Buitenland.
Uit Stad en Provincie.
voorwaarden te stellen.
Iedereen zal natuurlijk inzien, dat Groot-
Britannië het onbetwistbaar recht heeft den
verkoop van Engelsche kolen zoodanig te
regelen als noodig geacht wordt.
Zoolang er geen bepaald tekort was, werden
geenerlei voorwaarden ter zake van de voor
ziening met kolen gesteld en dit moest op
zichzelf reeds een voldoend bewijs zijn, dat
de Engelsche regeering rekening houdt met
de belangen der neutralen.
Er is naar het schijnt volkomen ten onrechte
verondersteld, dat Duitsche kolen, die als
hunkerkolen aan boord maren, beslist als
kontrabande in beslag zouden morden geno
men, maar hoewel zulk een inbeslagneming
voor Hr. Ms. regeering volgens de wet mogelijk
zou zijn in verband met de orders in council
van Maart 1915, wordt erkend, dat een derge
lijke handelwijze tot op zekere hoogte een
nieuwigheid zou zijn en de Nederlandsche
scheepvaart en andere belanghebbenden kun
nen verzekerd zijn, dat de Engelsche
regeering gaarne bereid zal zijn
om alle gevallen, waarin de uitoefening
harer rechten ten opzichte van Duitsche
bunkerkolen onbillijkheden zou veroorzaken
te overwegen.
Anderzijds is de uitvoer van produkten uit
Nederland naar de geallieerden herhaaldelijk
verboden. Onlangs bijv-, werd vergunning
geweigerd tot uitvoer uit Nederland van 35
ton beetwortelzaad, die door een Engelsche
firma reeds lang betaald waren en in Nederland
opgeslagen waren. Nederland heeft het
verreweg grootste gedeelte van de landbouw-
produkten, die gewoonlijk naar Groot-Britannië
werden uitgevoerd, naar een ander kanaal
geleid. En juist degenen, die deze wijze van
doen het krachtigst gesteund hebben, zijn de
eersten om te protesteeren, wanneer öroot-
Britannië aan de levering van kolen aan Neder
landsche schepen eenige voorwaarde verbindt.
DE OORLOG.
De strijd bij Verdun hervat?
Havas seint uit Parijs
Aan den linker oever van de Maas is de
slag sedert 48 uur hervat met een verwoedheid,
die men sedert den geweldigen stormloop in
het begin van het algemeene offensief tegen
Verdun niet meer gekend had. Het bombar
dement is met toenemende kracht in het vak
van hoogte 304 voortgezet en heeft een onge
hoorde hevigheid bereikt. De hellingen ten
N. van den top werden volslagen omgewoeld.
Enkele van onze loopgraven die door het
schieten van de vijandelijke artillerie en door
bommen met verstikkende gassen onhondbaar
jwaren geworden, zijn ontruimd, maar de vij
and heeft wat van beteekenis die niet
bezet, daar onze batterijen hem door hun hevig
vuur elk oprukken beletten. De noordelijke
helling van hoogte 304 vormt dus op het
oogenblik een soort van onzijdige zone tusschen
beide partijen. De Duitschers hebben zich
aan den voet van de hoogte genesteld. De
Franschen houden den top bezet.
Na de moeilijkheden die hij op 3 Mei bij
zijn aanval in het front had ondervonden,
heeft de vijand een actie beproefd in het
bosch ten Westen en ten Noordwesten van
hoogte 304, teneinde het weer met een flank-
aanval te probeeren, maar hij werd overal
met de blanke wapenen gekeerd. Het bom
bardement duurde met groote hevigheid voort,
maar de infanterie kwam niet meer voor den
dag. Het respijt bij den vijand is vrij zonder
ling, daar de onderneming met de geweldigste
middelen op touw was gezet, tenzij het een
gevolg is van de verpletterende verliezen die
hij geleden heeft.
Vredesonderhandelingen aanstaande
LONDEN. (Reuter). De bladen vernemen
uit Washington, dat daar een lange mede-
deeling van den gezant te Berlijn nopens den
toestand te Berlijn is ontvangen. Men ver
neemt, dat de gezant aan het ministerie van
buitenlandsche zaken heeft gemeld, dat er in
Duitschlana veel over vrede gesproken wordt.
De keizer moet den wensch koesteren, dat de
Yereenigde Staten het initiatief zullen nemen'
om onderhandelingen met de geallieerden te
bewerken.
Vredespoging van Duitsche zijde
In haar nota schrijft de Duitsche Regeering
letterlijk het volgende
„In het bewustzijn van haar kracht heeft
de Duitsche regeering zich veroorloofd, twee
maal in de laatste maanden hare bereidwillig
heid tot een vrede, waarbij Duitschland's
levensbelangen worden gewaarborgd, openlijk
voor de heele wereld kond te doen. Zij heeft
daarmede te kennen willen geven, dat
het aan haar niet ligt, dat den volkeren van
Europa de vrede nog langer wordt onthouden."
'.Turksch nieuws uit het Nijlgebied.
KONSTANTINOPEL, G Mei (Wolff.) Vol
gens betrouwbare berichten heeft Ali Dinar,
de imam van Darfoer, den heiligen oorlog aan
Engeland verklaard. Hij rukt met zijn troepen
en 8000 kameelen naar Noordelijk Soedan op
en drijft de Engelsche strijdkrachten, die hij
ontmoet, in wilde vlucht voor zich uit. Hij
is voornemens zich met de Semoessi's te
vereenigen.
De mededeeling in de Engelsche proclamatie
van 5 -{April, dat de Engelschen den imam
hebben verslagen is onjuist. Het zijn juist
de Engelschen, die vluchten in de richting
van den Nijl sedert de troepen van den imam
naar het Noorden trekken.
Aantal Engelsche gevangenen.
Naar de secretaris van het Oorlogsbureau
mededeelt, bedraagt het aantal dor Britsche
krijgsgevangenen zoowel als die behoorende
tot de koloniën, in handen van Duitschland
26,800 bedraagt, in handen der Bulgaren 449
en van Turkije 9796.
Duitschland en Amerika.
BERLIJN, 5 Mei (Officieel). De Duitsche
antwoord nota aan Amerika, die in den avond
van 4 Mei aan den Amerikaanschen gezant
is overhandigd, merkt in de eerste plaats op
aangaande de „Sussex"-kwestie, dat nog eenige
vaststellingen van feiten ontbreken. De Duit
sche regeering behoudt zich daarom verdere
mededeelingen voor.
De Duitsche regeering legt er nadruk op,
dat zij het wapen van den duikbootoorlog niet
kan prijsgeven, maar dat zij tot verdere con
cessie in het belang der neutralen bereid is.
De Duitsche regeering wijst met beslistheid
het verwijt van Amerika van zich, dat de
Duitsche regeering een opzettelijke methode
zou volgen om zonder onderscheid schepen van
allerlei aard, neutraliteit en bestemming door
het middel van den onderzee-oorlog te ver
nielen, daar bij het verwijt van Amerika geen
enkel konkreet voorbeeld daarvan wordt aan
gevoerd. De Duitsche regeering verwijst naar
de van haar zijde gedane voorstellen om het
onvermijdelijk gevaar van den zee-oorlog voor
passagiers en goederen zoo gering mogelijk
te maken en naar de afwijzende houding der
Amerikaansche regeering tegenover deze voor
stellen.
De Duitsche regeering wijst in verband
hiermede op de inbreuk van Èngeland op het
volkenrecht, waarvan de poging de Duitsche
bevolking uit te hongeren, tot het gebruik
van het duikbootwapen heeft geleid. Verder
wijst zij er op, dat de Amerikaansche regeering
het in haar macht heeft Engeland te bewegen
tot het opgeven van zijn met het volkenrecht
strijdende handelingen. De Amerikaansche
heeft zich tot nu toe tegenover Engeland slechts
tot protesten bepaald. Ook heeft de Ameri
kaansche regeering de vijanden van Duitschland
van oorlogsmateriaal voorzien. De Duitsche
regeering doet een uiterste concessie, daar zij
een nog grootere uitbreiding en verlenging
van den oorlog zou willen vermijden om de
beperking van de oorlogvoering tot beperkte
strijdkrachten mogelijk te maken.
De nota zegt woordelijk: „De Duitsche
regeering deelt aan de regeering der Vereenigde
Staten mede, dat aan de Duitsche zee-strijd
machten instruktie is gegeven tot het in acht
nemen der algemeene beginselen van het
volkenrecht over aanhouding, doorzoeking en
vernieling van handelsschepen, ook binnen het
gebied van den zee-oorlog en om koopvaardij
schepen niet zonder waarschuwingen redding
der menschenlevens tot zinken te brengen,
tenzij zij vluchten of tegenstand bieden." De
Duitsche regeering verwacht ten slotte, dat
haar concessie ook in het oog der Amerikaan
sche regeenng ieder beletsel zal wegnemen
voor liet herstel van de vrijheid ter zee en
dat de regeering der Vereenigde Staten thans
van Engeland met nadruk de inachtneming
van de principes van het volkenrecht zal
eischen en dezen eisch zal doorzetten. Zou
dit niet geschieden, dan behoudt de Duitsche
regeering zich volle vrijheid aangaande haar
besluiten voor."
Hoe behandelde Italië Montenegro
In een schrijven aan de N. R. C. lezen we
Toen met liet Servische Kerstfeest gedu
rende drie dagen en drie nachten de aanval
op den Loutsjen door een groot bombardement
werd geopend, konden de Montenegrijnen niet
antwoorden op het hevige kanonvuur, komende
van 8 Oostenrijksche kleine oorlogsbodems.
Van Podgoritza uit werd voortdurend om
hulp geseind, doch toen deze na drie dagen
nog niet kwam opdagen, moesten de Montene
grijnen hun stellingen daar verlaten, wilden
ze niet afgesneden worden van hun basis
Skoetari.
In Brindisi echter, slechts pl.m. 6 uur van
Cattaro verwijderd, lag de geheele Italiaansche
vloot en toen ik daar was, werd mijn oog
geboeid door een reusachtig schip, de Vittoria
Emanuel, waarover ik tegen een Engelsch
zeeofficier m'n bewondering uitsprak. Het
antwoord was onverwachts en typisch
„What; a fine boat; it 's a toy!" (Wat;
een flink schiphet is een stuk speelgoed
Tot mijn verwondering hoorde ik toen, dat het
schip er toen 8 maanden lag, zonder één enkele
minuut de haven te zijn uit geweest.
En toch, was slechts dit schip met eenige
kleine beschermers naar de Locotsjen gekomen,
het had niet alleen de Oostenrijksche flottielje
verjaagd, doch ook, ligging kiezende voor de
landtong van Cattaro, had het hier overheen
kunnen schieten en de Oostenrijksche troepen
in den rug kunnen aanvallen, daar de afstand
slechts acht KM. bedroeg.
Dit is mij toen ter tijd op de kaart duidelijk
gemaakt door den Montenegrijnschen generaal
Peter Martinovits, commandant der Landjak
armee.
Nog treuriger was de houding van Italië,
(het land waarvan de koningin zelf een dochter
van Montenegro's ouden vorst Nicola is) toen
de Servisch-Montenegrijnsche troepen eenmaal
in Durazzo waren en toch beroemt dit land
er zich op en wordt er ook om geroemd dat
het Servië heeft. Drie feiten om aan te toonen
waarin hun hulp bestond.
I. V o e d i li g. Het voedsel bestond voor
de Servisch-Montenegrijnsche troepen uit
pain de guerre en corned beef maar geen
pane of macaroni.
II. Veiligheid en evacuatie. lede
ren dag 's morgens en 's middags verschenen
Oostenrijksche vliegmachines, die steeds bom
men wierpen op de volgepropte stad en 10
lallen dooden en gewonden maakten. Geen
enkele is neergeschoten daar alle Italiaansche
soldaten op het geroep van „areaplano" vlug
in de daarvoor gereed gemaakte holen kropen
en zelfs de artilleristen hun stukken verlieten.
Het geheel verlaten Italiaansche kamp werd
dan door de hongerige Servische soldaten
geplunderd en zelfs op Corfoe was het vol
doende om slechts „areoplano" te roepen en
iedere Serviër begon te lachen.
De evacuatie was zoo „goed" geregeld, dat
geen enkel paard vervoerd werd (tenminste
geen Servische paarden) en de officieren hun
paarden voor een appel en een ei moesten
verkoopen. Ik zelf verkocht paard van 2000
frs voor 200 frs (met zadel en al).
III. De verpleging der zieken en
gewonden.
Toen ik eindelijk na een inspannende en
gevaarlijke vlucht door het hooggebergte van
Montenegro en Albanië over eindelooze sneeuw
velden en door verraderlijke moerassen in
Durazzo aankwam, trof ik daar dr. van Tien
hoven, die als gedelegeerde voor een comité
tot hulp aan Servisch vluchtelingen daar ver
toefde om te zien of er hulp noodig was. Den
eersten dag na zijn aankomst bezocht hij het
Servische hospitaal waar een groot aantal
zieken aanwezig was, maar waar men niets,
letterlijk niets geen medicamenten had. Hij
is toen oogenblikkelijk weer naar Italië ver
trokken met een torpedojager, heeft daar het
allernoodzakelijkste gekocht en was 2 of 3
dagen daarna weer terug om zijn medicamen
ten enz. te brengen.
Toch was er een Italiaansch leger van -j-
30,000 man met medisch personeel, materiaal
en een groo.t hospitaal. Ik geef te raden hoe
de Servische dokters over hun Italiaansche
collega's spraken.
Dat ook de Italiaansche „hulp" op de juiste
waarde werd geschat, bleek wel toen de oude
koning Nicola vluchten moest. H. M. de
koningin van Montenegro was reeds vroeger
vertrokken en wel via Rome, waar Haar
dochter, de koningin van Italië, Haar ontving.
Toen eenige dagen later de koning zelf kwam,
vertrok Zijne Majesteit rechtstreeks van Bari
van Brindisi naar Lyon zonder Rome aan te
doen of zonder Zijn dochter gezien te hebben.
Het Koninklijk Huis van Montenegro is dan
op het oogenblik ook niet in Italië zooals
oorspronkelijk verwacht werd maar te Bor
deaux.
TER NEUZEN, 6 Mei 1916.
In de op a.s Donderdag, des voormiddags
te 10 ure te houden openbare vergadering
van den Gemeenteraad alhier, komen de vol
gende punten in behandeling
1. Vaststelling van notulen van vorige
vergaderingen.
2. Ingekomen stukken.
3. Benoeming van leden en plaatsver
vangende leden van de stembureaux voor de
aanstaande verkiezing van leden van de Pro
vinciale Staten.
4. Voorstel tot het verleenen van dispen
satie van art. 10 der bouwverordening aan
A. de Meijer.
5. Voorstel tot het verleenen van goed"-
keuring aan de rekening van het Burgerlijk
Armbestuur over 1915.
6. Voorstel tot toekenning eener bijdrage
in de kosten van totstandkoming van een
verbindingsweg tusschen Oost- en West-
Zeen wscli-Vlaanderen.
7. Voorstel tot het verleenen van ver
gunning tot het leggen van een ijzeren buis in
gemeentegrond.
8. Toekenning van een gratificatie aan
A. C. Risseeuw voor de waarneming van het
telefoonkantoor te Sluiskil.
9. Voorstel tot onderhandsche verpachting
grasgewas.
10. Wijziging van de begrooting 1915.
11- ïj 1916-
12. Reclames tegen den aanslag in plaat
selijke belastingen.
De volgende maand zal de aanbesteding
plaats hebben van de werken tot het maken
van twee havenhammen benoorden de Staal
fabriek alhier. Door de tusschenkomst van
Jhr. de Muralt is dit werk zeer bespoedigd.
Hoek. Benoemd tot tijdelijk onderwijzer aan
de openbare lagere school alhier, de heer
v. d. Broeke, te Ter Neuzen.
Zaamslag. Naar we vernemen hopen op het
a. s. Zeeuwsch-Vlaamsche Zendingsfeest, dat
D. V. op 29 Juni e. k. alhier zal gehouden
worden, op te treden de volgende sprekers
Ds. K. van Anken van Pernis, Dr. V. Hepp
van Klundert, Oud-zendeling Jens van Utrecht,
Ds. M. Lindenborn, Directeur Ned. Zendingsv.
Rotterdam, Ds. H. Mulder van Amsterdam.
Ds. Van der Schuit van Amsterdam en Ds,
Schuller vau den Haag.
Zaamslag. Vanwege de Zeeuwsch-Vlaamsche
Tramweg-Maatschappij is thans een aanvang
gemaakt met het leggen van de ijzeren brug
aan „de Kraag." De gemetselde fundeeringen
waren sinds lang gereed.
Zaamslag. Door den gemeente-veld wachter
alhier is tegen den bakker K. proces-verbaal
opgemaakt wegens het bakken van ander dan
bruin brood.
Zaamslag. Zaterdag werd door het bestuur
der calamiteuzepolder Margaretha aanbesteed,
het herstel, de vernieuwing en het onderhoud
tol 30 April 1917, van de aarde-, kram-, rijs-
en steenglooiingswerked, aan bovengenoemde
polders.
Ingeschreven werd door de heeren J. de
Bree voor f3333, W. Adriaansens te Wal
soorden voor f3075, M. A. Verschelling voor
f3055 en J. P. de Vos voor f3050, wonende
te Ter Neuzen. De raming was f2705. Het
werk is behoudens goedkeuring van Gedepu
teerde Staten gegund aan den laagsten in
schrijver.
Zaamslag. Vrouw Wilhelmus alhier kreeg
Vrijdag in den stal een hevigen trap van het
paard, waardoor zij een bloedende hoofdwonde
bekwam en zich onder dokters behandeling
heeft moeten stellen.
Dit ongeval kwam doordat een paard zich
met zijn stalband bijna geworgd had, en toen zij
den stalband doorsnijdende het dier uit zijn
moeilijke positie wilde bevrijden.
Axel. Op de Zaterdag alhier gehouden markt
van Zeeuwsch-Belgisclie paarden waren aan
gevoerd 11 paarden. Er werden vier prijzen
van vijf gulden toegekend, nl. aan de heeren
I. de Feijter, C. Ileijnsdijk, M. Schieman en
Verbruggen. Handel was er niet.
Voor de Prov. Staten in het district Hulst
treden dit jaar af de heeren J. A. van Rompu,
E. B. Dumoleijn, II. A. van Dalsum (die zich
niet meer herkiesbaar stelt) en B. C. Puylaert.
Van katholieke zijde worden als candidaten
voor den heer II. A. v. Dalsum genoemd de
heeren F. van Waesberghe en L. W. G. Hoef
nagels, burgemeester van Hulst en Sas van
Gent. Het Z. W. deel van dit district is in
de Staten nog niet vertegenwoordigd, daarom
werd de heer Hoefnagels vernoemd.
Zaterdag was de gemeenteraad van Sas
van Gent opnieuw bijeengeroepen voor het
benoemen van een wethouder, daar de heer
Buijsse den wettelijkeu termijn had laten
verstrijken zonder kennis te geven van het al
of niet aannemen der benoeming.
Thans werd bij de eerste stemming met. 3
stemmen benoemd de heer P. de Vleeschouwer,
die de benoeming aannam. M. C.
IJzendijke. De Meikoopdag bij den heer J.
Brevet alhier heeft zich gekenmerkt door zeer
hooge prijzen. Voor drie paarden bood men
tot over de f 1000. Eén ging zelfs af voor
de kapitale som van f 13G0. De koeien golden
ook van de 3 naar de 400 gulden.
Een interneering op het
nippertje.
Omtrent het neerkomen Donderdagavond
van een Engelschen vlieger nabij Cadzand, in
het oude Zwin, meldt men aan de N. R. Crt.
van de Vlaamsche grens
In den avond van 3 dezer was een order-
gekomen, dat men om 1 uur achter het front
met een 40-tal vliegtuigen moest opstijgen om
Zeebrugge te bombardeeren en zoo mogelijk
de kustbatterijen. Zoodra zij boven dit gebied
vlogen, werden zij fel beschoten, wat niet
verhinderde, dat zij veel bommen neergooiden.
Ook de gedaalde vlieger had er een menigte
gestrooid.
Door het hevige schieten en de duisternis
is hij verdwaald boven de Noordzee en hij
vloog tot voor Vlissingen, waarop hij terug
keerde. Hij bemerkte echter, dat zijn motor-
warm liep en was gedwongen een noodlanding
te maken. Hij zag in 't ochtendlicht ver
schillende Nederlandsche vlaggen en besloot
te landen, maar bemerkte, toen hij gedaald
was, dat hij zich nog op Belgisch grondgebied
bevond. De Duitsche grenswacht schoot op
hem, maar hij wist op Hollandsch grondgebied
te vluchten. Hij trachtte nog zijn vliegtuig
in brand te steken, doch slaagde hierin niet.
De Duitschers schoten toe, om hem gevangen
te nemen hij sprong toen te water en waadde
verder, tot hij door onze grenswacht werd
gevangen genomen.
In het vliegtuig bevonden zich nog een aantal
bommen, welke hij niet heeft kunnen weg
gooien. De geïnterneerde vlieger is afkomstig
uit Londen.
Vlissingen. Alhier is een Belg, verdacht van
spionnage, gearresteerd en naar het huis van
bewaring te Middelburg vervoerd. Op hem
werd een bedrag van 47,000 frcs bevonden.
Vlissingen. Naar aanleiding van het bericht
afkomstig van het persbureau Vaz Diaz hebben
wij een onderzoek ingesteld ter bevoegde
plaatse en kunnen thans verzekeren, dat van
hier geen Belg verdacht van spionnage naar
het huis van bewaring te Middelburg is over
gebracht. M. Crt.
Bevolking.
De St.ct. (no. 107) geeft het bevolkingscijfer
van iedere gemeente der provincie Zeeland,
op 1 Januari 1918.
De provincie telde toen 120,671 mannen en
121,464 vrouwen of 242,135 inwoners. Deze
cijfers zijn resp. voor Middelburg 8<86, 9908
en 18,694; en Vlissingen 10,756, 11,217 en
21,973,
Goes. Door de heeren II. A. Ilanken, I.
Kakebeeke F. Dominicus, dr. J. W. Jenny
Weyerman en A. van der Have is een plan
voorbereid ter oprichting van een fabriek op
Beveland voor het drogen van appels en
j^et maken van aardappelstroop.