Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
FEUILLETON.
Uit de Pers.
Binnenland.
No. 1340.
Woensdag 28 Juni 1916.
14° Jaargang.
Uit
jonge Jaren.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te ThR NEUZEN,
ADVERTENT1EN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN
DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken, voor de Redactie van
dit blad bestemd, te adresseeren
„Aan de Redactie van Luctor et Emergo
te Ter Neuzen."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
V Het beginsel hoog
Iu de Rotterdamsche districten zegevierde
Rood over de gansche linie.
Slechts één district (III) mocht bij de gratie
der roode broeders, twee liberalen blijven
afvaardigen.
Met welke middelen links heeft gewerkt,
behoeft niet nader uiteengezet te worden.
Hoe het liberalisme van de Maasstad poli
tieke eer en eigenwaarde te grabbel wierp,
is bekend.
Dat de socialisten thans verkiezingsartikelen
uitDe Nieuwe Rotterdamsche Courant
voor hun candidaten in strooibiljetvorm over
drukten ter verspreiding, is teekenend.
Liberaal, letwel! de verstokste liberaal en
de vurigste socialist gingen thans arm in arm.
Van waar dit verschijnsel
Het onverklaarbare wordt verklaarbaar,
indien men acht geeft op de uitingen onder
het volk, die vertolken, wat feitelijk in de
harten leeft.
Ons volk verstaat uitnemend goed, waar
het in dezen strijd eigenlijk om gaat.
Niet in de eerste plaats om deze of die wet,
niet allereerst over de vraag Treub of Talma
niet Staatspensioen of verplichte verzekering.
In de eerste instantie gaat het, en dat voelt
niet alleen de man van de rechterzijde, maar
dat verstaat men ook aan den overkant, om
de groote tegenstellingRevolutie en Evan
gelie.
„Die verdomde zwart» n hebben het gelukkig
verloren 1" riep een heel net heer, van liberalen
of socialistischen huize, j.l. Vrijdag na de stem
ming te Rotterdam uit.
Grof.
Maar dat het tegen de fijnen" gaat, wordt
heusch luid genoeg van <le daken gepredikt.
„Weg met de fijnen", is een geliefkoosde
strijdkreet van de jonge „Iiberaaltjes", en ze
zingen slechts na wat de ouden voorzongen.
Het socialisme moge ons diets willen maken,
dat, het niet tegen den godsdienst is gekant,
dat is een praatje, waaraan het zelf niét
gelooft.
En daarom, als liet er op aankomt, kiest
ook de meest couservatieve liberaal boven
den Christus belijder den aanhanger van de
Revolutie-leer.
Dat is en blijft de anti-these.
Vóór of tegen den Christus.
35)
Bertha had haar mantel al aan en de hoed
opgezet.
„Toe moe 1"
Ze zag heel bleek en beefde, evenals haar
moeder.
„Pietje, trek je mantel aan en ga mee.
Alleen kan en mag ze niet. Gauw 1"
l ietje durfde nu niet tegenstribbelen.
Binnensmonds mopperend maakte ze zich
reisvaardig.
„Dadelijk terue hoor dadelijkDenk er
om, in wat angst ik zit."
„Ja, moe 1"
De jongens waren al weer present. Cor's
vader was meegekomen.
„Ik zal met hen meegaan, juffrouw. Waar
zoo'n jongen nu toch zou zitten. Als-ie maar
geen ongeluk
„Man, zwijg toch, ik kan er niet aan denken
En z'n vader
De stoet trok weg.
De kracht, tegen den wassenden stroom van
revolutionnair geweld een dam op te werpen,
ligt dan ook 'niet daarin, dat van onze zijde
tegen de beloften der socialisten of liberalen,
wordt opgeboden.
Dat we ons alléén en uitsluitend werpen
op de „sociale kwestie".
Dat we ons in wedstrijd wagen met ue
mannen van de overzijde, wie op stoffelijk
terrein het grootste voordeel zal kunnen bieden.
De kracht, die ons in den strijd alteen kan
doen staande blijven, ja, ons onoverwinnelijk
maakt, is het vasthouden aan ons beginsel.
Ónze anti-revolutionnaire partij belijdt in
art. 1 van haar Program zoo stellig mogelijk
dat ze vertegenwoordigt den grondtoon van
ons volkskarakter
Die grondtoon is beslist anti-revolutionnair.
Moet, zal het wel blijven, alzoo blijven.
„Als idee lijdt de revolutie er toe, om ge
heel het rad onzes levens te revolveeren (om
te keeren), alzoo, dat als nu boven komt wat
onder was en naar omlaag kentert wat eerst
aan den hoogen kant van het rad werd gezien.
Zoo breekt ze den band die ons aan God en
Zijn Woord bond".
Deze woorden uit Dr Kuypers „Ons Pro
gram" hebben nog bun vollen klem.
Daarover loopt de strijd.
Eu slechts, als we ons dat ten volle be
wust blijven, en ons beginsel onverzwakt
handhaven, is er voor de partijen van Rechts
een toekomst.
In ons isolement ligt nog immer onze kracht.
Maar dan mogen we ook niet rusten.
Dan moet, door woord en geschrift, door
groote en kleine pers het volk worden bear
beid, zoodat ook voor het volksbewustzijn
altijd duidelijker worde, waarom het gaat.
Geen wegdoezelen van het beginsel, gelijk
liberalist en" socialist dat doen, 'maar een voor
opstellen, een grondiger kennen, een toepassen
en een beleven er van.
Daartoe roepen ons alle teekenen der tijden.
Anti-revoutionnairen en Chr.-
Historischen.
In De Standaard lezen we
Rereeniging.
Na een uitstekend geslaagde samenwerking
gelijk ditmaal bij de Statenstembus mocht
plaats grijpen, duikt telkens weer de vraag
op, of de breuk van 1894 niet weer te helen
ware.
Op tweeëlei lette men hierbij.
In 1894 stuitte men op één bepaald punt.
Het liep toen over het kiesrecht. Toen had
Er werd niet veel gesproken.
De jongens voelden de angst in hun keel
kriebelen.
Pietje stapte met norsch gezicht mee toch
was ze niet heelemaal gerust, en ze dacht er
over, hoe vaak ze met Bertus had gekibbeld
en hem met minachting had behandeld.
Bertha liep bevende naast haar.
Ze zetten er een stevigen pas in.
In een half uur was de stad bereikt en
stond het gezelschap voor den winkel van
Van Henten. Het licht brandde reeds lang.
„Wachten jullie hier even, ik zal eens met
Van Henten praten", zei Brand.
De jongens en de beide meisjes wachtten
vol ongeduld.
Er was volk in den winkel.
Daar kwam Free naar buiten.
Dadelijk klampten de jongens hem aan.
„Ben jullie daar weer?" vroeg Free.
„Hij is weg," zei Kees, bedrukt.
„Wie, Bertus?" vroeg Free, en hij verschoot
van kleur.
„Hij was niet thuis," verklaarde Cor nader.
„Vader is naar je vader toe."
Free wipte naar binnen.
Vader was met Van Henten, nadat hij dezen
had gevraagd hem even om een dringende
zaak te spreken, de achterkamer ingegaan.
Free raadde het als bij instinct. Hij holde
men een ontwerp ingediend om het kiesrecht
op breede schaal uit te breiden, maar het
toch nog meer of min te binden.
Ons leek 'ttoen, dat de idee van het Huis-
manskiesrecht in dit voorstel ten deele tot
haar recht kwam, en deswege oordeelden we,
dat meegaan zaak ware. Andere vooraan
staande leden van onze partij daarentegen
waren van oordeel, dat zulk een kiesrecht in
geen geval mocht toegelaten. Vandaar toen de
breuke.
Vraagt men nu echter, of het verschil van
politiek inzicht, dat toen scheiding teweeg
bracht, alsnog de geesten verdeeld houdt, dan
antwoordt de feitelijke toestand hierop in
ontkennenden zin. Veeleer ontvangt men soms
den indruk, alsof inzake het kiesrecht, wie
toen tegen ons overstonden, thans verder
bedoelen te gaan dan ons lief is.
Vast staat daarom voor ons, dat wat toen
de geesten verdeelde, niet meer in gezonden
zin kan gezegd worden, het Sibboletli of Shib
boleth te zijn.
Toch verkeerden we nimmer onder den
indruk, alsof metterdaad uitsluitend het elec
torale geding destijds slitsing veroorzaakte.
Veeleer scheen 't ons steeds toe, dat men
beiderzijds, in zijn algemeenen politieken gang,
zijwaarts van elkander 't liefst te begane pad
koos. Ook het kerkelijk geding werkte hierin
inede. We durven dan ook niet verwachten,
dat de toenadering reeds aanstonds ver genoeg
zou kunnen gaan om weer samen in één teute
te gaan wonen.
Wel daarentegen blijft 't ons voorkomen,
dat de algeineene wijziging, die steeds sterker
in de politieke gedachte om zich grijpt, en
duidelijk de decadence van het Liberalisme,
ja, ten slotte de inzinking er van voorspelt,
er ten slotte toe leiden zal dat Antirevolutio
nairen en Christelijk-Historischen toch weer
gaan merken, hoe ze op eenzelfden wortel
stoelen, of ook, voor zooverre ze dit niet
mochten doen, iels van de wilde loot in zich
dragen.
Het is dan ook opmerkelijk, hoe beide
partijen nog altoos tot zelfs in den naam dien
ze kozen, een besef van eenheid en saam-
lioorigheid verraden. Ook de Christelijk-
Historischen toch hebben nog niet van den
naam Antirevolutionair afstand gedaan.
Let daarom op de teekenen der tijden, en
blijf een open oog hebben voor wat van zelf
komende is.
HERSTEMMING PROV. STATEN.
Zuid-Holland.
D o r d r e c lit. Aantal kiezers G828. Uit-
de kamer in vergat heelemaal te kloppen»
'tgeen hij altijd moest doen, als zijn vader
bezoek had, en riep: „Vader, Bertus is weg!
Hij is weg, zeggen ze 1"
Hij keek zijn vader met een uitdrukking
van hopeloosheid aan, alsof hij van hem hulp
verwachtte.
„Free," zei Van Henten, „roep de jongens
allemaal even hier."
„Er zijn twee meisjes ook bij, vader, zijn
nichtjes
„Die ook. Gauw dan!"
Van Ilenten was door Brand al eenigermate
op de hoogte gebracht. Juffrouw Van Henten,
met bleek gezicht en geheel ontdaan, kwam
ook iu de kamer.
„En weet nu niemand, waar dat kind zit
jammerde ze.
De jongens en de meisjes kwamen binnen.
Er was geenerlei luidruchtigheid ze waren
allen onder den indruk. Pietje nam nauw
keurig het vertrek op.
„Vertel nu eerst nog eens heel precies, waar
je het laatst samen gespeeld hebt en waar je
geweest bent," zei Van Henten. „Zoo nauw
keurig als je maar kan."
Kees van Wal begon, telkens in de red»j
gevallen door zijn kameraads, om allerlei
noodige en overbodige bijzonderheden aan zijn
verhaal toe te voegen. Bertha keek beurte-
gebracht geldige stemmen 6576. E. van der
Gyp Barendrecht, I., aftr., 3536, Z. van Schelt,
a.-r., 2930, H. J. Wichers, 1., aftr., 318, J. H. F.
van Zadeihoff, s.d.a.p., 3388.
Gekozen de heeren Van der Gyp Barendrecht
en Van Zadeihoff.
(Bij eerste stemming waren 1033 stemmen
uitgebracht. Van der Gyp Barendrecht 1764,
Van Schelt 2453, Wichers 1864, Van Zadeihoff
1925).
's Graven h age. Aantal kiezers 48070.
Uitgebracht geldige stemmen 27323. J. W.
Albarda, s.d.a.p., 14532, J. Buurman, s.d.a.p.,
1159, A. Deking Dura, u.l., aftr., 14343, L. F.
Duymaer van Twist, a.r., 11851, mr. J. J-
Ilenny, v.l., aftr., 14353, mr. J. Limburg, v.d.,
aftr., 14264, mr. M. de Mos, u.l., 14206, A.
Roest Crollius, v.d., 727, J. R. Snoeck Henke-
mans, c.h.. 11943. mr. A. O. H. Teilegen, r.k.,
11512.
Gekozen de heeren Albarda, Deking Dura,
Ilenny, Limburg en De Mos.
(Bij eerste stemming waren 25053 stemmen
nitgebracht. Albarda 6951, Buurman 6743,
Deking Dura 8243, Duymaer van Twist 9551,
Ilenny 8231, Limburg 8448, de Mos 8268, Roest
Crollius 7679, Snoeck Henkemans 9700, Tei
legen 8952).
Gouda. Aantal kiezers 14635. Uitgebracht
geldige stemmen 12445. Dr. T. Beekenkamp,
J., 5933, C. L. van W illenswaard, c.h., 6612.
Gekozen de lieer Van Willenswaard.
(Bjj eerste stemming waren 11,935 stemmen
uitgebracht. Van Willenswaard 5863, Beeken
kamp 3405.
Rotterdam I. Aantal kiezers 14191. Uitge
bracht geldige stemmen 9733. S. Bosman,
s.d.a.p., 4850, mr. C. F. A. Hoogeweegen, r.k.,
aftr., 4322, mr. A. de Jong, a.r., aftr., 4419,
H. W. Stolle, s.d.a.p., 4980.
Gekozen de heeren Bosman en Stolle.
(Bij eerste stemming waren 8393 stemmen
uitgebracht. Hoogeweegen 3391, de Jong 33%,
Bosman 2925, Stolle 3163.
Rotterdam II. Aantal kiezers 16637.
Uitgebracht geldige stemmen 11847. B. J.
Gerretson. c.h., aftr., 5906, B. J. van Slapele,
s.d.a.p., 5941.
Gekozen de lieer Van Stapele.
(Bij de eerste stemming waren 11059 stem
men uitgebracht. Gerretson 4834, Van Stapele
3517.)
Rotterdam III. Aantal kiezers 6386.
Uitgebracht geldige stemmen 4369. J. de
Jongh, I., aftr., 2085, dr. A. Plate, I., aftr.,
2225, K. A. Warmen hoven, c.h., 1897, A. B.
de Zeeuw, s.d.a.p., 313.
Gekozen de heeren De Jong en dr. Plate.
(Bij eerste stemming waren uitgebracht
lings den eenen na den anderen, die aan het
woord was, aan, alsof ze telkens de oplossing
van het geheim zou te hooien krijgen. Maar
het woord, dat haar van haar onrust kon
verlossen, bleef uit.
„Bertus moet nog ergens in het pakhuis
zitten, óf hij is de stad ingegaan. We zullen
nog eens liet heele magazijn doorzoeken en
vinden we hem niet, dan moeten we de politie
onmiddellijk waarschuwen," besliste Van
Henten.
Bertha brak iu een luid geschrei uit.
„Kind, hou je toch stil. Ben je nou kon
Pietje niet naiaten te snibben, al deed ze het
ook een paar toontjes lager dan gewoonlijk.
Juffrouw Van Henten kwam naar haar toe
en trachtte haar wat tot bedaren te brengen.
„De meisjes moeten hier maar even wachten,"
zei Van Ilenten.
Graag was Bertha mee gaan zoeken ze
durfde evenwel niet tegenspreken In stilte
bad ze„Och, Heere, laten ze Bertus toch
vindenlaten ze hem toch vinden, laten ze
hem vinden."
Een paar lantarens werden aangestoken en
het gezelschap ging op zoek.
Beneden werd overgespeurd, in en onder
tonnen en vaten, achter stapels balen, overal,
maar 't was vergeefs. Boven liep het onderzoek
uit op hetzelfde resultaat. (Wordt vervolgd.)
J&u ti*
Inzending van advertentlën vóór uren op den dag der uitgave.
DOOR ZELANDIA.
Nadruk verboden.