IJ
Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Zaterdag 8 April 1916,
Inzinking?
Binnenland.
No. 1315.
7a(prH»d 1 Anril 1916.
Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,—. Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, ostnec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdags en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LlTTC^OU Az. te TER NEUZEN.
ïdvertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
Inzending van
ADVERTENTIEN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver*
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DB
REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken voor de redactie be
stemd, te zenden aan den Uitgever,
Vlooswijkstraat 21, Ter Neuzen, met vermel
ding: „Aan de Redactie."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
Vergadering van Aan
deelhouders der Naamlooze
Vennootschap „LUCTOR ET EMERGO te
Ter Neuzen, D. V. op
des namiddags ten 3 ure, in de Clir. Bewaar
school alhier.
De w/n Voorzitter,
I). E. WOLFERT Hz.
i.
Meermalen
geuit, dat
tijd de klacht
ige christelijke
is in den laatsten
er in onze veelzijdig
actie overvloedige blijken van achteruitgang
zijn waar te nemen dat er inzinking is te
bespeuren.
De oude liefde gloeit niet meer.
De vroegere energie is uitgedoofd.
Iu plaats van een lieilig ijveren voor onze
beginselen is gekomen een geest van koude
berekening.
Er is niet meer de lioogc geestdrift, die
voorheen bezielde.
Het onderling vertrouwen is geschokt, ja
ontbreekt vaak geheel.
De rechte toewijding is schaarsch te vinden.
Een geest van matheid, zoo niet erger, ken-
meikt veler streven.
Het geestelijke element in den strijd wordt
uit liet oog verloren.
Er is geen heiliging van den krijg.
Wereldgelijkvormiglieid is de gevaarlijke
klip, die er velen deed stranden.
Wie zijn liet die deze klacht uiten
Vaak, men weet het, zijn de klagers juist
degenen, die van verre, als bedillers hebben
toegekeken.
Die nooit zélf de handen uit dc mouw staken.
Die tot de beste stuurlui behooren vanwien
liet spreekwoord niet ten onrechte zegt, dat
ze aan den wal staan.
Zij weten wel, hoe het hoort en hoe het
moet, zij hebben de wijsheid gepacht.
Maar met dat al bleven zij zich steeds ver
genoegen met de rol van ledige toeschouwers.
Nauwelijks zien ze, of meenen ze iets te
zien, dat niet gaat als het behoort) of hun
critiek komt los.
Eu in hun jeremiaden schuilt zelfs min of
meer leedvermaak.
Met farizeeuwsch gebaar wenden ze zich
af; hooghartig veroordeelen ze, zelfs zonder
zich voldoende op de hoogte te hebben gesteld.
Do critiek van dezulken deert weinigze
is vooruit te zien men legt ze uaast zich neer.
Er is echter ook een critiek. die het wel
meent.
Die geboren wordt, niet uit vit- of bedil
zucht, maar uit oprechte bezorgdheid over
deu gang van zaken.
Toch dient ook in dezen wel te worden
onderscheiden.
Er kunnen zich omstandigheden voordoen,
er kunnen toestanden voorkomen, die werkelijk
reden geven tot ernstige bezorgdheid.
Licht staat men dan bloot aan de neiging
om te gaan generaliseeren.
En dat niet alleen, maar, of liever juist
tengevolge daarvan, om te gaan overdrijven.
En niets schaadt zóó zeer, als dit laatste.
Het valt o zoo gemakkelijk, den staf te
breken over dezen of genen misstand en in
zijn critiek zich maar eens te laten gaan.
Men ziet ten slotte niet meer de objectieve
werkelijkheid, maar het beeld, dat men zich
zelf heeft gevormd.
Al het goede wordt dan vaak voorbij gezien
al bet verkeerde in bet licht gesteld, allerlei
feil breed uitgemeten
Het gevoel voert den boventoon het ver
stand mag voorloopig zwijgen.
Hoe goed bedoeld, en uit welke edele over
wegingen wellicht ook geboren, ook deze
critiek is een gevaarlijk wapen.
Het is een critiek, die uiteraard den tegen
stander naar den zin is, en hem dikwijls den
stok in handen geeft, om te slaan.
Natuurlijk is dat door den doordravenden
criticus niet bedoeld, bet is er toch liet on
vermijdelijk en onaangenaam gevolg van.
Bovendien is het geen critiek, die verbetert,
maar een, die verbittert.
De medestander voelt zich onrechtmatig
bejegend; men lokt tegencritiek uit; wordt
wederzijds onbillijk, en bederft gezamenlijk
veel.
Zooals we zeiden, is in den laatsten tijd
kritiek en klacht niet achterwege gebleven
omtrent velerlei op christelijk terrein.
We willen gaarne aannemen dat de bedoe
ling was, om te verbeteren; dat het de «Wen
de» waren, die do feilen toonden.
Het zal derhalve de moeite loonen, de
klachten van naderbij te beschouwen.
Dan mag allereerst verwacht, dat ze precies
geformuleerd worden en niet in algemeenheden
vcrloopen, waarop moeilijk te antwoorden valt.
Een klacht kan zooveel inhouden, dat ze
ten slotte niets zegt.
Met ach en wee roepen vordert men niet.
Maar bij een duidelijke aanwijzing is het
mogelijk, door zakelijke bespreking en nauw
lettend onderzoek óf verbetering te brengen
óf te overtuigen van het ongegronde der klacht.
Beweert men in bet algemeen, dat er in
zinking moet geconstateerd worden, dan mag
met recht de vraag gedaan, waaruit deze,
speciaal blijkt.
Dan alleen is het mogelijk ook de middelen
ter verbetering te zoeken. Z.
H. M. DE KONINGIN NAAR DE
HARSKAMP.
Naar de „Avp." verneemt, zal H.M. de
Koningin 4 en 5 April a.s. een bezoek brengen
aan de te Harskamp gelegerde troepen.
Het voornemen bestaat om den eersten
dag een groote oefening te doen houden door
de aldaar gelegerde troepen tegen die te Ede
in garnizoen.
Bij deze oefening zal een daarvoor beschik
baar gesteld huis in staat van „verdediging"
worden gebracht, welke „versterking" door
de tegenpartij moet worden veroverd.
Don volgenden dag zal het gelieele kamp
door H. M. worden bezichtigd, waarbij ter be
zichtiging zullen worden aangeboden verschil
lende voorwerpen, door militairen in hun
vrijen tijd vervaardigd als houtsnijwerk, e. d.,
terwijl er tevens verschillende openlucht
spelen zullen worden gedemonstreerd.
DE LEENING.
Op de nieuwe Staatsleening was Woensdag
reeds voor meer dan 183 millioen gulden
ingeschreven, waarvan voor ruim 91 millioen
uit Amsterdam, ruim f 25,800,000 uit 's Graven-
liage en ruim f23,800,000 uit Rotterdam.
TWEEDE KAMER.
De openbare vergadering van de Tweede
Kamer is uitgesteld tot Dinsdag 4 April,
's morgens halftwaalf.
LICHTING 1910.
Naar wij vernemen zullen van de lichting
1910 worden ingelijfd van 15 Mei 1916 de
helft van de getallen der dienstplichtigen,
toegewezen hetzij aan de regimenten veld
artillerie, hetzij aan het korps rijdende artil
lerie en van 16—20 Mei 1916 dé dienstplich
tigen, toegewezen hetzij aan liet korps pantser-
fort-artillerie, hetzij aan het korps torpedisten.
Alleen om zeer gewichtige redenen in
dit geval ook studiebelangen kan aan deze
in te lijven dienstplichtigen uitstel van eerste
oefening worden verleend, bij aanvraag aan
den Minister van Oorlog. (Tel.)
EEDSVRAAGSTUK.
De Memorie van Antwoord op liet Voorloopig
Verslag der Eerste Kamer betreffende het
ontwerp van wet tot nadere voorziening nopens
het cedsvraagstuk is verschenen.
VLEESCH VOORZIENING.
In deze week is wederom een aanvang ge
maakt met de beschikbaarstelling van de z.g.
regeerings varkens.
Alle gemeenten 750 die tot dusverre
varkens kregen, ontvangen ze wederom. In
totaal worden deze week bijna 10,000 stuks
afgeleverd. Aangenomen mag worden, dat liet
mogelijk zal blijken, op dezen voet nog ge-
ruimen tijd de leveringen voort te zetten.
Ten opzichte van den uitvoer van geslacht
rundvee kan vermeld worden, dat liet aantal
K.G., waarvoor deze maand consent verleend
is, even eroot is, als het aantal dat in de drie-
vorige maanden werd geëxporteerd.
Het ligt in de bedoeling na bet einde dezer
periode, die 1 April afloopt, geen uitvoercon-
senten voor rundvleesch meer beschikbaar
te stellen voordat de voorziening van het
binnenland met voldoende rundvleesch tegen
behoorlijke prijzen verzekerd is.
DE TARYVEVOORRAAD.
Naar het Centrum meldt, heeft de Neder-
landsclie regeering beslag gelegd op de laad
ruimte van het stoomschip Westerdijk, bij de
eerstvolgende vaart van Amerika naar Rotter
dam, voor het vervoer van tarwe, zulks ter
verdere aanvulling van den tarwevoorraad in
ons land, die momenteel gering is.
DE TUBANTIA.
Naar de N. R. Ct. verneemt, zal de zaak
van den ondergang van de Tubantia Woensdag
5 April voor den Raad voor de scheepvaart
te Amsterdam dienen. Of de zaak van de
Palembang bij den Raad in
komen, is nog niet bepaald.
HET STOOMSCHIP „DUIVELAND."
Volgens te Rotterdam ontvangen particulier
telegram is het Nederlandsche stoomschip
„Duiveland", op reis van Londen naar Huil
in ballast, gezonken. Zeventien van de opva
renden zijn gered en te Slieerness geland.
Het ss. „Duiveland", groot 1299 br. ton,
gebouwd in 1909, behoorde aan de Scheepvaart
en Steenkolen Maatschappij te Rotterdam.
DE PALEMBANG.
Het verslag van de torpedeering van de
Palembang is voor leeken niet geheel duidelijk,
zegt de N. R. C., en geeft aanleiding tot mis
verstand
„Zij zagen de witte streek voor den boeg
overloopen van een Engelschen torpedojager"
eindigt liet verslag. Deze zin maakt op een
niet-zeeman den indruk alsof men wil zeggen
„Zij zagen de witte streep van den boeg van
een Engelschen torpedojager overloopen".
Overloopen beduidt immers in gewoon
Ilollandsch van de eene plaats naar de andere
loopen.
Vat men liet zoo op, dan beteckent de zin,
dat bet schuimspoor of de bellebaan van den
torpedojager uitging en naar uit hot vooraf
gaande bleek in de Palembang uitmondde,
dat dus de torpedojager de Palembang torpe
deerde. Dezen indruk wordt dan nog bevestigd
door den volgenden bijzin
(een Engelschen torpedojager), „die aan
stuurboord ongeveer dwars vlak
b ij de Palembang lag en bezig was met een
losgeraakte mijn in den grond te schieten."
„Dwars" beduidt in gewoon Hollandsch
loodrecht op. en men stelt zich dus de
onderlinge ligging van de twee vaartuigen op
grond van dezen bijzin als haaksch voor, en
men ziet al in zijn gedachte liet schuimspoor
gaan. Immers de torpedolanceerbuizen schie
ten in de richting van de lengteas van het
schip dat de torpedo lanceert.
Bij deze verklaring blijft echter dit vreemde
behandeling zal
waarom drukt liet ministerie zich zoo vreemd
uit door te zeggen „v oor den boeg over
loopen van een Engelschen torpedojager"
in plaats van gewoner en duidelijker „v a n
den boeg van een Eugelsclion torpedojager
overloopen."
Dit is zoo vreemd, dat een tweede vraag
vanzelf opkomt hebben we hier soms met
een zeemansterm te doen
Inlichtingen, in deskundigen kring inge
wonnen, gaven ons de volgende verklaring
Ten eerste. De zin „zij zagen de witte
streep voor den boeg overloopen van een
Engelschen torpedojager," is voor iederen
zeeman volkomen duidelijk en kan slechts één
beteekenis hebben, namelijk deze
„Zij zagen de witte streep v o o r b ij den
boeg van den torpedojager loopen", m. a. w.
deze streep nam niet haar oorsprong in den
torpedojager, maar had elders (op eenig
punt verder van de Palembang af dan de
torpedojager) haar oorsprong.
Ten tweede. De uitdrukking „die ongeveer
dwars vlak bij de Palembang lag", beteekent
niets anders dan dit, dat men, staande op de
Palembang en kijkende in een richting ongeveer
dwars (rechthoekig) op de lengteas van het
schip (de Palembang) den torpedojager zag.
Omtrent de onderlinge ligging wordt door
liet woord dwars verder niets uitgedrukt.
De torpedojager kan dus evengoed evenwijdig
met, als rechthoekig op de Palembang hebben
gelegen.
Er zijn nu dus twee mogelijkheden
óf liet ministerie heeft, in gewoon Hollandsch
zich slecht en dubbelzinnig uitdrukkende,
willen zeggen, dat de torpedo door den En
gelschen torpedojager is afgeschoten, wat zeer
onwaarschijnlijk is;
óf liet ministerie beeft zich in zeemans
termen volkomen duidelijk en ondubbel
zinnig uitgelaten.
Het laatste lijkt veel waarschijnlijker, en
in dat geval heeft het ministerie meegedeeld,
dat de torpedo niet van den Engelschen
torpedojager, maar van een ander vaartuig
(ee Duitsclie duikboot, naar men moet aan
nemen) afkomstig was, dat den torpedo
jager wilde treffen, dit miste, en de
daarachter gelegen Palembang getroffen beeft.
DE POKKEN TE AMSTERDAM.
Sedert de laatste mededeeling is weder een
nieuwe lijder aan pokken, een schepeling van
een te Amsterdam aangekomen vaartuig, in
liet Wilhelmina-gasthuis opgenomen.
DE HOOFDREDACTEUR VAN DE
„TELEGRAAF".
De Rechtbank heeft den lieer J. C. Schroder,
hoofdredacteur van de „Tel." vrijgesproken.
De Rechtbank overwoog, dat niet bewezen
is, dat de heer Schroder door liet bewuste
artikel de neutraliteit van ons land in gevaar
heeft gebracht.
Zoo men weet was de eiscli één jaar.
Naar wij vernemen, wordt door liet Open
baar Ministerie liooger beroep aangeteekend
tegen het vrijsprekend vonnis betreffende J.
C. Schroder.
VERKLARING VAN DE DU1TSCHE
REGEERING.
Het departement van buitenlandscbe zaken
deelt mede, dat de Duitsclie regeeiing door
baar gezant in Den Haag aan den minister
van buitenlandsclie zaken het volgende heeft
doen verklaren
In de beginselen, die door de Keizerlijke
regeering voor liet voeren van den duik
bootenoorlog zijn aangenomen, is, afgezien van
een duidelijker iukleeding van de voorschrif
ten nopens de behandeling vau de gewapende
handelsschepen, welke aan de onzijdige re
geeringen medegedeeld zijn, gecnerlei wijziging
gekomen.
Met name hebben de Duitsclie strijdkrach
ten ter zee nog steeds de strengste bevelen,
zich volkomen te ontbonden van eiken aanval
op onzijdige schepen, tenzij deze zich door de
vlucht aan ecu onderzoek trachten te ont
trekken of zich verzetten.