Boekbeoordeeling. Uit Stad en Provincie. Kerk en S c h o o 1. Gemengd Nieuws. Met de verdedigingsmiddelen nam ook de macht der vernietiging toe. Zoo kreeg de oorlog zijn tegenwoordige gedaante. Dat is geen oprlog meer, geen worstelen en strijden van menschen. Dat is een natuurevenement, een woeden van ontketende krachten der elementen. Deze oorlog is het eerste en liet laatste. Hij kent de primitieve wapenen van den grijzen voortijd: vuist en tanden, en laat met de geraffineerde strijdmiddelen der moderne techniek de schrikbeelden van toe komstige oorlogen voorzien, in welke het schieten misschien verouderd en gasvlam men en electrische stroom zijn plaats geheel en al zullen hebben ingenomen. Het is geen minderwaardige tegenstander, dien wij voor ons hebben, aan manschappen en materiaalmet uitzondering van de grootste kalibers, de 42 c.M. niet zwakker dan wij. Geen middel van moderne, geraffineerde oorlogstechniek is den Franschen vreemd. Geen middel en geen tegenmiddel. Zoo we gen ten slotte alle verfijningen der techniek wederzijds tegen elkaar op en eindelijk staat weder man tegen man. Westelijk Front. BERLIJN, 22 Maart. (Wolff.) Officieel: Bij de op den aanval van 20 Maart ten noordoosten van Avocourt gevolgde opruiming van het gevechtsterrein en de bezetting van nieuwe vijandelijke loopgraven buiten het boschland, is het aantal daar gemaakte on gekwetste gevangenen tot 53 officieren en 2914 man gestegen. Troepen rond Verdun. De Weensche Arbeiterzeitung schat, dat de Franschen bij Verdun op een front van 40 kilometer ongeveer 400.000 man hebben samengetrokken, en vermoedt, dat deze ge weldige ophooping van troepen wel is waar de Duitsche vooruitgang zal vertragen, maar aan den anderen kant de operatieve vrijheid van het Fransche leger zal verminderen. Vliegeraanval op een vliegtuigstation in Vlaanderen. De Engelsche admiraliteit deelt mede, 'dat 50 Engelsche-, Fransche- en Belgische vlieg tuigen, vergezeld door 15 vechtvliegtuigen, het Duitsche vliegtuigstatiou te Zeebrugge en het vliegkamp te Houltade aangevallen hebben. Naar het schijnt is aanzienlijke schade aan gericht. Alle vliegtuigen, die gemiddeld 200 pond bommen bij zich hadden, zijn behouden teruggekeerd. Een Belgisch officier is ernstig gewond. De vliegeraanval op Zeebrugge. Een onzer grenscorrespondenten schrijft aan „De Ned." Ofschoon de Duitschers een diep stilzwijgen bewaren over de uitwerking van den laat- sten vliegeraanval op Zeebrugge, ben ik niette min in staat u betrouwbare inlichtingen hier omtrent te doen toekomen Groote schade werd door de vliegerbommen onder de strand- batterijen aangericht. Vele stukken daarvan werden vernield, meer dan 200 artillerie- en marinesoldaten moeten gedood zijn. Ook het aantal gewonden moet zeer groot zijneen trein die van Zeebrugge vol gewonden Gent passeerde, bevatte 350 gekwetsten. Oostelijk Front. BERLIJN. (Wolff.) Officieel: De groote offensieve ondernemingen van de Russen zijn nog omvangrijker geworden. De punten van aanval zijn talijker geworden en de aanvallen zelf op verschillende plaatsen elkaar dag en nacht onafgebroken opgevolgd. De krachtigste aanval was weder gericht op het front ten noordwesten van Postawy. Hier waren de vijandelijke verliezen zelfs voor Russische massale aanvallen buitengewoon hoog. Bij een geslaagden tegenaanval op een plaats, waar een kleine doorbraak was ge schied, hebben wij elf Russische officieren en 573 man gevangen genomen. Maar ook in vele andere gevechten (ten zuiden en zuid oosten van Ri a, bij Griedrichstadt, ten westen en zuidwesten van Jacobstadt, ten zuiden van Dunaburg, ten noorden van Widzy, tusschen het Narocz- en Wisnieczmeer) hebben onze dappere troepen den vijand met zware ver liezen teruggeslagen en hem bij tegenaanvallen nog ruim 600 krijgsgevangenen afgenomen. Op geen enkel punt is het den Russen gelukt eenig succes te behalen. Onze verliezen zijn over het algemeen gering. Het Russische offensief. De bedoeling van het offensief der Russen in de merenstjeek ten zuiden van Dunaburg is volgens den oorlogscorrespondent van de Köln. Volksztg. tweeledig: le. de Franschen bij Verdun lucht te geven 2e. hun eigen stellingen te verbeteren. Dit laatste is noodig sedert de dooi is ingevallen. De Russische stellingen liggen op de meeste plaatsen van het oostelijke front lager dan de Duitsche en dat is vooral hinderlijk in de streek der Lithausche meren. Vóór het begin van het offensief is dan ook tot de Russische soldaten gezegd „Wij moeten de Duitsche stellingen hebben om uit het water te komen. Den 17en dezer begonnen de Russen van het Driswiaty- tot het Wisznieuw-meer hun artillerie in te schietenden dag daarop volgden infanterie-aan vallen, die alle met gemak werden afgeslagen. De algemeene indruk bij de Duitschers was dat de Russen niet meer, gelijk vroeger, zonder verliezen te ontzien, stormloopen. Dat zij zich evenwel groot succes van hun aanvallen hadden voorgesteld, blijkt uit het gereed houden van ruiterij voor een vervolging. Dc stemming onder de Duitsche troepen, wier verliezen de eerste twee dagen zeer gering waren, noemt de berichtgever voor treffelijk. Zij zijn blij, dat er eindelijk ver andering komt in den eentonigen positie-strijd. De Russen hadden volgéns hem reeds zware verliezen geleden. Het Waterloo van de Serviërs. De Weensche correspondent van de N. R. C. schrijft Hoe tegen Servië gevochten is, zien wij uit een zeer levendig verhaal van den correspon dent van den Reichspost. Oostenrijksche officieren hebben hem verteld, hoe het in Ipek is toegegaan. Het is een Albaneesche stad, kortelings ingelijfd bij Montenegro. Een oude stad uret nauwe-straatjes, omzoomd door houten huizen, waarvan op zijn Turksch de bovenverdieping naar buiten steekt. En in die stegen beweegt zich het drukke Oostersche leven van menschen en dieren. Vooral op den bazar in de buurt van de door ouderdom zwart geworden moskee en zijn slanke minaret. Men ziet er de Skipetaren, met witte kalot op hun kaalgeschoren schedel, ernstige Turken met fez, waarvan een lange, blauwe kwast hangt, bei's in kostbare pelsen, gesluierde vrouwen met zilveren sieraden. Albaneesche vrijwilligers, met een patrouenriem, een kara bijn en een band om den arm, in de nationale kleuren van zwart-rood en goud. Dit is het „milieu", dat voor het Servische leger een Golgotha geworden is. Hier stierven, zoo vertelt de kapitein dien de persman tot geleider had, duizenden van het dappere Ser vische volk, dat, ziende hoe de partij verloren was, evenals de scorpioen uit de fabel met voorbeeldelooze woede den dood verkoos boven bet leven. Wie bet ontzettende schouwspel heeft meegemaakt, hoe dit dappere Servische leger, dat de bloem der natie bevatte, ge dreven werd naar de rotsbergen van Albanië, en daar te midden van vlammen, bloed en getier te gronde is gegaan, denkt aan een „godsgericht". De doodstrijd van het Servische volk in Ipek herinnert aan de meest schok kende tafereelen uit Dante's Inferno. Wij kwamen van Mitrowitsa en wij boorden met alle kracht in de Servische achterhoeden, die zich als tijgers verdedigden. Van 24 No vember tot 7 December moesten wij met soldaten vechten, die in lompen gekleed waren en zich voet voor voet verdedigden. Het was niet voldoende, die menschen te verslaan, neen, men moest ze ook doodslaan. Eén eeresaluut aan de helden, die tot hun laatsten adem den terugtocht der Servische divisies verdedigden. Reeds vóór Ipek was de straat weg bezaaid met weggeworpen munitie, wapens, kleeren, en honderden kadavers van ossen en paarden, die de lucht verpesten. In de kale bosschen lagen de menschen te sterven en in de moerassen en poelen bleven de auto's en de karren steken. In dc gevechten bij Djoczo- kots waren de vijandelijke achterhoeden zoo uitgeput, dat ze geen kracht meer hadden om te vechten en er bij neervielen. Een geweer konden ze niet meer dragen, maar kwamen wij dicht bij ze, dan verdedigden ze zich toch nog als gewonde wilde beesten. Op den 6en December trilde de stad Ipek op hare grond vesten door een ontzettenden donderslag. Het Servische munitiedepot was in de lucht ge vlogen en de vlammen staken een deel van de stad in brand, benevens talrijke voorraden. Een vuurwerk van grandiose verschrikkelijk heid. En in die hel werd al maar door ge vochten. Hoe vermoeid wij ook waren, altijd heette het voorwaarts. Het was een helsch concert van plofkogels, van brullende dieren en men schen, van donderend geschut, en knallende geweren. Om het vee niet in onze handen te laten vallen, werd het door de Serviërs gekeeld en doodgeschoten. In één woord een afzichtelijke doodendans onder het schijn sel van de als fakkels brandende huizen en goederen. Op den 7en December drongen wij in de stad en in de straten vloeide bet bloed in beken. Van beide kanten nam het moor den een aanvang, kwartier werd niet ver langd noch gegeven. De bajonetten, de kol ven en de knotsen verrichtten hun bloedig werk. En de Albaneezen, waar de bloed wraak heerschte, vlogen als tjjgers op tegen de Serviers, wier regeering zoo hard was ge weest en die gedurende hunne heerschappij eeuwenoude veeten en haat aan hen gekoeld hadden. Onvergetelijk was de gestalte van den Servischen overste Rudits. Druipend van bloed, met een paar vodden aan zijn lijf en een kapotte sabel in zijn hand zag men hem in het dichtst van het strijdgewoel. On ophoudelijk trachtte hij bij de soldaten den moed er'in te houden en sprong met de vlug heid van een- kat in de door den vuurgloed verhitte straten en in den chaos van kanon nen, wagens en auto's. De bloedwraak vierde bare orgieën. Serviërs, Montenegrijnen en Albanezen vochten tegen elkaar, brullende en gillende als losgelaten duivels. En in die hel baanden zich de Oostenrijksche soldaten een weg. De persman vertelt dan, hoe hij met den officier buiten de stad is gegaan en heu vels gezien heeft van verbrand en vernield oorlogstuig. Als lanen van sphynxen voorde Egyptische tempels zoo lagen hier doode paarden en ossen te rotten, met uitpuilende botten en omhoog stekende pooten tusschen bergen van geweren, riemen, kleeren, schoe nen en metalen hulsen. Op hun terugtocht hadden de Serviers de kanonnen begraven, die de Oostenrijkers dan weer opgroeven. De officieren vertelden van een geval, waarbij de Serviërs een kuil van 7 meter diep hadden volgestopt met auto's en kanonnen, daar boven kadavers van dieren en vervolgens op de bovenste laag de lijken der soldaten. En om te beletten, dat die kuilen ontdekt zouden worden, verbrandden zij wagens en allerlei andere dingen erop om de losgewoelde grond door de ascli te bedekken. Zelfs het water van een beek hadden zij afgeleid om in het droge bed batterijen te verstoppen, en het dan vol te laten loopen. Toch hebben de Oostenrijkers veel ontdekt. Wel 400 kanonnen en 35 auto's zijn buit gemaakt. In de asch heeft men de overblijfsels van meer dan 2000 wagens gevonden, alies was van best Fransch en Engelsch maaksel. Het was door de Entente aan Servië geleverd en er moet nog veel meer in den grond steken. Ipek was het Waterloo van de Serviers, schrijft de correspondent. Brand. PARIS. (Texas), 22 Maart. (Reuter.) Dertig opslagplaatsen zijn afgebrand. De schade bedraagt twee tot drie milloen dollars De oorzaak is onbekend. De Heidelbergsche Catechismus, toegelicht door J. H. Landwehr, predikant te Rotterdam. Uitgave J. H. Kok, Kampen. Bij elk antwoord een korte, doch zakelijke toelichting daarna eenige vragen, die na op merkzame lezing der toelichting kunnen wor den beantwoord en derhalve een toetssteen bieden, ter controleering of het geleerde reeds het eigendom van den catechisant is geworden. De schrijver verstaat de kunst van onder wijzen. Op catechisaties voor meergevorderden en niet minder, voor zèlfstudie, óók voor hen, die reeds belijdenis des geloofs hebben afge legd, zal dit keurig uitgevoerde, 228 bladzijden dikke boekje, dat slechts 45 cents kost, uit nemende diensten kunnen bewijzen. Z. TER NEUZEN, 24 Maart 1916. Maandag 3 April wordt bij de Prov. boot op de Wester-Schelde de zomerdienstregeling ingevoerd. Om half 7 's morgens -vertrekt men dan uit Vlissingen naar Neuzen, en 'sa- vonds is de laatste reis om kwart voor 7 naar Neuzen, om half 6 's morgens van Neuzen naar Vlissingen. Van Vlissingen naar Breskens is dan de ✓eerste reis 5,20 en de laatste 5,45. En omge keerd 5,50 de eerste en 6,15 de laatst ver trekkende boot. Een groote verbetering vooral ook voor het land van Axel. Tot groot gemak voor 's Woensdags blijft de dienst Hoedekenskerke gestaakt en vervalt daardoor de boot van 7,50 uit Neuzen niet. Jubileum d s. A. Timmerman. 19 April a.s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat ds. A. Timmerman zijn intrede deed bij de Ned. Herv. Kerk te Terneuzen. Voor dien was bij van 24 Febr. 1889 tot bovengenoem- den datum predikant te Cillaarshoek. Ds. Timmerman is praetor en quaestor van den ring Ter Neuzen. Zaamslag. Aangezien de wegen in deze ge meente over 't algemeen goed worden onder houden, valt zooveel te meer op de treurige toestand van een gedeelte van den drukken weg, gelegen tusschen den Groot Huissen- en Andijkepolde.r. Dit gedeelte is bij regenachtig weer een ware modderpoel met gevaarlijke kuileneen wagen met een klein vrachtje kan er onmogelijk door, een rijtuig met een paar personen er in, slechts met groote op lettendheid. Bij eene begrafenis deze week moest er de iijkwagen en de kist door begeleiders ge steund worden tegen het erge schokken. Ook voor voetgangers is het voetpad naast dezen weg bij regenachtig weer alles behalve aangenaam, evenmin als voor fietsers. Het is 2 a 3 dM. .breed; aan de eene zijde er van heeft men den steilen kant van den dijk, aan de andere zijde de modderpoel. Spoedige verbetering van een en ander is zeer gewenscht. Zaamslag. De dader van den gepleegden diefstal bij den landbouwer H. V. in den Gr. Huijssenspolder, is reeds in banden der politie. Het is een zekere de R. Hij was het vorige jaar bij V. in dienst geweest als knecht. Thans woonde hij onder Ter Neuzen bij den landbouwer H. de R. Naar men verneemt was het geld nog in zijn bezit, behalve een klein gedeelte, dat hij aan een landbouwers knecht van een buurman ven V. zou ter hand gesteld hebben. Het schijnt, dat hij geen medeplichtigen heeft gehad. (Dit bericht, ontvingen we te laat voor ons nr. van Dinsdagavond.) Axel. Alhier had ten overstaan van notaris J. A. Dregmans de openbare verkoop plaats van een woonhuis en erf, staande op de Axelsche Sassing en bewoond door Don. I3el laert Kooper hiervan werd Jos. kindt, tuinier, wonende te Zuiddorpo, voor de som van f 2120. Terhole. Een arbeider kreeg ergen uitslag op de armen en in 't gelaat na het strooien van kalkstikstof. 't Schijnt voor den uitzaaier een gevaariijk goedje te zijn. Aardenburg. Bij een bezoek aan de grens bij Eode bleek 'mij dat ook aldaar evenals bij St. Laureijns een groot zoeklicht is ge plaatst en inrichtingen zijn gemaakt om den stroom af te sluiten. AI het houtgewas, dat vroeger langs de IIollandsch-Belgische grens stond is gekapt, terwijl het land aldaar onbebouwd ligt en dat in een land waar aan levensmiddelen zooveel gebrek lieerscht. De Duitschers schijnen nu plan te hebben de landerijen zelf te beplanten met lage gewassen als aardappelen. In de steden als Gent en Brugge en ook in de kleinere plaatsen is groot gebrek aan voedsel. Bij den Oosthoek, een gehucht van St. Laureijns, is de draad weggenomen en geplaatst langs het kanaal. Dit is geschied op verzoek der Oosthoekers en nadat die arme bevolking daarvoor 4000 mark had betaald. De menschen hebben nu dit bereikt, dat ze hun in Holland gelegen landerijen kunnen bewerken. Voedsel kunnen die bewoners alleen verkrijgen door smokkelen, want nit Belgiö kunnen ze niets krijgen en uit Holland mag niet ingevoerd worden, 't Is te hopen dat onze regeering maatregelen zal nemen om die menschen te helpen. Bij St. Laureijns zijn langs het kanaal alle boomen gehakt. Ook bij Middelburg (B.) bestaat het plan den draad te verplaatsen tot bij het kanaal. De Duitsche autoriteit zal er evenwel alleen toe overgaan, wanneer 8000 mark gestort wordt. Naar men mij mededeelde zal door de ge meente en door de R. K. kerk 4000 mark betaald worden. M. Crt. Komende van de markt te Oostburg, had een koopman door het op hol slaan van het paard het ongeluk bij Aardenburg van den wagen te vallen, waardoor de wielen over hem heen gingen. Ernstig gewond, het eene been op drie plaatsen gebroken, werd hij in een nabij gelegen huis gebracht. Drankmis bruik schijnt wel de hoofdoorzaak van het ongeval te zijn. M. C. Besmettel ij ke ziekten. In de week van 15—21 Maart zijn de na volgende besmettelijke ziekten uit Zeeland ter kennis van den Centralen Gezondheids raad gekomen Dipheritis: een geval te Hontenisse, Middel burg, Oostburg en Schoondijke en twee ge vallen te Zierikzee. Iloodvouk een geval te Goes, St. Laurens, Middelburg en Oostburg en vijf gevallen te Neuzen. Loop der bevolking van Ter Neuzen. Gedurende de loop dezer week hebben zieli in deze gemeente gevestigd: S. de Leeuw, tandtechnicus, Noordstraat 14, uit Rotterdam. A. de Caluwe, landbouwersknecht, O 186, uit Axel. A. E. de Ridder, zonder beroep, Dekkerstraat 42, uit Middelburg. A. Herrebout, landbou weisknecht, O 155, uit Hoek, M. A. C-de Nijs, zonder beroep, O 185, uit Etten en Leur. L. M. de Neree tot Babberich, Ingenieur II. W. S., Westkolkstraat 10, uit Maastricht. H. Wielinga, zonder beroep, P 12a, uit Harlingen. B. Knook, schipper, aan boord, uit Steenbergen. J. Jansen, veldarbeider, O 62, uit Zaamslag. J. Donze, veld- arbeider, O 61, uit Zaamslag. Vertrokken zijn K. Bareman, koewachter, P 94, naar Hoek. C. Michielsen, landbouwersknecht, Klaassenstraat 2, naar Hoek. P. van der Gouwe, landbouwersknecht, P 59, naar Hoek. M. C. Pladdet, werkman,Baan- dijk 80, naar Haarlemmermeer. A. de Jager, dienstbode 11 N, naar Kapelle. A. A Nicolle, dienstbode, Nieuwstraat 10, naar Axel. M. W, E. Millenaar, zonder beroep, Kerkhoflaan 11, naar 's Gravenhage. J. de Ritter, varensgezel, aan boord naar Rotterdam. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Tholen F. Kijftenbelt te Leer dam te OeneS. Ronner te Waddingsveen te Driesum G. J. Koolhaas te Kamperveen (verb.)te Hazerswoudedr. W. Lodder te IJlstte Bleisweik G. J. Koolhaas te Kam perveen Bedankt voor Bleskensgraaf,G. J. Koolhaas te Kamperveen (verb.)voor Harmeien en voor WezepJ. II. F. Rernme, te Oud-Beierland. Geref. Kerken. Tweetal te Scharnegoutum N. Postema te Beilen en K. v. d. Veen te Gasselternijeveen. Beroepen te Spijk (Gr.) E. J. Wiemjes, te Barneveldte Enter M. B. Parlevliet, te Sleen te BleiswijkA. M. van den Berg te Landsmeer. Chr. Geref. Kerk. Bedanktvoor Dordrecht en voor Sliedrecht L. II. van der Meiden, te Enschedé. Geref. Gemeenten. Bedanktvoor Dirksland, G. II. Kersten, te Iorsekevoor Hoedekenskerke en voor Nieuw-Beijerland II. Roelofsen, te Zeist. Door iemand die onbekend wenscht te blijven, is f10,000 vermaakt aan de weesin richting te Neerbosch. Te Franeker is in den ouderdom van 76 jaar overleden de heer P i e t e r v a n Pa assen, emerituspredikant bij de Vrije Ev. Gem. aldaar, voorheen te Kapelle. De Geref. Jongelingsvereeniging „Onze hulpe zij in den naam des Heeren" vergadert a. s. Zondagavond om 61/2 ure, in de_ consistorie der Geref. Kerk, Nieuwstraat, alhier. Dezer dagen klaagde het 11-jarige dochtertje van den arbeider J. S. te Onaa (O.), dat den

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1916 | | pagina 2