Antirevolutionair voor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. No. 1322. Donderdag 27 April 1916. abonnement Binnenland. FEUILLETON. Uit jonge Jaren. V Bedroevend. z. V Nog eens oorlogsbrood. J JWLi>o< Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1, per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, teuren en Brievengaarders. Franco Postdirec- Dit blad verschijnt Dinsdag» en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, hij den Uitgever D. H. LIT TOO IJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIËN: Van 1—4 regels ƒp,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. LOONDEN STUKKEN TH klCHT.:N WUT iëS^B, ABONNEMENTEN EN ADVEUTENTIBN TE BBZOROEN BU DEN UITGEVER Alle stukken voor de redactie be stemd, te 7,enden aan den Uitgever, Vlooswijkstraat 21, Ter Neuzen, met vermel ding „Aan de Redactie." Aanname van Advertentiën tot 1 uur op den dag der uitgave. Het Paaschfeest is weer voorbij. In deze dagen van wereldberoerfng vooral, door de gansclie belijdende Christenheid ge voeld als machtig symbool van de verrijzenis van een nieuwen dag, als een sterking des geloofs. Dat de verheven gedenkdagen derchristelijke religie zoo vafik worden misbruikt als dagen, van ijdelen wereldzin en uitspatting, moet steeds het harte met droefheid vervullen. Maar dat, óók in dezen benarden tfld, de wuftheid en lichtzinnigheid haar hoogtij viert op de dagen, die ons Christus' verrijzen her- inneren en moeten prikkelen tot een zoeken der dingen, die boven zijn, is dubbel te be- treu ren. Ook in ónze omgeving bleef schier èlk blijk, dat Gods slaande hand verootmoediging wekte, achterwege. Dat óók een overheid gcenerlei roeping gevoelt der dartelheid althans een breidel aan te leggen, stemt weemoedig. Opdat de eere van ons land niet zou worden aangerand, blijft het leger mobiel en kan geen verlof verleend aan do militairen. Maar opdat de eere des Heeren teschenni- ger zou kunnen aangerand worden, wordt met kwistige hand verlof verleend tot het open stellen van allerlei gelegenheid van „ver maak". Mocht èn volk èn Overheid van dezen weg terugkeeren. De feitelijke toestand is derhalve deze, dat sinds langper dag een hoeveelheid brood wordt uitgevoerd, die voldoende zou zijn des noods ongeveer 1/t van onze eigen bevolking per dag te voorzien, de portie gerekend op V« KG. per hoofd. "En dat terwijl de tarwevoorraad gering was, ^Ongetwijfeld ziet de Minister den toestand rooskleurig genoeg in, om een uitvoer van dezen omvang vooralsnog toe te laten. Zóó beschouwd is er in liet gegeven ant woord iets verbljjdens. Anderzijds, in aanmerking genomen hoe plot seling de noodzakelijkheid bleek, dat slechts „oorlogsbrood" mag worden gebakken, dringt zich toch de vraag naar voren, of welbegrepen eigenbelang geen intrekking of bplangrijke beperking van den brooduitvoer vordert. Mocht, onverhoopt, de tarwe aanvoer, door wat oorzaak dan ook nog, méér in het onge- reede geraken en liet vraagstuk der brood voorziening voor eigen land ernstig aan de orde worden gesteld, zoo zou men zich, wat nu wordt geduld, te laat beklagen. Z. Naar aanleiding van een vraag van den lieer Juten, of den Minister wel bekend was, dat dagelijks „eenige honderdduizenden kilo s brood" naar België werden uitgevoerd, ant woordde de Minister dat hem zulks bekend was. Zijn Excellentie vindt het ook met noodig dien uitvoer vooralsnog te verbieden. Alleen zal nu het wittebrood vervangen worden door bruin brood. Op de „eenige honderdduizenden kilo s dong dus de Minister niets af. Veilig mag derhalve worden aangenomen, dat de raming van een half millioen kilo per dag niet te hoog is. DOOR ZELANDIA. Nadruk verboden. 27) „Kom jongens, ga mee, laat 'm loopen,' raadde Kees. Wim wou er al op los; maar Kees pakte zijn arm en trok hem mee. Toen Henk zag, dat ze hem missen konden, veranderde liij van rol. Een paar leelijke scheldwoorden riep hij ze natoen ze hem hoonend zijn woorden nabauwden, raapte hij in zijn boosheid een grooten steen van den grond en wierp dien naar het drietal. Gooien was hem een tweede natuur. De steen miste. De jongens keken niet niet eens op. Ze stapten flink door. „Niks zeggen, hoor," zei Bertus. „Laat maar doen, dan zijn we het gauwste van hem af" „Wee, als 't-ie me raakt, dreigde Kees. Henk bleef achter. Wim keek eens om en zag hem terugkeeren. „Waarom is Cor Brand niet meegegaan?" vroeg Wim van Ree. ENGELSCHE REGEERINGSVERKLAR1NG De Londensche korrespondent van het Handelsblad" had een onderhoud met den eersten minister Asqnith aangevraagd, dat hem echter wegens tijdsgebrek naar Lord Newton van het ministerie van buitenlandsche zaken verwees. De korrespondent bericht over het onderhoud o.a. De voornaamste vragen, die ik Lord Newton stelde, waren: of de geallieerden op de on langs te Parijs gehouden konferentie besloten hadden troepen in Nederland te landen of dat zulk een plan daar ter sprake was gebracht; of de Engelsche regeering nog steeds hare 111 het begin van den oorlog afgelegde belofte gestand doet, dat Engeland de rechten van ons land wat de Schelde betreft, stipt zal eerbiedigen; of het gerucht, dat de Engelsche regeering de Ncderlcindschc cinngezoclit luid om liet Rijntraktaat met Duitschland op te zeggen, eenige waarheid bevat. „Wat de eerste vraag betreft", zeide Lord Newton, „kan ik u verzekeren, dat zulk een plan nooit in iemands hersenen is opgekomen. Ik kan dat beslist ontkennen. Waarom zouden wij zoo dwaas zijn om met eenig neutraal land twist te zoeken'? Het spreekt vanzelf, dat de Engelsche regeering alle beloften, die zij heeft afgelegd, gestand doet en uwe derde vraag kan ik ontkennend beantwoorden. De betrekkingen, die tusschen Engeland en Neder- „'k Heb heelemaal niet meer om Cor ge dacht", bekende Bertus met schaamte. „Ik wacht op hem", voegde hij er in eens aan toe. „Hij zal ons wel achterna komen." Hij bleef staan. De anderen weifelden. „Misschien mag hij niet eens," bracht Kees in het midden. „Ja, hij mocht. Gisterenavond heeft zijn vader liet hem beloofd. Ik was er zelf bij." „Maar dan zit-ie misschien op jou te wachten". „Dan ga ik terug, hem halen." Hij maakte rechtsomkeert. „Wacht even", zei Wim, „daar komt-ie alan". Ja, daar kwam Cor. Op een draf spoedde hij zich naar hen toe, zwaaiend met de armen. Ze zwaaiden terug ten teeken dat ze hem opgemerkt hadden, en bleven wachten. Daar zagen ze een jongen tegen de helling van den dijk omhoog klauteren. 't Was Henk Dorsman ze herkendon hem uit de verte gauw genoeg. In zijn hand had hij een stok. Blijkbaar haastte hij zich, om den hardloopenden Cor nog net vóór te zijn. De jongens keken onwillekeurig scherp toe, als vermoedden ze onraad. Juist even vóór Cor Henk Dorsman had kunnen passeeren, was deze op den dijk ge komen. Hij plaatste zich midden op de straat, om Cor tegen te houden. land bestaan, worden, geloof ik, nauwkeurig omschreven in de verklaring, die ik voor u heb gereed gemaakt." O.iii. leest men daar „Groot-Britannië is niet van plan te trachten den bona-fide-handel voor Nederlands eisen behoeften te bemoeilijken, maar ziet in, dat het in de uitoefening van zijn rechten als oorlogvoerende in zijn recht is, wanneer het den overzeeschen handel van Duitschland over Nederland afsnijdt. „Engeland heeft zijn best gedaan om tus schen deze beide soorten van handel onder scheid te maken en den laatstgenoemden te vernietigen, zonder den eersten te schaden. Er zijn ongetwijfeld vergissingen voorgekomen, maar er is al mogelijke gedaan om schade aan Nederlandsche belangen te vermijden. „In welk opzicht hebben de Nederlanders zich te beklagen over de behandeling, (lie zij van Engeland ondervinden Zij hebben kleine ongemakken te verduren gehad bet zou nutteloos zijn dat te ontkennen door het ophouden van sommige hunner schepen en hunner ladingen maar zij beginnen thans wel in te zien, dat deze ongemakken met grooter zijn dan een land, dat tussc.lien de voornaam ste vijanden in een grooten wereldoorlog in geschoven is, verwachten kan en dat van de iijde van Engeland alles is gedaan 0111 twij felachtige gevallen met de grootst mogelijke snelheid en hoffelijkheid af te doen. „Vergelijkt dit nu met de behandeling, die de Nederlanders van de zijde van Duitschland hebben ondervonden 1 „Ik wil daarom van deze gelegenheid ge bruik maken om alle klassen der bevolking van Nederland en van de Nederlandsche over- zeesche bezittingen te verzekeren, dat nie mand in het Vereenigd Koninkrijk of in de Britsclie dominions, hetzij een officieel of een partikulier persoon, er ook maar in de verste verte aan denkt om ooit te beproeven Neder land te berooven van de bezittingen, waarop liet terecht zoo fier is." STATENVERKIEZINGEN. UTRECHT. De stemming is zoo noodig bepaald op 15 Juni en de herstemming zoo noodig op 27 Juni. NEDERLANDSCII SCHIP TOT ZINKEN GEBRACHT. LONDEN, 25 April. Het Nederlandsch s.s. „Berkelstroom" is gisteren in de Noordzee door kanonvuur tot zinken gebracht. De be manning is gered. Het vaartuig behoorde aan de Holl. Stoom boot-Mij en was Zondagavond van Amsterdam vertrokken, bestemd voor Londen. Het schip, metende 366 Eng. reg. ton, had „Ga je mee, jongens," zei de vechtlustige Wim, „hij gaat op Cor af. We gaan hem helpen. Ze wisten, hoe bedeesd Cor van aard was, en dat bij, om een gevecht te vermijden, waarop Henk liet klaarblijkelijk toelegde, liever nog naar Wegdorp zou teruggaan. Wim van Ree hoefde zijn makkers geen tweemaal te noodigen. Onmiddellijk waren Kees en Bertus bereid tegen den belager op te trekken. „Waar uioet je naar toe schreeuwde Henk uitdagend Cor Ilrand toe, terwijl hij zijn stok rondzwaaide. „Naar de jongens," zei Cor. „Laat me door1" „Kun-je begrijpen. Je gaat niet mee. Je blijft hier." Ilij naderde Cor nog dichter en zwaaide nog wilder, als om hem nog meet vrees aan te jagen met zijn knuppel. „Niet wegloopen Cor," schreeuwde Kees van Wal, om hem te bemoedigen. Henk keek even om. De jongens waren al tamelijk dicht gena derd. Op hén had hij niet gerekend. Hij had gemeend in Cor een gemakkelijke prooi te hebben, om zijn woede eens te koelen. Al zijn boosaardigheid richtte zich nu te meer op hém. Maar hij moest gauw wezen, anders liep hij een lading van 535 Holl. ton stukgoederen aan boord, bestaande uit karton, 1000 zakken cacao, benevens 10 ton viscli. BROOD NAAR BELGIE. Op de schriftelijke vragen van het lid van de Tweede Kamer, den heer Juten, betreffende den uitvoer van brood naar België, ingezonden 18 dezer Zeker is liet den minister bekend, cat eiken da» eenige honderd duizenden wittebrooden over onze grenzen gaan, om daarmede een deel der bevolking van België een voedsel te voorzien Heeft de minister liet met noodzakelijk geoordeeld om, nu over eenige dagen de ge- heele bevolking van Nederland reeds vei plicht zal zijn bruinbrood te eten, den uitvoer van brood'geheel stop le zotten, of althans alleen dien van bruinbrood toe te staan Luidt bet antwoord van den heer Posthuma, minister van landbouw, nijverheid en handel, ingezonden 20 dezer Het in de eerste alinea vermelde is den minister bekend. De minister heeft liet vooralsnog met nood zakelijk geoordeeld der. uitvoer van brood voor een deel der bevolking van België stop te zetten. Door liet verbod om wittebrood te mogen bakken zal van 24 dezer af alleen bruinbrood naar België kiinnen worden uijgevoerd. TEGEN VROUWENKIESRECHT. Men meldt aan liet Hand. dat liet adres tegen vrouwenkiesrecht aan de Tweede Kamer is ingezonden, voorzien van ruim drie-en- veertig duizend haiidteekeiiingen van Neder landsche vrouwen. DOE NAAR MIJN WOORDEN, NIET NAAR MIJN DADEN. Het Ministerie van Landbonvv, Nijverheid en Handel heeft een rondschrijven tot de Kamers van Arbeid gericht om, met liet oog op de schaarschtc aan schrijfmachinepapier bij liet gebruik van dit papier zooveel mogelijk spaarzaamheid te betrachten cn bijv. het schrijven op dubbele vellen, wanneer een vel voor'den tekst van het stuk voldoende is, te vermijden. Dit rondschrijven telt, wat den tekst betreft vijf regels plus één woord. Niettemin is liet gedrukt op een dubbel vel papier folio formaat. Economie bien ordonnée GRONDSTOFFEN VOOR DE ZEEPFABRICAGE. De N. O. T. heeft vergaderd met de hard en zacht- zeepfabrikanten, lijnslagers,glycerine- distillateurs en kaarsenfabrikanten, ten einde de voorwaarden te bespreken, waarop Enge- kans, dat voelde hij zeer goed, om met intrest en al te worden betaald. Daarom hief bij zijn stok op en sloeg uit alle macht. Cor wilde den slag nog ontwijken, doch het was te laat. Henk Dorsman had goed geraakt en trof Cor in het gezicht. Na zijn heldendaad volbracht te hebben, snelde liij den dijk af en stelde zich in veiligheid in buis. De slag was flink aangekomen. Het bloed liep Cor uit mond en ooren. De jongens bleven ontsteld staan. Gelegenheid om Henk zijn euveldaad betaald te zetten, kregen ze niet. Henk liet zich niet zien. „Doet liet zeer?" vroegen ze. 't Was om toch wat te zeggen, want het antwoord lazen ze genoegzaam op Cor's bloedend gezicht. „Ga mee," zei Bertus, vlug besloten, „we zullen je afwassclien. Een eindje verder was een tamelijk breede sloot met helder water. Ze leidden Cor er beenzakdoeken werden te voorschijn gehaald en Cor's gezicht was gereinigd. Een tand was hem uitgeslagen en de neus bloedde tamelijk lievig. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1916 | | pagina 1