flntirwlutionair
voor
nieuws- en JMoemntieblad
Zeeland.
FEUILLETON.
Uit jonge Jaren.
Binnenland.
No. 1314.
Woensdag 29 Maart 1916
I3e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,-
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars,
teuren en Brievengaarders.
INGEZONDEN STUKKEN TE
Franco
Postdirec-
Dit blad verschijnt Dinsdag» en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTQ01J Az. te Tl-.R NEUZEN.
Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave.
Alle stukken voor de redactie be
stemd, te zenden aan den Uitgever,
Vloosvvijkstraat 21, Ter Neuzen, met vermel
ding: „Aan de Redactie."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
V Het Lokaas.
Voor de komende verkiezingen heeft men
van Links het lokaas reeds klaar.
Want een lokaas dient er nu eenmaal te zijn.
In 1913 was een boeman noodig.
Hoe die heette, heugt ons allen nog wel.
Maar thans dient, om gemaakte fouten te
verbergen en aan de teleurstelling, welke on
getwijfeld de goedgeloovige kiezers die zich
lieten verschalken moet vervullen, tegemoet
te komen, een lokaas te worden voorgehouden.
Dat lokaas heetStaatspensioen.
Het is al in 1913 beloofd.
Maar wat kwam er tot heden van terecht
Wel durfde men de Invaliditeits- en Ouder-
domspensioenwetten, door minister Talma
ontworpen en door de Kamer aanvaard, roe
keloos opzij zetten, maar men verzuimde er
iets anders, laat staan iets beters voor in de
plaats te geven.
„Treub verraadt het Staatspensioen", alar
meerde Het Volk".
Maar wie redt het dan nu
Wie beeldt zich in, dat bij den ontredderden
toestand onzer financiën, er sprake zal kunnen
zijn van een staatspensioen? Van een alge
meen, kosteloos pensioen voor de 65- of 70-
jarigen
Meer dan een lokaas schijnt de leuze van
het staatspensioen dan ook niet te kunnen zijn.
Men kent de geschiedenis van den man met
de hondenkar, die op zijn voertuig gezeten,
zijn hond niet meer voort kan krijgen, en op
den genialen inval kwam aan het eind zijner
zweep een stuk worst te binden, dat hij het
moede dier voor den neus liet slingeren, zoo
dat het begeerig opsprong en doorrende, steeds
maar happende naar de immer onbereikbare
lekkernij.
Als soortgelijk lokaas moet ook het staats
pensioen dienst doen.
Van het gezond verstand van het Neder-
landsche kiezersvolk mag worden verwacht,
dat het resultaat een ander zal zijn.
Z.
V Een smettelooze naam.
„Idenburg gaat heen met een smetteloozen
naam, geacht door allen".
Dat is het oordeel, door de N. R. C. uitge
sproken naar aanleiding van het aftreden van
AAN DO REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver*
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
24)
„Kom, zèg," fluisterde Berthus haar in't oor,
„dan kun je de papegaai zien. Hij kan zoo
leuk praten
Ze kwamen binnen en de tooverwereld van
bet knussige kamertje, waarvan Berthus baar
al eer bad verteld, vertoonde zich aan haar.
„Ga daar maar even zitten, juffertjezei
Pietersen.
„Mooi weertje, baas 1" klonk het van de
zoldering.
Bertha zat in een grooten leunstoel, baar
door Pietersen aangewezen.
„Zeg eens, Berthus," zei Pietersen, „wou jij
niet eens even een boodschap voor me doen
„Ja hoor," zei Berthus.
,Nu, dan moest je eens een half pondje
tabak voor me halen bij Geertsen."
„Goed, Pietersen."
Hij stond al op.
„Hier heb je geld. Het Zwarte Anker, hoor.
Je zegt maar, dat het voor mij is, dan weet-ie
het wel".
gouverneur-generaal Idenburg.
Wie had kunnen durven denken, dat zoo
in een liberaal orgaan over dezen bewind
hebber zou worden geschreven.
In 1913, gedurende de woelige verkiezings
dagen, in den tijd der bekende epidemische
concentratie-koorts, waarmede ook deN. R. C.
danig bevangen was, deugde er zoo heel
weinig van Idenburgs beleid.
Voerde de concentratie niet „den bezem in
den mast"
En daarna
Allcngskens maakte het schimpen plaats
voor hoogachting en waardeering.
Minister Pleijte haalde bakzeil.
Niet Idenburg, maar Pleijte moest bijdraaien.
En thans spreekt ieder met waardeering
over bet tijdperk van het bewind van den
afgetreden gouverneur-generaal.
„Geacht door allen."
Ook in Indië achting voor den Christus
belijder.
God gaf genade en eere.
Stelle de Ileere onzen Idenburg nog tot
grooten zegen voor ons volk en land.
Aan mannen als hij hebben we zulke drin
gende behoefte.
Mannen van bekwaamheid, mannen van
sta-vast.
Mannen, die leven uit een beginsel die zich
het Evangelie van Christus niet schamen.
Z.
Achter Hem aan.
Wandel maar stillekens achter Hem aan,
Achter den Heiland; llij wijst u de wegen
Zijn die niet altoos zoo lieflijk gelegen
Als gij zoudt wenschen wil ze toch gaan;
Hij gaat vooraan
Wandel maar stillekens achter Hem aan,
Hij kent uw krachten, Hij richt uw schreden,
Wèl moeilijk vaak voor wie ze betreden,
Toch nooit te moeilijk is er de baan
Hij gaat vooraan
Wandel maar stillekens achter Hem aan,
Is het ook duistere nacht om u henen,
Hij is van hemelsche glorie omschenen
Veilig is steeds, voor wie Hem volgt, de baan
Hij gaat vooraan
Wandel maai stillekens achter Hem aan,
Volg Hem gewillig, volg onverdroten
Weldra ziet gij u den hemel ontsloten,
Dien gij al jubelend binnen zult gaan,
achter Hem aan
Uit de Diepte).
NELLIE VAN KOL.
Bertha was mee opgestaan.
„Och," zei de oude, „wacht hier maar even
op Berthus, als je ten minste niet bang van
me bent."
Nu, bang was ze wel niet, en toch had ze
liever met Berthus meegegaan. Maar Berthus
voorkwam haar: „Wel ja, Bertha, wacht maar
even, ik ben zóó terug."
Hij had de deur al open gedaan en verdween.
„Vin-je het niet wat donker hier? Wacht,
ik steek meteen de lamp maar op."
Hij stak de lamp aan, sloot de blinden en
kwam spoedig weer binnen.
Bertha bekeek met verwondering al het
vreemde, dat zich hier aan haar blikken
voordeed.
„Hoe vin-je het hier in m'n kajuit vroeg
Pietersen.
Bertha begreep hem wel.
„o, Mooizei ze.
Ze vond zich zoo groot in dien leunstoel
ze was dadelijk heelemaal op haar gemak.
Opeens schoot haar te binnen, dat ze misschien
wel op een anders plaats zatwaar zouden
er anders twee groote leunstoelen voor staan.
Maar Pietersen woonde immers toch alleen
Toch was ze er niet gerust op.
„Ik zit toch niet op iemands stoel
vroeg zij.
„Natuurlijk", lachte de oude, „dacht-je, dat
OUDERDOMSRENTEN.
Voor de tegen Woensdag 29 Maart des
middags half twee bijeen geroepen vergadering
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
is aan de orde gesteld: behandeling van het
wetsontwerp nopens verleening van ouder
domsrenten aan behoeftigen terwijl aan het
einde der vergadering trekking der afdeelingen
zal plaats hebben.
ARTT. 369—370 INVALIDITEITSWET.
Op 1 dezer waren ingekomen 164,239 rente-
aanvragen toegekend in totaal 136,754. Uier
van overleden 23,410, ingetrokken 6. Totaal
aantal loopende renten per 1 Maart 1916
113,338.
„VREDERUST" TE BERGEN OP ZOOM.
Aan de Vereeniging tot Christelijke _Ver-
pleging van Krankzinnigen in Zeeland is de
Kc ninklijke goedkeuring verleend op haar
bouwplannen voor het nieuwe paviljoen voor
60 patiënten. De uitvoering van het bouw
plan is toegewezen aan den laagsten inschrij
ver voor f81,500 te Bergen op Zoom.
Reeds is met de voorbereidende werk
zaamheden een aanvang gemaakt.
AANSLAGEN OP DE NEDERL. KOOP
VAARDIJVLOOT.
De „T u b a n t i a".
Het Departement van Marine deelt mede
In twee sloepen afkomstig van het stoom
schip „Tubantia", welke door een stoomschip
van de Batavieren in zee drijvende zonder
bemanning zijn aangetroffen en te Rotterdam
zijn aangebracht, zijn stukken metaal gevon
den, welke ter onderzoek aan de Marine zijn
afgestaan.
De ter onderzoek overgelegde stukken metaal
bestaan uit
lo. Een stuk S-vormig gebogen bronslang
circa 250 m.M. en breed circa 85 tn.M., dik
5,2— 6 m.M.
2o. 11 stukjes brons, waarvan op sommige
nog een weinig tin
3o. 2 stukjes vertind brons, waarin nog
eenige halfronden gaatjes voorzien van schroef
draad
4o. 3 reepjes zink en een klein stukje rood
koper.
Het onderzoek naar herkomst dezer stukken
metaal in het torpedo atelier der Marine te
Amsterdam ingesteld, heeft het navolgende
opgeleverd.
De kleur van het sub 1 genoemd stuk brons
en de vorm doen vermoeden, dat het af
komstig is van een bronzen luchtkamer van
die stoel van niemand was. Het is eerlijk de
mijne hoor, gekocht en betaald."
Bertha vond Pietersen een oude grappige
man.
„Ja maar, zóó bedoel ik het niet," zei ze.
„Hoe dan?"
„Of het iemands plaats is."
„VFas", zei hij.
Ze begreep hem niet dadelijk. Hij merkte
het wel aan haar vragende oogen.
„Het was haar plaats," zei liij, ernstig. Ze
is nu bóven."
Onwillekeurig keek Bertha omhoog, ze volgde
onbewust den eerbiedigen blik van den ouden
zeeman.
„Heb-je ook al iemand daar zei hij.
„Ja," zei zé, héél zacht, alsof ze haast niet
durfde, „vader!"
„Is je vader al lang gestorven
„Ik was nog maar vijf jaar."
„En is hij nu daarboven
„Moeder zégt het."
„Hoop je daar óók heen te gaan?"
Wat kon die oude Pietersen toch zoo in
eens vreemde vragen doen. Ze schrok er een
beetje van werkelijk aan ziilke dingen dacht
ze zoo weinig. Ze voelde, dat ze zich wel
schamen moest, dat het zoo was. Ze gaf
geen antwoord.
„Je zult de groote reis toch ook eenmaal
een torpedo.
Op treksterkte werd beproefd een proef
staat van het grootste stuk brons, 6 cM. lang,
doorsnede 44,6 inM2.
Totale belasting 2920 K.G.; per mM2. 65,5
K G.Rek 3i/s mM. dus 5,8 pCt.
De zeer hooge treksterkte versterkt het
vermoeden, dat het brons afkomstig is van
een luchtkamer van een torpedo. Hierbij
wordt opgemerkt, dat, voor zoover bekend,
slechts enkele soorten torpedo's van onderen
datum bestaan, welke van bronzen luchtkamers
zijn voorzien.
Van de herkomst der overige stukken is
niets met zekerheid vast te stellen.
Reuter seinde aan het Vad. uit Londen
In verband met de verklaring, die de Ne-
derlandsche Minister van Marine heeft afge
legd en die gisteren door Reuter werd ge
seind, deelde de secretaris der admiraliteit
mede, dat de volgende feiten in het oog
moeten worden gehouden
Gedurende den tegenwoordigen oorlog zijn
zes bronzen Duitsche torpedo's in hun geheel
in de Noordzee en het Kanaal opgevischt.
De afmetingen, gaatjes, treksterkte en rek
duiden er op, dat hot gevonden metaal heeft
behoord tot de luchtkamer van een bronzen
torpedo.
Er is geen deel van eenige Fransche of
Britsche torpedo of mijn, bestaande uit me
taal van deze afmetingen, dikte of sterkte.
Voor zoover als we weten werd in alle ge
vallen op één uitzondering na door de Duit-
sellers bij het lorpedeeren van een schip van
een bronsen torpedo gebruik gemaakt.
DE „ROTTERDAM" OPGELEGD.
De directie van de Holland-Ainerika-lijn
heeft het belangrijke besluit genomen, de
Rotterdam op te leggen, omdat zij geen kans
ziet, dat voor haai lijn zoo belangrijke schip
in geval van een ongeluk binnen 3 a 5 jaar
na liet sluiten van den vrede te vervangen,
aangezien een schip van dien omvang uit
sluitend op buitenlandsche werven gebouwd
kan worden. (N. R. Crt.)
DUITSCHLAND EN DE SCHEEPVAART
OP ENGELAND.
De heer Ballin, directeur-generaal van de
Hamburg-Amerika-lijn, verzet zich thans tegen
de voorstelling, in liet alarmeerende Reuter-
telegram van zijn uitlatingen te Hamburg met
directeuren van de Holland-Amerika-lijn (en
een of meer andere bij de groote scheepvaart
betrokken Nederlandsche lieeren) eenigen tijd
geleden gevoerd.
Naar Wolff uit Berlijn seint, heeft de heer
Ballin aan Jhr. O. Reuchlin, directeur van de
moeten maken, mijn kind," zei hij, bijna
teeder. „En dan moet het kompas goed ge
richt staan, anders kom je er niet. Denk je
daar wel eens aan
Bertha verstond hem weltenminste, zijn
bedoeling.
Van dat kompas snapte ze niet veel. Neen,
daar dacht ze bijna nooit aan; wèl eens, als
ze hoorde van iemand, die gestorven was, of
als ze een begrafenisstoet zag maar overigens,
néén, ze moest eerlijk bekennen? dat haar ge
dachten zich daar al heel weinig mee bezig
hielden.
Haar zwijgen op zijn vraag verwonderde
Pietersen niet te zeer.
„Ik heb een zusje gehad", zei hij, „ze leek
waarlijk wel wat op jou."
Bertha keek hem aan. Zoo'n oude man,
een zusje gehad, net als zij't was zoo vreemd,
zoo ongelooflijk. Ze luisterde opmerkzaam.
„Ze was drie jaar jonger dan ik. Ik speelde
er graag mee, want ik had maar één zusje.
Toen ze tien jaar was, raakte ze, terwijl
we aan 't spelen waren, te water en
„Is ze verdronken kon Bertha niet nalaten
te vragen. „Neen, ik haalde ze er mot veel moeite
uit. Maar door den schrik en het water, dat ze
binnen had gekregen, werd ze ziek, en ze is iflet
meer beter geworden. Eon paar weken later is
ze gestorven. (Wordt vervolgd.)
=>o <1 llO.'l f) Q(| n
DOOR ZELANDIA.
Nadruk verboden.