nieuws- en Jldvertentieblad
Zeeland.
flntirmlutionair
mr
FEUILLETON.
Uit de Pers.
Binnenland.
No. 1332.
Woensdag 31 Mei 1916
13" Jaargang.
Uit jonge Jaren.
0 il iIQ (j n
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,—. Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders
Dit blad verschijnt Dinsdag» en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTP01J Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave
INGEZONDEN STUKKEN TE
RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN
ADVERTENTIËN:
Van 1 4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
ADVERTENTIËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken voor de redactie be
stemd, te zenden aan den Uitgever,
Vlooswijkstraat 21, Ter Neuzen, met vermel
ding „Aan de Redactie."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
V Daar kan het wèl!
Niet genoeg kan worden herhaald, wat on
verantwoordelijk spel de linkerzijde heeft ge
speeld inzake de sociale wetgeving.
Gereed lag een compleet stel verzekerings
wetten van minister Talma.
Dat schoof men, met minachtend gebaar,
op zij.
Staatspensioen moest er komen.
Maar natuurlijk een, dat héél hoog was.
En even natuurlijk niet pas met het 70ste
jaar.
Wantwat heeft een claoie aan pensioen P
En nu
Links heeft de meerderheid.
En wat doet links
Voert, onder valsch mom, Staatspensioen
in maar noemt het ouderdoms„renten
Het pensioen bedraagttwee gulden
En gaat in op zeventigjarigen leeftijd.
Naakter kan de zwendel niet tentoongesteld
worden.
En daar hielpen de heeren van het Staats
pensioen dapper aan mee.
Die met muziek en zang op meetings de
menschen lekker maakten met de belofte van
een groot pensioen op lager en leeftijd.
Zie nu eens naar Duitschland 1
Daar heeft men jarenlang reeds een Invalidi
teitsverzekering.
En het pensioen gaat in op 70-jarigen leeftijd.
Een pensioen niet in naam een rente, maar
een rente inderdaad.
Waarvoor de arbeider zélf heeft hijgedragen.
Geen aalmoes dus.
En wat stelt men nu in Duitschland voor.
Den leeftijd, waarop het ouderdomspensioen
ingaat, te brengen op 65 jaar.
De aanneming van dit wetsvoorstel is zoo
goed als verzekerd.
Een kleine premieverhooging van 2 pfenning
(iets meer dan 1 cent) per week, is al de last,
die den arbeider treft.
Dat is de heilzame werking der verzekerings
wetten.
Bij ons doet men anders.
Goede wetten laat men liggen.
Den invalieden werkman laat men aan zijn
lot over.
Enkel om „de politiek".
Een handelwijze, die zich wreken zal.
Z.
V Het geluk van het Kind
Ziehier een gedicht
18G6—1916.
Laat ons nu klimnlen op een heuveltop
En schouwen naar liet Land van ons v erleden,
Dat rustig in de zonneglans beneden
Zich uitstrekt. Blijde stemmen stijgen op.
Hoor hoe het lied, gedragen door den wind,
Ons zingt van moedig, machtig, kraclitigwerken,
Van strijden, onverpoosd en onversaagd, dier
[sterken,
Wier heilig doel ishet geluk van t Kind.
Dit gedicht siert de eerste bladzijde van
een gedenkboek, uitgegegeven ter gelegenheid
van bet vijftigjarig bestaan der Vereeniging
Volksonderwijs"
Dit boek is opgedragen „aan de voorstan
ders van volksontwikkeling, geleid in den
geest der beginselen van de openbare school."
„Het geluk van 't Kind, dat is dus hetjideaal.
Een hoog en heerlijk.
Hoe het te bereiken
Wanneer is het kind gelukkig?
Geluk zonder God
Een hersenschim.
Uit den kring van „Volksonderwijs" ging
nooit een poging, om de kinderen te leiden
tot Hem, Die de kinderen noodigde en hun
het koninkrijk der Hemelen toezei.
HET geluk
Aan de feestgave, bij gelegenheid van dit
halve eeuwfeest aan het bestuur aangeboden,
werd o. a. bijgedragen door een vijftal vrij
metselaarsloges.
In welke richting Volksonderwijs Het Geluk
voor 't kind zoekt, is niet twijfelachtig.
Het Christelijk onderwijs kan nog hoogeren
top bestijgen, dan waarop in het gedicht
wordt gedoeld, maar kan heuscli niet „schou
wen naar een land, dat rustig in de zonne
glans zich uitstrekt".
Zulk een lot was het niet beschoren.
En is nóg zijn deel niet.
De wacht moet nog immer betrokken.
Ook om „het geluk van 't kind".
Bij het Kruis, dat nooit mag los gelaten.
Mét het kind. Z.
32)
Hij stond op, maar stootte zich geducht liet
hoofd, 't Geleek hier wel wat op dien grot.
waarvan de oude Pieterse had verteldde
Samoen grot. Daar was het óók zoo laag
ze moesten er in voort kruipen. Hij rilde.
Mummies 1 Hingen ze hier ook niet? Kom,
wat dwaze gedachten 't was hier een kelder
anders niet. Ja, maar hij zat hier toch ge
vangen. Alléén. En niemand wist er van.
Een denkbeeld spande opeens zijn zielzouden
ze niet naar hem komen zoeken En als hij
ze dan hoorde, zou hij hard roepen, en aan
de deur rammelen zeker, ze zouden natüürlijk
naar hem zoeken en
Zouden ze hem dan ook vinden
Een poosje puaide hij zich met die gedachte.
Maar alles bleef doodstil.
En toen kwam het ellendig gevoel van ver-
laten zijn weer terug, nog zwaarder drukkend.
Alléén, vergeten
Nergens een uitweg nergens een uitkomst
De Veeuitvoer en de Broodregeling.
Het Huisgezin (r.-k.) schrijft
Verscheidene ministers zijn, door de buiten
gewone omstandigheden, voor een veel zwaar
dere taak komen te staan dan waarvan zij bij
hun optreden hadden kunnen droomen.
Minister Bertling heeft het al heel gauw
afgelegd.
Op de koude steenen hurkte hij neer, den
rug leunende tegen een groot vat.
Een nieuw denkbeeld schoot hem te binnen.
Als hij eens een groot, vol vat bij de deur
zag te krijgen en het dan met geweld er tegen
aan vallen liet? Zou de deur dan niet uit
het slot springen
Hij probeerde eens, maar aan de volle vaten
was geen verwikken. En de leege zouden
immers toch geen uitwerking doen
Was er geen enkel ander middel aan te
wenden Hij voelde eens in zipi zakken.
Niets dan een mes, tenminste niets anders,
waar hij eenig geweld mee kon uitrichten.
Wacht eens, wat zat daar in dat hoekje?
Een sleutel 1 De sleutel van zijn eigen kastje,
dat op zijn zolderkamertje stond, waarin hij
zijn kleine schatten mocht bewaren. Zou die
passen Och, hoe kon hij het ook denken
De sleutel was véél te klein De tranen
vloeiden rijkelijk Hij huilde niet meer
hard, woest; hij schreide zachtjes, zachtjes
En als in een visioen zag hij weer zijn
moeder O, het gebeurde zoo dikwijls, dat hij
zijn moeder geheel en al vergatAlleen
's avonds, als hij alleen op zijn kamertje was,
of te bed lag en den slaap niet kon vatten,
dan kwam hem het beeld der geliefde moeder
wel weer voor den geest. Maar er gingen
Een andere, misschien twee, hadden ook
heel wijs gehandeld indien ze waren afge
treden, maar die wijsheid is hun deel niet
geweest.
De minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel is met volle wetenschap van de zware
taak die hem wachtte in het kabinet getreden.
Hij, in ieder geval, is door de omstandig
heden niet verrast kunnen worden.
En nu gaat er maar één klacht over zijn
beleid.
In de laatste dagen hebben twee maat
regelen zijn reputatie een leelijken knauw
gegeven.
De vee-uitvoer en de wiltebroodcirculaire.
De eerste heeft de afmetingen van een
schandaal aangenomen.
En de tweede ware nooit uitgevaardigd,
indien de minister één bakker had geraad-
pleegd.
De secretaris generaal en drie referenda
rissen kunnen er bij te pas zijn gekomen,
maar één man met practischen kijk op de zaak
werd gemist.
Indien de minister zelf een oogenblik had
na- en doorgedacht, ware de circulaire achter
wege gebleven.
Of is de minister, overspannen en afgetobt,
in de zaak niet meer gemoeid geweest en
dragen anderen de verantwoordelijkheid voor
de daad
Mag dat nu zoo doorgaan
De wittebrood-circulaire moet worden in
getrokken of gewijzigd, op wiens verant
woordelijkheid
Straks komen hoogst belangrijke economische
wetsontwerpen o. a. dat der twintig millioen
voor levensmiddelen-voorziening inde Kamer
in behandeling.
Wie zal ze verdedigen
Een minister, die zich zelf te ontzien en te
sparen heeft
Of zal, op het laatste oogenblik, de heer
Lely dat zaakje opknappen
Aan het thans boven alle belangrijke
departement van Landbouw, Nijverheid en
Handel kan de minister geen dag gemist
worden.
Hij mag niet, half geknakt en gebroken,
ergeiis in het Geldersche zitten.
DE MINISTER VAN LANDBOUW.
Het Tweede-Kamerlid de heer Schaper heeft
de volgende schriftelijke ragen gericht tot
den Minister van Binnenlandsche Zaken, Mi
nister van Staat, tijdelijk voorzitter van den
Ministerraad
lo. Kan de Minister aan de Kamer mede-
deelen of de Minister vau Landbouw, Nijver-
soms dagen, weken voorbij, dat hij haar vergat
Hoe kwam het, dat hij zich thans die lieve
moeder zoo duidelijk voorstelde, dat het was,
alsof ze dicht., héél dicht bij hem wasalsof
hij wedex zat aan haar bed, dat bed, waarvan
ze niet meer was opgestaan Hoorde hij
haar zwakke fluisterstem, die hem maande
tot godsvrucht, die hem aanbeval, steeds, in
alle omstandigheden, met al zijn nooden, tot
God te gaan Hoe rustig was moeder ge
weesthoe kalm had zij den dood aangezien
hoe gerust was haar hart zelfs in dien bangsten
nood geweest? Haar Heer had haar niet
verlaten, had haar geleid door en uit het
leven veilig wist ze zich steeds onder 's Heeren
hoede. En hij, moest, mócht hij zoo beangst
zijn Was de Heer in den hemel onkundig
van wat hem nu overkwam Mocht hij ook
dezen nood den Heer niet bekend maken,
Hem niet om uitkomst bidden Hier, in den
donkeren kelder
Het scheen, dat deze gedachte hem min of
meer gerust stelde. Hij werd iets kalmer,
voelde voor een oogenblik de angst minder
martelen.
Zou hij bidden? Hij knielde op de steenen
neer en poogde het te doen. Hoe moest hij
beginnen
Heer wist
Wat moest hij zeggen Och, de
immers alles van hem. Hij be-
lieid en Handel nog langen tijd rust zal moe
ten nemen
2o. Indien dit het geval is, acht de Regee
ring zich alsdan tegenover het landsbelang
verantwoordelijk voor een in dezen tijd zoo
gewichtig Departement zelfs geen Minister
ad interim te benoemen
3o. Zoo ja, hoe worden dan op dit oogen
blik do zaken aan het Departement van Land -
bouw, Nijverheid en Handel geregeld, en aan
wie is de leiding toevertrouwd? Hebben
personen, buiten bet Departement staande,
hierop rechtstreeksehen invloed.
GENERAAL W. R. DE GREVE LEGER
COMMANDANT IN IND1E.
Naar wordt vernomen is generaal majoor
W. R. de Greve, van het leger in Neder-
landsch-Indië, bevorderd tot luitenant-generaal
en tevens benoemd tot commandant van het
leger in Nederlandsch-Indië.
TWEEDE KAMERVERKIEZING
WINSCHOTEN.
Het resultaat van de stemmingen in de
verschillende vrijzinnige kiesvereenigingen in
het district Winschoten is, dat jhr. mr. dr.
A. E. van Beresteijn, burgemeester van Veen-
dam, voor de Tweede Kamer van vrijzinnige
zijde candidaat zal worden gesteld. N. R. C.
MINISTER POSTHUMA.
De berichten omtrent den gezondheidstoe
stand van minister Posthuma luiden gunstig.
De minister is voornemens, na beëindiging
zijner kuur in den Haag, op 7 Juni a. s zich
voor enkele weken naar buiten te begeven.
UIT DE TWEEDE KAMER.
De Minister: 'Er is een Hollandsch fabrikant
die hard staal voor granaten stiekum in zacht
staal veranderde, omdat het dan gemakkelijker
te bewerken is. Maar dat zachte staal is voor
granaten absoluut onbruikbaar. Het springt
niet, maar valt weer uit elkaar.
De heer Ter Spill (v.-l.)Wie is die scha
vuit
De Minister: Dat kan ik niet zeggen.
LANDBOUWVERLOVEN.
Het bestuur van den Noordbrabantschen
Christelijken Boerenbond heeft, naar het Huis-
gez. meldt, den minister van oorlog getelegra
feerd, dat uit alle streken der provincie een
noodkreet opstijgt over gebrek aan arbeids
krachten in den landbouw, en hem verzocht
de landbouwverloven uit te breiden over boe
renzoons en -knechts, desnoods arbeiders.
Op 76 jarigen leeftijd is te Groningen
overleden de heer L. Leopold, sedert 1894
directeur van de Rijkskweekschool en schrijver
van verschillende lees- en leerboeken op het
gebied van Nederlandsche Letterkunde.
hoefde maar te vragen
„Heer, ik zit hier opgesloten" och, dat
wist immers de Heer wel„ik ik ben zoo
bang, dat ik hier van nacht ook zal moeten
blijven och, Heere help mij toch verlos
me tochHeer, maak toch, dat ik hier
vandaan kom o Heer en vergeef me
mijn zonden en doe het om Jezus' wil
en als Ge mij helptzal ik altijd
doen,... wat Gij gebiedt... o Heerohelp
mij, Amen 1"
Wat een vreemd gebed had hij daar nu
gedaan. Zou de Heer daarnaar hooren En
dat van zijn zonden, ja, dat hoorde er toch
zeker wel inwat dacht hij anders weinig
aan den Heerja, nu hij in den nood zat
maar zou hij het weer niet heel gauw ver
geten zijn, wat hij daar beloofd had, zooals
hij bijna altijd liet vergat, ofschoon hij het
zich o zoo dikwijls voornam?
Neen, zeker hij zou als de Heere maar
hielp, nu maar redding gaf, dan zou hij vast
gehoorzaam, bedaard, gezeglijk wezen niet
zoo hatelijk tegen Pietje, niet zoo wild
„Heer, help me toch!" verzuchtte hij nog
maals.
(Wordt vervolgd).
DOOR ZELANDIA.
Nadruk verboden.