Buitenland. Uit Stad en Provincie. DE OORLOG. DE ZEESLAG. TER NEUZEN, 6 Juni 1916. Vervolgens sprak dr. K. Dijk van's-Graven-- hage over „De propaganda onder jongelingen van meer gevorderde ontwikkeling". Tot slot der vergadering sprak dr. B. Wie- lenga van Amsterdam, een opwekkende rede nit over „De oven voor liet goud". Na het zingen van Psalm 103 11 en dank zegging door den 2eu voorzitter, den heer Jac. van Oversteeg van Amsterdam, werd de vergadering gesloten. „Ned." f 100.000 STEUNFONDS Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan der Philipsgloeilampenfabrieken te Eindhoven heeft, de firma f 100.000 geschonken als steun fonds voor het personeel- Het jubileum werd luisterrijk gevierd. De berichten omtrent verliezen aan Duit- schen en Engelschen kant dekken elkander nog niet en zullen dat denkelijk voorloopig nog wel niet doen ook. De berekeningen van Duitsche zijde zijn, dat de Duitsche zeemacht een tonnenmaat verloor van 23 duizend, de Engelsche 133 duizend. Andere berekeningen zijn Engeland 102 duizend ton, Duitschland 13 duizend. Beide komen evenwel van Duit sche zijde. De Engelsche berichten noemen de verliezen der Duitschers grooter. De waarheid zal wel niet precies bekend worden in deze dagen. De Duitschers schrijven zich de overwinning toede Engelschen ontkennen verslagen te zijn, doch gewagen niet van een overwinning. In ieder geval schijnen de verliezen aan Duitsche zijde, óók betrekkelijk genomen, geringer dan die aan Engelschen kant. Dat de Engelsche bladen het volk aanmanen, niet tot pessimisme te vervallen, is zeker teekenend en doet wel vermoeden, dat Engeland een harden klap kreeg, al zal die dan ook geen beslissend karakter hebben. En wat zal de indruk zijn bij de bondgenooten Engelsche lezing. De admiraliteit meldt In den namiddag van 31 Mei heeft een treffen ter zee plaatsgevonden bij de kust van Jutland. De Engelsche schepen, die het heetste van het gevecht hadden door te maken, waren de slagkruiservloot, eenige kruisers en lichte kruisers, gesteund door vier snelle slagschepen. Daaronder waren de verliezen zwaar. De Duitsche slagvloot heeft, begunstigd door het slechte zicht, een langdurig gevecht met onze hoofdkrachten vermeden. Kort nadat deze op het tooneel verschenen, is de Duitsche vloot naar de haven terugge keerd, echter niet dan na zwaar te zijn ge havend door onze slagschepen. De slagkruisers Queen Mary, Indefatigable, Invincible en de kruisers Defence en Black Prince zijn in den grond geboord, de Warrior is onklaar geschoten en moest, na gesleept te zijn, door de bemanning worden verlaten. Voorts is bekend, dat de torpedojagers Tippe- rary, Turbulent, Fortune, Sparrowhawk en Ardent zijn verloren gegaan, terwijl er nog 6 worden vermist. Er is geen Engelsch slag schip of lichte kruiser in den grond geboord. De vijandelijke verliezen zijn ernstig. Ten minste één slagkruiser is vernietigd en één ernstig beschadigd. Eén slagschip moet door onze torpedojagers tijdens den nacht in den grond zijn geboord. Twee lichte kruisers zijn onklaar geschoten en waarschijnlijk gezonken. Het juiste aantal vijandelijke torpedojagers, die tijdens het gevecht buiten gevecht zijn gesteld, kan niet met zekerheid worden vast gesteld, doch moet aanzienlijk zijn. Verhalen van Hollandsche treilers, die den slag van nabij zagen. De „N. R. C." meldde Hedenmiddag zijn te IJmuiden twee Neder- landsche stoomtreilers binnengevallen die bij en in den zeeslag op de Deensche kust zijn geweest. Het zijn de Bertha" IJM. 122 van de maatschappij Ocean, kapitein Engel Stam en de „John Brown", IJM. 109 van de Alge- meene Visscherij Maatschappij, kapitein Tho mas Punt. De'IJM 122 meerde te kwartier over zessen aan den zoogenaamden toeristen steiger zij had aan boord twee-en-twintig schipbreukelingen, namelijk drie officieren, drie onderofficieren en vijftien matrozen van den Duitschen kleinen kruiser Elbing, die bij den verwoeden zeeslag ook blijkt verloren te zijn gegaan en eén Engelschman, G. Blurton ge naamd, semi arts, dokter aan boord van den eveneens gezonken Engelschen torpedojager Tipperary. De Engelschman is door de Duit schers gered hij was gewond door een splinter in het been eii lag in de kajuit terwijl de Duitschers zich aan dek bevonden, allen in ongeliavenden uniform. De namen der Duitsche officieren zijn: kapitein-luitenant ter zee Matling, commandant van de Elbing, de luit. ter zee 2e klasse Roder van denzelfden bodem. De schipbreukelingen werden ontvangen door den positiecommandant te IJmuiden, kapitein ter zee van Stockum ook de vice-consul van Duitschland, de heer Bakker, begaf zich dadelijk aan boord. De Duitsche opvarenden werden eerst geleid naar het bureau van den positie commandant daarna begaven de officieren zich naar hotel „Nummer Een", de matrozen naar het „Koning Willemshuis", De officieren hadden hun eerewoord gegeven niet te zullen vluchten, terwijl commandant Matling dezelfde verzeke ring voor de bemanning gaf. De Engelschman Blurton werd vervoerd naar de woning van den Britschen vice consul, den heer S. L. Reijgersberg. Naar men ons te bevoegder plaatse meedeelde is het niet waarschijnlijk dat de schipbreukelingen zullen worden ge ïnterneerd, daar zij gered zijp. door een parti culier vaartuig. Het verhaal van de „Bertha" Dinsdag was de treiler uitgevaren en Woens dagmorgen ongeveer 60 mij! van de kust op 56 graden 22' NB. en 5 graden 45' O.L.gaan visschen. In den middag hoorde de schipper kanongebulder op niet grooten afstand. Om 4 uur in den middag zag hij eenige, vermoedelijk Duitsche, kruisers met volle kracht in weste lijke richting varen. Het kanongebulder verwijderde 'zich tegen den avond en de schipper merkte van een zeeslag niets meer tot den volgenden (Donderdag) morgen. Om half tien was hij toen in zijn hut en werd gewaarschuwd, dat een sloep met menschen in het zicht was. De sloep werd gepraaid en de opvarenden werden opgepikt, de sloep werd daarna weer prijsgegeven. De geredden bleken te zijn de bovengenoemde schipbreu kelingen. De schipper hoorde, dat in de buurt nog een sloep moest ronddrijven met Engel schen. Naar deze sloep is nog gezocht, doch zonder succes. Tijdeus het zoeken voer de Bertha door een ontzaglijke massa wrakhout en passeerde ook vijf of zes lijken. De schipper zag een Duitsche torpedoboot, welke zinkende was en van een Engelsch schip het genadeschot kreeg. In enkele oogenblikken verdween de torpedoboot. Een groot slagschip, waarvan de nationaliteit niet was vast te stellen dreef met de kiel naar boven. De schipper had opgemerkt, dat Donderdagmiddag de Engelsche vloot bleef roudkruisen en de Duitsche terugtrok. De schipjier schatte de strijdmacht op zestig schepen van beide kanten. De slag had geduurd van Woensdagmiddag 2 uur tot Donderdagochtend 6 uur. De schipper deelde voorts mede, dat de Duitschers sceptisch gestemd waren omtrent den uitslag van het gevecht. Niemand heeft gewonnen, hadden zij gezegd. De Elbing was oorspronkelijk voor Rusland gebouwd geweest, zoo had schipper Stam vernomen. Het moet in den nacht in aanvaring zijn geweest met een Duitsche torpedoboot. De Elbing was zoodanig gehavend, dat zij niet meer te houden was. Daarom besloot men het schip in de lucht te doen vliegen. Op de bovengenoemde twee en twintig man na ging de bemanning over op de torpedoboot. De twee en twintig bleven aan boord om het schip te vernielen en redden zich daarna in de sloep en die werd door de Bertha opgepikt. Naar de heer Reygersberg ons verleide kreeg de Engelsche torpedovernieler Tipperary blijkens medodeelingen van den arts Blurton 'snachts een treffer en zonk onmiddellijk. Blurton had niets meer gezien, dan dat een sloep met de manschappen van de Tipperary wegdreef. Dit is de sloep, waarnaar de Bertha heeft gezocht. De heer Blurton heeft ruim een uur in zee gezwommen, toen de Duitschers hem opvischten. Do redders behandelden hun vijand zeer welwillend eu wikkelden hem in dekens. De commandant van de Elbing maakte er bezwaar tegen aan de pers inlichtingen te geven, in afwachting van de komst van den Duitschen gezant te 's Gravenhage, den heer von Kühlmann. Van de zijde der matrozen werd ons echter bevestigd dat de opvarenden zeiven de Elbing hebben doen zinken, blijkbaar in verband met den reddeloozen toestand van het schip. De commandant met de twee officieren en de 15 matrozen waren toen nog de eenige die aan boord waren alle opvarenden waren echter gered. Van deskundige zijde deelde men ons mede, dat de Elbing een nieuwe kleine snelle kruiser was, groot waar schijnlijk 4000 a 5000 ton, met ruim 400 man aan boord. Aan den slag moeten in het geheel onge veer honderd vijftig schepen hebben deelge nomen. Zeer belangwekkend was het verhaal van schipper Thomas Punt van den treiler John Brown IJm. 109. Deze had geruimen tijd te midden van de strijdende vloten gevaren. Hij was, zoo vertelde hij bijna gereed met de vischvatigst en bevond zich op 56 graden 31 N.B. en 6 graden 15 O.L., in de omgeving van Monkey Bank, 80 mijlen van de Deensche kust, toen hem in den middag van Woensdag 22 Mei ongeveer 2 uur een groote vloot passeerde ten nw. De schepen voeren zuid ten oosten naar noord ten westen. Wat de nationaliteit was, had de schipper op dat oogenblik niet met zekerheid kunnen vaststellen. De schepen hadden 3 of 4 schoor- steenen, gele en roode en de schipper meende dat het "Duitsche schepen waren, ongeveer 50, naar schatting. Dit vermoeden is later juist gebleken. De vloot bestond uit schepen van allerlei soort, de groote kruisers waren echter in de meerderheid. De vloot ging voorbij en de schipper ging voort met visschen Om half vijf hoorde hij dichterbij een kort gevecht, naar raming op 56.38 N.B. en 6.50 O.L., hijzelf bevond zich 56.31 N.B. De Engelsche vloot had de schipper niet gezien. Afgaande op de richting, waarin de schipper de Duitsche vloot had zien varen en waaruit het kanongebulder kwam, viel echter, meent schipper op te maken, dat de Engelschen uit Noordwestelijke richting komende, op de Duitschers waren gestooten. Na dit lyjrt gevecht werd het weer stil, doch 's avonds 7 uur ontbrandde de strijd opnieuw eu duurde onverminderd voort tot 11 uur. De schipper ond het geraden niet te vluchten, doch in de omgeving van den slag te blijven, omdat hij het in het belang van de onzijdige scheep vaart achte, dat iemand, in de buurt bleef, om later juist de plaats te kunnen opgeven waar het gevecht had plaats gehad. Onzijdige schepen kunnen dan de plaats mijden en zullen, zoo meende hij, geen gevaar loopen om te stooten op wrakken of uitgestrooide mijnen. Hij had vastgesteld, dat de actie had plaats gevonden, aanvankelijk van 56.38 N.B. tot 57 N.B. en 6.25 O.L. tot 6.50 O.L. en zich daarna had verplaatst naar 56.50 N.B. en 5.50 O.L. In den loop van den avond had het gevecht zich dus in Westelijke richting verplaatst. Naar de meening van den schipper week de Duitsche vloot in Westelijke richting. Tegen 11 uur werd aan Duitsche zijde een lichtkogel afgeschoten, welke vlak bij den treiler neer kwam. Deze lichtkogel was blijkbaar het sein tot den teruchtocht, want om 11 uur stevende de Duitsche vloot snel zuidwaarts. De Engel sche vloot achtervolgde haar met spoed. De schipper kon nu duidelijk de nationaliteit van de schepen onderscheiden, daar zij op 200 a 300 meter van den treiler passeerden en hij bij den schijn der zoeklichten goed de vlaggen kon zien. De treiler deinde hevig, zoo hevig werd de zee beroerd. Eenige oogenblikken kwam het scheepje lusschen de wijkende Duitsche vloot en de achtervolgende Engelsche vloot te liggen. De kogels vlogen over het dek en vielen rondom den treiler in het water. De opvarenden beleefden angstige oogen blikken, maar bleven, wonder boven wonder, gespaard. Tijdens den terugtocht der Duit schers zag de schipper twee schepen, welker nationaliteit hij niet kon vaststellen, in brand schieten. Om twee uur 's nachts waren beide vloten in Zuidelijke richtingen, in de richting van Helgoland dus, verdwenen. De schipper meende, dat later in den nacht weer een treffen \olgde, althans hij hoorde kanonge bulder. Tijdens de achtervolging door de Engelschen sqhenen deze versterking te krijgen. In het begin van den slag had de schipper een Engelschen kruiser suel in westelijke richting zien verdwijnen, vermoedelijk was deze hulp gaan halen. De Eugelschen bleven voordurend in de meerderheid, aldus schipper Punt. Bij het begin van den zeeslag had de schipper twee groote schepen, vermoedelijk Engelsche, zien zinken van luchtvaartuigen had men op den treiler niets gemerkt. Over de geredden. LONDEN, 3 Juni. (Reuter.) Het Deensche stoomschip „Vidar" kwam to IIuII aan met zes overlevenden van de „Shark", een der der drie torpedovernielers, die nog niet terecht zijn. De „Vidar" zag de „Shark" in vlammen gehuld en pikte de overlevenden op. Woens dagnacht zag de „Vidar" het wrak van een Duitschen kruiser. LONDEN, 3 Juni. (Reuter.) Officieel. Vier onderofficieren van de „Queen Mary" zijn gered alle andere officieren worden ver mist. De gezagvoerder van de „Invincible" is ge red alle overigen worden vermist. Alle officieren van de „Indefatigable", de „Defence" en de „Black Prince" worden ver mist. Alle officieren van de „Warrior" zijn gerpd. Per dag 300,000 projectielen Volgons een Engelsch bericht werpen de Duitschers gemiddeld per dag 300,000 granaten op do Fran'sche stellingen. Nieuw Succes der Oostenrijkers. Front. WEENEN, 4 Juni (Wolff) Officieel. Daar de Italianen op den hoofdrug ten zuiden van het Posinadal hardnekkig tegenstand bieden aan onzen opmarseh, ontwikkelden zich daar hevige gevechten. Onze troepen wisten dich ter bij de vijandelijke stelling te komen en oostelijk van'den Monte Cengio aanzienlijk terein te winnen. Ons front ligt reeds vlak bij de plaats Cesuna. Overal waar de vijand tegenaanvallen uitvoerde, werd hij afgeslagen. Gisteren maakten wij 5600 gevangenen, w.o. 78 officieren voorts werden buit gemaakt 3 kanonnen, 11 machinegeweren en 126 paarden James Hill en de Belgen. HAVRE, 3 Juni. (N. R. C.) Er is bekend gemaakt, dat de dezer dagen overleden Aine- rikaansche spoorwegmagnaat James llill, een bewonderaar en vriend van koning Albert der Belgen, vijf-en-twintig m i 11 i o e n frank heeft nagelaten voor het herstel van België. Om Verdun. Wolff meldt o. a.Op den linker Maas oever is een zwakke vijandelijke aanval ten Westen van hoogte 304 'gemakkelijk gekeerd. Een machinegeweer is door ons buitgemaakt. Op den oostelijken Maasoever zijn de heete gevechten tusschen het Caillette-bosch en Dam- loup in voor ons gunstigen zin gevorderd. Gisteren zijn er meer dan 500 Franschen, waaronder 3 officieren, gevangen genomen en 4 machinegeweren buitgemaakt. Optreden van een Entente tegen Griokeland. SALONTKI, 3 Juni. (Reuter). De Entente troepen hebben hedenochtend het telegraaf bureau, het stadhuis en het douanekantoor an Saloniki in bezit henomen. Terzelfder tijd zijn om de stad heen maat- egeleti van verzorg genomen teneinde de mo gelijkheid van tegenstand te voorkomen. De bevelhebbers van de Grieksche gendar merie en van de politie zijn uit hun ambt ontzet. Vrede In Politieken vinden wij een roepen om vre de van den Duitschen schrijver Otto Bariigrfl,- ber. Wij vertalen er iets uit „Houd op met dooden Houd op Gij hebt er al milioenen gedood Gij, die tegen elkan der raast, hoor in den stervenskreet van eiken doode het geklaag der heele mensclieid 's Lands doel is het leven. God zeide tot u r Heb uw vijanden lief! Is het de God der liefde, dien gij onder het moorden aanroept Of is het Baal, den God van moord en bloed „De liefde bindt de menschen samen, brengt voort, voedt ze op. Hebt gij ze op school tot liefde opgevoed? Neon, gij zeidet Bedenk, dat gij een Duitscher zijt! een Briteen Itali aan Als gij hun allen in stede daarvan eens had geleerdBedenk dat gij meusch zijt. Veracht niet uw broeders eigenaardigheden, maar tracht ze te begrijpen „Europa's toekomst berust op den bodem van het rechtBouw de toekomst van de wereld op den grondslag, dien de Haagsche conferentie heeft gelegd. Rechtspraak en ge rechtigheid in plaats van oorlog met roof en moord Weg met de onzinnige toenemende wapening voor roof en moord! Weg met het laffe wantrouwen tusschen de volken Weg met hen, die goud vergaren dat de volkeren met bloed betalen. „Houd op met moord en onwaardig gesjacher! Weg met schutten en tollen! Geef ons een nieuw EuropaGeef ons recht, niet alleen voor eenige 'uitverkoren' volken, maar voor alle volken in de wereld Recht voor volken, rassen en talen Geef ons een eensgezind Europa onder de herschepping van het recht neen, meer, geef ons een eensgezinde wereld! Geef ons een menschenrijk voor menschen Naar we uit goede bron vernamen zal de lijn Ter Neuzen ZaamslagAxel van de Zeeuwscli-Vlaamsclie Tramwegniaatscliappij, begin Juli a. s. in exploitatie komen. Te Ter Neuzen zal de lijn vooriooijig beginnen van af liet ziekenhuis. De dienstregeling zal vastgesteld worden in verband met de aankomende en vertrek kende Prov. booten van en naar Vlissingen en zullen alzoo 4 a 5 reizen per dag worden gedaan. Nog eenige personenrijtuigen moeten uit Holland deze maand aankomen. Aange vraagd is om op 29 Juni a.s. de dag van het Z. Vlaamsche Zendingsfeest te Zaamslag van Ter Neuzen uit eenige trams te laten rijden. Dinsdag 11. vergaderde alhier de afdeeling Land van Axel", van de Vereeniging van Clir. onderwijzers en onderwijzeressen in Ned. De heer J. J. v. d. Ouden refereerde over het onderwerp Jozef, als proeve van behandeling op de christelijke school. -Op deze inleiding volgde een drukke bespreking. De agenda voor de Alg. Verg. der Vereenigiug, welke Dinsdag en Woensdag na Pinksteren te Utrecht wordt gehouden, werd besproken. Tot afge vaardigde werd aangewezen de heer J. C. Jansen van Driewegen (secundus de heer A. Coumou, van Axel). Als bestuursleden werden herkozen de lieeren P. van Es als penning meester en A. Coumou als 2e voorzitter. Een drietal nieuwe leden werden ingeschreven de vergadering was flink bezocht. De vol gende vergadering, welke I). V. tweede helft Juli zal worden gehouden, zal plaats vinden te Axel. Volgens Zelandia wordt alhier met be stemming naar Gent een Duitsch hospitaal - schip verwacht, om aldaar gewonde soldaten af te halen. De 17-jarige voermaiisknecht J. V. alhier had ruzie gehad met een andre voermans knecht. Do politie trad tusschen beide vooreen onderzoek. Sedert dien tijd (Vrijdagavond) is V. zoek. Een onderzoek naar hem wordt in gesteld. Sluiskil. De heer Temmerman van Hoofd plaat reed per rijtuig van Sas van Gent naar Ter Neuzen om de boot van 5 uur nog te hebben. Voor het rijtuig was gespannen een 4-jarig paard van den koopman Prosp. B. uit Zuiddorpe. Even buiten Sluiskil geraakte het paard te water. De hoeren T. en B. hadden nog den tijd uit 't rijtuig te springen. In deerniswaardigen toestand werden beiden aangetroffen. De heer T. bewusteloos en gewond en de heer B. met gekneusd bee"- Zij werden in de dichtsbijzijnde herberg ge dragen. Onmiddellijk werd de heer 1., ge neesheer te Sas van Gent hiervan in kennis gesteld, die de beide gewonden verder be handelde. Het paard verdronk. Naar men zegt had het een waarde van 1800 a 1 Jl)U. Daar het dier niet verzekerd was, is dit een groot verlies voor den koopman B. (Zei.)

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1916 | | pagina 2