mm- en Advertentieblad
Zeeland.
Uit de Pers.
Binnenland.
Buitenland.
No. 1309.
Zaterdag 11 Maart 1916.
13° Jaargang.
abonnement
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,-
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars,
teuren en Brievengaarders.
Franco
Postdirec-
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LlllOOlJ Az. te ThR NEUZEN.
Inzending van advertenliën vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENT1EN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaat van driemaal plaatsing derzelfde adver^
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE
RICHTEN AAN~DlT REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENT1ËN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Alle stukken voor de redactie be
stemd, te zenden aan den Uitgever,
Vlooswijkstraat 21, Ter Neuzen, met vermel
ding „Aan de Redactie."
Aanname van Advertentiën tot 1 uur op
den dag der uitgave.
Illustratie.
Van vrijzinnige zijde komt men telkens
weer terug op de Kerstboekjes, die op Schier
monnikoog zijn uitgedeeld.
Verontschuldigingen worden genoeg gemaakt.
„Kleine Lichten" heet maar éénmaal aan
één leerling te zijn uitgereikt.
We meenen echter zeker dit anders te weten.
De tegenwoordige vrijzinnige predikant van
het eiland, die er nog slechts kort is, stemt
in „De Hervormingvan 26 Februari open
hartig toe: inderdaad zijn de boekjes vroeger
aan leerlingender Zondagsschool uitgereikt.
Ook ten opzichte van den inhoud wordt
voorbehoud gemaakt.
We hebben er vroeger reeds op gewezen.
Maar heel die Kerstboekjes geschiedenis
levert slechts een illustratie, is slechts een
kenschetsing van den geest, die rondwaart,
en waartegen den strijd aan te binden van
christelijke zijde noodzakelijk is.
Al waren deze boekjes nooit uitgereikt,
(maar ze zijn het zeer zekerdan nog was
christelijk onderwijs broodnoodig.
De illustratie, welke zij leveren, toont slechts
duidelijker en tastbaarder dan lange betoogen
de noodzakelijkheid aan.
Gelukkig, dat zulks steeds meer wordt beseft.
Weder ontvingen we daarvan bewijs.
Bij ons kwam in van D. B. f 25,
Totaal met het vroeger verantwoorde
f 169,70. Z.
Jonge Radicalen.
De „Vrijz. Democraat" behelsde het bericht,
dat een organisatie zal tot stand komen, die
de Jonge Radicalen zal omvatten.
Klaarblijkelijk is de naam zoo gekozen, dat
al wat links denkt, daaraan mee zal kunnen
doen.
De socialisten hebben hun „Jeugd-orga-
nisaties."
Maar de jonge liberalen van alle gading
dienen zich ook te vereenigen.
Men ziet in, dat zulks vooral geschiedt met
het oog op de Statenverkiezingen, en per-
spectievisch op 1917.
Telkens, wanneer spannende verkiezingen
op komst waren, hoorde men van clubs, door
jonge vrijzinnigen gevormd.
De oude vrijzinnigen zorgden dan wel voor
de contanten.
En wat met goed politiek fatsoen de offi-
cieele Kiesvereenigingen niet aandurfden, bleef
ten taak aan de clubs.
Schunnige strooibiljetten, ongeteekende
advertenties, dwaze beweringen, maar die
tijdelijk konden misleiden, waren hun toege
wezen.
Op geld hoefden deze jeugdige propagan
disten blijkbaar nooit te zien.
Hun gezamenlijke leuze was steedsanti-
clericaal.
Maar na de verkiezingen hoorde men niets
meer van hun bestaan.
Opmerkelijk 1
En even opmerkelijk is, dat ze weer uit de
ascli verrijzen, zoodra voor links gevaar wordt
geducht.
Deze jonge radicalen (wie zijn eigenlijk de
radicalen?) zullen dus waarschijnlijk hun ge
waarde hand- en spandiensten verrichten ten
behoeve der liberalen-van-alle-kleur.
Verwacht niet, dat ze hun beginselen zullen
bestudeeren.
Radicaal onnoodig.
Indien ze straks maar dapper anti-clericaal
Werken, is het genoeg.
In bet negatieve ligt alleen kracht.
z.
V De Oorlogsbelasting.
Iu „De Nederlander" oppert de heer Fokkens,
oud-resident van Magdoera, liet denkbeeld,
Indië mee te laten betalen in de Oorlogs
belasting.
Hij wil dit beschouwen, met als een hulp
van Indië aan bet Moederland, maar als een
aandeel in de kosten voor de handhaving der
neutraliteit van het „Vereenigde Nederland,"
van het Rijk, binnen en buiten Europa.
Hij zou, evenals in de Leeningwet 1914 voor
Nederland is bepaald opcenten willen op
grond-, personeelebedrijfs- en andere in
komsten en vermogensbelasting.
Volgens de Leeningwet 1914 bedragen die
opcenten hier
20 pet. op de aanslagen in de grond
belasting,
20 pet. op de aanslagen in de perso
neele belasting.
33 pet. op de aanslagen in de belasting
op de bedrijfs- en andere inkom
sten.
33 pet. op de aanslagen in de vermo
gensbelasting,
De iu Indië geheven belastingen met de
bovenstaande analoog, zijn
De Personeele belasting, ge-
a.
heven van Europeauen en vreemde Ooster
lingen, voor 1916 geraamd op f 1,700,000.
b. De Inkomstenbelasting, gehe
ven van Eul'opeanen, geraamd op f 18,030,000.
c. De v e r p o n d i n g, eene belasting, die
niet geheven wordt van het door Inlanders
bezeten grondrecht, geraamd op f3,000,000.
d. De belasting op bekrijfs- en andere in
komsten, gelieven van vreemde Oosterlingen
en Inlanders, geraamd op (Inl. ongeveer 1/7)
f 13,000,000.
e. de landel ij ke inkomsten, gehe
ven van inlanders, geraamd op f21,199,000.
Indien nu, zoo zegt de heer Fokkens, als
oorlogsbelasting geheven werd 20 opcenten
van Europeanen en Vreemde Oosterlingen en
10 opcenten van Inlanders, zoo zou dat uit
maken voor
a. 1340,000, b. f 2,606,000. c. f 600,000, d.
f 2,400,000, e. f2,119,900. Totaal f8,065,900.
Verder zou de heer Fokkens een bedrag
van f7,00,000 willen halen uit een belasting
op het opium.
Hij stelt voor den verkoopprijs van het
opium met ]/s te verhoogen.
Het opium brengt het Gouvernement than*
jaarlijks op 35 miljoen gulden.
De voorgestelde verhooging zou derhalve
de bedoelde 7 miljoen leveren.
Totaal kwam dan een bedrag van 15 mil
joen als Indië's aandeel in de oorlogsbelasting.
Op de bedenking, dat bij de Wet van 29
Juni 1912 scheiding is gekomen tusschen de
financiën van Nederland en Indië, antwoordt
de heer Fokker, dat deze Wet blijkbaar geen
beletsel was, om Indië voor de helft te doen
deelen in de kosten voor den aanbouw van
2 kruisers en 4 onderzeeërs (1915), evenmin
kan die Wet thans bezwaar opleveren, dat
Indië in de oorlogsbelasting meebetaalt.
Indien het denkbeeld toelaatbaar voor ver
wezenlijking vatbaar is, zou het een aan
merkelijke verlichting in de lasten voor de
ingezetenen van het Moederland beteekenen.
Z.
„De Rotterdammer" schrijft
V Wij dominees der Ned. Herv. Kerk.
liet wordt tijd dat Mr. Troelstra weer uit
Zwitserland terugkeert om een wakend oogje
te houden op zijne partijgenooten.
Bij de eerste algemeene begrootingsdebatten
toch onder het Ministerie-Cort van der Linden
verweet hij de concentratie, dat ze de kerke
lijke hartstochten had geprikkeld door on
waardig de belangen der Hervormde Kerk in
den politieken strijd te mengen.
En ziet, nu verscheen tijdens den verkiezings
strijd te Apeldoorn deze advertentie in een
der Apeldoornsche bladen
„Wij, dominees der Ned. Herv. Kerk bevelen
den kiezers aan hun stem uit te brengen
op den candidaat der Soc. Dem. Arb.partij,
K. van Trigt.
Ds. VAN DER HEIDE.
Ds. DE IIAAS.
Ds. BAKKER.
Ds. BOERS.
Ds. FABER."
Een vreemd stukje van de mannen van
"godsdienst is privaatzaak".
Schijnbaar hebben de socialisten in hun
goedigheid gedacht: de vrijzinnigen volgen
zoo dikwijls ons, dat wij nu wel eens de vrij
zinnigen willen volgen in het opkomen voor
de rechten der Hervormde Kerk.
DE WATERSNOOD MARKEN.
Eindelijk een bericht van Marken. Dat
intusschen al weer geheel droog ligt en alleen
nog maar dan ook niet zuinigheeft
te herstellen wat vernield werd.
In het H b 1 d. lezen wij
Er is veel en goed gewerkt. Door de
zorgen van het Uitvoerend Comité van de
Plaatselijke Watersnoodscommissie, krachtig
geholpen d«or het Oranjekruis e. a. zijn levens
middelen uitgedeeld, kleeren verschaft, bed
den in bruikleen gegeven, tal van door het
zeewater bedorven matrassen uitgestoomd,
enz. enz.
In den allereersten nood is dus voorzien.
Ook is de beschadigde vloot nagenoeg weer
geheel zeewaardig.
Anderzijdsis er in sommige opzichten nog
zoo goed als niets gedaan. Het kerkhof, dat
in den stormnacht deerlijk gehavend werd
verkeert thans, zeven weken daarna, nog in
denzelfden ontredderden toestand. Een groot
deel van den dijk is door het water meege
sleurd. Er is gebrek aan zand om de lijken
op behoorlijke diepte te begraven.
Aan het herstel der beschadigde en den
opbouw der vernielde woningen wordt, op
een hoogst enkele uitzondering na, nog niets
gedaan. Alleen de stormschade is getaxeerd.
In het algemeen wordt er geklaagd over
het weinig doorzettend karakter van 's burge
meesters optreden, terwijl de onzekerheid
w i e de schade betalen zal, terughoudt van
ingrijpende herstellingen. „Ned."
WATERSNOOD VLUCHTELINGEN.
Het aantal vluchtelingen uit het water
snood-gebied dat te Amsterdam een onderdak
komt zoeken, neemt nog steeds toe.
Op 26 Februari waren daar ter stede door
de gemeente ondergebracht 2949 personen,
op 4 Maart 8152 personen. Er kwamen bij
261 personen en er vertrokken er 58.
Het aantal bedeelden bedroeg 328 gezinnen
of 1363 personen. Er kwamen 41 gezinnen
of 154 personen bij.
LANDWEERLICHTING 1912 MET
KLEIN VERLOF.
Naar men verneemt zal een groot gedeelte
der Landweerlichting 1912 (Militielichting 1904)
binnenkort met klein verlof vertrekken.
DUURTETOESLAG.
Ingediend zijn bij de Tweede Kamer wets
ontwerpen betreffende duurtetoeslag aan rijks
ambtenaren-beambten. Onderwijzers aan open
bare en bijzondere schojen worden met rijks-
amtenaren gelijk gesteld. De toeslag zal 6%
der jaarwedde'bedragen, tot zekere loongrens.
De maatregel wordt echter beperkt tot hen,
die gehuwd zijn of als weduwnaar (vveduwej
eventueele als gescheiden echtgenoote, een of
meer kinderen beneden den leeftijd van 16
jaar te hunnen laste hebben en een belooning
genieten, welke beneden na de noemen grens
blijft.
De grens wordt gesteld op een bedrag van
f1200 voor de gemeenten der 1ste kl.f1150
voor de gemeenten der 2e ld.; f 1100 voorde
gemeenten der 3e kl. f 10:>0 voor de ge
meenten der 4e kl.f 1000 voor de gemeenten
der 5e kl.; f950 voor de gemeenten der 6e
ld.; f900 voor de overige gemeenten.
DE OORLOG.
DE TOESTAND.
De N. R. C. schrijft daarover o. a.
Het Fransche front brokkelt af, dat is de
indruk van heden. De zware Dnitscho artil
lerie sehiet de Fransche stellingen murw, zij
houden het dan, hier, dan daar, tegen de
thans nog plaatselijke aanvallen van de Duit-
sclie infanterie niet uitwat moet er ge
beuren als de volgende groote springvloed
komt
Deze vraag moet ons in de tegenwoordige
omstandigheden met zorg voor het lot van
Verdun vervullen.
Westelijk Front.
PARIJS. OfficieelIn Argonne bij Haute
Chevauchée hebben de Duitschers een mijn-
krater trachten te bezetten. Zij zijn afge
slagen. De verbindingswegen der Duitschers
zijn opnieuw door de Fransche artillerie onder
vuur genomen.
Onder begunstiging van een hevige beschie
ting zijn de Duitschers ten Westen van de
Maas vooruit kunnen komen door langs den
spoorweg voort te sluipen tot ongeveer Regné-
ville. Tezelfder tijd hebben zij een aanval
met een strijdmacht ter sterkte van een dizisie
op heuvel 265 gedaan. Ondanks de zware
verliezen, die hun door de Fransche artillerie
en machinegeweren zijn toegebracht, zijn zij
erin geslaagd er zich meester van te maken.
De Franscheu houden het dorp Béthincourt,
het boschje ten Oosten van het Ravenbosch,
Cumières en de top van den Ganzenheuvel
bezet.
Ten Oosten van de Maas, in de streek van
Bras en Hnudiomont, zoomede in Woëvre in
den sector van Fresnes en de dorpen aan den
voet der heuvels is de artiilcriestrijd in den
loop van den nacht met groote levendigheid
voortgezet.
Duitsch stafbericht.
BERLIJN, 8 Maart (W. B.) Uit hot
groote hoofdkwartier wordt het volgende
gemeld
Tegen de stelling ten oosten van de hoeve
Maisons de Champagne, die door ons her
overd werd, hebben de Franschen laat in
den avond een tegenaanval begonnen. Aan
den westelijken vleugel wordt nog met hand
granaten gevochten. Overigens werd de aan
val geheel afgeslagen.
Op den linkeroever van de Maas bobben
wij om de aansluiting aan onze, rechts
van de rivier op de zuidelijke hellingen van
de Cöte de Talon, den Peper-heuvel en
Douaumont vooruitgeschoven nieuwe linies
te verbeteren de stellingen van
den v ij a n d aan beide z ij d e n van
de Forges-beek beneden Béthin
court over een breedte van zes
en een diepte van meer dan drie
kilometer in storm genomen. De
dorpen Forges, Regneville, de hoogten van
het Bois des Corbeaux en het kleine Bois de
Cumières zijn in ons bezit. De tegenaanvallen
der Franschen op zuidelijke randen van deze
bosschen werden bloedig afgeslagen. Het
grootste deel der bezetting van de genomen
stellingen kwam om het leven, terwijl de niet-
gewonde rest van 58 officieren en
3 2 7 7 man gevangen genomen werd. Boven
dien zijn tien kanonnen en veel ander oorlogs
materiaal buitgemaakt.
In Woevre werd de vijand ook uit de
laatste huizen van Fresnes verdreven. Het
aantal van de daar gemaakte krijgsgevangenen
steeg tot 11 officiereu en meer dan 700 man.
Eenige machinegeweren werden vermeesterd.
Onze vliegtuig eskaders wierpen bommen
op vijandelijke troepen en plaatsen ten westen
van Verdun.