde ons
krachtig bij onzen opmarsch. De vijand leed
zware verliezen in het samenwerkende vuur
van de Engelschen en de Franschen. Een
tegenaanval van de Duitschers, die in dichte
gelederen over open terrein werd gedaan,
zakte volkomen in elkaar in het vuur van
onze achttienponders en de 75 mM. kanonnen
(der Franschen). De vijand trok in wanorde af.
In de puinhoopen van Ovillers duurt het
handgemeen voort.
Het algemeene offensief der Geallieerden.
De militaire medewerker der N. R. C.
schrijft daaromtrent onder meer het volgende
Is dus in het Oosten de toestand, vooral
op het Zuidoostelijke frontgedeelte, niet gunstig
voor de centralen, op het Westfront geeft de
standvastigheid van hun verdedigingsfront een
meer soliden indruk van het geheele verde
digingsstelsel. Toch is ook daar de uiterste
krachtsinspanning tegen den voortdurenden
druk noodig en hebben de Engelschen en
Franschen, en vooral de laatsten, reeds aan
zienlijke voordeelen bevochten en algemeen
wordt de opvatting verkondigd, dat de groote
slag, die nu begonnen is, weken, en als het
moet, maanden zal duren. Door met methode
te werk te gaan, wil men voortdurend het
front der Duitschers achteruit drukken een
bepaalde doorbraak wordt niet beoogd, al kan
kan het achteruit drukken van een of meer
groot frontgedeelte daartoe leiden.
De thans behaalde terreinwinst is hiervan
slechts een begin. Deze winst wordt nu be
vestigd en tegen de Duitsche tegenaanvallen
verdedigd, om dan weder opnieuw volgens
dezelfde methode te werk te gaan het vijan
delijk front opnieuw achteruit te drukken en
het gewonnen terrein te versterken. Men zal
begrijpen, dat een dergelijke methode pas na
langen tijd werkelijk beslissende uitkomsten
kan geven. Er zullen ontzaglijke eischen aan
het uithoudingsvermogen der troepen moeten
worden gesteld en niet mindere eischen aan
een voortdurende aanvulling van personeel
en materieel.
Een Reuterbericht van 6 Juli geeft ons
eenig denkbeeld welke verliezen getrotseerd
moeten worden. Bij den aanval van den
eersten Juli zegt hij hebben de Engel
schen een verschrikkelijken tol betaald. Van
één regiment bleven slechts één officier en
zes minderen ongewond.
De Manchester Guardian schreef, dat men
overtuigd was dat de eerste stapppen zouden
slagen, doch dat die faze nu voorbij was en
het veroveren van de volgende liniën moeilijker
zou gaan. Het blad vraagt dan of het ver
nuft van het Engelsche genie al de problemen,
die de Engelschen bij Loos verlamden, heeft
opgelost. Al zullen alle zwakke punten van
de vroegere aanvallen met zorg zijn vermeden,
al is het mechanische gedeelte van de oorlog
voering met reuzenschreden vooruitgegaan,
er blijft m. i. voor het in korten tijd gevormde
Engelsche leger een groote moeilijkheid. Bij
het voortzetten van het offensief en bij het
partij trekken van mogelijk nog te behalen
voordeelen, zal die moeilijkheid zich telkens
voordoen, en dat is het gebrek aan routine
van den aanvoerdersstaf, die bij de ontzaglijke
uitbreiding van het leger onmogelijk geheel
met goed geschoolde krachten kan zijn aan
gevuld.
De komende weken zullen moeten aantoonen
of deze moeilijkheid zich niet op noodlottige>
wijze zal doen gevoelen.
Krankzinnige opoffering van menschen.
Omtrent het Russisch offensief schrijft een
Zweedsch schrijver, die 14 maanden aan het
front verkeerde
Het Russische offensief heeft zich geken
merkt door een krankzinnige opoffering van
menschen. Zelfs in de Karpathengevechten
zijn zulke offers niet voorgekomen. Het eene
regiment voor, het andere na, werd roekeloos
ten offer gebracht. De Russische aanval in
Wolhynië is den Russen misschien op wel
250,000 dooden te staan gekomen.
Duidelijk verslapt de offensieve kracht dei-
Russen. Nu reeds laat zich voorspellen, dat
aan het eind van het offensief de toestand,
die tevoren bestond, hersteld zal zijn.
De vlucht uit Gallicië.
Een correspondent van de N. R. C. schrijft
uit Gallicië o.m. het volgende
Het is nu ruim een week, dat ik Lemberg
verlaten heb, toen het gevaar van een Russi-
schen inval grooter was dan nu. Er was wel
gejaagdheid, maar niet de paniek, waarvan ik
in een buitenlandse!) blad gelezen heb. Wel
maakten velen zich reisvaardig, haalden geld
van de bank en voorzagen zich van passen,
maar dit is heel natuurlijk, want de Russen
staan niet ver van de grensstad Brody, slechts
100 K.M. van Lemberg.
Veel meer onrust zag ik op mijn reis door
Gallicië en ook dit is zeer begrijpelijk, want
de meeste treinen waren stop gezet en de
spoorweg voor de militaire transporten in I
beslag genomen. En in de kleine stadjes, en
vooral op het platteland, voelen de menschen
zich niet veilig. Zij hadden nog niet vergeten,
hoe de autoriteiten bij den eersten inval zich
door de gebeurtenissen hadden laten verrassen
en er een groote paniek was ontstaan. Veel
vertrouwen op de bulletins bestond er niet.
Men zei mij, dat stijl en inhoud heel veel
leken op de Russische communiqué's kort
voor hun verdrijving uit Gallicië. Mijn zegs-
mannen, die de kunst geleerd hadden tusschen
de regels te lezen, waren niet gerust.
Een heelen dag zat ik met het dubbele
aantal passagiers in een coupé op een traject,
dat anders in drie uur wordt afgelegd. Het
was tusschen Strije en Sambor en op den weg
lag maar enkel spoor, zoodat opstoppingen
niet te vermijden waren. De passagiers
raakten met elkaar vertrouwd. De tongen
gingen los en de proviand werd broederlijk
verdeeld. Want in die half vernielde, str,eng
door soldaten bewaakte stationnetjeswas
haast niets te krijgen. Een ambtenaar uit de
Boekovvina vertelde mij, dat het nu reeds de
vierde keer was, dat hij op de vlucht moest.
Altijd maar „Rückzug". En toen de trein
op dat oogenblik met een harden stoot naar
achteren ging in plaats van naar voren, riep
hij lachendeweer „Rückzug".
Maar een Poolsche dame uit Drohobycz
lachte niet, toen zij mij vertelde hoe zij in
haar woning door Kozakken was overvallen,
hoe zij, om mishandeling te ontgaan, uit het
venster had moeten springen en den winter
nacht verscholen achter struiken had moeten
doorbrengen. Dit wilde ze geen tweeden keer
doormaken, en daarom ging zij heen.
Op de grootere stations waar wij stilstonden,
leek het wel een kleine volksverhuizing,zoo
aanzienlijk was het aantal vluchtelingen dat
op bevel der militaire autoriteiten hun haard
steden had verlaten. Daar lagen zij op den
grond van het half vernielde station met hun
armoedige plunje met groote balen beddegoed.
Mannen, vrouwen en kinderen, schilderachtig
vuil en in schilderachtige Oost-Europeesche
kleeding. Die jonerens deden mij dikwijls aan
de bedelaars van Murillo denken. Een koe
en geit stonden buiten, hoe ze die mee hadden
gebracht, was mij een raadsel. En zooals het
altijd gaat, die arme menschen werden door
het personeel afgesnauwd, gestompt en geduwd
als zij niet wachten wilden, ongeduldig werden
en opdrongen.
Tusschen al die ellende moest ik mijn weg
naar het loket banen, dat evenals het heele
gebouw naar chloorkalk stonk, een lucht die
al die stadjes en dorpjes verpest, zonder nog
te spreken van al de vieze snuifdoozen. De
slaap van die menschen en van de vermoeide
soldaten, die, op aansluiting wachtende, uren
op den grond lagen, had veel van den dood,
zoo verwrongen waren de trekken, zoo krom
waren' de ledematen, zoo lijkkleurig en hard
waren hun trekken.
Wat een ellende zag ik, al was het ook
maar de oorlog achter het front. Ik zag die
■onrust dagen lang, met weinig slaap, met
weinig eten, met uren lang oponthoud, met
aankomst en vertrek op onmogelijke tijden,
zooals aan het Hongaarsche grensstation La
borsce in de Karpathen, waar we 's morgens
4 uur aankwamen en 11 uur konden blijven
zitten in een half verwoest station. Wat
kropen toen de uren langzaam voorbij!
Den geheelen oogst opkoopen
Verdens Gang, van Kristiania, verneemt
zoo wordt aan de Vossischc Zeitung van daar
geseind door vertrouwelijke mededeelingen
uit Londen ontvangen, dat de Engelsche re
geering met alle onzijdige staten onderhandelt,
om den geheelen uitvoer van die landen naar
Duitschland te staken. Dat wil men van
Engelsche zijde bereiken, door den geheelen
oogst van die landen, voorzoover die niet voor
eigen gebruik noodig is, op te koopen. Ook
den uitvoer van andere waren, die Duitschland
noodig heeft, wil Engeland op die wijzp af
binden.
Rusland en Japan.
Het ministerie van buitenlandsche zaken
maakte het volgende bekend
,,De nieuwe Russisch Japansche overeen
komst heeft ten doel, in verband met andere
internationale regeeringen stabiliteit in Oost-
Azië te verzekeren.
Zij doet geen afbreuk aan de positie van
een andere mogendheid, die eveneens vrede
lievende oogmerken nastreeft. Zij is in vol
komen overeenstemming met en verleent
kracht aan het Engelsch Japansch verbond,
waar zij uit voortgevloeid is."
Geen boycotten van de centralen na den oorlog
De Engelsche regeering heeft besloten, on
verwijld stappen te doen, om de aanbevelingen
v/in ile Parijsche conferentie ten uitvoer te
leggen. Asquith zal dienaangaande binnenkort
een verklaring doen.
Er is een vergadering van de leden van de
twee Huizen, die voorstanders van den vrijen
handel zijn, gehouden. Lord Beauchamp be
kleedde het voorzitterschap. Er werd een
motie aangenomen van dezen inhoud Deze
verklaart, dat zij de beginselen van den vrijen
handel standvastig aanhangt en van plan is
zich zoo vastberaden mogelijk te verzetten
tegen alle voorstellen, die daarvan afwijken.
De vergadering constitueerde zich tot een
commissie, waarvan Beauchamp voorzitter en
Arnold en Holt secretarissen zijn.
T r a n s v a al.
Ds. Broekhuizen mocht niet preeken 1
„De Burger" uit Pretoria verneemt over
het verbod aan Ds. Broekhuizen om te preeken
„Zaterdag reeds liepen en geruchten, dat
aan Ds. Van Broekhuizen verboden was Zondag
in de Groote Kerk te preeken. Vroeg Zondag
morgen kwamen de belangstellenden reeds
naar de kerk, en tegen half-elf, toen de dienst
zou beginnen, waren er in het gebouw over
de tweeduizend personen. De kerk heeft
zestienhonderd zitplaatsen, extra banken
waren ingebracht en velen stonden waar er
een plaatsje te vinden was, terwijl ook de
portalen vol waren en een menigte nog buiten
wachtte.
Toen ds. J. Naudé den kansel besteeg, ver
lieten sommigen de kerk. Ds. Naudé ver
klaarde, dat hij zou preeken en las ter ver
ontschuldiging van ds. Van Broekhuizen den
volgenden brief, dien hij van den Kommissaris
van Politie ontvangen had, voor: „De
Minister van Justitie, vernomen hebbende dat
u gevraagd is en van plan zijt aanstaanden
Zondag de diensten alhier waar te nemen, en
dat dit feit groote opgewondenheid veroorzaakt,
heeft mij gelast u onmiddellijk te waarschuwen,
dat u de kondities van uwe invrijheidsstelling
die zeer duidelijk uiteengezet zijn, zult obser-
veeren en dat, in geval van eenige verbreking
hiervan, de Minister verplicht zal zijn onmid
dellijk stappen te nemen".
Toen deze brief gelezen was, stonden ruim
drie-vierde van de aanwezigen op en verlieten,
als een protest tegen dezen maatregel van
den minister, het kerkgebouw. Een groot
gedeelte van de achterblijveuden is slechts in
de kerk gebleven uit achting voor ds. Naudé,
die de gast van de gemeente is en om hem
te hooren, hoewel ook zij het verbod aan
ds. van Broekhuizen afkeurden. Het geval
heeft groote opgewondenheid veroorzaakt en
algemeen veroordeelt men de handelwijze van
de Regeering, daar vroeger dr. Steenkamp
en ds. II. C. H. Fourie, na hun vrijlating, te
Pretoria diensten hebben waargenomen.
TER NEUZEN, II Juli 1916.
Ruim zes jaar geleden, 27 Februari 1910,
werd Ds. J. F. van Hulsteijn, door Ds. R.
Hamming van Zaamslag (thans te Groningen)
tot zijn dienstwerk bij de Geref. kerk alhier
ingeleid met de woorden uit Hebreen 13 vers 17.
Ds. v. Hulsteijn verbond zich aan de gemeente
met het uitspreken eener predicatie over
2 Corinthe 5 verzen 19 en 20. Half October
1915 vertrok Ds. v. H. naar Middelstum.
-En Zondag 9 Juli j.l. had de verbintenis van
Ds. S. Groeneveld aan de Geref. kerk alhier
plaats.
De bevestiging geschiedde door Ds. de Walle
van Zaamslag. Z.Eervv. had tot tekstwoorden
gekozen Nuraeri 27 verzen 10 en 17: „Datde
Heere, de God der geesten van alle vleesch,
een man stelle over deze vergadering, die
voor hun aangezicht uitga en die voor hun
aangezicht inga, die hen uitleide en die hen
inleide opdat de vergadering des Heeren niet
zij als schapen, die geen herder hebben."
In een viertal punten zette Ds. de Malle
deze tekstverzen uiteen en teekende o. m. Jozua
als Mozes' wettigen opvolger. Een nieuwe
Christusgezant, een vredeboodschapper werd
thans in Ds. Groeneveld aan de kerk van
Ter Neuzen geschonken.
Met aandacht werd door een groote schare
volks, deze zeer voortreffelijke bevestigings-
predicatie aangehoord.
Des middags deed Ds. S. Groeneveld zijn
intrede.
Z.Eerw. begon met te zeggen, dat het de
vierde maal was dat hij zich aan een nieuwe
gemeente verbond. Eerst te Marum, daarna
te Winsum, toen te Oenkerk en thans langs
een buitengewonen weg, te Ter Neuzen.
Het tekstwoord voor die ure was uit Psalm 85
vers 8: „Toon ons Uwe goedertierenheid, o
Heere en geef ons Uw heil."
Een drietal punten werden hierbij duidelijk en
schoon ontwikkeld.
Na de predicatie beval Ds. Gr. zich aan bij
de regeering van den burgemeester als drager
van het gezag. (Z.Ed.achtb. was echter uit-
stedig).
Daarna richtte Z.Eerw. zich achtereenvolgens
tot zijn ambtgenoot Ds. de Walle, hem dank
zeggend voor de woorden in het morgenuur
bij de bevestiging tot hem gericht.
Tot de afgevaardigden van de kerkeraden
uit de classis voor de tegenwoordigheid en
kennismaking.
Tot den kerkeraad der Geref. kerk te Ter
Neuzen zelve.
Tot de hoofden der scholen en de onder
wijzers.
Om te eindigen tot do gemeente en de
catechesanten.
Ds. de Walle sprak nog als tolk der kerk
van Ter Neuzen, en namens de classis Axel
en de Geref. kerk van Zaamslag. Verzocht
de gemeente den nieuwen predikant staande
toe te zingen het derde vers van Psalm 133.
Een zeer groote menigte, w. o. velen uit den
omtrek, woonde deze zeer gewichtige ure bij.
Volgens de Middelb. Crt. sprak Ds. Gr. naar
aanleiding van het vierde vers van Psalm 85.
Voorzeker een zeer groot verschil.
Naar we vernamen gaan dagelijks
12000 K.G. wittebrood, in onze gemeente ge
bakken, naar Gent aan het stadsbestuur. Dit
brood wordt daar verkocht voor 19 cent. Uit
Sluis wordt wekelijks 31000 K.G. brood uit
gevoerd.
Bij het wapen der marechaussées is
bevorderd tot opper-wachtmeester, de wacht
meester W. M. Donker, brigade commendant
alhier.
Maandagavond reed de motorwielrijder II.
M. alhier op het Zwaantje tegen een fietser,
die uit de stad naar het Land van Hulst reed.
Beide wielrijders sloegen tegen den grond en
bekwamen bloedende wonden aan armen en
beerien.
Het voorwiel der fiets was totaal ingedrukt,
de motor bekwam slechts geringe schade.
In de woning van de gepensioneerden kan
tonnier werden de wonden voorloopig verbon
den door een dochter des huizes, die ver
pleegster is. Door den inspecteur van politie,
die met een arts spoedig ter plaatse was,
werd een onderzoek ingesteld. Het scheen,
dat beide rijders wel op juiste wijze maar
te laat waren uitgeweken.
Na door den dokter behandeld te zijn kon
den beiden later hun tocht voortzetten.
De lijnen der Z.-Vl. Tramwegm. Schoon
dijke—IJzendijkegrens, benevens IJzen-
dijkeSas van Gent—Drie Schouwen, werden
heden geopend. De lijn Neuzen—Zaamslagi
AxelKloosterzaude zal einde dezer maand
geopend worden. Een aantal personenwagens
zijn uit Rotterdam te Sas van Gent gisteren
aangekomen. Het personentarief is van Neuzen
naar Zaamslag 20 cent en van Neuzen naar
Axel 30 cent tweede klas, enkele reis. De
Maatschappij heeft thans afgezien van het
'an tot aanleg eener zijlijn naar de Prov.
>ot te Neuzen.
Hoek. In en onder deze gemeente wordt
niet vaak gestolen.
Vrijdagnacht echter is er van een land
bouwer een varken ontvreemd. De waakhond
ging erg te keer, toch had de landbouwer
daar niet zooveel acht opgeslagen.
Spui. Bij den landbouwer P. P. A. Diele-
man alhier is dezer dagen een inrichting voor
het drogen van vruchten enz. geplaatst. Vijf
groote droogbakken met een bijbehoorende
machine om de noodige warme lucht toe te
voeren en een motor om de warmte in de
bakken te voeren, voltooien het geheel.
In den loop van deze week wordt een proeve
genomen met het drogen van gras.
Tevens heeft deze energieke ondernemer
nog aangekocht een volledige olieslagerij,
welke eerstdaags arriveeren zal.
Wanneer alles eens in volle werking zal
zijn, zal dit aan vele handen werk verschaffen.
Indien wij dan ook buiten den oorlog mogen
blijven, zullen er met oog op de vele vlasbe
werking en met do drogerijen spoedig handen
te kort zijn, om alles op tijd klaar te doen
komen. (Correspondent).
Spui. In den loop van dezen zomer zal al
hier een publieke telefooncel geplaatst worden
met intercommunale aansluiting.
Zaamslag. Maandag avond had een knecht
van de landbouwers Gebrs. de Moor alhier,
het ongeluk te vallen van een voer hooi. Hij
kwam op het hoofd terecht. De ijlings ont
boden geneesheer constateerde hersenschud
ding. Hij was 's avonds nog tamelijk bij kennis,
doch Dinsdagmorgen werd hot ergste gevreesd.
Hij was pas 's Maandags morgens in dienst
getreden.
Aardenburg. Notaris James veilde le. 4 ge
meten 235 roeden bouwland en 2e 2 gemeten
139 roeden bouwland en aanwas. Het le
perceel is ingezet op f4725 en het 2e perceel
op f 1550.
Herveiling heden Dinsdag.
Hoofdplaat. Alhier zal een spreekcel voor
de telefoon aangebracht worden.
IJzendijke. Het moet tegenwoordig wel een
genot zijn voor een landbouwer, die zich uit
de zaken terugtrekt, koopdag te houden. Zoo
ook Donderdag weer bij den heer Ch. Wijffels
Wijffels. Landbouwhahn, pluimgedierte, hoorn
vee, varkens en paarden, alles ging duur van
de hand. De 16 paarden, kleine en groote,
brachten samen f15895 op, dat is gemiddeld
f 1000 per stuk. M. Crt.
De gedoode schildwachten te
R i 11 a n d-B a t h.
Omtrent het Rillandsche drama, dat aan
twee soldaten het leven kostte, meldt een
correspondent van de Tel. nog de volgende
bijzonderheden
Woensdagavond ongeveer 9 uur gingen twee
soldaten, Bonnet,, van Leiden en Boel, van
Streefkerk, welgemoed schertsende en lachend
met een korporaal op post aan den spoordam,
die Beveland met Noord Brabant verbind.
Ongeveer eeu uur later viel een schot, dan
nog een. De plaats is daar eenzaam en ver
der af schonk men geen aandacht aan het
knailen van een geweer. Kwart over tien
kwam een fietser uit de richting Woensdrecht
voorbij de plaats. Hij zag twee soldaten op
den grond liggen in vreemde houding, stapte
af en bemerkte, dat beiden dood waren. On-
middelijk werd naar Rilland-station geseind.
Men ging naar den spoordam en wat later
werden de lijken naar het dorp gebracht.
Daar het drama dicht bij de eenzame slik
ken der Schelde gebeurd was ontstond wel
dra in de verbeelding van het volk een smok
kelaars-drama. Door het onderzoek der won
den en uit de ligging van het lijk en andere
omstandigheden stelt men zich echter het
gebeurde als volgt voor. Beide soldaten zijn
aan het stoeien gegaanze begonnen mot de
bajonet te schermen. Toen ging het geweer
van Bonnet af en werd Boel in den hals
getroffen. De kogel doorboorde dit lichaams
deel. Boel viel dood neer. Waanzinnig van
schrik en wanhoop heeft Bonnet dan de ba
jonet van zijn geweer getrokken, dit laatste
met den loop tegen zijn voorhoofd gezet
en met behulp van de bajonet de haan over
gehaald. Zijn schedel was uiteengesprongen.
Boel bezat nog al zijn patronen, maar in een
der tasschen van Bonnet werden er twee ver-