Antirevolutionair
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
M
FEUILLETON.
binnenland.
No. 1334.
Woensdag 7 Juni 1916
14" Jaargang.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver-
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
SïïZnpn STIIKKEN REDACTIE^ ABONNEMENTENAOVERTENTlfe^^^rE^^EZORQEÏS BIJ DEN UITGEVER.
Y Zonder strijd.
Y Oók van socialistische zijde
afgekeurd.
Uit jonge Jaren.
Y De oude toon.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,—. F ranco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders
Dit blad verschijnt Dinsdag» en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Peestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTUOIJ Az. te TbR NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
Alle stukken, voor de Redactie van
dit blad bestemd, te adresseeren
„Aan de Redactie van Luctor et Emergo
te Ter Neuzen."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
d( n dag der uitgave.
Indien verrassingen uitblijven, zullen de
kiezers in het Statendistrict Ilulst er ditmaal
gemakkelijk afkomen.
Immers, de liberale kiesvereemging in dit
district besloot zich van het stellen van can-
didaten te onthouden.
De motieven daartoe zijn ons slechts uit
eer, courantenbericht bekend.
Ze zijn, is dit vertrouwbaar, van edelen
aard.
Ze komen hierop neer, dat men, met het
oog op de tijdsomstandigheden, met het oog
op" den eïgenaardigen toestand van dit deel
van Zeeland, het Bestand wil handhaven,
althans geen politieken strijd uitlokken.
Intusschen spreekt men de wensch uit, dat
de vrijzinnige beginselen zullen zegevieren in
overig Zeeland en in ganscli Nederland.
Hoe zich dat te zamen rijmt, wenschen we
niet te onderzoeken.
De gedachte kwam in ons op, of de druiven
den liberalen vos niet wat te boog hangen.
We wijzen zulk een booze gedachte evenwel
onmiddellijk terug.
En verblijden ons veel liever in den geest
der voorzichtigheid en wijze bedachtzaamheid,
die het besluit der liberale kiesvereeniging
kenmerkte.
I)it geeft goede hope voor de toekomst.
Intusschen, liet is, terwijl we dit schrijven,
nog geen Dinsdagmiddag 5 uur.
Verrassingen zijn nimmer geheel buitenge
sloten.
Soms duiken „groepen van kiezers „onat-
hankelijken" enz. enz. op, die een stemming
noodig maken.
Een geruststelling bij zulk een eventueele
„verrassing" is voor ons, dat dergelijk bedrijf
op geen liberalen steun heeft te rekenen.
Z.
Het misleidend geroep der liberalen, dal
het bij den provincialen stembusstrijd gaat
vóór of tegen liet huidig Kabinet is van rechts
al afdoende op de kaak gesteld.
Dat de liberalen dezen leugen tocli nog
DOOR ZELANDIA.
Nadruk verboden.
33)
Hij was moe. Op. Zou hij zich hier neer
zetten Op den kouden vloer Op een vat
klimmen Ja, dat zou toch iets helpen en
dan zijn jasje stijf dicht knoopen
Maar, dat kón immers tocli nietde kelder
was veel te laag. Dan zóó maartegen een
vat aan.
Hij rilde voelde zich slaperig.
„Waar zou Bertus toch zitten
Kees had reeds allerwegen gezochtte ver
geefs.
„Zou bij niet naar buiten zijn gegaan
„Kan niet anders, 'k Heb overal gezocht.
Ga je mee
Zij gingen naar buiten.
„Bertus 1"
Maar er kwam geen antwoord. Ze slenterden
wat rond.
Gerrit, de pakhuisknecht, had zijn ronde
gedaan. Alle deuren afgeloten.
Hij overhandigde Van llenten de sleutels
„Is alles in orde, Gerrit
durven exploiteeren, is bijna niet tegelooven.
Intusschen, hun concentratie-genooten, de
sociaal democraten, erkennen ten minste open
lijk, dat de leuze valsch is.
Onder het opschrift„Het ministerie
schrijft „Het Volk" o. a. het volgende
„In den strijd om de Provinciale Staten
wordt 'een geluid vernomen, dat, meenen wij
er vreemd aan moest blijven. Er wordt ge
kibbeld over de vraag, of het gaat vóór of
tegen liet ministerie. Dit is een doelloos dis
puut. Het kabinet Cort van der Linden neemt
sedert liet uitbreken van den oorlog een uit
zonderingspositie in. Het beschouwt^als zijn
hoofdtaak, zoolang de oorlog duurt, de hand
having van Nederland's neutraliteit en onaf
hankelijkheid. In deze omstandigheden is het
verkeerd, zoowel om zich [achter het kabinet
min of meer te verschuilen, als om te pogen,
in liet kabinet een politieken tegenstander te
treffen.
Met onmiskenbare duidelijkheid heeft minis
ter Cort van der Linden verklaard, dat hij
weliswaar zijn oorspronkelijk program zal po
gen af te werken, maar dat eenig echec in dit
opzicht het kabinet niet tot heengaan zal
nopen. En nu staat de zaak zoo, dat de wijze
waarop het kabinet de nationale politiek heeft
gevoerd slechts bij één groep in het land ver
zet heeft gewekt, n.l. bij de Holdert kliek.
Geen enkele politieke partij echter heeft dat
verzet voor haar rekening willen nemen. Het
kabinet staat dus, zoolang de oorlog duurt,
wat het gewichtigste deel van zijn taak betreft,
buiten den politieken strijd."
We hebben enkele zinsneden onderstreept.
Ze spreken duidelijke taal.
De „linksche" leugen wordt derhalve ook
van socialistische zijde, zij liet dan ook in
niet al te kwetseudé termen voor den bond
genoot, aangeduid en afgekeurd.
Hoe zwak moet de vrijzinnigheid zich toch
gevoelen, om een tastbaie leugen tot haar
leuze te durven nemen. Z.
In hetzelfde artikel komt ook een beschouwing
voor over de taak, die de „arbeidersklasse"
wacht na den oorlog.
In niets schijnt het socialisme geleerd te
hebben.
Dezelfde toon van voorheen kunt ge weer
beluisteren.
Geen erkennen, dat het schoone stelsel
fiasco leed.
Integendeel, een vasthouden aan dc oude
idee, dat de viiand is „het kapitalisme".
En reeds nu, terwijl de oorlog nog woeut,
„Ja baas. Alles is op slot."
Gerrit ontving zijn weekloon en vertrok.
„Waar zitten de jongens, of zijn ze al weg.
En waar is Free? vroeg een half uurtje later
juffrouw Van Henten aan haar man.
„Weg zijn ze nog niet; tenminste niet, dat
ik weet. Ze zullen toch niet weggegaan zijn
zonder te groeten
„Waar zouden ze dan wezen?"
„Het wordt al wat donker en de jongens
moeten nog een aardig eindje loopen, eer ze
thuis zijn. Hun ouders worden ongerust, denk
ik, als ze nog lang uitblijven."
„Ik zal eens kijken, waar ze zitten. Ze
hebben den heelen middag in liet pakhuis
gespeeld. Misschien zijn ze een einje rond
gegaan."
Baas Van Henten stapte den winkel uit en
keek de straat in.
„Ik zie ze nergens".
„Zouden ze dan tóch weggegaan zijn En
Free dan?" vroeg, bezorgd, juffrouw Van
Henten.
„O, Free zal in geen zeven slooten gelijk
loopen. Maar ze zijn tocli bepaald nog niet
weg dat geloof ik niet."
„Die jongens tocli ook
„Daar heb je ze", viel haar man haar in de
rede. „Daar komen ze aan, op den hoek.
„Gelukkig."
Spoedig stonden ze voor Van Henten.
een grijpen naar een ideaal van vrede en
geluk.
In denzelfden weg van voorheen.
De ontgoocheling is er nog niet.
Omdat het feit der zonde wordt weggecijferd.
Nog immer wordt de vijand gezocht, waar
hij niet is.
In een zeker stelsel.
Maar niet in het hart des menschen.
De levenskracht voor een nieuw Europa is
niet de terugkeer tot den levenden God een
verlaten van den weg der zonde een vragen
naar 'sHeeren ordinantiën.
De levenskracht, die bezielen zal, is het
socialisme.
Is de arbeidersklasse, die het propageeren
moet.
„Zij heeft op de puinhoopen van liet oude
do fundamenten van liet nieuwe leven te
vestigen. Zij heeft het beginsel der solidariteit,
dat totnogtoe slechts in de afzonderlijke
klassen uitgroeide, over te planten in de
volkeren van Europa. Zij heeft de menschheid
te verlossen van liet Oorlogsbeest."
Zoo luidt liet in „Het Volk."
De Verlosser der menschheid is niet Chris
tus, maar het Socialisme.
Het beginsel der solidariteit wil het planten,
overplanten in de volkeren van Europa.
Welk een solidariteit!
De solidariteit dergenen, die God verwerpen
en Zijn geboden.
Waar déze solidariteit op uitloopt, leert
thans de wereldgeschiedenis.
Daar is een solidariteit der menschheid.
Maar een gansch andere, dan waarover liet
socialisme bazelt.
Het is de solidariteit der schuld tegenover
God.
Zonder erkenning dier schuld, is elke poging,
om liet „Oorlogsbeest" te onthalzen, louter
dwaasheid, die op nieuwe teleurstelling uit
loopt. z.
„LIBERALE" VERKIEZINGSLEUS.
Men roere alom de trom
De Staten moeten om,
En straks ook de Eerste Kamer,
Want die is dericaal,
Maar wij zijn liberaal,
En dus van-zelf bekwamer.
Al staat de wereld nog in brand,
Wij hebben maling aan 't Bestand,
Veel liever lijde 't Vaderland
Dan de Partij, wat hamer
ANONYMUS.
(Geïll. Volksblad.)''
„Vader"
i 9"
„licht U Bertus niet
vroeg Free,
gezien
„Bertus?", vroegen Van Henten en zijn
vrouw in de grootste verbazing.
„Ja", zei Free, verwonderd over hun toon,
„Bertus Halbers!"
„Is die dan niet hij jullie vroegVan Henten.
„Nee, vader; We hebben overal gezocht;
we kunnen hem nergens ontdekken."
„Kind, wat zeg je?" riep Free's moeder
ongerust.
„Wanneer ben jc hem kwijt geraakt in
formeerde zijn vader.
„We hebben vanmiddag wegkruipertje ge
speeld", lei Free uit. „Bij het laatste spelletje
was Kees 'm.
Hij kon hem nergens vindentoen zijn we
buiten gaan zoeken.
Van Henten dacht een oogenblik na.
De jongens keken met angst in de oogen
hem aan.
„Ik denk", zei eindelijk Van Henteu dat
Bertus allang thuis zit. Toen jullie weg waren
is hij te voorschijn gekomen, zoo denk ik
ten minste en heeft jullie niet meer ge
zien. Zeker heeft hij gedacht, dat je al naar
huis waren gegaan en is vast jullie achterna
gegaan, naar hij dacht. Hij zit stellig al thuis."
„Zou je denken vroeg moeder Van Henten,
die nog niet lieelemaal gerust gesteld was.
,,'t Kan haast wel niet anders," waar zou
GEREF. JONGEL. BOND.
Te Arnhem heeft op Hemelvaartsdag de 28e
Bondsdag van den Geref. Jongel. Bond plaats
gehad, onder presidium van den Bondsvoorzit
ter, ds. J. E. Vonkenberg van Zwijndreclit.
Na het zingen van Ps. 689 een opening
met gebed, werden eenige huishoudelijke za
ken afgehandeld.
Besloten werd o. m. den volgenden Bonds
dag te Rotterdam of te Dordrecht te houden.
Tijdens de besprekingen kwam de Commis
saris der Koningin van Gelderland, Jlir. S.
van Citters, ter vergadering.
Tijdeus de openingsrede van den Bondsvoor
zitter presideerde Jhr. Van Citters de ver
gadering.
Ds. Vonkenberg sprak over „de gevolgen
der mobilisatie voor het Vereeuigingsleven".
Van de ruim 14000 Bondsleden zijn er 3400
gemobiliseerd 25 hunner behaalden den rang
van officier. Het ledental van den Bond is
met 1000 gestegen.
Hierna verkreeg de Commissaris van H. M.
de Koningin het woord, die allereerst bedankte
voor de gloedvolle ontvangst en voor de aan
bieding van het eere-voorzitterschap dezer
vergadering.
Spreker herinnerde aan de vergadering van
het Ned. Jongel.-Verbond heide bonden heb
ben een verschillenden grondslag, maar de
aanblik dezer heide vergaderingen geven moed
voor de toekomst.
Want heide Bonden hebben éénen Koning
en spr. beschouwende ze als verschillende
regimenten van het groote legpr, met eenzelfde
wapenkreet.
Spreker vestigde daarna de aandacht op den
demoraliseerenden ernst der lijden, ook huiten
den oorlogstoestand, waarhij op de ware zelf-
beheersching werd gewezen, als den weg der
ontkoming.
Dit woord, door de vergadering met groote
aandacht geiioord, werd gevolgd door liet
staande zingen van Ps. 72, laatste vers, op
verzoek van den heer Jlir. van Citters aan
geheven.
Behandeld werd daarop: a. „Ringlevon en
Ringleven. (Ingeleid door de heeren J. Schu-
ringa van Sint Anna Parochie (Friesland) en
N. Bos, van Aclittienlioven (Utrecht).
Tusschen deze twee referaten bracht de
heer J. S. F. van Hoogstraten den groet van
den Ned. Mil. Bond over. Aan H. M. de
Koningin en dr. Kuyper werden telegrammen
van gelukwenscli verzonden.
In de Middagvergadering sprak do heer
J. Schouten, lid van den Gemeenteraad van
Rotterdam, voorzitter van de Zuid-Hollandsclie
afdeeling. over „Het karakter van den Bond".
hij anders zitten. Als hij nog in liet magazijn
was, zou hij immers wel roepen".
„Maar liet magazijn is al op slot", wierp
Free tegen.
„Als hij riep, zouden we hem gemakkelijk
kunnen hooren", zei Van Henten.
„Bertus!" riep Van Henten.
„Bertus!!" riepen de jongens mee.
Er kwam geen antwoord.
„Zie jc wel! Hij is al lang weg. Nu, ik
zou maar niet lang meer wachten, jongens,
en ook gauw naar huis gaan. Eigenlijk moest
je er al wezen. Ze zullen thuis ongerust
worden."
De jongens groett,en en vertrokken.
„Wacht nog 'seven," riep Van Heuten.
Ze stonden stil
„Je moeten natuurlijk even bij Bertus'
moeder
„Z'n tante!" viel Kees van Wal in de rede.
„O ja, bij zijn tante vragen of hij er al is,
hoor. 't Kan haast wel niet anders, maar dan
weet je het zeker."
„Mag ik nog een eindje mee, vader?" ver
zocht Free.
„Nee jongen, daar kan nü niets meer van
komen, jongens, loop nou maar gauw door!"
Ze groetten nogmaals en zetten er een
stevigen pas in.
(Wordt vervolgd).